Wat
is het dat ik zoek? Wat wil ik vinden? Ik schrik van de verstoringen op de weg die
ik verondersteld word te moeten kennen. Ik loop verloren in kronkels,
doodlopende wegen, labyrinten. In de nacht word ik belaagd door hevige dromen
en nachtmerries. Overdag lopen ze voorbij de lawaaierige en vechtende
medemensen. Boven mij de dreiging van stijgende hitte, vieze lucht, watervloed
en stormen. Rond mij het kafkaiaans format-inlog-aanvink-denken en de nieuwe bureaucratie
van zwart-wit redenerende computergeesten zonder verhalen of menselijke
verbanden. Een oase van ontoegankelijke gebouwen en ooit bekende huizen die nu niet
meer charmeren. Een rest van verlaten ruïnes blijft. Wat is het doel van deze
weg? Wat wil ik eigenlijk nog? Het maakt angstig, wild, verward. Waar zijn hier
ingangen en toegangspoorten? Hoe komt het dat ik het niet weet? Want anderen
lijken te werken naar iets toe? Ze zijn gedreven bezig met visies, oneliners en
meningen die ze twitterend de wereld in sturen. Wat zijn dan hun in- of uitgangspunten?
Daar val ik stil en wacht en bescherm me binnen mijn muren. Muren! Gesloten
ramen! Dubbel glas! Stilte! Knutselend aan mijn huis. En oude gedachten, zeer oude
gedachten!
Toon
me wat ik zoek
Dat
ik het vinden kan!
Zijn mensen
vogels geworden?
Of
andere wilde dieren?
Zeg
me waar je bent
Dan
kom ik naar je toe
Zijn
mensen in verbijstering
hun verstand
aan het verliezen?
Of is
t de liefde die verdwijnt?
De charmes
van het falen?
Laat jouw
deur open
Jaag al
de ratten weg
Geef
me dag en plaats en uur
En ik
ben er zonder meer!
Floreanne
|