De drij santen van de koude tweejonge en ene oude, gingen tezamen door het land, elk met koud goeds al in de hand. De ene met een balleken sneeuw, den tweeden met een kegelken ijs, den derde die was grijs en wijs, en droeg niemandalle, dalle geen kegels en geen sneeuwballen. Sante, sante mee de krone, maakt ons rap het weder schone. Den eerste zei: "k Zal d'eerste zegenen," en hij die deed het regenen, regenen. Den tweede zei:"Beniest, 'k ga niezen" en hij deed het vriezen, vriezen. De derde, di zei niemandalle en hij was het braafst van allen. Sante, Sante mee de krone maakt ons rap het weder schone. En ze kwamen langs Fiel Ariaan, zijn schone doeninge gedaan, hij tapte hulder daar bier van 't vat, en alle drij zij werden zat, en daarna zijn ze voldaan weerom naar 't hemelrijk gegaan. Sante Sante mee de krone, maak ons rap het weder schone.
Wouter Weyland verongelukt op maandag 9 mei een dag of wat later vielen mijn ogen op het volgende gedicht:
Dubbelganger
Een man die fietste zo hard dat wij hem bijna niet zagen kwam langs en riep met schorre stem pas op maar voor wij iets konden doen was hij alweer voorbij en voor wij hem na konden kijken was hij al zowat weg.
Het moet een beroeps zijn geweest als je zag hoe hij onder de viaduct verdween, bijna doorzichtig, een wolkje stof, niet dat dat opwoei van het asfalt maar hijzelf dunner en dunner van steeds zichzelf in te halen.
Laat een oude vriend niet in de steek, want een nieuwe evenaart hem niet, een nieuwe vriend is nieuwe wijn pas als hij belegen is, drinkt gij hem met genoegen.
Bij dit bezoek moest ik denken een lied van Willem Vermandere die zo wonderwel de gevoelens weergeeft die ons bevangen
duizend soldaten
als ge van ze leven in de westhoek passeert deur regen en noorderwinden keert omme den tied als g' alhier passeert den oorlog ga j' hier were vinden
ja 't is den oorlog da 'j hier were vindt en 't graf van duizend soldoaten altied iemands voader altied iemands kind nu doodstille en godverlaten
laat de bom'n nu maar zwieg'n en dat 't gras niets verteld en de wind moet 't ook maar nie zing'n dat julder'n dood tot niets hè geteld dat woaren al te schrik'lijke dingen
zeg 't goat al goed der is welvaart in 't land en de vrede ligt vast in de wetten we maken wel woapens maar met veel meer verstand maar just om den oorlog te beletten
en grote raketten atoom in den top we meugen toch experimenteren we mikken wel ne keer naar mekaar zijne kop maar just om ons 't amuseren
als ge van ze leven in de westhoek passeert deur regen en noorderwinden keert omme den tied als g' alhier passeert den oorlog ga j' hier were vinden
ja 't is den oorlog da 'j hier were vindt en 't graf van duizend soldoaten altijd iemands voader altijd iemands kind duizend en duizend soldoaten duizend en duizend soldoaten duizend en duizend soldoaten
Begerig de vrouwenjager veilig de oeverstruiken voor wie ze zoekt, trots de grijaard op zijn kleren, praatziek de kokoek in het dal, gul het gezelschap waar liefde woont, overvloed van groen in het bos, speels de geliefden, op de markt komen ze evenveel: de huid van het lam, de vacht van het schaap.
liefde is elkaar wederzijds vertrouwen, samen een gelukkig leven opbouwen. Houden van is meer dan alleen een gevoel, het betekent namelijk een heleboel.
Houden van is voor elkaar zorgen, niet alleen vandaag, maar ook morgen, elkaar steunen bij verdriet en pijn, elkaar troosten is dan fijn.
liefde is: samen wandelen hand in hand door het voor jullie onbekende land. Je moet soms over bergen en door dalen, maar door de liefde zul je niet verdwalen.
De oude Germanen vierden de wederopstanding van de natuur op de dag van de lente-evening, waarop de dag even lang duurde als de nacht. Ze noemden het feest Ostara, naar de godin van het licht, de dageraad en de liefde. Vruchtbaarheids-symbolen zoals roodgeverfde eieren en heilige hazen speelden daarbij een grote rol. Toen de Germanen bekeerd werden tot het christendom in de late zevende eeuw, werd het lentefeest vervangen door het paasfeest. Het gebruik om eieren te versieren en te verstoppen komt dus van de Germanen.
lezen was mijn afleiding en genoegen, mijn troost mijn zelfgekozen verslaving lezen voor de lol, voor de schitterende stilte die je omringt als je de woorden van de schrijver hoort weerklinken in je hoofd. Paul Auster Brooklyn dwaasheid
Een boekenkast zonder boeken is als een lichaam zonder ziel.
Cicero 106-43 v. Chr.
de dingen waar van we houden, vertellen ons wie we zijn.
Thomas Moore
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek