Rietgors laat zich vangen aan de noordoever bij Rohel.
Vanmorgen al weer vroeg op pad, om 4.15 uur ging de wekker. Voor het eerst dit jaar weer naar Rohel om vogels te vangen en te onderzoeken. Bij het openen van de gordijnen vanmorgen gelukkig geen mist, alhoewel dit wel te verwachten was aldus P.Paulusma de weerman. Er was ook weinig wind zodat het een mooie morgen leek te worden. Na ontbijt en de rit naar Rohel kwam ik bij het witte bruggetje van Rohel aan, wat een rust en serene toestand, zouden er wel vogels zijn? Gelukkig bleek er na het opkomen van de zon al snel dat vogels als Zanglijster, Merel en Winterkoning al zongen , dus grote kans dat er een van gevangen zou worden. Op 2 plekken al zingende Winterkoningen, dit had ik eigenlijk na zo'n vrij heftige winterperiode met temperaturen onder de -15 graden eigenlijk niet verwacht. Van de Rietgors bleek er toch al een flink aantal aanwezig op de ringplek waarvan ik er een 6 tal kon vangen. Ook een 1e Tjiftjaf kon met behulp van geluid naar de netten gelokt worden. Voor de vangstcijfers zie mijn verslag onderaan dit berichtje.
Vorig jaar november zag ik de Knobbelzwaan met de gele halsband AY29 in de Haskerveenpolder voor het laatst. Ik was eigenlijk wel benieuwd of de vogel de winter ook had overleefd omdat ik vorige week er toch wel diverse dood had zien liggen in de weilanden rond Oudehaske.Gelukkig trof ik de vogel op 23 februari met zijn wijfje aan de Vegelinsweg. De vogel liet zich wel dicht benaderen zodat ik zelfs met mijn gewone veldkijker de Helgoland Germania ring kon aflezen.Dit mannetje die inmiddels al zeker 13 jaar,6 mnd en 13 dagen de ring draagt is toch al aardig op leeftijd. Vanmiddag (3 maart)weer even gekeken doch kon de vogel niet zo weer ontdekken, mogelijk dat hij al een geschikte nestplek met zijn vrouwtje heeft opgezocht of dat ze toch ergens in een slootje in de landerijen verblijven. Soms zoeken ze een plekje om te nestelen dicht bij de boerderijen doch ze kunnen ook best vertrokken zijn. Wie de vogel na 23 februari nog gezien heeft graag even melden.
Gisteren kreeg een een berichtje van Bertus Rijpkema (Reling ,Joure) binnen dat er aan de oostkant van Joure in het plan de Ekers bij de vijverpartijen een gans gezien was met een groene halsband. Vanmorgen was het niet zo mistig zodat ik besloot om er op uit te trekken om deze gans op te sporen, voor hetzelfde was ie natuurlijk al weer lang vertrokken. Ik weet dat er de laatste jaren steeds meer Grauwe ganzen in de omgeving van Joure broeden zodat ik ergens hoopte dat de vogel in deze omgeving rond blijft hangen. Rond 8.15 uur op pad richting oostkant van Joure. Op de Haskerveldweg waren al een tweetal paren Scholekster druk aan het voedsel zoeken en een 15 Roeken en zeker 8 Meerkoeten hadden de plek ook gevonden. Bij de kruising van de Wildehornstersingel trof ik vogellaar Durk Visser die ook zijn natuurrondje maakte. Nog weinig nieuws, allen wat zingende Zanglijsters, Merels en Koolmees aldus Visser. Terwijl we stonden te praten vloog er een mannetje Sperwer de struiken in op zoek naar prooi en een Gaai zat boven in een Els. Durk ging verder de singel in en ik vervolgde mijn weg naar de Grauwe ganzen. In en bij de poeltjes trof ik een veelheid van vogels aan, zeker 4 paar Scholekster, 6 paartjes Krakeend, 5 paar Kuifeend, 12 paar wilde/verbasterde eend, 6 paar meerkoet,1 paar fuut, 1 paar Nijlgans en een 60 tal grauwe ganzen. In de vijver trof ik geen ganzen met halsband aan zodat ik even door het plan de Ekers ben gefietst. Een Torenvalk zat oostelijk van het gebied wat in het topje van de bomen. Op de landerijen ten noorden van plan de Ekers een 40 tal Stormmeeuwen en tiental Kokmeeuwen zoekend naar voedsel. Een groepje van 13 Wulp vloog over richting Noordoost. Aan het einde van plan de Ekers gekomen tot de slotsom gekomen dat de gans met de halsband zeker verdwenen was zodat ik rustig de weg terug aflegde. Bij de kruising gekomen van de Haskerveldweg en de Wildehornstersingel keek ik nog even over de landerijen , en warempel daar liepen twee gansen waarvan er eentje (mannetje) een groene halsband droeg. Op de heenweg zaten deze er nog niet, waar kwamen die nou vandaan? Snel de kijker erop gericht voordat ze wegvlogen en de halsbandcode afgelezen.
Thuis gekomen de code op de website van www.geese.org gezet en na luttele seconden kreeg ik het levensverhaal. De vogel was als jong mannetje in De Deelen (bij de Tijnje) geringd op 18 juni 2007 door Berend Voslamber. Voor het eerst werd de vogel in 2008 op 16 februari bij de Deelenput gezien door Romke Kleefstra.Tot 13 november 2008 bleef de vogel maar wat in Friesland omzwerven todat hij plotseling op 30 december 2008 gemeld werd in Spanje bij La Marisma de Hinojos,Huelva. Op 1 maart 2009 was ie weer terug in Friesland en wel te Rotsterhaule, waar hij op 23 augustus van dat jaar voor het laatst was gezien door Romke Kleefstra. In 2010 zag Romke de vogel weer op 21 februari bij de Koarte Ekers. In 2011 was de vogel voor het laatst op 14 oktober nog in het Oosterschar bij Rotsterhaule aanwezig en in 2012 ontdekte Frans Ozingaop 11 februari de vogel weer aan de Lange Ekers bij Joure. En nu voor het laatst is de vogel dus op 3 maart weer dicht bij Joure te zien. Een echte "Jouster" dus.
Door de groene halsband kunnen we de vogel dus volgen waar hij in zijn leven verblijft. Een uitstapje naar Spanje voor deze Grauwe gans blijkt een verrassing. De laatste jaren worden er nogal wat ganzen met verschillende kleuren en met diverse letter/cijfer combinaties gezien in het Friese landschap. Heeft men een gans gezien en de letter cijfer combinatie afgelezen en of gefotograveerd dan kan men achter zo'n code het hele leven van de gans volgen. Diverse waarnemers vinden het een "sport" om zoveel mogelijk soorten en gekleurde halsbanden af te lezen met een sterke telescoop (gemakkelijk) doch ook met een gewone kijker is de code soms gemakkelijk af te lezen. Straks als de ganzen tot broeden over gaan is het interessant om te weten waar en op welke plek deze vogels tot broeden komen, dus als men de komende weken in het veld zo'n gans met halsband tegenkomt geeft het dan even door. Het Wetenschappelijk onderzoek stelt U waarnemingen bijzonder op prijs. Ook andere halsbanden en of kleurring meldingen , ook van andere soorten, zijn welkom.
Eind februari (25e) al was ik naar de Blauwgraslanden in Akmarijp geweest om de Wulpen te tellen voor het Staatsbosbeheer. Toen al ontdekte ik dat er nog steeds geen Grutto's terug waren gekeerd naar onze contreinen. Wel al waren toen de eerste groepen Scholeksters terug op het strandje in Skipsleat te Joure. Op 25 februari waren er in de Blauwgraslanden vele duizenden Kieviten te zien die regelmatig opvlogen omdat de ganzen (Kol-Brand en Grauwe) nogal onrustig waren. Enorme aantallen ganzen verbleven daar op de slaapplek op het onder water staande Blauwgrasland. Naast Kieviten verbleven er ook een 140 Goudplevieren, 4 Bergeend, een 10 tal Buizerden, 3 Wulpen en... helemaal achterin op een hekkepaaltje 1 Slechtvalk. De Veldleeuwerik zong al boven de landerijen, dit is een van die plekken waar je de soort (helaas) nog regelmatig kan aantreffen. Maar die avond geen Scholeksters, Grutto's Tureluurs gezien. Dus 2 maart er in de middag , nadat de mist van smorgens was opgetrokken er maar weer eens op uit naar de Blauwgraslanden om te kijken of ze er nu al waren want het is per slot van rekening al maart. Wel trof ik een groepje van 7 (6+1) binnenkomende Wulpen aan, de Goudplevieren waren alle verdwenen en de Kieviten leken nog massaler aanwezig dan vorige week , nu rond de 4000 (!) in getal. Zelfs 2 Scholekster zaten wat op een modderig stukje naar voedsel te zoeken doch weer geen Grutto's. Nu ontdekte ik dat er zelfs twee Slechtvalken waren die hier stellig hun overwintergebied hebben, eentje zat weer achterin de Blauwgraslanden en de andere zat op een paaltje langs het weggetje naar de Blauwgralanden.
Hoorde op de radio dat Jos Hooymeijer van RUG in Groningen meldde dat de Grutto's een slechte periode hadden gehad vanuit Afrika naar Europa en dat de vogels in Spanje maar nauwelijk op konden vetten door de droogte daar. Kurkdroog waren de rijstvelden en dus konden ze zich niet opladen en bijtanken voor ze naar de broedgebieden gaan. De Grutto's zullen het dit jaar dus w.s. slecht hebben en laat, of mogelijk helemaal niet, meedoen aan het broedproces. Voor het leggen van de 4 grote eieren moeten ze in goede lichamelijke conditie zijn!
Jammer dus , ik had nog steeds geen Grutto's gezien in Skarsterlan. Schrale troost was dat Sabine Lenis uit Joure me op 1 maart al telefonisch meldde dat ze vijf Grutto's had gezien tussen Goingarijp en Terkaple , op 29 februari zag ze daar al haar eerste. Er is dus nog hoop dat er meerdere terug zullen keren. Ik ben dan ook benieuwd of er de komende dagen op meer plekken in Skarsterlan (en daarbuiten) grotere groepen zullen worden ontdekt op de landerijen. Hou me aanbevolen voor meer meldingen en telefoontjes. Sabine Lenis zag ze dit jaar voor het eerst in Skarsterlan, waneer zag jij de eerste Grutto dit jaar? Ik heb (helaas) nog niet het genoegen gehad doch blijf volhouden.
