Gezeten op een gouden troon met een diamanten ring ben ik een Sultan en jij mijn Koningin omgeven door een duizendbloemenboog de bruidstaart vijf verdiepingen een meter hoog
op hun knietjes gezeten schuifelend naar voor, geheel traditïoneel voeden twee bruidsmeisjes ons om beurten, voor het geheel onder mijn troon staan heimelijk twee flessen koud bier anders ga ik dood, opgemeten binnenshuis, was het zeventig graden hier
zwetend en worstelend in het verre oosten voor jou dee ik alles, kwam door die trouwerij eenmaal thuis bekeek de foto's en D.V.D. op geen één moment lachtte jij naar mij Een klap van de deur van de buren laat mij verschrikt in het donker turen leg op jouw welgevormde heup mijn hand misschien ben jij bang, zo ver van jouw land
al wat ik voel zijn wat dikke kreukels in mijn dekbed in mijn dromen zeker even niet goed op gelet zelfmiskennend boos één traan rollend uit mijn linkeroog één veels te veel, omdat jij mij voor een visa bedroog
|