Van Germ de Vries uit Oostermeer kreeg ik een reactie binnen betreffende het raadsel van de stenen slak met lege hazelnoten. Het bleek toch een muis te zijn en wel een Bosmuis die dit kan doen. Germ schreef;
Vanaf 1982 doe ik voor de vogelwacht (het Nestkast project)sommige jaren tref ik bij het schoon maken van de nestkastjes aan die volgepropt zijn met eikels ,hazelnoten ,maar ook Kersen-pruimen pitten.De hazelnoten en kersenpitten en pruimenpitten zijn allemaal op een bepaalde plaats aangevreten , en de inhoud opgevreten.
Dit doet de Bosmuis (Apodemus sylvaticus)
Groeten Germ de Vries Oostermeer
Daarmee is het raadsel opgelost en weet de familie dat ze niet voor de gek is gehouden door een buur of familielid. Het was toch een muis die dit afval verborgen had.Germ nogmaals onze dank voor jou attente mededeling in deze.
Afgelopen dinsdag kreeg ik een berichtje binnen van Tessieka Strating-de Graaf uit Stiens. Bij het winterklaar maken van hun tuin deden ze een bijzondere ontdekking. In de tuin staan betonnen slakken (zie foto) die hol van binnen staan. Bij het verplaatsen hiervan kwam er ineens een bult met hazelnoten (!) onder vandaan. Deze waren allemaal netjes opengemaakt aan de bovenkant en dus allemaal leeg. De stenen slak stond deels op een tegel en deel op modder. Bij het weghalen hebben ze niet gezien of er ook een holletje aanwezig was. Wat voor diertje zou zoiets nou doen was de vraag. In eerste instantie denk ik toch aan een muis. De vraag is echter wat voor muizensoorten eten nou hazelnoten? Het is ook geen hamstergedrag , zoiets als Knabbel en Babbel, omdat deze hazelnoten allemaal netjes waren opengemaakt en leeg waren. Of zou er toch vriend, buren of collega's voor een grapje hebben gezorgd en de afgekloven noten er hebben gedeponeerd. In dit laatste geloof ik echter niet en blijf het wonderlijk vinden dat een muis dit zo kan doen. Wie heeft er meer ervaring met op dergelijke manier verstopte hazelnoten in de tuin. Graag jullie ervaringen.
Eerste Friese Boerenzwaluw Journaal ik klaar om gelezen te worden!
Vandaag heb ik de laatste hand gelegd aan een 20 bladzijden dikke uitgave van het eerste Boerenzwaluw Journaal in Friesland. Al jaren houd ik me bezig met de bestudering van deze interessante soort die in ons Friese landschap leeft. In het verslag een opgave van vogels die in 2011 op diverse plekken in Friesland door mij zijn geringd en uitleg over de start van het grote logger onderzoek naar Boerenzwaluwen.
Graag vraag ik U aandacht hiervoor. Mocht U in U aantekeningenboekje nog diverse waarnemingen, vondsten en of bijzonderheden hebben staan van vroeger betreffende Boerenzwaluwen dan horen we dit graag. Ook oude reeksen van aankomstdata op boerderijen zijn welkom.
Mensen die in 2012 mee willen doen en ons op de hoogte willen houden van;
eerste en laatste waarnemingen in hun woonplaats aanwezige broedgevallen, 1e eidata,etc. terugkeerdata van broedvogels IN schuren etc. vondsten van geringde vogels opmerkelijke zaken
Zij kunnen zich aanmelden via een email naar j.d.jongringer403@home.nl Dan wordt hun email adres opgenomen en worden ze op de hoogte gehouden van belangrijk Boerenzwaluw nieuws in Friesland!
Klapekster geringd weer los aan de noordoever bij Rohel.
Vanmorgen vroeg op pad naar de vaste ringplek aan het Tjeukemeer bij Rohel.Het doel was om Koperwieken in de eerste schemering te vangen. Bij aankomst stond er een toch nog vrij krachtige ZZO wind die er meteen voor zorgde dat de netten waarin de vogels gevangen moesten worden behoorlijk beweegden. Het zou een toch nog vrij rustige morgen worden,maar..... de klapper zat hem in het eind van de morgen! Toen ik een voor het gevoel een laatste ronde liep langs de netten zag ik bij het slootje al dat er in net B14 een vrij lichte vogel hing doch kon niet ontwaren wat het nou wel was. Toen ik echter op een 5 tal meters genaderd was begon de vogel enorm te fladderen en TOEN zag ik pas wat het was, met een paar snelle passen was ik bij het net en kon de vogel , een KLAPEKSTER er met 1 beweging uitpakken. Wel oppassen met de vervaarlijke snavel van deze gast, later tijdens het ringen en fotograveren zou ik hier nog enkele fikse pikwonden oplopen. In de Bijlage het ringverslag en enkele fotos van deze speciale gast aan het Tjeukemeer.
Nog steeds zijn er vogels die jongen hebben en ze verzorgen, zo meldde Schouwstra uit Irnsum me dat er op 10 oktober bij hem in de appelboom twee jongen van de Houtduif (Houtdo) zaten die verzorgd werden door de ouders. Ook in Sint Nicolaasga ontdekte Martha Reitsma op 6 oktober een nest met al vrij grote jongen, helaas sneuvelde er op 10 oktober al een van deze jongen en lag dood onder de boom. Zouden dergelijke jongen het nog wel redden is de vraag. Ja dat kan, mits er redelijk wat bladeren aan de nestboom blijven zitten en er vooral geen havik of Sperwer actief is in de buurt. Late nestjongen komen nog wel eens voor.Zo was er in Holwerd aan de kust op 21 november 1965 nog een nest waarvan de jongen gevoerd werden. Mochten er meer late broedgevallen zijn dan hoor ik het graag.
Op 2 oktober belde Yme Waterlander van de Prins Berhardlaan in Joure me op dat hij nog een Kolibrievlinder (of Meekrabvlinder) smiddags had gezien op de plant IJzerhard in zijn tuin. Ook door Mevrouw Groenewoud aan de Eeltsje Halbertsma straat in Joure werd er eentje gezien tussen 3 en 6 oktober in haar tuin. Beide meldingen zijn mijns inziens laat doch door het zonnetje en de wat drogere periode rond die tijd kon het net nog even. Voor meer late meldingen van Kolibrievlinders hou ik me uiteraard aanbevolen.
Vangdagen van 13 t/m 17 oktober 2011 Rohel Tjeukemeer.
Het is al enige dagen geleden doch er is weer volop geringd aan het Tjeukemeer bij Rohel. De eerste Koperwieken verschijnen en de groepjes mezen krijgen steeds meer de overhand, zelfs heb ik al 2 x een groepje Staartmees in de netten gehad. Een Sperwer mannetje wist het net van B7 niet meer te ontwijken en belande met prooi (een ongeringde Vink) in het net! De klauwen van deze kleine snelle jager zijn behoorlijk scherp zodat het oppassen is bij het ringen. Opmerkelijk zijn nog steeds de grote aantallen Rietgorsen die er rond deze dagen gevangen worden al nemen de aantallen nu wel steeds meer af en reageren de vogels niet zo sterk meer op het geluid. In de Bijlag de verslagen van de ringdagen.
