Het werd tijd dat er enige poging tot herrijzen was. Na ettelijke brainstormsessies en een rits aan onbeantwoorde vragen, na onderhandelingsgesprekken met woord en wederwoord, na pogingen tot lobbyen en peilen naar mogelijkheden, ... na een allegaartje aan gemengde gevoelens in een cognitief labyrint van bedenkingen en strategiebepalingen, overwegingen en smerige vloeken... geef ik het op. Ik laat me rusten in de handen van het lot of van God. Of hij nu bestaat of niet, het maakt helemaal niet meer uit. Laat het leven maar doen. Ik kijk terug naar hier en nu. De zon schijnt. Misschien dat ik seffens nog kans krijg om mijn gras te maaien. Een tas geurende koffie naast me. Ik denk aan de vriendschap van enkele mensen waar ik van hou. Ik denk aan mijn zoon die gemotiveerd aan het werk is. Ik denk aan de liefde die ik gekend heb en ken. Ik kan ontspannen als ik nergens op hoop en alles los laat, als ik mijn verlangen even parkeer, samen met mijn 'blauwe tractor in de schuur', mijn elan om mezelf te overstijgen, als ik mijn hoop op méér bescherm tegen de erosie van de tijd.