De zachte, de zoete, de zoute zee. Zachtmoedige, zekere, zilveren zee.
De zwiepende, zwoegende, zwoele zee. De zeegaande, zilte en zoele zee.
De zeezieke zee en de zeldzame zee. De zeesterrenzee en de zeilende zee.
De zalige, zappende, zedige zee. Zeegroene, zingende zeepaardjeszee.
De zinkende, zuchtende, zilverzandzee. De zwemmende, zwevende, zuigende zee.
De zwepende, zwervende, zwalpende zee. De zwaaiende, zwierige, zompige zee.
De zoemende, zondige, zotte zee. Met het wiegende, wassende water.
Johanna Kruit
31-07-2012
geschreven door fotorantje
|