Poezie van Frans Depeuter 3
Gedichten over het ouderhuis
Over dingen die voorbij zijn. Of die de voorbijheid in zich dragen
Inhoud blog
  • Één zomer voorbij
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    03-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Één zomer voorbij

     

                                                                                                 "Il y a des jardins qui n’ont plus de pays
     
    Et qui sont seuls avec l’eau

                                                                   Des colombes les traversent bleues et sans nids

     

                                                                                   Mais la lune est un cristal de bonheur

                                                               Et l’enfant se souvient d’un grand désordre clair”

     

                                                                                                (Georges Schehadé: Poésies II)


     

     

     

    Één zomer voorbij, en reeds

     

     

    Één zomer voorbij, en reeds heeft de beukenhaag

    de bressen gedicht. En hoe schaduw en licht

    hun vlakken verschoven, hoe als slakken de kralen

    der uren door de vingers van de bomen glijden.

     

    En middenin, het huis met vijf ankers in de muren:

    geloof en hoop, en liefde, berouw, en één van trouw

    zolang het sterven zou duren. De deuren zijn groen,

    de luiken wit als toen, en door het uitgespaarde

    kruis dringt discreet de avond naar binnen.

     

    Zo te zien lijkt alles compleet. Maar in de kamers

    is geen stoel meer bezet, geen schim te bespeuren.

    Het vermolmde bed drijft af als een onbemand vlot,

    en in het witte kleed dat op de sponde hangt,

    kleeft nog de geur van het zesde verbod.

                                                                                     Frans Depeuter

     

     

    De zomer blaft, de hemel spant

     

    De zomer blaft, de hemel spant zijn bogen,

    de wereld geurt naar vlier en marjolein;

    van paal tot paal buigt zich de middaglijn

    waaraan gestijfseld zonlicht hangt te drogen.

     

    Het kind zit op de schommel, omlaag, omhoog en

    ziet heel even boven de heggelijn

    het korenveld dat schreeuwt van pijn.

    Het daalt alweer, sluit duizelend de ogen.

     

    Zo was het toen. De tuin vol laaiend licht.

    Geen spijt om wat verloopt, geen vraag

    naar later. Er stierf geen mens, geen doodsbericht

    drong door de brede beukenhaag

    naar binnen. De tijd lag dicht:

    wat toen bestond, was slechts vandaag.

                                                                                     Frans Depeuter

     

     

    En dan de zolder, de lome bolster

     

     

    En dan de zolder, de lome bolster van de zomer,

    waar weemoed webben weeft en het licht

    dat door het dak naar binnen zeeft, weer zicht-

    baar maakt wat verborgen lag in dromen.

     

    Zoals: de wieg, de wan, het uitgedorste koren

    dat naast de schaapswol op een zeildoek ligt,

    de weegschaal in ‘t labiele evenwicht

    van wat verworven werd en weer verloren.

     

    En zie, het kind met stofgoud op de schouders,

    dat in de stille broedcel zit te lezen,

    zoekt in het erfgoed van zijn blinde ouders

    naar woorden die van sterven genezen.

     

    Maar als het avond wordt en het huis wordt kouder,

    vreet de angst nog steeds aan merg en wezen.

                                                                                     Frans Depeuter

     

     

    Hier werd het brood gedeeld, hier

     

     

    Hier werd het brood gedeeld, hier werd gebeden.

    Hier drong het landschap door het glas naar binnen.

    Hier stopte zij de kousen en streek het linnen

    en deed wat vòòr haar ook haar moeders deden.

     

    En wanneer de schemering de wanden kleedde,

    zag hij hen zwijgend zitten en beminnen,

    hij hoorde ‘t water fluiten, de katten spinnen,

    terwijl hun dromen door hun vingers gleden.

     

    Hier leefden zij, elkaars rivalen en vennoten,

    met lijf en geest in onderpand

    voor het levenslange pact dat ze sloten.

    Hier woonden dood en leven in nauw verband,

    de pijn werd in zijn zachtste vorm gegoten

    en het kruis hing als een teken aan de wand.

                                                                                     Frans Depeuter

     

     

    Weer is ‘t oktober. De bedden

     

     

    Weer is ‘t oktober. De bedden zijn gekeerd.

    De hoeven van het licht zijn met mist omwonden.

    Het landschap aarzelt. Alleen door ‘t blaffen

    van de honden wordt de stilte gearceerd.

     

    De sporen, zijn verregend. Geen lijn die

    refereert aan gisteren. Het land ligt plat-

    gewalst, maar ondergronds voltrekt zich

    ‘t macabere wonder: zelfs schedels

    worden door het beest verteerd.

     

    Weer is ‘t oktober. Binnenshuis brandt

    het vuur. Ik zie mijn vrouw en kinderen

    door de kamers lopen en weet: ik ben

    er nog, ik neem nog ruimte in, nog duur.

    Maar straks of morgen of op een later

    uur spert de aarde weer haar wolfsbek

    open en zal ook ik mijn leven met de

    dood bekopen.

                                                                                     Frans Depeuter

     

    Uit de bundel Landschap met duif, te verkrijgen bij de auteur, door overschrijving van € 10 op rekening 979-3986331-24



    03-01-2007, 00:49 geschreven door Frans Depeuter
    Reacties (1)
    Archief per week
  • 01/01-07/01 2007
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!