De laatste weken kreeg ik van twee plekken in Friesland fotos toegestuurd van waarnemers waarop een Pimpelmees stond afgedrukt die een zeer lange snavel had. Je komt bij weidevogels af en toe wel eens een Scholekster tegen die gekruiste snavels heeft doch je verwacht niet dat een soort als een gewone Pimpelmees deze vreemde afwijking zal hebben. Waarnemer Henk Adema uit Ferwerd zond me een foto toe die hij op 6 januari 2012 maakt van een Pimpelmees op een vetbol in de tuin. Hij schreeft me op 22 januari dat de vogel eigenlijk al enkele weken was te zien. Vanuit Drachten kreeg ik van Fam Hamstra op 23 februari ook een foto toegestuurd van een zelfde verschijning. In eerste instantie dacht ik; hee wat vreemd, zou het een en dezelfde vogel zijn? Doch als je goed de beide vogels bekijkt dan is dat niet zo. De vogel uit Drachten heeft alleen een verlengde bovensnavel en die uit Ferwerd heeft zowel de ondersnavel als de bovensnavel verlengd.Ik vraag me af of de afgelopen winter er op meer plekken van deze afwijkingen aan mezensoorten zijn geconstateerd.Ik had tot nog toe nog nooit dergelijke Pimpelmezen gezien met zulke lange snavels. Nu de Koolmees en Pimpelmees al weer de nestkasten gaan inspecteren en vanuit de omgeving al hun territoria zang laten horen ben ik benieuwt of er dit jaar ook betere resultaten qua broeden zullen worden bereikt. Het broedseizoen 2011 was voor veel soorten mezen slecht, de vooruitzichten voor dit jaar lijken (goed beukenootje jaar) veel beter. Nestkasten kan men nu het beste inspecteren op gebreken en controleren of de ophanging nog goed is. Het is vooral zaak dat nestkasten van binnen goed droog zijn en van de juidste invliegopening zijn voorzien. We zien helaas maar weinig variatie in invliegopeningen bij nestkasten in tuinen. Wilt U ALLEEN Pimpelmees in U kastje maak de invliegopening dan rond 26 mm. Voor andere kastjes past U variatie toe in kastgrote en invlieggatdiameter. Koolmees b.v. 32 mm, Spreeuw 35 mm en Gekraagde Roodstaart 46 mm invlieggat. Zo krijg je een meer gevarieerde broedvogel bevolking in je tuin.
24 februari 2012. Jan de Jong,Joure. Tel.0513-414788
Als ik dit schrijf is de strenge vorst al weer op zijn retour doch de kou zit nog wel in de lucht. Het sneeuwde vanmorgen en vanmiddag licht. De afgelopen weken hebben we veel vogels in nood kunnen zien. De Houtsnippen vluchten voor de noordelijke koude en werden op allerlei plekken ziek, gewond of zelfs dood gevonden. Van Pieter Schaap uit Snikzwaag kreeg ik een Houtsnip die bij zijn moeder in de tuin was gevonden, mogelijk tegen een vensterruit gevlogen toen hij op de vlucht was voor de kou. Tonny de Jong uit Joure bracht me een zwaar zieke en gewonde Kerkuil die hij aantrof op de Meenscharweg. De vogel werd belaagd door een Buizerd die deze zwakke vogel verwonde. Wonden aan vleugel , rug en kop en een blind oog waren te slim en zijn dan ook de reden geweest dat het eksemplaar al na enkele uren sterfde. Van Eelke Bosma uit Haskerhorne kreeg ik een telefoontje dat er aan de Beukenlaan in Joure een dode Watersnip was aangetroffen en dat er vorige week een Woudsend een dode Ransuil was gevonden. Er zullen op wel veel meer plekken slachtoffers zijn gevonden, de Vogelwacht van Heerenveen is vorige week begonnen met het bijvoederen van de vogels bij de wakken rondom Heerenveen. Velen voeren actief bij woningen met vetbollen en zaden. Lijsterachtigen zijn dol op appels en ander fruit afval. Nu de sneeuw en mogelijk ook de ijzel voor een afdeklaag zorgen in de komende dagen is het belangrijk dat er op de vaste voederplekken wordt door gevoerd. Aan de kust langs de Wadden en bij Lauwersoog zijn al veel dode Scholekster, Tureluurs en Steenlopers aangetroffen ,daar zijn moeilijk maatregelen voor te bedenken. Het bijvoederen is nu een belangrijke zaak geworden vooral veel lijsterachtigen , Winterkoningen, Vinken ,Sijsjes, Kepen , etc. komen op voedertafels aan.
Op 31 januari laat kreeg ik een telefoontje van een vogelopvang Marssum dat er bij Franeker een Slechtvalk gewond was gevonden en bij hun binnengebracht was. De vogel was aan de linker vleugel en de rechterpoot gewond. Normaal zie je Slechtvalken altijd in de buitengebieden doch deze was kennelijk bij het oversteken van de weg niet snel genoeg geweest. De gewonde Slechtvalk droeg een Noorse pootring zo deelde Mevr. van der Veer van de Vogelopvang Marssum me mee, deze ring zou door het asiel worden opgegeven en ik zou er nog wel van horen waar ie weg kwam. Normaal duurd zoiets even voordat de informatie binnen is doch in dit geval kreeg ik van hen direct al bericht retour, de vogel bleek als nestjong geringd te zijn op 9 juni 1998 te Hovsherad, Rogaland,Lund op 598 km van Franeker. Zeker 13 jaar en 7 maanden en 22 dagen oud maar liefst was de vogel geworden! Ringvondsten van Slechtvalken in Friesland zijn zeldzaam. Waarnemingen uit Friesland zien we de laatste jaren steeds meer binnenkomen. Zo zag ik zelf op 31 januari 2012 tussen Joure en Heerenveen op een parkeerterrein ook een Slechtvalk met een prooi zitten op een 20 tal meters van de rijbaan. De vogel had een duif te pakken en was deze aan het plukken. Ook bij de Blauwgraslanden van Akmarijp is de laatste jaren wel eens eentje gezien. Slechtvalken zijn rappe jagers in het veld, toch is er onder hen dus ook wel eens een die "zonder te kijken " de weg oversteekt , met alle gevolgen van dien.Voor meer waarnemingen uit de omgeving hou ik me uiteraard aanbevolen.
Vanmorgen rond 9.30 uur even een rondje op de fiets door de natuur gemaakt bij Joure. Het zonnetje scheen en de temperatuur lag rond het vriespunt. Op diverse plekken aan de Borgerstraat waren al actieve Merel mannetjes te zien en bij het tunneltje richting Scharsterbrug zag ik een groepje Koolmezen die aan het voedsel zoeken waren in de struiken.
In de Twigen trof ik een prachtige Buizerd aan die zich kort liet benaderen , aan de andere kant van de rijksweg vloog een Grote Zilverreiger over richting de Langweerder Wielen. Veel eenden zaten er niet bij de brug de Oude weg. Het weggetje bij de waterzuiverings installatie ingeslagen richting het Jouster slûske daar trof ik langs de rietzoom diverse Kuifeenden ,Wilde eenden, Meerkoeten en enkele Tafeleenden aan.
In de polder richting Broek-zuid zat nog een Buizerd mooi op een paaltje de natuur in zich op te nemen. Terug naar de zuiveringsinstallatie fietsend zat er aan de noordzijde van de Oudeweg nog een Buizerd die belaagd werd door Zwarte kraaien. Over de rijksweg richting het fietspad langs de Langweerder Wielen bleek de polder de Woudfennen praktisch leeg te zijn. Hier en daar een enkele Kokmeeuw die wat op de natte grond dribbelde om voedsel.
Op de Langweerder Wielen diverse kleine groepjes Kuifeenden en enkele Tafeleenden die uit de rietzoom tevoorschijn kwamen. Richting de Put van Nederhorst fietsend op het schelpenpad viel het me op dat er langs de oevers van de Langweerder Wielen toch wel erg veel zwerfvuil lag. Dit was ik ook al aan de andere kant bij de zuiveringsinstallatie tegen gekomen toen ik op weg was naar het Jouster slûske. Vooral in de wintermaanden als de natuurlijke dekking weg is komen de plekken tevoorschijn waar toeristen en bootjes mensen in de zomermaanden hun rotzooi deponeerden.
Bij de Put van Nederhorst aangekomen valt meteen de verschijnning van twee Knobbelzwanen en een Aalscholver op, de Aalscholver zat op een boei met de vleugels gespreidt zijn veren te drogen in het kille zonnetje. Langs het schelpenpad aan de zuidzijde van de Put van Nederhorst fietsende richting Scharsterbrug ontdekte ik in het kale struikgewas diverse Merels en Koolmezen en op de Put aan de leie zuidzijde zaten een hondertal Kuifeenden te rusten, enkele vogels doken actief om voedsel.
Op het heuveltje uitkijkend over de landerijen aan de zuidzuide van de Scharsterrijn bij Boornzwaag ontdekte ik een groep van zeker 31 Canadese gansen die samen met een 12 tal Tamme gansen (half witte/en witte) en een 125 tal Meerkoeten aan het grazen waren op het oeverland. Een zestal (!) Hazen waren aan het spelen op een weiland en bleven de gehele tijd bijelkaar, al maar rennend en spelend.
Het heuveltje af en dan langs de Scharsterrijn richting Scharsterbrug leverde een prachtige Roodborst op die als een standbeeld zo stil stond op een paaltje langs het fietspad, de vogel liet zich tot op 4 meter benaderen. In de Scharsterrijn trof ik halverwege nog een paartje van de Grote Zaagbek aan die aan het duiken waren naar voedsel en aan de zuidzijde van de Nestle fabrieken zat in de luwte een stille Buizerd ingedoken op een laag hekkepaaltje. Het grasland aan de westkant van de oude tramweg bij Scharsterbrug herbergde veel Stormmeuwen die alle naar voedsel zochten in het nog deels groene weiland.
Bij de Hollandiastraat aangekomen linksaf geslagen en weer richting Joure gefietst. Een paar 100 meter voor Joure zag ik links in het weiland een flinke grote vogel liggen, het bleek een dode Buizerd te zijn. De vogel was al zeker langer dan 2 weken dood en er waren nog maar enkele resten over, zoals 2 vleugels, 2 poten met een deel van het skelet en de kop. Duidelijk nog een jong eksemplaar. Kennelijk door het verkeer omgekomen gezien zijn gebroken poten en vleugels. Buizerden vanmorgen volop gezien in het veld doch niet verwacht dat op die plek een gesneuveld eksemplaar zou worden aangetroffen.Toch nog een flink aantal soorten vanmorgen tijdens mijn fietstochtje van 1,5 uur kunnen ontdekken.
