Het heeft me vandaag aangenaam verrast, de plotse winterprik. Mooi oogde alles in de morgen, volmaakt in het wit, maagdelijk als een nieuwe bruid. Om de een of andere neurofysiologische reden verkwikt zo'n sneeuwlandschap mijn hoofd. Er kwam weer een deugdoende herkenning en associaties met verre kinderjaren toen ik door het gras stapte en de vijftien centimeter sneeuw onder mijn inzinkende schoenen voelde knisperen. De fietstocht naar de kapper in de frisse kou en spetterend door de rulle sneeuw deed daar een opwekkend schepje bovenop. Sjaal en handschoenen liggen weer bovenaan de kapstok... De winter komt.
We hebben vanavond weer eens mooi gezongen. Wij is het koor waarin ik zing. Het is niet direct groot nieuws tenzij je kan delen in mijn hernieuwd besef van de weldadigheid van zingen voor de gestresste geest. Maar tegelijk en spijtig werd ik vandaag weer geconfronteerd met het duale in het leven. De schoonheid van de muziek en de goed getrainde stemmen stond in contrast met de kille hardheid op andere theaters van het leven. Het verscheurende nieuws van mishandelde baby's, de stijging van HIV besmettingen in België, om nog maar te zwijgen van wat niet in de kranten staat.... Zachtheid en tederheid in woorden naast de botheid van wie blind slechts zichzelve ziet. Het leven kan zo simpel zijn en mooi, toch slagen mensen erin zichzelf of anderen kwellend te lijf te gaan. Waar is die pijn voor nodig? Waarom is en blijft de mens zo dom?
Welk antwoord wil je horen naar waarheid echt verteld of sterk verbloemd gekunsteld met valse woorden mooi gesteld
Het kan je hebt voor 't kiezen zeer nuchter recht door zee zonder feiten te verliezen
Het is redelijk streng te noemen het zet alles op een rij in krasse taal zonder hernoemen sterk uitgemeten hoogst verstandig geen speling tussen jou en mij
Het is niet moeilijk dit te spelen als luchtig theater voor de geest maar in die bloemen zonder kransen blijft het wenen in de knop geen feest
Je zal het niet begrijpen dat kan niet als het voelen is het is een kitscherig omringen met valse schoonheid ontdaan van authentieke gloed
Daar verbergt onzichtbaar zich achter het muzikaal decor telkens herhalend in stilte of luider blijft 't zich overdoen verborgen verder dan de eerst blik een grimlach als gras zo groen
Alweer spert de nacht zijn diepe zwarte ogen Hij lokt me naar zich toe maar ik wil niet horen blijf maar talmen loom ben nog niet zo moe en toch zoek ik de zoete rust die onvervulde dromen ongeremd verlicht ondraaglijk vrij ontdaan van alle last en loze lusten ik richt me naar de maan mijn zekerheid in 't nachtelijk uur, mijn goede vriend ik kom, nog even wacht ik tot hij me misschien een laatste gevoel leent en een zacht woordeke stilletjes toezegt
Het roept iets op en het slaat me neer: de herfst, de dood, het verlies van mensen, verdriet om hen die me dierbaar zijn... en een bisschop die preekt over onze heiligen, mensen zoals jij en ik... maar de boodschap van ware liefde schaamteloos mist... Muziek verzacht... slechts soms en toch enkel als je luistert en voelen kan wat bindingen met mensen in de diepte kunnen zijn. Wat een dag! De zon scheen warm over het kerkhof. De bloemen bleven zonder vrieskou fleurig staan. Maar menig hart was al bevroren nog voor de dag aan zichzelf begon....
Jaren heb ik je bezocht mijn hart alert intens met jou begaan Nu spiegelt je graf in de late middagzon en gooit een ongeziene hand aarde, grof zand, donker stof over deze plek Dit hart wordt koud De verre lach verduistert Enkel mist en nevel laten hun sluier achter Zelf de bladeren verkleuren kreuken zich in het vallen Ik wil er niet aan wennen Ik roep in stilte je naam er zal geen antwoord komen Ik weet Ik ween een laatste? traan