Een zee van klappende rode rozen, scheidend een witte mustang galopperend een gebronsde blondine, verleidend haar lange manen golvend in de wind
De klamme vuisten klemmen zich strak ritmisch dansende dijen en borsten die zweetpareltjes vormen stralen glanzende zon.
Een ongetemde bovenaardse pracht aldoor schoppend onverwacht veracht dichterbij gekomen verwoestend al mijn toekomst dromen.
Verrot broeiende, stinkende adem briesend wulps hees, mij zeeziek makend deinende, klauwt zij dwaas schaterlachend haar lange nagels onbeschaamd, triomferend diep in mijn hart en ziel.
|