Oeverzwaluwwand in Wyldehoarne te Joure vernieuwd.
Joure, 17 november 2011
Oeverzwaluwwand in wijk Wyldehoarne marterproof!
De succesvolle nieuwe Oeverzwaluwwand in de Jouster wijk Wyldehoarne is door de Gemeente Skarsterlan "marterproof" gemaakt. De wand was dit jaar zeer succesvol qua aantal broedparen. Plaatselijke vogelwachters telden ruim een 50 a 60 nestgangen die bewoond waren en er zijn er door mij zeker 200 vogels geringd voor het Wetenschappelijk onderzoek. Opmerkelijk is dat zeker 91 verschillende vrouwtjes aanwezig waren in de kolonie, dus de diverse nestgangen zijn zeker meerdere keren gebruikt door de oeverzwaluwen in 2011. De kolonie bevind zich op beschermt terrein en is niet toegankelijk voor publiek. Enige tijd geleden ontdekten we dat niet alleen de Oeverzwaluwen regelmatig bij de wand kwamen doch dat er in het najaar ook bezoek was geweest van een marterachtige. Uit voorzorg is de wand nu zo gemaakt dat er een fikse waterpartij voor staat zodat de marters wel een zwemdiploma moeten bezitten om de nesten te bereiken. Ook heeft de hele wand een opknapbeurt gehad en is er nieuw zand in en achter de broedgaten aangebracht. Al me al een hele klus waar de Gemeente Skarsterlan veel werk van heeft gemaakt. Nu maar afwachten wanneer de Oeverzwaluwen komend jaar vanuit het verre Afrika hun nog beter beveiligde onderkomen gaan bezoeken, we verwachten de eersten zo rond april al.
Knobbelzwaan AY29 is verknocht aan de Haskerveenpolder.
Vanmorgen kreeg ik al snel bericht uit Duitsland van de ringer die de Knobbelzwaan met Halsband AY29 en Helgoland ring 117890 daar geringd had te Jemgumgaste op 10 augustus 1998. al 1kj man. De vogel bleef in 1998 tot 27 nov. in Duitsland en werd daar voor het laatst gezien bij Zolhaus Doenebrock,Bunde ,Leer. In 1999 werd de vogel voor het eerst gezien in Friesland op 17 oktober in de Graverijpolder bij Wijckel door Trinus Haitjema, op 25 november 1999 zag H.Schreur de vogel dat jaar nog bij Sondel. In 2000 is de vogel tussen 15 oktober en 19 november nog in de omgeving van Sondel en Wijckel gezien door diverse waarnemers. De vogel is dus als jong in de omgeving van Jemumgaste in Duitsland opgegroeid en is nadat hij in Friesland in de omgeving van het IJsselmeer is geweest kennelijk niet weer weggeweest uit Friesland. Met dank aan de attente opmerking hierover die ik van Trinus Haitjema mocht ontvangen!
Na deze eerste drie jaar duikt de vogel plotseling op op 24 februari 2000 in de omgeving van Joure en Vegelinsoord en is daar eigenlijk tot op de dag van 6 november 2011 niet weer vandaan geweest, althans de waarnemingen wijzen dit voorlopig uit.Elk jaar is de vogel wel in de omgeving gezien, doch na 13 juni 2009 pas weer op 16 november 2011 voor het eerst. Stellig is de vogel wel in de tussenliggende periode aanwezig geweest doch heeft niemand hem gemeld. In de periode 2001 tot 2007 is de vogel talrijke keren door Tsjepke van der Honing gemeld, zelfs enkele jaren met een partner op nest. De vogel blijkt tot nog toe 107 keer gemeld te zijn. Dit mannetje is verknocht aan de Haskerveenpolder, hopenlijk overleefd hij de komende winter weer en blijft hij met zijn partner in deze omgeving. Een dergelijke dispersie van een jonge knobbelzwaan was me nog niet bekend.
Vanmiddag ging ik er even op uit in de natuur rondom Joure. Aan de Vegelinsweg ten noorden van Joure ontdekte ik een paar Knobbelzwanen in de vaart ronddobberend met een groot jong. Van dichtbij kon ik de vogels gemakkelijk bewonderen, het mannetje droeg een gele halsband met de inscriptie AY29. Het wijfje droeg geen halsband en zwom statig rond, alle drie vogels hoorden bij elkaar zo te zien. De man Knobbelzwaan is al vrij lang in de Haskerveenpolder te zien.De vogel is al jaren steeds in de zomer en herfst hier aanwezig. Het blijkt om een vogel te gaan die op 10 augustus 1998 in Duitsland bij Jemgumgaste, Jemgum geringd is als jong mannetje. We hebben de Duitse vogelringer inmiddels een berichtje gestuurd en wachten op een "lifstory". Plaatstrouw bij zwanen komt veel voor, maar we zijn toch wel benieuwd waar de vogel zijn winters heeft doorgebracht. We zijn benieuwd of er ook interessante gegevens zijn ontdekt van deze al zeker 14 jarige Knobbelzwaan. We houden jullie op de hoogte! Zijn er trouwens nog meer zwanen in de omgeving gezien met opmerkelijke halsbanden!
Met het veranderen van de tijd eind oktober /begin november in wintertijd valt het op dat er elk jaar steeds een toenemend aantal meldingen van verkeersslachtoffers onder de kerkuilen voorkomt. Zo belde Johannes van der Meulen uit Akkrum me op 12 nov j.l. op met de opmerking dat het de laatste 2 weken zelf 9 dode Kerkuilen op rijkswegen heeft zien liggen. Vooral op de Afsluitdijk, traject Steenwijk -Heerenveen, bij Beetsterzwaag, omgeving Ter Idzard en diverse op rijkswegen in Noord Holland. Veel automobilisten rijden nu 130 km per uur op deze wegen zodat een botsing vaak niet te voorkomen is aldus van der Meulen.
Oorzaak van dit alles is mijns inziens ook de plotselinge wijziging van de aanwezigheid van autos tijdens het invoeren van de wintertijd. We weten dat de kerkuil, maar ook ransuil, vaak al in de schemering begint te jagen. Bij de invoering van de wintertijd is de schemering dus 1 uur vervroegd en blijkt de verkeers intensiteit enorm veel groter te zijn. Dit is voor kerkuilen mede een van de grote oorzaken van de toename van slachtoffers. We weten dat kerkuilen soms tot zeer laat in het seizoen nog jongen kunnen hebben. Zo vertelde Frida van der Veer uit Marsum van de vogelopvang me dat er op 13 november nog een jonge kerkuil was binnengebracht uit Tjerkwerd, de vogel was uit een hooiblazer gevallen en in de schuur was een Steenmarter actief. Kerkuilen die rond die tijd nog jongen te verzorgen hebben lopen een groot risico. Dat geldt tevens ook voor opsluitingen in boerenschuren rond die tijd. Veel veehouders sluiten met het guurder worden van de dagen dakvensters en deuren zodat vogels opgesloten kunnen geraken en als er dan geen vodsel is na korte tijd sterven. Elk jaar komt dat ook herhaaldelijk voor. Soms heeft de boer er totaal geen weet van of er een kerkuil in de (hooi) schuur zit, ze verstoppen zich namelijk , soms in hooiblazers of achter het ûleboerd. Let op de Kerkuilen dus!
Op de wat kleinere rijkswegen worden veel minder kerkuil slachtoffers gevonden aldus van der Meulen , die vrijwel dagelijks op de rijkswegen te vinden is. Graag horen we de mening van andere weggebruikers wat zei vinden van de toename van de slachtoffers en of ze wel eens een kerkuil voor de auto hebben gehad.
Naast de kerkuil zijn er ook in toenemende mate de laatste jaren Buizerds als slachtoffer langs en op rijkswegen gevonden. Uit eigen ervaring weet ik dat bepaalde trajecten echt grote dodenwegen voor deze soort zijn. De vogels komen in het najaar en winter vaak op slachtoffers die gesneuveld zijn op de weg af en nuttigen dit als voedsel. Met name de r.w. tussen Joure en Lemmer is een gevreesde dodenweg, en juist daar is de snelheid ook nog opgevoerd tot 130 km per uur! Reacties graag naar:
Het wordt de laatste weken steeds stiller aan het Tjeukemeer bij Rohel. Veel vogelsoorten zijn al weg en door getrokken naar warmer oorden. Vrijwel alle rietgorsen zijn nu verdwenen en ook de Zwartkoppen zie je niet meer. Af en toe nog een groepje Koolmees en Pimpelmees en enige doortrek van wintergasten zoals de Koperwiek en de Kramsvogel. We zien ook steeds meer ganzen overtrekken en de vegetatie begint al snel zijn groene kleur te verliezen. Nog twee verslagen van ringmorgens hebben jullie tegoed, ze staan hier onder aan het verslag in de Bijlage.Als het weer het toelaat misschien komende weken nog enkele keren naar Marswâl en dan valt de "winterstop" in. Opvallend is dit najaar dat er veel minder Koolmezen waren dan andere jaren, komt stellig door een slecht broedseizoen. Voor komend seizoen (2012) zoeken we nog enige (assistent) medewerkers die actief mee willen doen met het ringen van vogels o.a. aan het Tjeukemeer. Mensen die belangstelling hebben om vogelringer te worden hebben de voorkeur. Enkele motivatie eigenschappen die belangrijk zijn voor dit vrijwiligerswerk zijn ; wilskracht, doorzettingvermogen, nieuwsgierigheid, kennis van vogels, etc. Verder moet je beschikken over redelijk wat vrije tijd en soms erg vroeg opstaan voor het ringwerk. Natuurlijk zijn er ook helpers nodig die het leuk vinden om een keer mee te gaan en te "proeven" wat het vrijwilligerswerk voor de Wetenschap nu eindelijk inhoud. Reacties zijn welkom!
Op 2 november 2011 smorgens vroeg afgereist naar Rohel aan het Tjeukemeer. De weersvoorspelling was dat de mist die morgen vrij snel zou optrekken. Bij aankomst had het in de nacht flink geregend, alles was nat en er hing een mistbank langs de oever. Toch maar snel de netten opgezet en afwachten of er nog vogels doortrekken. Het zou een rustige morgen worden met helaas veel mist! In de Bijlage een dagverslag. Tevens een Jaarverslag van 2009 en 2010 toegevoegd, zodat er iets te lezen valt.
Als de komende periode het weer het toelaat ga ik nog diverse keren proberen Koperwieken te vangen. Mensen die belangstelling hebben en eens mee willen kunnen me bellen!
Op zaterdag 29 oktober tijdens een zwak Oost-zuid-oosten wind rond 5.00 uur aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel. Er stond nog behoorlijk wat grondmist doch dit zou rond 7.15 uur snel optrekken. Door het zachte weer waren er maar weinig lijsterachtigen deze morgen, aan de kust op de waddeneilanden is vaak meer stuwing dan in het binnenland van Friesland. Toch vielen de aantallen niet tegen , vooral opvallend veel Winterkoningen (13) en Roodborsten (18). Zouden de Winterkoningen geleerd hebben van de vorige winter en nu wel meer weg en doortrekken? Opmerkelijk was dat we tijdens voorjaar en zomer veel minder van deze soort ringden. In de Bijlage een opgave van de gevangen en geringde vogels (79) waaronder de eerste Vuurgoudhaan en Goudhaan van dit jaar. Opvallend is dat de Koolmees momenteel veel minder wordt gevangen dan de Pimpelmees , hopenlijk komt er in november nog een trekgolf uit het noorden.
Van Germ de Vries uit Oostermeer kreeg ik een reactie binnen betreffende het raadsel van de stenen slak met lege hazelnoten. Het bleek toch een muis te zijn en wel een Bosmuis die dit kan doen. Germ schreef;
Vanaf 1982 doe ik voor de vogelwacht (het Nestkast project)sommige jaren tref ik bij het schoon maken van de nestkastjes aan die volgepropt zijn met eikels ,hazelnoten ,maar ook Kersen-pruimen pitten.De hazelnoten en kersenpitten en pruimenpitten zijn allemaal op een bepaalde plaats aangevreten , en de inhoud opgevreten.
Dit doet de Bosmuis (Apodemus sylvaticus)
Groeten Germ de Vries Oostermeer
Daarmee is het raadsel opgelost en weet de familie dat ze niet voor de gek is gehouden door een buur of familielid. Het was toch een muis die dit afval verborgen had.Germ nogmaals onze dank voor jou attente mededeling in deze.
Afgelopen dinsdag kreeg ik een berichtje binnen van Tessieka Strating-de Graaf uit Stiens. Bij het winterklaar maken van hun tuin deden ze een bijzondere ontdekking. In de tuin staan betonnen slakken (zie foto) die hol van binnen staan. Bij het verplaatsen hiervan kwam er ineens een bult met hazelnoten (!) onder vandaan. Deze waren allemaal netjes opengemaakt aan de bovenkant en dus allemaal leeg. De stenen slak stond deels op een tegel en deel op modder. Bij het weghalen hebben ze niet gezien of er ook een holletje aanwezig was. Wat voor diertje zou zoiets nou doen was de vraag. In eerste instantie denk ik toch aan een muis. De vraag is echter wat voor muizensoorten eten nou hazelnoten? Het is ook geen hamstergedrag , zoiets als Knabbel en Babbel, omdat deze hazelnoten allemaal netjes waren opengemaakt en leeg waren. Of zou er toch vriend, buren of collega's voor een grapje hebben gezorgd en de afgekloven noten er hebben gedeponeerd. In dit laatste geloof ik echter niet en blijf het wonderlijk vinden dat een muis dit zo kan doen. Wie heeft er meer ervaring met op dergelijke manier verstopte hazelnoten in de tuin. Graag jullie ervaringen.
Eerste Friese Boerenzwaluw Journaal ik klaar om gelezen te worden!
Vandaag heb ik de laatste hand gelegd aan een 20 bladzijden dikke uitgave van het eerste Boerenzwaluw Journaal in Friesland. Al jaren houd ik me bezig met de bestudering van deze interessante soort die in ons Friese landschap leeft. In het verslag een opgave van vogels die in 2011 op diverse plekken in Friesland door mij zijn geringd en uitleg over de start van het grote logger onderzoek naar Boerenzwaluwen.
Graag vraag ik U aandacht hiervoor. Mocht U in U aantekeningenboekje nog diverse waarnemingen, vondsten en of bijzonderheden hebben staan van vroeger betreffende Boerenzwaluwen dan horen we dit graag. Ook oude reeksen van aankomstdata op boerderijen zijn welkom.
Mensen die in 2012 mee willen doen en ons op de hoogte willen houden van;
eerste en laatste waarnemingen in hun woonplaats aanwezige broedgevallen, 1e eidata,etc. terugkeerdata van broedvogels IN schuren etc. vondsten van geringde vogels opmerkelijke zaken
Zij kunnen zich aanmelden via een email naar j.d.jongringer403@home.nl Dan wordt hun email adres opgenomen en worden ze op de hoogte gehouden van belangrijk Boerenzwaluw nieuws in Friesland!
Klapekster geringd weer los aan de noordoever bij Rohel.
Vanmorgen vroeg op pad naar de vaste ringplek aan het Tjeukemeer bij Rohel.Het doel was om Koperwieken in de eerste schemering te vangen. Bij aankomst stond er een toch nog vrij krachtige ZZO wind die er meteen voor zorgde dat de netten waarin de vogels gevangen moesten worden behoorlijk beweegden. Het zou een toch nog vrij rustige morgen worden,maar..... de klapper zat hem in het eind van de morgen! Toen ik een voor het gevoel een laatste ronde liep langs de netten zag ik bij het slootje al dat er in net B14 een vrij lichte vogel hing doch kon niet ontwaren wat het nou wel was. Toen ik echter op een 5 tal meters genaderd was begon de vogel enorm te fladderen en TOEN zag ik pas wat het was, met een paar snelle passen was ik bij het net en kon de vogel , een KLAPEKSTER er met 1 beweging uitpakken. Wel oppassen met de vervaarlijke snavel van deze gast, later tijdens het ringen en fotograveren zou ik hier nog enkele fikse pikwonden oplopen. In de Bijlage het ringverslag en enkele fotos van deze speciale gast aan het Tjeukemeer.
