De winter staat voor de deur.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Alles wijst er op dat de winter zijn intrede zal doen.
Onze buur, den dikke, normaal zou hij Bernard kunnen heten, een Franstalige Brusselaar, die wel een beetje Vlaams kan praten, als hij iets nodig heeft tenminste, maar verder geen knik of teken van goedendag geeft, heeft zijn barbecue zijn winterkleren aangetrokken.
Het grote witte monument, vlakbij de afsluiting, maar toch goed gecamoufleerd, in de zomer tenminste als de bladeren nog op de struiken staan, wordt elk jaar opnieuw in november in een blauw zeildoek gehuld, vroeger werd hij hierbij geholpen door zijn vrouw of dochter, wat telkens tot hevige woordenwisselingen leidde, nu knapt hij het karweitje alleen op met de nodige verwensingen en vloeken in het Frans Brussels tegen zijn eigen.
De bloempotten aan de muur worden verwijderd en zorgvuldig gekuist, het terras wordt afgesproeid en is proper voor de kille wintermaanden.
Gelukkig heeft hij geen groentetuin, anders had hij nog winterbedjes moeten leggen.
We zijn voor een tijdje verlost van zijn telefoongesprekken die hij altijd voert van op zijn terras in short of zwembroek, zon of geen zon, met heel luide stem; iedereen in de buurt moet weten, naar welke resto hij zal gaan met de collegas. We weten telkens wanneer hij naar la mer trekt en afspreekt met zijn vrienden aan het tankstation in Wetteren.
Het wekelijkse ritueel waarbij hij op zondagnamiddag al de tapijten uitklopt met de hand zullen we mogen missen voor een paar maanden, nu zal hij zijn zondagse woede moeten koelen op zijn echtgenote en dochter.
|