De zon schijnt. De hemel bloeit. Mensen kijken omhoog, gaan op hun tenen staan, klimmen op elkaars schouders en plukken God.
"God is mooi", zeggen ze "mooier dan ooit". Ze zetten hem in vazen op hun tafels en voor hun ramen En God bloeit en geurt een middag en een avond -
dan leggen ze hem tussen de bladzijden van een schrift, onder een ijzeren gewicht voor later, in de winter, als er niemand is
Toon Tellegen
|