In de herfst en wintermaanden komen er heel veel zangers en vogels uit noordelijker streken hier langs op weg naar hun overwintergebieden. Vooral veel lijsterachtigen zoals Koperwiek , Zanglijster en Kramsvogel maar ook de Vink, Keep, Roodborst samen met de grotere soorten zoals Sperwer en Houtsnip. Veel van deze gasten die hier doortrekken en mogelijk zelf overwinteren sneuvelen tegen de vensterruiten. In Skarsterlan, maar ook daarbuiten, krijg ik elk jaar wel rond deze tijd meldingen binnen met tragische afloop. Momenteel zijn de eerste Houtsnippen uit Skandinavie ook al onderweg, langs de kust, o.a. te Harlingen en in plaatsen zoals Leeuwarden en Bolsward zijn de eerste slachtoffers al gemeld. Bij de Vogelopvang van Mevr. van der Veer in Marssum kwamen al een vijftal meldingen binnen van gewonde Houtsnippen. Veel vogels die gewond zijn worden via de Dierenambulance naar een asiel of tijdelijke opvang gebracht. Helaas zijn er ook altijd veel soorten die sneuvelen. Ik de komende tijd ontvang ik graag de meldingen van slachtoffers die tegen vensterruiten sneuvelen. In sommige gevallen zitten er toch nog veel bijzondere gevallen tussen . Zo bleken twee vondsten van Tapuiten in Friesland,BEIDE Groenlandse Tapuiten te zijn. In Oudehaske was op 10 mei(!) 2011 door Anneke Bloemsma er een gevonden en op 3 oktober 2011 in Workum een tweede. Zie eerdere verslagen op deze Blog. Het museum Naturalis in Leiden bevestigde deze vondsten, beide worden in deze belangrijke Nederlandse collectie opgenomen, met dank aan de beide vindsters. Bij heel veel soorten komen vogels komen zeldzame gevallen voor, zo zijn er Koperwieken van de IJslandse vorm, Tjiftjaffen van Russische herkomst etc. Graag ontvang ik dan ook gedurende de herfst ,winter en het voorjaar vogels die sneuvelen tegen vensterruiten voor onderzoek . Ook meldingen van vogels die de klap wel overleven zijn welkom, indien de soort bekend is dan graag ook melden.
RAS project Oeverzwaluw 2011 in wijk Wyldehorne in Joure succesvol!
Het eindverslag van 2011 van het RAS onderzoek aan Oeverzwaluwen rondom Joure is klaar! Veel werk is er weer verzet en de resultaten waren voor de vaste wand in de vogelwijk Wyldehorne in Joure erg positief.Elder waren er helaas in 2011 veel verstoringen bij de kolonies. Ook in de Twigen werd in juni weer een deels geplunderde kolonie aangetroffen, nu duidelijk door een Steenmarter veroorzaakt. Oplossingen worden in het rapport aangegeven om deze predatie , die de laatste jaren sterk opkomt, de kop in te drukken op een wettelijk verantwoorde manier. Het rapport zit in de Bijlage van dit stukje.
Op 4 oktober j.l. kreeg ik email van Welmoed Fearsma uit Workum binnen. Op 3 oktober was er een vreemd vogeltje gevonden bij de achterburen aan de Tademahof. De vogel was tegen vensterruiten gevlogen en opslag dood. Enkele fotos van het dode vogeltje werden bijgesloten. Het bleek om een Tapuit te gaan. Daar ik aan de foto niet kon zien om wat voor ondersoort het ging vroeg ik of ze de vogel wou toezenden omdat ik dan meer bijzondere kenmerken zou kunnen controleren. De volgende dag al kreeg ik het vogeltje via de post binnen.
Uit de gegevens blijkt dat het vrijwel zker om een volwassen Groenlandse Tapuit gaat. De vogel had een uitzonderlijke vleugellengte van 107.5 mm en woog maar liefst 33.9 gram. De vogel was duidelijk op trek en had veel vet, volgens de vetscore lijst van Busse was dit vetscore 4 , score 5 is de hoogste. Duidelijk een trekker dus. De vogel die bij Heidenschap gevonden is door Toon Hoppenbrouwer was beduidend kleiner qua vleugellengte , zie eerdere verslag van . 18 september 2011 in het stukje van; Verkeer maakt slachtoffer in Heidenskip.
