Vanuit mijn droom ontwakend, hoor ik geluiden van het spoor, de piepende en krakende wagons. Nog even slaap ik het drukke jaar uit mijn leden, genietend van de laatste roes, onnadenkend gelaten. En ja, het komt wel weer. Dan vertrek ik toch opnieuw aan een blanke startlijn, met andere energie en dito perspectieven. "Nog twintig keer?" denk ik dan, misschien meer, misschien minder. Alleen de gezondste wordt wel honderd. De tijd die je krijgt blijft ongewis. 't Is als een trein die altijd komt, die je met zekerheid nooit mist, maar hopelijk met veel vertraging!