Lila muren wassen mijn blond haar tot een vlaflip in het geestelijk sop zwevende bubbels van mijn kop één van die bubbels pats was jij
nagels jeuken mijn hoofdhuid misschien wat werkend gruis bloedzuigend onder hen van daan een gore luis die ik voor me zie staan en die luis dat was jij
koop maar teershampoo ga ik vast dood aan, roept zij, kolerehond betaal ik het sop full-continu weg jeuk, weg neuk en de neuk dat was jij
de ellendeling vertrokken bleef eenzaam achter vervloek haar draaiend in bed ik mis jou, jou sloerie, jou slet en die slet dat ben jij
|