Op de trek sneuvelen er wel vaker vogels, het is de moeie waard om soorten die men niet kent of waarvan men vermoed dat het bijzonder is deze te melden. De vondst van Welmoed Fearsma uit Workum wordt naar Naturalis in Leiden gezonden om daar te laten opnemen in de collectie en bevestiging te krijgen dat het inderdaad om deze ondersoort gaat. Ook de vondst van Anneke Bloemsma van een Tapuit op 10 mei 2011 gaat voor onderzoek naar Naturalis in Leiden. In deze tijd (oktober/november) trekken veel zangvogels door , er sneuvelen ook vele. Bijzondere gevallen graag even opgeven zodat dit mogelijk bewaard en onderzocht kan worden voor de wetenschap.
Met de Zwartkop gaat het de laatste jaren erg goed. Waren er in het begin van mijn onderzoek aan het Tjeukemeer maar enkele tientallen per jaar die ik ringde voor het onderzoek, de afgelopen maand september alleen al werden er 218 (!) geringd. Nu moet ik er meteen bijzeggen dat de laatste jaren in de herfstmaanden er wel met geluid gewerkt wordt zodat de aantallen wel daardoor veel hoger zijn. In de jaren 2008t/m 2010 waren de totalen resp. 149-149 en 131 , dit jaar al is er een totaal bereikt van maar liefst 345 Zwartkoppen op de ringplek aan het Tjeukemeer. Zie ook op www.Trektellen.nl onder Rohel Tjeukemeer bij totalen 2011.
Dergelijke hoge aantallen betekend vaak ook dat er een goed broedseizoen is geweest. Dit uit zich dan ook in de vangsten, vele vogels bleken eerste jaars te zijn. Op 1 oktober (zie vorige ringverslagen van de dag) werd er zelfs een Zwartkop mannetje met een Hiddensee Germania ring gevangen. Buitenlandse ringen van Zwartkoppen uit de noordelijke streken vang ik zelden aan het Tjeukemeer. In de afgelopen 26 jaar ving ik er eentje met een Belgische ring. Op 1 oktober had ik een bijzondere ervaring met een Zwartkop mannetje. Daar ik vroeg aanwezig was plaatste ik eerst de geluidsinstalatie en pas daarna de rietnetten. Toen ik met het plaatsen van de rietnetten bezig was in het donker zag ik vanuit mijn ooghoeken in het riet een vogeltje zitten op een 2 tal meters van de geluidsinstalatie vandaan. Daar ik wou zien om wat voor soort het ging zette ik mijn hoofdlamp in die richting, de vogel bleef wonderwel zitten en kon door mij zo uit het riet worden gepakt. Het ging om een ongeringd ekseplaar van een Zwartkop. Ik had nog nooit eerder meegemaakt dat ik deze soort zo maar uit het riet kon pakken. Duidelijk een trekvogel die aangelokt werd door het geluid.
Op 30 september ben ik met enkele vangnetten afgereist naar het Tjeukemeer bij Rohel. Meer om te kijken of de vele Rietgors vogeltjes er nog zijn en ik er enkele ervan kon vangen voor onderzoek. Gelukkig was er nog een groepje en deze reageerden sterk op het geluid zodat ik nog flink wat (25) gevangen heb tussen 6.50 - 11.35 uur. Doch wat ik eigenlijk niet zo een twee drie verwacht had ,er werd ook gepingel (ping-ping-ping-ping ping) in het riet gehoord, dat betekende dat er Baardman vogeltjes aanwezig zijn. Die morgen ving ik er maar liefst zeven. Bij de Baardman heeft alleen het mannetje een gitzwarte baardstreep. De vogel doen wat tropisch aan doch zijn het niet, soms zie je ze ook wel in de wintermaanden nog in het riet rondstruinen op zoek naar zaden. In de herfst schakelen ze vaak over op het eten van zaden , zomers eten ze meer insecten. Bijgaande foto is een prachtig gekleurd mannetje. Verder nog toegevoegd enkele ringverslagen van de afgelopen dagen.
Roodborsttapuit gevangen en geringd aan oever Tjeukemeer.
Het is al weer een tijdje geleden dat ik aan deze Blog heb gewerkt. Doch ik heb niet stil gezeten maar me de laatste weken veel bezig gehouden met het ringonderzoek aan trekvogels aan het Tjeukemeer. Jullie hebben nog vele verslagen te goed en ik zal trachten dit zo snel mogelijk te rapporteren zodat een ieder weer op de hoogte is van wat er zoal gevangen en onderzocht is. Nu naar de Roodborsttapuit.
Op 28 september j.l. was ik in de vroege ochtend weer op de vangplek aanwezig. In de eerste uren was het nogal mistig, pas tegen 8.20 uur trok deze mist op en werd het toch nog zonnig. Deze morgen zou ik veel Rietgors en Zwartkop vangen (zie verslag) en waren de vangsten in het rietnet maar matig meer. Toch trof ik in de onderste baan van het net een vogel aan die ik niet elk jaar vang op deze plek. Een Roodborsttapuit! Bijgaande een foto van dit fraaie vogeltje.
Via Geert Wind uit Workum ontving ik het bericht dat er aan de Feandyk in it Heidenskip een vreemd vogeltje was gevonden door Toon Hoppenbrouwers. De vogel had beide pootjes gebroken en leefde eerst nog, later is ie aan de verwondingen gestorven. Daar het voor de vinder een ongewone soort was is me de vogel toegezonden. Het bleek hier om een Tapuit te gaan. De soort trekt momenteel door op meerdere plekken in de provincie en wordt wel vaker op en langs wegen gezien. Na biometrisch onderzoek kon ik vaststellen dat het om een eerste jaars vogel ging. De schedel was deels ingedeukt en er zaten flinke bloedingen. Het geslacht was niet meer te bepalen.Vleugel 96.0 mm.Staart 57.0 mm. Loopbeen 25.30 mm Gewicht 19.6 gram. Vetscore = 0. Helaas komt het in deze tijd wel vaker voor dat trekvogels sneuvelen in het verkeer. In de vroege ochtenduren als menig automobilist naar zijn werk gaat is het rond die tijd vaak net nog licht aan het worden, de zon komt dan vaak wat later op en dan worden zangvogels actiever. Nachttrekkers die in de ochtenduren een plekje zoeken om even te rusten zijn dan vaak al wat vermoeider zodat ze veel kwetsbaarder zijn. Stellig is deze Tapuit dit ook overkomen met bovengenoemde gevolgen.
Vanmiddag kreeg ik een telefoontje uit Joure dat er door Mevr. de Jong aan de Kiel een vreemd vogeltje met pootring gevonden was op het pad vlak bij de woning. De vogel was dood en lag in een flinke plas water. Daar het een ringetje droeg werd het me gemeld. Het bleek om een Diamantduifje (pastelkleuren) te gaan met ringinscriptie NB07 KP07 8. Het ringetje, zonder inkeping, is zwart van kleur en de inscriptie lijkt er in gegraveerd te zijn. We zijn benieuwd wie de eigenaar is van dit prachtige mooie kleine duifje. Als het goed is zal de vogel, volgens het ringetje (NB [20]07) , nu zeker 4 a 5 jaar oud zijn. Reactie's graag naar 0513-414788.
Veel vogels aan de noordoever van Tjeukemeer geringd.
Op 16 september smorgens vroeg om 3.20 uur was ik al aanwezig aan de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel. In eerste instantie leek het een misttige boel te worden doch later op de morgen "regende" het vogels. Veel Zwartkop , Tjiftjaf en Rietgors. Zoveel zelfs dat ik het erg druk had om al die vogeltjes uit de netten te halen te ringen en te onderzoeken. In de Bijlage het verslag van de geslaagde ringmorgen.
Op 12 september ben ik in donker afgereist naar Zuidhorn om daar aan de oostzijde vlak aan de Friesestraatweg richting Groningen samen met wilsterflapper en collega vogelringer Klaas Koopman uit Leek Goudplevieren te vangen en te ringen.Het weer zat ons niet mee er stond een vrij strakke ZZW wind van ca. 3B die in de ochtend en rond de middag toenam tot wel 5 B afgewisseld met snel opkomende regenbuien en motregen. Wilsterflappen is soms afzien qua weersomstandigheden. Er waren Goudplevieren genoeg in de omgeving, toch kwamen ze maar montjesmaat bij het net. In de eerste uren vingen we een drietal Kieviten Op slechts een honderdtal meter van ons naast de skule (schuildoek) zaten grote groepen te slapen samen met vele Kieviten. Deze grote groep slapers trekt natuurlijk veel binnenkomende en langstrekkende vogels aan zodat we ze probeerden te spreiden en opnieuw te laten rondvliegen Bij het omhoog gaan van de groep gingen de vogels echter verder weg in noordelijke richting een slaapplek zoeken, ze hadden zich behoorlijk vol kunnen eten in de afgelopen nacht met volle maan. Toch werden er vanochtend nog een 9 tal Goudplevieren gevangen , 2 adulte en 7 eerste jaars! Tussen 12.00 en 14.00 uur nog maar weinig vliegbeweging meer door de alsmaar komende buien en toenemende wind.We zijn dan ook toen gestopt.
TERUGMELDINGEN.
Van de Goudplevier worden er niet zoveel vogels met een ring gevonden of teruggevangen , in mijn papieren archief heb ik dan ook een 90 tal meldingen teruggevonden van vooral wilsterflappers uit Friesland . Toch zitten er wel enkele bijzondere en interessante vondsten en of vangsten tussen. Hierbij enkele die het melden zeker waard zijn.
1. Op 30 november 1973 is er te Pingjum een volgroeide Goudplevier geringd (Arnhem 1.119.507)door Willem Louwsma. Op 2 februari 1987 werd de vogel dood geschoten te Doukkala, Douar Jafra in Marokko.Maar liefst 2504 km verwijderd van Pingjum en toch nog op hogere leeftijd , de vogel was zeker al bezig met zijn 14-15e kalenderjaar. Volgens mijn gegevens is dit de meest zuidelijke vondst van een in Nederland geringde vogel.
In mijn archief zit nog een verre doortrekkende Goudplevier (Arnhem 1.161.438) , deze is op 5 december 1980 geringd op de Makkumer Zuidwaard door B.Kuipers uit Makkum, deze vogel is op 25 januari 1986 doodgeschoten te El Jadida in Marokko, op 2465 km van de Zuidwaard in Makkum.
2. Op 12 november 1999 is er in de Olde Skatting bij Heeg door wilsterflapper A.van der Veen uit Abbega een Goudplevier met ring Reykjavik 625756 gevangen met het wilsternet. De vogel werd nadat hij gecontroleerd is weer losgelaten.Een bijzondere vangst voor Friesland want dergelijke vangsten met een IJslandse ring komen maar zelden voor.Mogelijk behoord deze tot de ondersoort Pluvalis apricaria altifrons, zie The Birds of the Palearctic Fauna, Non Passeriformes (Charles Vaurie,1965) . Een jaar later kreeg van der Veen bericht dat deze vogel als nestjong geringd was op 26 juni 1996 te Skogarmannajal, Burfellshraun op IJsland op maar liefst 1868 km van Heeg.
3. Op 2 augustus 1981 is er in de polder Cornwerd door wilsterflapper B.Kuipers uit Makkum een Goudplevier gevangen en gecontroleerd met een Franse ring (Paris FU.27819). Deze vogel bleek op de voorjaarstrek op 1 maart 1970 te Cestas, Gironde in Frankrijk geringd te zijn. Franse ringen treft men niet zo vaak aan bij het wilsterflappen.
4. De volgende vogel was een snelle wegtrekker. Op 1 december 1984 ringde B.Kuipers uit Makkum een Goudplevier (Arnhem 1.209.063) bij De Weeren bij Wons. Op 8 december 1984 , dus 7 dagen later al ,werd de vogel geschoten in Frankrijk te Beauvoir Sur Mer, Vendee op 867 km van de ringplek. Helaas komen er veel meldingen it Frankrijk van vogels die geschoten zijn.
5. Toch worden er ook wel vogels teruggemeld uit het noorden. Op 18 november 1995 ringde Willem Louwsma in de polder het Geele zand bij Workum een Goudplevier (Arnhem 1.325.958) die op 30 april 2000 vers dood werd aangetroffen onder een hoogspanningsleiding te Manninen, Ypaja, Hme (Tavastehus) in Finland op 1381 km van Workum.
Tot zover een lijstje van enkele interessante vangsten en of terugmeldingen van Goudplevieren. Voor meer bijzondere vangsten en of vondsten hou ik me uiteraard aanbevolen. Zijn er ook Belgische wilsterflappers nu nog actief?
Ringvangsten aan het Tjeukemeer op 1 en 3 september 2011.
Begin september kon er in de vroege ochtend weer onderzoek aan vogels worden gedaan aan de Noordoever van het Tjeukemeer. De vangbanen en de ringplek lag er weer goed bij en er waren volop vogels aanwezig. Voor de gevangen aantallen van 1 en 3 september zie de Bijlagen onderaan dit verslag. Op 1 september ving ik een 4 tal Pimpelmezen in de opgezette netopstelling. Een vogel daarvan had een opmerkelijk geler gekleurd verenkleed en gedroeg zich wat vreemd tegenover de andere soortgenoten in het verzamelnet. De vogel zat met opgeheven kop en maakte zich erg breed. Ik vond dit opmerkelijke imponeergedrag en appart om te zien. Opmerkelijk was dat de vogel dit zelfde ook deed toen ik hem op de foto wilde zetten.
Als sinds het begin van deze eeuw (rond 2000) worden er op het Tjeukemeer op de eilanden Oud kerkhof/Margjepolle en Tsjûkepolle kokmeeuwjongen geteld en worden er jonge vogels geringd. Het ringen van deze vogels is (helaas) een kostbare zaak geworden zodat we ons altijd moeten beperken tot enkele 100 den vogels want ze kosten ons 0.56 euro per stuk. En op zo'n ringmorgen ben je al snel 225 euro kwijt! Veel geld, als je weet dat een groot deel van de jonge vogels (zeker 60%) in het eerste levensjaar sterft. Toch proberen we dit nog vele jaren vol te houden om aan de weet te komen waar onze Kokmeeuwen van het Tjeukemeer zoal omzwerven en of ze ver weg trekken.We zijn nog altijd op zoek naar sponsors die ons willen ondersteunen in dit onderzoek. Per streng ringen van 50 stuks is dit een kostenpost van 28 euro. Graag zouden we in 2012 eens een 1000 tal flinke grote jonge vogels willen ringen . Mochten er mensen zijn die ons financieel willen steunen dan graag!
De tellingen worden al sinds jaren door de Vogelwacht van Oosterzee onder leiding van Jan de Vlas eind april/begin mei uitgevoerd . Het aantal broedparen van Kokmeeuwen op de drie eilandje is sinds de jaren 2001 al sterk afgenomen , waren er in 2001 nog een 3151 broedparen in 2011 waren daar maar meer een 1298 van over. De afname is voor een groot deel te verklaren doordat de begroeiing op de strekdammen sterk is toegenomen en op diverse plekken bomen of struiken zich ontwikkelen. Ook predatie door Zwarte kraai komt de laatste jaren steeds meer voor. In 2011 zijn er op de Margjepolle een 70 tal nesten verstoord door mensen en zijn op de strekdam bij Oosterzee ,waar ook een 30 paar aanwezig waren , alle eieren uitgehaald. Vermoedelijk is een "meeuwenhater" actief geweest. Toch bleven er ook in 2011 nog genoeg jonge vogels over om van een ring te voorzien. Op 3 juni 2011 ringden we (Eelke Haagsma Bolsward, Jan de Vlas Echtenerbrug en Jan de Jong, Joure) een 449 jonge kokmeeuwen op een van de eilandjes.
Van Ringer Eelke Haagsma uit Bolsward kreeg ik onlangs enkele terugmeldingen die het vermelden waard zijn.
1. Ring Arnhem 3623705 Op 7 juni 2004 geringd als nestjong op Tjeukemeer. Deze vogel werd op 18 mei 2011 als vrouw na eerste kalenderjaar (waarschijnlijk) op het nest afgelezen met een telescoop in de Zwillbrocker Venn, Flamingo-Insel in Duitsland. Duitse ring onderzoekers van Vogelwarte Helgoland melden dit. Opmerkelijk dat de vogel 110 km van zijn geboortegrond in het broedseizoen daar werd aangetroffen.
2.Ring Arnhem 3631731 Op 3 juni 2005 geringd als nestjong op het Tjeukemeer. Na 975 dagen werd de vogel op 3 februari 2008 (in de winter dus) aangetroffen te Chester Close bij London in Engeland. De vogel met ring werd daar door een waarnemer met een telescoop afgelezen en gemeld aan de Engelse Ringcentrale. De afstand tussen Tjeukemeer en de waarneemplek in Engeland is zeker 436 km.
3. Ring Arnhem 3645571 Op 8 juni 2007 geringd als nestjong op het Tjeukemeer. Op 20 augustus 2011 is de vogel dood gevonden door Paul Stephenson uit Harborne in Birmingham. De vogel werd vers dood gevonden bij Hill Hook in Local Nature Reserve bij Sutton in Engeland op 443 km van het Tjeukemeer. De vogel heeft de ring maar 1534 dagen gedragen.
Zo zie je maar dat jonge Kokmeeuwen uit het binnenland van Friesland alle kanten uit kunnen trekken en zwerven. Het loont dan ook de moeite om eens naar een dood gevonden meeuw te kijken of er toevallig ook een pootring aangelegd is. De laatste 10 tal jaren worden er ook veel waarnemingen met telescoopkijkers gedaan in Europa, ook in Friesland zijn daar mensen mee bezig. Ze letten dan speciaal op vogels die naast de metalen ring ook een plastic ring met een zeer duidelijke inscriptie dragen. Ook enkele van "onze" vogels van het Tjeukemeer dragen een kleurring. Mogelijk dat U een dezer dagen er een tegenkomt, meldt het ons dan even. In Nederland zijn er vele geringd, doch ook gekleurringd.
Van T.Cuperus ontving ik onlangs een melding dat hij met zijn metaal detector een pootring gevonden had van een vogel in de omgeving van Sexbierum , deze ring met inscriptie Vogeltrekstation Arnhem 5.155.286 bleek al enige tijd geleden aangelegd te zijn bij een Waterhoen. Vondsten van pootringen met een metaaldetector kunnen al lang in de grond hebben gelegen doch ze kunnen ons wel degelijk nog informatie verstrekken. Als vinder ben je zowiezo nieuwsgierig wat het is en wanneer de vogel geringd is. De Waterhoen bleek op 14 februari 1991 te Franeker geringd te zijn als na tweede kalenderjaar vogel door A.G.Bakker uit Franeker.De verstreken tijd tussen het aanleggen van de ring en het vinden was maar liefst 20 jaar + 6maanden en 22 dagen. Belangrijk in dit geval is dat de exacte vindomstandigheden van de ring goed gemeld worden anders zou je maar al te snel concluderen dat de Waterhoen meer dan 20 jaar oud geworden is. Volgens de Europese Ringcentrale is de oudste Waterhoen zeker 18 jaar en 7 maanden (Copenhagen 403675). Hoe oud deze vogel uit Sexbierum is geweest weten we dus niet exact. Blijf vondsten vooral melden!