Als ik dit schrijf is het nieuwe jaar al weer een tijdje gevorderd. Het water wordt de komende dagen steeds minder belangrijk in de Media nu het gevaar weer wat geweken is betreffende overstromingen. Toch blijven wij als Friezen met een kater zitten. Het begin van het jaar was opvallend zacht (winter?) weer met kloften Kieviten en enorme watervlakten.Weer eens wat anders dan sneeuw en ijs! Zacht en nat was het rond de jaarwisseling ook in de Blokslootpolder tussen Joure en Sneek waar ik enorme groepen kieviten zag rusten tussen Ganzen en Goudplevieren. Zelfs 1 Scholekster ontbrak niet op een van de aanlegsteigers!
Veel natuurkenners en ook Waterschapmensen hebben de toevloed aan watermassa al veel eerder zien aankomen. Door de enorme verdrogingen van de veenlagen de laatste 30 jaar in vooral het Lage Midden van de provincie Friesland is er een "enorme kom" ontstaan door verzakkingen van deze veenlagen. Met alle gevolgen van dien ook voor de weidevogels en bebouwingen in deze gebieden.
Voor een groot deel stroomt het water natuurlijk naar het diepste punt van de "kom" als we niet zorgen dat het water er weggepompt wordt. Kaden en polderdijken geraken steeds vaker al in een vroeg stadia verzadigd door de hoge stand van het boezemwater en kunnen na een zware regenperiode de druk al snel niet meer aan. We zullen door de alsmaar aanhoudende verzakkingen steeds meer kaden en polderdijken moeten gaan aanleggen als we de toevloed van water wilen keren uit de landbouwgebieden en bebouwingen. Het wordt als maar duidelijker in Friesland we moeten "pompen of verzuipen"!
De kosten die door al deze verzakkingen in het Lage Midden veroozaakt zijn komen voor een groot deel te rusten op de schouders van niets vermoedende Friezen, zij moeten dit opbrengen en kunnen machteloos toezien hoe er vanuit de landelijke overheid, die toch een belangrijke invloed heeft gehad op de ontginning van het landschap en stimulering van de economie in het Friese landschap er nu weinig of niets meer in wil investeren. Er komen geen nieuwe sluizen ("pompen" ) bij. Straks blijft alleen een groot meer midden in de provincie over waar , hoe kan het ook anders, de Recreactie en Toerisme naar toe gelokt wordt. Een nieuwe impuls in de economie! Landbouw is uit Recreatie wordt in, langzaam wordt daar nu al een beetje naar toegewerkt door de Provincie door de ontwikkeling in de Recreatie te steunen en te activeren. Grote vraag is en blijft hebben we over 30 jaar nog wel een natuurgebied over als de Oude Veenen bij Eernewoude en zijn er nog wel landbouwgebieden over in Friesland?
Vragen die we naarmate de toekomst vorderd ons steeds meer zullen gaan afvragen . Leven we straks nog op drijvende huisjes of zullen we moeten verkassen naar de Wouden op de hoge zandkoppen? De tijd zal het leren, doch intussen maar flink blijven doorpompen anders verzuipen we !!
Op 24 december 2011 is er door Aant de Jong uit Joure een Visotter gefotografeerd vanuit de kijkhut de Skiere Goes in het Oosterschar te Sint Johannesga. Het beest liet zich gedurende enige tijd goed zien aldus Aant de Jong die op die middag fotos aan het maken was. Hij was blij verrast dat het beest zo plotseling opdook.De visotter is geen onbekende in het Oosterschar. Vroeger in de jaren rond 1960 waren er nog diverse in de gemeente te vinden, we kwamen ze tegen op diverse plekken , o.a. langs de Tjeukemeeroevers bij Rohel en de monding bij de Skarsterrijn, Petgaten van Vierhuis, langs de Tjonger, het Ooster en Westerschar en in de wintermaanden konden we ze vaak sporen langs de diepe kanaalvaarten die door de ontgonnen polders liepen tussen Rotstergaast en Vierhuis. Na de zeventiger jaren werd het snel minder met de visotter in Friesland en is hij snel verdwenen. Het doet me goed dat de Visotter terug is in Skarsterlan. Waar het beest vandaan komt is niet zeker, het kan een van de recent uitgezette exemplaren zijn doch het dier kan ook best op eigen gelegenheid hier zijn gekomen. Per slot van rekening is het Oosterschar bij Sint Johannesga/Rotsterhaule een prachtig natuurgebied (beheerd door It Fryske Gea) waar deze soort thuishoord en hebben we genoeg visrijke gronden waar het dier voedsel kan vinden. Ook de petgaten bij Vierhuis en oevers aan het noorden van het Tjeukemeer bij Rohel (Staatsbosbeheer) zijn zeer geschikte gebieden voor permanente vestiging.
