Wandelen in de vrije natuur. Eten als je honger hebt. Slapen als je moe bent. fietsen en tuinieren en praten met de bomen. Dat is fantastisch en: volkomen gratis
Leven is gelukkig zijn met wat de aarde schenkt, is telkens weer genieten ook van elke dag die zonlicht brengt. Leven is de gaven delen die ons door God gegeven zijn, liefdevol ook wonden helen, troosten zalven ook bij pijn. Leven is soms lijden treuren om wat tegenslaat, lachen ook en zich verblijden als het plots wat beter gaat. Leven... kon ik het maar zeggen, schrijven hier dees heimenis. 'k zei en 'k schreef om 't uit te leggen welk een zegen 't leven is. 't Is de kleur van regenbogen, 't zingen van de karrekiet, 't blauwe van twee kinderogen, 't ruisen van het wiegend riet. Leven is de milde regen 't schijnen van de warme zon parels aan een snoer geregen, drinken van een koele bron. Ach, wat hou ik van het leven, 'k wilde dat ik 't zeggen kon, 'k zou het zwart op wit je geven als ik het maar schrijven kon!
Het geluk van twee mensen die elkaar liefhebben moet opgebouwd worden zoals een vogelnest: strootje bij strootje, met veel inspanningen en wederzijds begrip.
Water en vuur hebben adem, maar geen leven; kruiden en bomen hebben leven, maar geen kennis; vogels en viervoeters hebben kennis maar niet het gevoel van rechten en plichten
Niets is voor het leven in latere jaren verheffender, sterker, gezonder en nuttiger dan een goede herinnering, vooral aan de kinderjaren en een goede thuis.
Een huis alleen is onvoldoende. Het moet ook een thuis kunnen zijn: een plek om lief te hebben, waar men ruimte krijgt om te dromen en te mijmeren, waar men tot vrede komt in zichzelf.
Oude mensen zijn stil geworden getuigen van een tijd die anders was dan de onze, dragers van ons verleden, er ons aan herinnerend dat het 'nu' nooit absoluut is
Hij staat hier met zijn lief gezicht onder een ratelpopulier, zo grijs van eenvoud, en geen dier ontvangt zo zedig 't goddelijk licht dat alles voor het eerst beschijnt. Maar, hoort hij in de verte gillen de geile kreet van de mandrillen, dan strijkt hij de oren en verdwijnt.
Poesje wast zich met haar pootjes, Poesje strijkt haar snoorbaard, Poesje krabt en hapt naar vlooitjes Poesje rekt zich bij de haard. Poesje zwelt van melkpap eten, Poesje gaapt en slaapt gerust;... En de muisjes dia dat wete, Kabbelen brood zovéél hun lust.
Als ons poesje de ogen sluit, piepen al de muisjes uit.
lezen was mijn afleiding en genoegen, mijn troost mijn zelfgekozen verslaving lezen voor de lol, voor de schitterende stilte die je omringt als je de woorden van de schrijver hoort weerklinken in je hoofd. Paul Auster Brooklyn dwaasheid
Een boekenkast zonder boeken is als een lichaam zonder ziel.
Cicero 106-43 v. Chr.
de dingen waar van we houden, vertellen ons wie we zijn.
Thomas Moore
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek