Wie nog een leuke annecdote/aanpassing aan een artikel kent mag mij dit steeds laten weten via e-mail of gastenboek. Ook foto's van vroeger van inwoners van Kumtich, gebouwen, klasfoto's, evenementen zijn steeds welkom. Zij worden na verwerking terug aan de eigenaar bezorgd.
onze Golden Retriever, ondertussen overleden
geplaatst op verzoek van mijn vriend Michel
Vroeger gemeentehuis
O.L.Vrouw van Lourdes kapel
De pastorie
Kapelletje aan kp OORBEEK-HOXEM
Moeder Clemence met haar twee zonen en twee dochters. klik op de foto
Het vroegere postkantoor
Voor altijd vrienden
Deze blog toont maar één pagina. Door onderaan de pagina op de pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in " inhoud blog" aanklikken.
Yvonneke van Renai de schrijnwareker Yvonne is geboren en getogen te Kumtich. Haar vader was schrijnwerker en woonde in de Lindeveldstraat (laatste huis) waar hij zijn werkhuis had. Yvonne leerde de stiel van kapster en opende bij haar thuis een kapsalon. Voor die tijd was het echter al een modern salon want men kon er ook terecht (zoals in de advertentie te zien is) voor "maquillage" (gelaatverzorging) "manicure" (nagelverzorging) en "postiche" (halve of gedeeltelijke pruiken). Tot welk jaar Yvonne er de stiel heeft uitgeoefend ben ik nog niet aan de weet gekomen. Yvonneke overleed op 8 januari 2009
reactie van haar zus Nicole: Yvonne was kapster tot 8 augustus 1993 toen zij om gezondheidsredenen diende te stoppen
Moo van PaulaMoo baatte, samen met zijn echtgenote Paula, herberg DE WELKOM uit, gelegen in de Stationstraat. Moo ging daarbij ook nog uit werken. Hij was een man die van alle zaken kon meepraten. Sprak je nu over een fiets of een vliegtuig, Moo was er van op de hoogte.Het laat zich zo al raden dat we er regelmatig dan ook eens "mee rammelden". Op een zondag na de middag gingen onze pa en Chille van 't konijnenkot naar de voetbal. Eerst gingen ze nog eens bij Moo binnen. Op een bepaald moment ging onze pa naar "de koer". Dat was daar nog zo een wc met een "half deur". Moo zijn schoenen stonden daar en onze pa nam er een paar en plaatste dit zodanig in het wc dat je onder de deur door juist de tippen kon zien. Na een tijdje ging onze pa nog eens naar "de koer", kwam terug en vroeg zich af wanneer die gast zou gedaan hebben. Moo reageerde onmiddellijk en moest weten wat onze pa bedoelde. Wel zei deze, daar zit iemand op het wc en die blijft daar maar zitten. Godverdomme zei Moo, dan moet die er al van voor de middag zitten en stoof naar achter. Onze pa en Chille dronken hun pint leeg en waren natuurlijk weg tegen dat Moo terug kwam. Mijn neef uit GENK was eens op bezoek en ik ging met hem bij Moo een pint drinken. Mijn neef, rasechte Limburger, sprak natuurlijk beschaafd Nederlands. Wij stonden aan de toog in gezelschap van "Marcel van Vaires" (Marcel VAN WIJZER) Het gesprek ging over het feit dat alles steeds maar duurder werd. Moo wist het ook weeral en zei tegen mijn neef (in beschaafd Nederlands): " Vroeger kostte een "boksharing" 2 frank en nu al 5 frank". Hij bedoelde natuurlijk bakharing maar in het Kumtichs dialect is dat "ne boeksring" en dus door Moo keurig in het beschaafd Nederlands omgezet.Marcel en ik bekeken mekaar maar durfden niet direkt te lachen. Nadien hebben we het dubbel en dik uitgeproetst.Jaren later werd dit voorval nog steeds verteld en nog niet zo lang geleden stonden we aan de toog in Het Toreken en is de "boksharing" nog eens ter sprake gekomen. In 1972 hielden Moo en Paula het voor bekeken en verhuisden naar de St-Barbarastraat waar zij een huis hadden gekocht. Mijn broer werd de schoonzoon van Moo. Florimond is helaas ook al ter ziele. Zijn echtgenote Paula verblijft momenteel te KUMTICH in het rusthuis.
Jef Plas Het ontstaan van de firma VANDENPLAS gaat terug tot in de oorlogsjaren. Toen kocht François VANDENPLAS, vader van Jef, een dorsmolen. Misschien raar maar deze molen werkte op electriciteit. Wanneer men in de winter bij een boer het stro ging dorsen diende François de electriciteitsmaatschappij te verwittigen en deze kwam dan ter plaatse om de molen op het net aan te sluiten. Later werd de dorsmolen aangedreven door een traktor. Ik kan mij dit nog herinneren. Er waren er twee. Het waren kolossen van traktoren met aan één zijde een serieus wiel dat op de motor draaide en waarop de drijfriem gelegd werd. Op de dorsmolen stond ook zo een wiel en zo werd deze dan aangedreven. Het starten van zo een traktor 's morgens was ook nogal een ritueel. Het was dan koud en met een gasbrander werd de karter warm gemaakt om de olie iets of wat vloeibaar te maken. Het stuur werd uitgenomen en diende dan als "manivel" om zo de motor aan de praat te krijgen. Eénmaal gestart draaide hij de ganse dag door. In 1955 werd de eerste pikdorser aangekocht. Vergeleken met nu was dat ook maar een primitief machientje. In 1966 werd het huidige gebouw opgetrokken en werd een winkel geopend met artikelen omschreven in de advertentie. Daarbuiten verkocht Jef ook nog landbouwmachienen, traktoren John Deere en auto's Datsun (voorloper van Nissan)In februari 1989 nam dochter An de winkel over en werd omgebouwd tot voedingswinkel en in september 1990 werd gestart met de bakkerij zoals dit vandaag nog steeds is.
Mon de plaikkerZoals de reclame aangeeft was Mon plafoneerder en voeger. Een man die zijn stiel kende en nooit zonder werk zat. Mon was ook een nogal levenslustige kerel. Hij was ook hevig supporter van ROOSEN Willy die toen koers reed en familie van Mon was. Ik herinner mij dat wij in groep 's zondags met de fiets naar het dorp reden waar Willy koerste. Willy was een zeer degelijk renner en had maar één concurent wier naam ik mij echter niet meer herinner. Meestal kwamen die twee alleen binnen en werd onder hen gespurt voor de zege. In de spurt moest Willy het echter vaak afleggen. Van mijn schoonvader zaliger vernam ik volgend verhaal. Hij was met zijn schoonbroer Jef ROOSEN in Bierbeek naar de koers geweest en zij supporterden aldus voor Willy ROOSEN. De twee faforieten kwamen samen naar de meet en in een millimetersurt diende ROOSEN het af te leggen. Na de aankomst ontstond er een hevige diskutie tussen de clan ROOSEN en die van de andere renner. Mijn schoonvader mengde zich niet doch op een bapaald moment zei iemand dat de beste gewonnen had. Hierop pakte Mon uit met zijn vuist. Hij miste echter degene die het gezegd had en mijn schoonvader kreeg de vuist van Mon pal in zijn gezicht. Dan ga je al eens supporteren. Maar zo was dus Mon, hevig in de strijd en antwoorden met de vuist. Hoef ik nog te zeggen dat mijn schoonvader nooit nog voor ROOSEN gesupporterd heeft?
Frans van de smet . Frans was smid van beroep.Hij was ook een joviale kerel en een beetje zoals wij zouden zeggen, een "klotentrekker". Wanneer hij iemand een loer kon draaien zou hij niet wachten. Het gebow waar de smidse en winkel waren gelegen bestaat nog steeds. Het betreft cafe De Zuipschuit dat thans gesloten is. Frans had er een winkel van ijzerwaren maar ook van kachels en dergelijke en je kon er ook terecht voor het laten plaatsen van een centrale verwarming. Bij Frans in de smidse was het een bijeenkomstplaats van de mannen die niet wisten hoe hun dag door te brengen. Wanneer dat gelameer op Frans zijn heupen begon te werken dan liet hij opzettelijk doch onschuldig zijn zware hamer op één van die kerels zijn voet vallen. Hij had ook nog een andere remedie om er één buiten te werken. Frans kon namelijk een hete steenkool met de blote hand uit het vuur halen. Zo een hete steenkool kwam gegarandeerd, en ook weeral onopvallend, in één van die mannen hun broek of vestzak terecht. Na zulk een voorval zag je die gasten de eerste dagen niet terug.
"Willy Stip"Willy was in die tijd een sucsesvol aannemer en had een ganse ploeg bouwvakkers in dienst. Hij woonde toen in de Vissenakenstraat. Eigenlijk had men hem ook Willy de lacher kunnen noemen. Ik heb hem nooit anders gekend dan lachend. Onder zijn werkvolk zaten toen ook wel serieuze vedetten. Wanneer zij op vrijdag na de dagtaak bij "Jenke" iets kwamen drinken was de ambiance verzekerd.De vernieuwingswerken na de brand in het cafe "bij Jenke" werden nog door Willy uitgevoerd. Heden ten dage baat hij te LEUVEN aan het station cafe "Marie-Therese" uit. Het lachen heeft hij nog steeds niet verleerd.
Jefke Voets Jefke Voets was geen Kumtichnaar. Hij was afkomstig van ergens uit de Limburg (rond HASSELT ?) en hoe hij hier in Kumtich verzeild is geraakt ben ik tot op heden ook nog niet te weten gekomen. Naast het uitbaten van de winkel was hij ook nog herbergier en ijsventer (cremboer). Het is van zijn ronde met ijscreem dat ik Jefke ken. Ik herinner mij dat we nog kleine gasten waren toen wij aan Jefke zijn kar een ijscreem kochten. Voor hij met een gemotoriseerde ijskar rond reed, deed Jefke zijn ronde met paard en kar. Dit heb ik niet meer gekend. Naar ik heb vernomen moet het een geweldig mooie ijskar geweest zijn. Jefke was een eenvoudig man en vriendelijk voor de klein gasten. In de winkel kwamen wij nooit aangezien wij aan het andere uiteinde van het dorp woonden (op den andere hoek). Eer wij aan de winkel van Jefke kwamen, waren wij er zeker al vier of vijf andere gepasseerd. Toen Jefke het als herbergier bekeken hield, nu al 45 jaar geleden, werd in dit deel van het pand de winkel ondergebracht. Einde de jaren 70 ging ook de winkel dicht. Zoals je in de advertentie kunt zien was het toen ook al mogelijk om een bestelling te doen die dan aan huis werd geleverd.Of hiervan veel gebruik werd gemaakt zou ik echter betwijfelen.
REACTIE: Georges ROBA liet mij weten dat Jefke VOETS afkomstig was van VLIERMAAL-ROOT
Odile van Soewke Odile was de weduwe van schoenmaker ICKX Gaston. De schoenwinkel was gelegen op het Dorpsplein. Na de dood van haar man bleef Odile de schoenwinkel verder uitbaten. Daarbij was er ook een "depot" voor droogkuis. Odil was ook de voedvrouw te KUMTICH en de "pagadders" die zij op de wereld gezet heeft zijn zeker niet te tellen. In mijn geboortejaar, de jaren voordien en ook nog verschillende jaren later, werden de kinderen nog thuis geboren en dus bij een bevalling werd Odile erbij gehaald.Vele moeders waren dus dankbaar dat zij er was. Haar dochter Irma woont nog steeds te KUMTICH in de "nieuw wijk".
gaston vandeplasIn tegenstelling tot veel andere inwoners had Gaston geen bijnaam. Gaston was ook geen echte Kumtichnaar. Hij woonde in de Ootmoedigestraat nr 7 en was vertegenwoordiger van de NV ARGENTA. Gaston was en is nog steeds een zachtaardig man. In die tijd was hij ook actief bestuurslid van USG KUMTICH. Ik heb die man nooit hevige discuties weten aangaan. Bij een meningsverschil verhief hij nooit zijn stem. Altijd sprak hij op zijn gekende zachte toon. Het ene woord nooit hoger dan het andere. Gaston was ook iemand die "met smaak" een sigaret kon roken. Ik hield hem altijd in het oog wanneer hij er eentje opstak. De manier waarop hij dat deed, hoe hij inhaleerde, zijn sigaret vasthield, het was enig en je zou er zelf goesting van gekregen hebben. Nu is er te KUMTICH een ARGENTA-kantoor dat uitgebaat word door Hilda GOVAERTS, schoondochter van Gaston. Merk in de advertentie op dat de tijd van 8 en 9 % op een kasbon ook toen al tot het verleden behoorde. Toch bedroeg de intrest nog 6.25 en 6.50 % hetgeen toch nog de moeite was. Moesten we dit nu nog krijgen, er zouden denk ik terug veel kasbons genomen worden. Gaston woont nog steeds te KUMTICH in "de nieuw wijk" waar hij met zijn echtgenote Maria geniet van zijn "oude dag".
Willy en Treis van JenkeTreis was de dochter van Jenke en huwde met Willy PANS, broer van Louis PANS, oud burgemeester en voormalig voorzitter van USG KUMTICH. Willy was een goedlachse kerel en vooral harde werker. Tijdens de dag had hij zijn handen vol met de veevoeders en de graansilo en 's avonds stak hij nog een handje toe in het café. Niets was hem te veel. Willy is helaas ook te vroeg van ons moeten heegaan. Treis had tijdens de dag ook haar werk met de winkel en het café, zeker toen deze taken voor haar ouders te veel werden. In 1968 speelden wij bij de jeugd van USG KUMTICH en kwamen dan ook in het cafe veel over de vloer. Wanneer wij er dan wat te veel op hadden bestelden wij aan Treis twee plakken Hollandse kaas met daartussen en serieus portie mosterd. Dit kon je krijgen aan de prijs van een glas bier. Twee zulke porties en je begon al terug op op "uwe kilo" te komen. Later werd de herberg en winkel uitgebaat door dochter Chantal, tevens de derde generatie. Op 03/11/2002 werden echter de laatste pintjes getapt en werd het cafe overgelaten aan David die het vandaag nog steeds uitbaat. De winkel wordt nog door Chantal uitgebaat. In 2017 sloot de winkel definitief.
Jenke <Jenke baatte, samen met zijn vrouw Julia, een herberg en winkel uit op de Dorpsplaats te Kumtich. Het café en de winkel bestaan nog steeds. Tevens kon je er ook terecht voor veevoeders en was er een droogsilo voor granen. Jenke was ook de stichter van de voetbalclub USG KUMTICH. Het lokaal van de club was dan ook bij hem gevestigd. In die tijd had de voetbalclub nog geen kantine. Het was Jenke zijn taak om bij thuiswedstrijden te zorgen dat er bij de rust koffie voor de spelers was. Je zag dan Jenke ook op "tijd" met de koffie over het dorpsplein richting voetbalplein gaan. Na de wedstrijd was het bij Jenke altijd volle bak. In die tijd gingen de spelers na de match, gewonnen of verloren speelde geen rol, nog een stevige pint pakken. Helaas is dit ook een trend die al lang tot het verleden behoort. Er is ook nog een tijd geweest, zo rond de jaren vijftig en vroeger dat er bij Jenke een bakoven was. Bij de kermis zag je de mensen dan met een plank op hun schouder, met daarop een aantal taarten, naar Jenke gaan. Daar gingen ze dan de oven in en werden ze gebakken. Dat waren tenminste nog "vlawjen woewe marchandies" in zat.
LomLom was, net zoals zijn vader "Michel va Reulle" schrijnwerker. Zoals je in de advertentie kunt zien was 1968 het jaar dat Lom zijn meubelmagazijn opende. Dit was gelegen in de Kapelstraat, nu Kumtichstraat.Bij een overlijden waren het ook meestal Lom en Michel die de doodskist maakten. Lom was ook spelend lid van de fanfare " Onze Taal". Hij sloeg er namelijk de "grote trom". (grosques)En van een grote trom gesproken. Bij de fanfare hadden ze toen toch wel een serieus exemplaar. Nu word de grote trom op de buik gedragen maar die trom in Kumtich was zo groot dat dit onmogelijk was. De trom diende aldus op de rug gedragen door een persoon die niet al te groot was. In Kumtich was dat Theodoor CAES (Dor va staikke Caes). Dat was afzien voor die man. Vooreerst had dat spul al een respektabel gewicht en dan liep daar zo een kerel als Lom achter die er maar duchtig op los sloeg. En al die kloppen kwamen op Dor zijn rug terecht. Na zijn loopbaan als schrijnwerker opende Lom het cafe "Bij Lom" waar nu het laatst "De Zuipschuit" was. Het enige wat je bij Lom niet mocht vragen was een soepje. Dan kreeg je steevast het pakje en zei Lom dat je dat thuis maar moest klaarmaken. Al bij al was Lom een joviale gast en veel mensen zullen aan hem mooie herinneringen bewaren.
Jean cacao en Dil vadder"Jean cacao" was eigenlijk postman van beroep. Samen met zijn echtgenote "Dil Vadder" baatte hij een kruidenierswinkel uit in de Kapelstraat. Daarbij deed Jean ook nog een melkronde. Jean was een levenslustige kerel, altijd goed geluimd en zijn gezicht op lachen. Dil was een ander paar mouwen. Zij was zeker een goede vrouw maar kon soms raar uit de hoek komen. Zij zegde ook altijd haar mening ronduit, of je dat nu goed vond of niet. Daarbij had ze ook een nogal luide stem wat haar woorden, indien nodig, nog kracht bijzette. Jean was ook actief bestuurslid van USG KUMTICH. Van toen men met een jeudploeg begon (toen waren wij kadet) was Jean onze ploegafgevaardigde. Ook toen we later bij de scholieren en nadien de junioren speelden bleef Jean onze afgevaardigde. Bekijk in de advertentie ook eens het telefoonnummer. Van een zonenummer was toen nog geen sprake en het nummer bestond uit vijf cijfers. (dit geldt trouwens voor alle nummers in de advertenties)
Bij StefanieStefanie was een weduwe en had een café in de Spoorwegstraat. Het huis is echter afgebroken. In die tijd gingen wij nog met de fiets "op de zwadder" en bij Stefanie was zowat de verzamelplaats om van daar naar een dancing of ergens naar de kermis te trekken. Na lang aandringen van ons kregen wij Stefanie toch zover dat zij een juke-box plaatste. Vanaf dan was het één van de populairste café's van KUMTICH. Er kwamen ook jonge meisjes op af en regelmatig was het er volle bak. Vaak is het gebeurd dat we gewoon nergens naartoe trokken en de avond bij Stefanie doorbrachten. Ondanks zij toen toch al niet meer zo jong was, kon ze toch nog met de jeugd mee.
Fik van EvaristFik was een levensgenieter en behoorde in die tijd in Kumtich tot de top tien in de categorie "levensgenieters". Hij was een krak in zijn vak. Hij had in de Stationstraat een winkel van verven en behangpapier maar men kon er ook terecht voor bepaalde voedingswaren. (Momenteel is men dit pand aan het verbouwen) De winkel werd uitgebaat door zijn echtgenote Gaby. Fik was daarbij ook nog begrafenisondernemer. Zo een begrafenis kon al eens uit de hand lopen. Zo was Fik op een keer blijven "plakken" en had in het cafe "bij Louis van Mil" onze pa ( samen met Louis ook in de top tien van de levensgenieters) ontmoet. Een stuk in de nacht bracht Fik met "zijne corbejaar" onze pa naar huis. Op een bepaald moment moest ons moeder voor iets naar buiten gaan en daar stond die lijkwagen met bovenaan de zes lampen in werking. Ons moeder is daar toen zo van verschoten dat ze jaren nadien dit voorval nog steeds vertelde. Fik was zich natuurlijk van geen kwaad bewust. In jaren vijftig tot de vroege jaren zestig hadden wij café "op den andere hoek". (Hoek Tassinstraat-St-Barbarastraat) De week voor de kermis kwam Fik het plafond schilderen. Hij was 's avonds blijven plakken en ondertussen was ook onze pa thuis gekomen. Met nog enkele tooghangers werd een stevige pint gedronken en 's nachts hadden ze er niet beter op gevonden dan van een hoop oude kranten een kampvuur te maken. Resultaat: een mooie zwarte rookvlek op het plafond. Geen probleem voor Fik. 's Anderdaags was hij er terug om de vlek weg te werken en dit gratis voor niks. Zo ging dat in die tijd. Zijn zaak als begrafenisondernemer wordt momenteel verder gezet door zijn dochter Viviane en schoonzoon Louis.
Lowie van millouis baatte, samen met zijn echtgenote Maria, een café uit op de hoek van de Kauterstraat met het dorp (waar nu de nieuwe appartementen zijn gebouwd). Daarbij was louis ook nog zelfstandig electricien. Stel u daar echter geen handelszaak bij voor. Louis verplaatste zich met een fiets en zijn gereedschaptas was aan de dwarsbuis van zijn fiets bevestigd. Hij werd in die tijd dan ook meestal gevraagd om in een kamer, bijplaats,stalletje enz... een lamp of een stopkontakt te plaatsen. Wanneer hij zo een "placement" ging uitvoeren was hij meestal wel een kleine dag onderweg. Niet dat dit werk zoveel uren in beslag nam doch op de terugweg waren er altijd wel een paar herbergen waar hij dan niet voorbij kon. Alhoewel hij een joviale tip was kon hij ook zo koppig als een ezel zijn. Zo weigerde hij een gasvuur te kopen zodat Maria winter en zomer het eten op de "leuvense stoof" diende klaar te maken. Stel je maar eens voor wat dat was op snikhete dagen. Dan stonden voor en achterdeur wagewijd open. In die tijd hadden wij in Kumtich ook een liefhebbers voetbalploeg "DE EKLAKILLERS" genaamd. Ons lokaal was bij Louis. De naam EKLAKILLERS kwam van het bier dat toen bij Louis geschonken werd, namelijk "EKLA". Killers kwam dan voort van het feit dat wij redelijk wat "ekla's" konden naar binnen werken. Zo werd het dan uiteindelijk de "EKLAKILLERS". "Mil de fakteur"(†) was erevoorzitter, KEMPENEERS Willy (Willy va Koerre) voorzitter en Roger FILLET (†) (Roger va Koerre) onze trainer. Merk op: " Lowie van Mil" en "Pirke de beuveurder" waren broers. In het reclameboekje noemt de ene HOLSBEEK en de andere HOLSBEEKS. Zou "Georges den drukker" dat boekje op een maandag gedrukt hebben?
Giljom HavetGiljom had een bakkerij in de Stationstraat. Buiten brood kon je in zijn winkel ook nog andere kruidenierswaren krijgen al was dit beperkt. Hij bakte nog "op stenen" en broden zoals "kaarwielen". Het was wel ontzettend lekker brood. Giljom was wel een rare vogel. Je moest al goede klant zijn om er aan een brood te geraken. Hij verscheen in de winkel ook altijd met zijn "kaspechér" (stofjas) aan. Wanneer hij je bediende zei hij steevast "astjamblieft". Een uitgaanstype was Giljom niet maar bij Stefanie heb ik hem wel regelmatig op zondag ontmoet. Toen hij met zijn bakkerij stopte waren er veel mensen die zijn lekker brood misten. Een verhaaltje dat ik onlangs vernam van Frans (?) afkomstig van Pamel. Frans was in Kumtich komen wonen en ging bij Giljom een brood kopen. Jij bent zeker nieuw hier vroeg Giljom. Ja zei Frans en hij vroeg meteen om het brood te snijden. Natuurlijk had Giljom geen snijmachien. Van waar ben je vroeg Giljom. Van Pamel zei Frans. En wat deden je ouders? Dat waren boeren zei Frans. En Hoe sneed jou moeder een brood? Met een groot broodmes. Awel zei Giljom, zo moet jij dat ook snijden. En Frans kon vertrekken. Eigenlijk had Frans geluk dat hij een brood kreeg want niet iedereen kon bij Giljom zo maar een brood kopen.
Georges den drukkerDen drukker is de schoonzoon van wijlen "Pirke de beuveurder". Georges was, afkomstig van Laar (lANDENà. Hij kreeg zijn bijnaam "den drukker" toen hij in zijn woning "op het kaaterke" een drukkerij installeerde. Hij leverde verzorgd werk en had dan ook tal van klanten. Hij is ook zo een type persoon waartegen je geen ruzie kan krijgen. Altijd goed geluimd, het ene woord niet hoger dan het andere, ziek als hij niet kan lachen. Georges was een trouwe supporter van USG KUMTICH. Hij volgede steevast alle thuiswedstrijden. Na de match ging hij dan bij zijn nonkel "Louis van Mil" een pint (meestal meerdere) drinken. Georges kon goed Waals spreken en mijne pa "Fons van lewis bed" kon ook redelijk met die taal om. Wanneer we dan na de match bij "Louis van Mil" zaten porde ik mijn vader een beetje aan om tegen Georges in het Waals te beginnen. Georges pikte daar onmiddellijk op in en binnen de kortste keren lagen we plat van het lachen, alhoewel we geen snars verstonden van wat die twee tegen mekaar vertelden. Momenteel is Georges drukker op rust doch om fit te blijven is hij een actief stapper bij "trip trap kumtich".
Sjarel van duimSjarel was schoenmaker en had een schoenwinkel in de Kapelstraat. Het gebouw omvatte winkel met daarnaast het werkhuis. Je mocht er tijdens de dag om het even welk tijstip passeren, je zag Sjarel aan het werk. Het was er ook zo een beetje de zoete inval. Vooral 's avonds had Sjarel nogal wat bezoek. Onder de vaste klanten waren "Staikke Lemaing" en "Staaf van Andria" . Het was zo een beetje de plaats waar de krant gedrukt werd. Wanneer je er een paar schoenen ging kopen moest je wel oppassen. Sjarel had de gewoonte van je een hele resem schoenen voor te zetten. Na je keuze te hebben gemaakt kon het niet rap genoeg gaan om de andere schoenen terug in de dozen te plaatsen.En daar kon het al eens fout lopen. Zo kocht ik er eens een paar schoenen die op het eerste zicht hetzelfde waren. Na ze een paar maal gedragen te hebben bleek het om twee verschillende schoenen te gaan. Bij de linkse was het bovenvlak mooi egaal. Bij de rechtse begonnen "ribbetjes" zichtbaar te worden. Omdat ik ze al een paar keer gedragen had, durfde ik ze niet terug te brengen en ben ik er zo maar mee blijven lopen. Welke ongelukkige het andere paar gekocht heeft heb ik nooit geweten. Anders hadden wel elk een schoen kunnen verwisselen.
Theo van Fille van MiekeDe ouders van Theo, Fille en Germaine, hadden een café en kapperszaak op de Vissenakenstraat. Theo leerde ook de stiel en werkte mee in de zaak als dameskapper. Later opende hij een kapsalon in de St-Barbarastraat (bruul). Theo was een joviale kerel. In zijn jeugd was hij, samen met Celis Valére, leider van de girojongens te KUMTICH. Helaas is hij te vroeg van ons heengegaan evenals zijn vriend Valére. Theo was ook aktief in de plaatselijke toneelkring. Hij was een zeer behoorlijk akteur. Over zijn vader Fille even dit. Bij de komst van de televisie had Fille in zijn café ook een tv geplaatst. Deze stond zodanig opgesteld dat Fille van in de spiegel waar hij haar knipte de tv kon zien. Wanneer je in de stoel zat en er was een programma dat Fille intresseerde dan kon je het resultaat wel aan je kop zien. De mensen waren toen echter veel verdraagzamer en namen dat er maar bij.In die tijd "stak het ook allemaal niet zo nauw".