Met een 65 pagina's dik verslag sluit ik het ringseizoen 2011 af. Heel veel vogels zijn er weer geringd en vele wetenswaardigheden (met foto's) staan in het verslag vermeld. Qua aantallen een prachtig jaar doch ik zie ook veel problemen voor de toekomst. Met name de nieuwe Natuurwet van Bleeker baart me grote zorgen. Er komt veel minder geld beschikbaar voor de natuur en.... diverse wetten worden aangepast/ versoberd. Als vrijwilliger kun je hier tegen protesteren, laat vooral het hoofd niet hangen en probeer je nog meer als voorheen in te zetten om juiste cijfers boven water te krijgen die de natuurbeschermings organisaties en vereenigingen kunnen inzetten. Duidelijk aangeven hoe het er met de natuur voorstaat is een van de belangrijkste pijlers voor het voortbestaan van onze natuurwaarden. Sluit U aan bij die vereeniging die U denkt dat die de natuurbelangen in U omgeving het meeste nodig heeft en zet U in als vrijwilliger waar dit nodig is.
In de Bijlage mijn verslag van een klein stukje van Skarsterlandse bodem. Mocht U meer willen zien dan bent U altijd welkom in het gebied Marswâl aan het Tjeukemeer, bezoekers kunnen prachtig wandelen op de nieuwe polderdijk die aan de noordoever tussen Vierhuis en Oldeouwer is aangelegd. Wel honden aan de lijn en op polderdijk blijven. Er is erg veel te zien in onze prachtige Skarsterlandse natuur en... het natuurgebied het Ooster en Westerschar (It Fryske Gea) ligt dichtbij (omgeving Rotsterhaule/Sint Johannesga).
Totaallijst geringde vogels opgemaakt van 1985-2011.
Al een tijdje ben ik bezig met het maken van een eindverslag betreffende het ringonderzoek naar zangvogels aan de Tjeukemeer oever bij Rohel in Friesland. Jaarlijks kijken naar de vangsten geeft ons een globale indruk van wat er zoal passeerd op gezette tijden. Daar het nog een tijdje duurd eer het eindverslag van 2011 klaar is hierbij eerst even een lijstje met vangstgegevens (zie Bijlage). Vanaf 1985 zijn er maar lieft 33611 vogels in mistnetten gevangen en van een ring voorzien. Hierbij zijn 395 jongen die in het nest geringd zijn. Soms bijzondere soorten zoals; Sperwergrasmus, Bladkoning, Noorse nachtegaal, Waterrietzanger, Buidelmees, Taigaboomkruiper, etc. Maar ook opmerkelijke zoals Blauwe reiger, Havik, Buizerd, Krakeend, Wintertaling, etc.
Ransuilen moeilijk te vinden na de stormachtige dagen.
Na een langdurige afwezigheid op mijn Blog, mijn vader is de afgelopen maand gestorven op 84 jarige leeftijd, heb ik toch de draad weer opgepakt en me gestort op de tellingen van roestplekken van de Ransuil in de gemeente Skarsterlan.
Al zeker een 4 jaar hou ik de gegevens van de tellingen bij van diverse roestplekken in de gemeente. Dit jaar ben ik begonnen aan de E.A.Borgerstraat en ontdekte dat de vogels verdwenen waren, ook achter de sporthal de Stuit kon ik ze niet weer terugvinden. De plek aan de Tjotter te Joure is dit jaar ook verdwenen daar de hulstboom bij de buren gekapt is zo meldde Mevr. Tymstra me. Door de storm van de afgelopen dagen zijn er kennelijk veel vogels die een ander plekje opgezocht hebben en zijn ze veel moeilijker op te speuren. Van Stijn Polmann en Inge de Laat kreeg ik gelukkig een melding dat er aan de Overspitting nog een groepje van 5 Ransuilen te zien is.Ze stuurden me enkele fotos van de uilen!
Komende weken zou ik graag wat hulp ontvangen van mensen die bij toeval slaapplekken van Ransuilen ontdekt hebben. We tellen de vogels en onderzoeken aan de hand van de braakballen wat voor voedsel ze hebben gegeten. In plekken als Echtenerbrug, Sint Nicolaasga, Langweer, Oudehaske (?) en mogelijk op allerlei andere plekken zullen zeker nog Ransuilen aanwezig zijn. Reacties zijn welkom
Oeverzwaluwwand in Wyldehoarne te Joure vernieuwd.
Joure, 17 november 2011
Oeverzwaluwwand in wijk Wyldehoarne marterproof!
De succesvolle nieuwe Oeverzwaluwwand in de Jouster wijk Wyldehoarne is door de Gemeente Skarsterlan "marterproof" gemaakt. De wand was dit jaar zeer succesvol qua aantal broedparen. Plaatselijke vogelwachters telden ruim een 50 a 60 nestgangen die bewoond waren en er zijn er door mij zeker 200 vogels geringd voor het Wetenschappelijk onderzoek. Opmerkelijk is dat zeker 91 verschillende vrouwtjes aanwezig waren in de kolonie, dus de diverse nestgangen zijn zeker meerdere keren gebruikt door de oeverzwaluwen in 2011. De kolonie bevind zich op beschermt terrein en is niet toegankelijk voor publiek. Enige tijd geleden ontdekten we dat niet alleen de Oeverzwaluwen regelmatig bij de wand kwamen doch dat er in het najaar ook bezoek was geweest van een marterachtige. Uit voorzorg is de wand nu zo gemaakt dat er een fikse waterpartij voor staat zodat de marters wel een zwemdiploma moeten bezitten om de nesten te bereiken. Ook heeft de hele wand een opknapbeurt gehad en is er nieuw zand in en achter de broedgaten aangebracht. Al me al een hele klus waar de Gemeente Skarsterlan veel werk van heeft gemaakt. Nu maar afwachten wanneer de Oeverzwaluwen komend jaar vanuit het verre Afrika hun nog beter beveiligde onderkomen gaan bezoeken, we verwachten de eersten zo rond april al.