Nog steeds zijn er vogels die jongen hebben en ze verzorgen, zo meldde Schouwstra uit Irnsum me dat er op 10 oktober bij hem in de appelboom twee jongen van de Houtduif (Houtdo) zaten die verzorgd werden door de ouders. Ook in Sint Nicolaasga ontdekte Martha Reitsma op 6 oktober een nest met al vrij grote jongen, helaas sneuvelde er op 10 oktober al een van deze jongen en lag dood onder de boom. Zouden dergelijke jongen het nog wel redden is de vraag. Ja dat kan, mits er redelijk wat bladeren aan de nestboom blijven zitten en er vooral geen havik of Sperwer actief is in de buurt. Late nestjongen komen nog wel eens voor.Zo was er in Holwerd aan de kust op 21 november 1965 nog een nest waarvan de jongen gevoerd werden. Mochten er meer late broedgevallen zijn dan hoor ik het graag.
Op 2 oktober belde Yme Waterlander van de Prins Berhardlaan in Joure me op dat hij nog een Kolibrievlinder (of Meekrabvlinder) smiddags had gezien op de plant IJzerhard in zijn tuin. Ook door Mevrouw Groenewoud aan de Eeltsje Halbertsma straat in Joure werd er eentje gezien tussen 3 en 6 oktober in haar tuin. Beide meldingen zijn mijns inziens laat doch door het zonnetje en de wat drogere periode rond die tijd kon het net nog even. Voor meer late meldingen van Kolibrievlinders hou ik me uiteraard aanbevolen.
Vangdagen van 13 t/m 17 oktober 2011 Rohel Tjeukemeer.
Het is al enige dagen geleden doch er is weer volop geringd aan het Tjeukemeer bij Rohel. De eerste Koperwieken verschijnen en de groepjes mezen krijgen steeds meer de overhand, zelfs heb ik al 2 x een groepje Staartmees in de netten gehad. Een Sperwer mannetje wist het net van B7 niet meer te ontwijken en belande met prooi (een ongeringde Vink) in het net! De klauwen van deze kleine snelle jager zijn behoorlijk scherp zodat het oppassen is bij het ringen. Opmerkelijk zijn nog steeds de grote aantallen Rietgorsen die er rond deze dagen gevangen worden al nemen de aantallen nu wel steeds meer af en reageren de vogels niet zo sterk meer op het geluid. In de Bijlag de verslagen van de ringdagen.
In de herfst en wintermaanden komen er heel veel zangers en vogels uit noordelijker streken hier langs op weg naar hun overwintergebieden. Vooral veel lijsterachtigen zoals Koperwiek , Zanglijster en Kramsvogel maar ook de Vink, Keep, Roodborst samen met de grotere soorten zoals Sperwer en Houtsnip. Veel van deze gasten die hier doortrekken en mogelijk zelf overwinteren sneuvelen tegen de vensterruiten. In Skarsterlan, maar ook daarbuiten, krijg ik elk jaar wel rond deze tijd meldingen binnen met tragische afloop. Momenteel zijn de eerste Houtsnippen uit Skandinavie ook al onderweg, langs de kust, o.a. te Harlingen en in plaatsen zoals Leeuwarden en Bolsward zijn de eerste slachtoffers al gemeld. Bij de Vogelopvang van Mevr. van der Veer in Marssum kwamen al een vijftal meldingen binnen van gewonde Houtsnippen. Veel vogels die gewond zijn worden via de Dierenambulance naar een asiel of tijdelijke opvang gebracht. Helaas zijn er ook altijd veel soorten die sneuvelen. Ik de komende tijd ontvang ik graag de meldingen van slachtoffers die tegen vensterruiten sneuvelen. In sommige gevallen zitten er toch nog veel bijzondere gevallen tussen . Zo bleken twee vondsten van Tapuiten in Friesland,BEIDE Groenlandse Tapuiten te zijn. In Oudehaske was op 10 mei(!) 2011 door Anneke Bloemsma er een gevonden en op 3 oktober 2011 in Workum een tweede. Zie eerdere verslagen op deze Blog. Het museum Naturalis in Leiden bevestigde deze vondsten, beide worden in deze belangrijke Nederlandse collectie opgenomen, met dank aan de beide vindsters. Bij heel veel soorten komen vogels komen zeldzame gevallen voor, zo zijn er Koperwieken van de IJslandse vorm, Tjiftjaffen van Russische herkomst etc. Graag ontvang ik dan ook gedurende de herfst ,winter en het voorjaar vogels die sneuvelen tegen vensterruiten voor onderzoek . Ook meldingen van vogels die de klap wel overleven zijn welkom, indien de soort bekend is dan graag ook melden.
RAS project Oeverzwaluw 2011 in wijk Wyldehorne in Joure succesvol!
Het eindverslag van 2011 van het RAS onderzoek aan Oeverzwaluwen rondom Joure is klaar! Veel werk is er weer verzet en de resultaten waren voor de vaste wand in de vogelwijk Wyldehorne in Joure erg positief.Elder waren er helaas in 2011 veel verstoringen bij de kolonies. Ook in de Twigen werd in juni weer een deels geplunderde kolonie aangetroffen, nu duidelijk door een Steenmarter veroorzaakt. Oplossingen worden in het rapport aangegeven om deze predatie , die de laatste jaren sterk opkomt, de kop in te drukken op een wettelijk verantwoorde manier. Het rapport zit in de Bijlage van dit stukje.
Op 4 oktober j.l. kreeg ik email van Welmoed Fearsma uit Workum binnen. Op 3 oktober was er een vreemd vogeltje gevonden bij de achterburen aan de Tademahof. De vogel was tegen vensterruiten gevlogen en opslag dood. Enkele fotos van het dode vogeltje werden bijgesloten. Het bleek om een Tapuit te gaan. Daar ik aan de foto niet kon zien om wat voor ondersoort het ging vroeg ik of ze de vogel wou toezenden omdat ik dan meer bijzondere kenmerken zou kunnen controleren. De volgende dag al kreeg ik het vogeltje via de post binnen.
Uit de gegevens blijkt dat het vrijwel zker om een volwassen Groenlandse Tapuit gaat. De vogel had een uitzonderlijke vleugellengte van 107.5 mm en woog maar liefst 33.9 gram. De vogel was duidelijk op trek en had veel vet, volgens de vetscore lijst van Busse was dit vetscore 4 , score 5 is de hoogste. Duidelijk een trekker dus. De vogel die bij Heidenschap gevonden is door Toon Hoppenbrouwer was beduidend kleiner qua vleugellengte , zie eerdere verslag van . 18 september 2011 in het stukje van; Verkeer maakt slachtoffer in Heidenskip.
Op de trek sneuvelen er wel vaker vogels, het is de moeie waard om soorten die men niet kent of waarvan men vermoed dat het bijzonder is deze te melden. De vondst van Welmoed Fearsma uit Workum wordt naar Naturalis in Leiden gezonden om daar te laten opnemen in de collectie en bevestiging te krijgen dat het inderdaad om deze ondersoort gaat. Ook de vondst van Anneke Bloemsma van een Tapuit op 10 mei 2011 gaat voor onderzoek naar Naturalis in Leiden. In deze tijd (oktober/november) trekken veel zangvogels door , er sneuvelen ook vele. Bijzondere gevallen graag even opgeven zodat dit mogelijk bewaard en onderzocht kan worden voor de wetenschap.
Met de Zwartkop gaat het de laatste jaren erg goed. Waren er in het begin van mijn onderzoek aan het Tjeukemeer maar enkele tientallen per jaar die ik ringde voor het onderzoek, de afgelopen maand september alleen al werden er 218 (!) geringd. Nu moet ik er meteen bijzeggen dat de laatste jaren in de herfstmaanden er wel met geluid gewerkt wordt zodat de aantallen wel daardoor veel hoger zijn. In de jaren 2008t/m 2010 waren de totalen resp. 149-149 en 131 , dit jaar al is er een totaal bereikt van maar liefst 345 Zwartkoppen op de ringplek aan het Tjeukemeer. Zie ook op www.Trektellen.nl onder Rohel Tjeukemeer bij totalen 2011.
Dergelijke hoge aantallen betekend vaak ook dat er een goed broedseizoen is geweest. Dit uit zich dan ook in de vangsten, vele vogels bleken eerste jaars te zijn. Op 1 oktober (zie vorige ringverslagen van de dag) werd er zelfs een Zwartkop mannetje met een Hiddensee Germania ring gevangen. Buitenlandse ringen van Zwartkoppen uit de noordelijke streken vang ik zelden aan het Tjeukemeer. In de afgelopen 26 jaar ving ik er eentje met een Belgische ring. Op 1 oktober had ik een bijzondere ervaring met een Zwartkop mannetje. Daar ik vroeg aanwezig was plaatste ik eerst de geluidsinstalatie en pas daarna de rietnetten. Toen ik met het plaatsen van de rietnetten bezig was in het donker zag ik vanuit mijn ooghoeken in het riet een vogeltje zitten op een 2 tal meters van de geluidsinstalatie vandaan. Daar ik wou zien om wat voor soort het ging zette ik mijn hoofdlamp in die richting, de vogel bleef wonderwel zitten en kon door mij zo uit het riet worden gepakt. Het ging om een ongeringd ekseplaar van een Zwartkop. Ik had nog nooit eerder meegemaakt dat ik deze soort zo maar uit het riet kon pakken. Duidelijk een trekvogel die aangelokt werd door het geluid.
Op 30 september ben ik met enkele vangnetten afgereist naar het Tjeukemeer bij Rohel. Meer om te kijken of de vele Rietgors vogeltjes er nog zijn en ik er enkele ervan kon vangen voor onderzoek. Gelukkig was er nog een groepje en deze reageerden sterk op het geluid zodat ik nog flink wat (25) gevangen heb tussen 6.50 - 11.35 uur. Doch wat ik eigenlijk niet zo een twee drie verwacht had ,er werd ook gepingel (ping-ping-ping-ping ping) in het riet gehoord, dat betekende dat er Baardman vogeltjes aanwezig zijn. Die morgen ving ik er maar liefst zeven. Bij de Baardman heeft alleen het mannetje een gitzwarte baardstreep. De vogel doen wat tropisch aan doch zijn het niet, soms zie je ze ook wel in de wintermaanden nog in het riet rondstruinen op zoek naar zaden. In de herfst schakelen ze vaak over op het eten van zaden , zomers eten ze meer insecten. Bijgaande foto is een prachtig gekleurd mannetje. Verder nog toegevoegd enkele ringverslagen van de afgelopen dagen.
Roodborsttapuit gevangen en geringd aan oever Tjeukemeer.
Het is al weer een tijdje geleden dat ik aan deze Blog heb gewerkt. Doch ik heb niet stil gezeten maar me de laatste weken veel bezig gehouden met het ringonderzoek aan trekvogels aan het Tjeukemeer. Jullie hebben nog vele verslagen te goed en ik zal trachten dit zo snel mogelijk te rapporteren zodat een ieder weer op de hoogte is van wat er zoal gevangen en onderzocht is. Nu naar de Roodborsttapuit.
Op 28 september j.l. was ik in de vroege ochtend weer op de vangplek aanwezig. In de eerste uren was het nogal mistig, pas tegen 8.20 uur trok deze mist op en werd het toch nog zonnig. Deze morgen zou ik veel Rietgors en Zwartkop vangen (zie verslag) en waren de vangsten in het rietnet maar matig meer. Toch trof ik in de onderste baan van het net een vogel aan die ik niet elk jaar vang op deze plek. Een Roodborsttapuit! Bijgaande een foto van dit fraaie vogeltje.