Knobbelzwaan AY29 is verknocht aan de Haskerveenpolder.
Vanmorgen kreeg ik al snel bericht uit Duitsland van de ringer die de Knobbelzwaan met Halsband AY29 en Helgoland ring 117890 daar geringd had te Jemgumgaste op 10 augustus 1998. al 1kj man. De vogel bleef in 1998 tot 27 nov. in Duitsland en werd daar voor het laatst gezien bij Zolhaus Doenebrock,Bunde ,Leer. In 1999 werd de vogel voor het eerst gezien in Friesland op 17 oktober in de Graverijpolder bij Wijckel door Trinus Haitjema, op 25 november 1999 zag H.Schreur de vogel dat jaar nog bij Sondel. In 2000 is de vogel tussen 15 oktober en 19 november nog in de omgeving van Sondel en Wijckel gezien door diverse waarnemers. De vogel is dus als jong in de omgeving van Jemumgaste in Duitsland opgegroeid en is nadat hij in Friesland in de omgeving van het IJsselmeer is geweest kennelijk niet weer weggeweest uit Friesland. Met dank aan de attente opmerking hierover die ik van Trinus Haitjema mocht ontvangen!
Na deze eerste drie jaar duikt de vogel plotseling op op 24 februari 2000 in de omgeving van Joure en Vegelinsoord en is daar eigenlijk tot op de dag van 6 november 2011 niet weer vandaan geweest, althans de waarnemingen wijzen dit voorlopig uit.Elk jaar is de vogel wel in de omgeving gezien, doch na 13 juni 2009 pas weer op 16 november 2011 voor het eerst. Stellig is de vogel wel in de tussenliggende periode aanwezig geweest doch heeft niemand hem gemeld. In de periode 2001 tot 2007 is de vogel talrijke keren door Tsjepke van der Honing gemeld, zelfs enkele jaren met een partner op nest. De vogel blijkt tot nog toe 107 keer gemeld te zijn. Dit mannetje is verknocht aan de Haskerveenpolder, hopenlijk overleefd hij de komende winter weer en blijft hij met zijn partner in deze omgeving. Een dergelijke dispersie van een jonge knobbelzwaan was me nog niet bekend.
Vanmiddag ging ik er even op uit in de natuur rondom Joure. Aan de Vegelinsweg ten noorden van Joure ontdekte ik een paar Knobbelzwanen in de vaart ronddobberend met een groot jong. Van dichtbij kon ik de vogels gemakkelijk bewonderen, het mannetje droeg een gele halsband met de inscriptie AY29. Het wijfje droeg geen halsband en zwom statig rond, alle drie vogels hoorden bij elkaar zo te zien. De man Knobbelzwaan is al vrij lang in de Haskerveenpolder te zien.De vogel is al jaren steeds in de zomer en herfst hier aanwezig. Het blijkt om een vogel te gaan die op 10 augustus 1998 in Duitsland bij Jemgumgaste, Jemgum geringd is als jong mannetje. We hebben de Duitse vogelringer inmiddels een berichtje gestuurd en wachten op een "lifstory". Plaatstrouw bij zwanen komt veel voor, maar we zijn toch wel benieuwd waar de vogel zijn winters heeft doorgebracht. We zijn benieuwd of er ook interessante gegevens zijn ontdekt van deze al zeker 14 jarige Knobbelzwaan. We houden jullie op de hoogte! Zijn er trouwens nog meer zwanen in de omgeving gezien met opmerkelijke halsbanden!
Met het veranderen van de tijd eind oktober /begin november in wintertijd valt het op dat er elk jaar steeds een toenemend aantal meldingen van verkeersslachtoffers onder de kerkuilen voorkomt. Zo belde Johannes van der Meulen uit Akkrum me op 12 nov j.l. op met de opmerking dat het de laatste 2 weken zelf 9 dode Kerkuilen op rijkswegen heeft zien liggen. Vooral op de Afsluitdijk, traject Steenwijk -Heerenveen, bij Beetsterzwaag, omgeving Ter Idzard en diverse op rijkswegen in Noord Holland. Veel automobilisten rijden nu 130 km per uur op deze wegen zodat een botsing vaak niet te voorkomen is aldus van der Meulen.
Oorzaak van dit alles is mijns inziens ook de plotselinge wijziging van de aanwezigheid van autos tijdens het invoeren van de wintertijd. We weten dat de kerkuil, maar ook ransuil, vaak al in de schemering begint te jagen. Bij de invoering van de wintertijd is de schemering dus 1 uur vervroegd en blijkt de verkeers intensiteit enorm veel groter te zijn. Dit is voor kerkuilen mede een van de grote oorzaken van de toename van slachtoffers. We weten dat kerkuilen soms tot zeer laat in het seizoen nog jongen kunnen hebben. Zo vertelde Frida van der Veer uit Marsum van de vogelopvang me dat er op 13 november nog een jonge kerkuil was binnengebracht uit Tjerkwerd, de vogel was uit een hooiblazer gevallen en in de schuur was een Steenmarter actief. Kerkuilen die rond die tijd nog jongen te verzorgen hebben lopen een groot risico. Dat geldt tevens ook voor opsluitingen in boerenschuren rond die tijd. Veel veehouders sluiten met het guurder worden van de dagen dakvensters en deuren zodat vogels opgesloten kunnen geraken en als er dan geen vodsel is na korte tijd sterven. Elk jaar komt dat ook herhaaldelijk voor. Soms heeft de boer er totaal geen weet van of er een kerkuil in de (hooi) schuur zit, ze verstoppen zich namelijk , soms in hooiblazers of achter het ûleboerd. Let op de Kerkuilen dus!
Op de wat kleinere rijkswegen worden veel minder kerkuil slachtoffers gevonden aldus van der Meulen , die vrijwel dagelijks op de rijkswegen te vinden is. Graag horen we de mening van andere weggebruikers wat zei vinden van de toename van de slachtoffers en of ze wel eens een kerkuil voor de auto hebben gehad.
Naast de kerkuil zijn er ook in toenemende mate de laatste jaren Buizerds als slachtoffer langs en op rijkswegen gevonden. Uit eigen ervaring weet ik dat bepaalde trajecten echt grote dodenwegen voor deze soort zijn. De vogels komen in het najaar en winter vaak op slachtoffers die gesneuveld zijn op de weg af en nuttigen dit als voedsel. Met name de r.w. tussen Joure en Lemmer is een gevreesde dodenweg, en juist daar is de snelheid ook nog opgevoerd tot 130 km per uur! Reacties graag naar:
Het wordt de laatste weken steeds stiller aan het Tjeukemeer bij Rohel. Veel vogelsoorten zijn al weg en door getrokken naar warmer oorden. Vrijwel alle rietgorsen zijn nu verdwenen en ook de Zwartkoppen zie je niet meer. Af en toe nog een groepje Koolmees en Pimpelmees en enige doortrek van wintergasten zoals de Koperwiek en de Kramsvogel. We zien ook steeds meer ganzen overtrekken en de vegetatie begint al snel zijn groene kleur te verliezen. Nog twee verslagen van ringmorgens hebben jullie tegoed, ze staan hier onder aan het verslag in de Bijlage.Als het weer het toelaat misschien komende weken nog enkele keren naar Marswâl en dan valt de "winterstop" in. Opvallend is dit najaar dat er veel minder Koolmezen waren dan andere jaren, komt stellig door een slecht broedseizoen. Voor komend seizoen (2012) zoeken we nog enige (assistent) medewerkers die actief mee willen doen met het ringen van vogels o.a. aan het Tjeukemeer. Mensen die belangstelling hebben om vogelringer te worden hebben de voorkeur. Enkele motivatie eigenschappen die belangrijk zijn voor dit vrijwiligerswerk zijn ; wilskracht, doorzettingvermogen, nieuwsgierigheid, kennis van vogels, etc. Verder moet je beschikken over redelijk wat vrije tijd en soms erg vroeg opstaan voor het ringwerk. Natuurlijk zijn er ook helpers nodig die het leuk vinden om een keer mee te gaan en te "proeven" wat het vrijwilligerswerk voor de Wetenschap nu eindelijk inhoud. Reacties zijn welkom!
Op 2 november 2011 smorgens vroeg afgereist naar Rohel aan het Tjeukemeer. De weersvoorspelling was dat de mist die morgen vrij snel zou optrekken. Bij aankomst had het in de nacht flink geregend, alles was nat en er hing een mistbank langs de oever. Toch maar snel de netten opgezet en afwachten of er nog vogels doortrekken. Het zou een rustige morgen worden met helaas veel mist! In de Bijlage een dagverslag. Tevens een Jaarverslag van 2009 en 2010 toegevoegd, zodat er iets te lezen valt.
Als de komende periode het weer het toelaat ga ik nog diverse keren proberen Koperwieken te vangen. Mensen die belangstelling hebben en eens mee willen kunnen me bellen!
Op zaterdag 29 oktober tijdens een zwak Oost-zuid-oosten wind rond 5.00 uur aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel. Er stond nog behoorlijk wat grondmist doch dit zou rond 7.15 uur snel optrekken. Door het zachte weer waren er maar weinig lijsterachtigen deze morgen, aan de kust op de waddeneilanden is vaak meer stuwing dan in het binnenland van Friesland. Toch vielen de aantallen niet tegen , vooral opvallend veel Winterkoningen (13) en Roodborsten (18). Zouden de Winterkoningen geleerd hebben van de vorige winter en nu wel meer weg en doortrekken? Opmerkelijk was dat we tijdens voorjaar en zomer veel minder van deze soort ringden. In de Bijlage een opgave van de gevangen en geringde vogels (79) waaronder de eerste Vuurgoudhaan en Goudhaan van dit jaar. Opvallend is dat de Koolmees momenteel veel minder wordt gevangen dan de Pimpelmees , hopenlijk komt er in november nog een trekgolf uit het noorden.