In de wintermaanden worden er in Frieslandvaak nog flinke aantallen Spreeuwenwaargenomen. Over de herkomst wordt altijd nog wat gespeculeerd, waar komen deze vogels vandaan en waar gaan ze heen om voedsel. Als het wat meer gaat vriezen en de sneeuwhoogteneemt flink toe mogen ze graag bij boerderijen verblijven op zoek naar wat eetbaars. Ik heb er soms wel ploegen van enkelehonderden bij de maispulp gezien. Veel boeren dekken de maispulp in de winter als het streng vriest afmet plastic folie en menigSpreeuwprobeert danonder de folie te kruipenom toch nog maar wat te bemachtigen. Soms vriest het zo sterk dat er flinke aantallen komen te overlijden. Anderen komen om door voedselgebrek. Daarbij zit er dan af en toe eentje met een pootring.
Kaunas T.108909
Geringdals man 1kj op 16-07-1986 te Ventes Ragas ,Silute, Litouwen USSR
GevondendoorG. Th. de Roos (Vlieland) in dorp Oost- Vlieland op 26 december1986.
Gestorvendoor de koude.Afstand 1069 km.
Helsinki A.462775
Geringd als nestjong op 30 mei 1984 bij Ahtari, Vaasa in Finland.
Gevondenin eerste decade van begin februari 1985 te Gorredijk door Appie Venema uit Terwispel.
Slachtoffer van koude. Afstand 1507 km.
Draadslachtoffers.
Door de enorme grote groepen Spreeuwen die soms in formatie vliegen sneuveld er wel eens eentje uit de groep tegen de hoogspanningsleidingen. Deze slachtoffers wordenmaar zelden gevonden daar ze op allerlei plekken terecht komen.Tijdens een draadslachtoffer onderzoek in 1981werden er twee vondsten gemeld.
Helgoland 7639396
Geringd op 6 december 1980 als volgroeid vrouw op Helgoland in West Duitland.
Gevonden op19 februari 1981 ten oosten van Leeuwarden als draadslachtoffer door D. H. Nauta uit Leeuwarden.
London XA.89654
Geringd op 31 december 1977 als eerste jaars vrouw te Ipswich,Suffolk, Engeland.
Gevondenop 10 november 1981 te Drachten , dood als draadslachtoffer. Afstand 353 km.
Gepakt door roofvogels.
Af en toe krijg ik bericht dat een roofvogel een vogel geplukt heeft en dat er bij de resten nog een pootring met inscriptie op duikt. Daarbij zijn soms buitenlandse ringen.
Kaunas KV 56243
Geringd op 25 juni 2008 als 1e jaars te Vente, Klaipeda, Litouwen,USSR.
Resten gevondenop 16 oktober 2011 bij Gaastmeer doorB. Zijlstra uit Heeg.
Vogel was door roofvogel geplukt en lag op een hoopje riet. Afstand 1054 km.
London XN.97332
Geringd op 3 december 1983 als man 1e jaarste Wellington,Salop, Engeland.
Vers dood door roofvogelop 6 april 1984 te Ee (Friesland) gevonden door P. Heringa uit Ee.
Afstand 582 km.
Meldingen van van Winter Spreeuwen gevraagd;
In sommige winters verblijven er nogal wat Spreeuwen in ons land. We zijn benieuwd of onder deze vogels ook veel slachtoffers vallen. Vooral tijdens de najaarstrek komen er veel Spreeuwen uit N.O. Europa hierlangs op trek naar zuidelijker gelegen wintergebieden zoals Engeland en Frankrijk. Deze groepen blijken op veel plekken massaal de ligboxstallen van veehouders te bezoeken, soms al in september. Ook onze eigen Spreeuwen met jongen komen massaal op het voer in de ligboxstallen af vanf begin juli. Veel veehouders kunnen deze groepen maar zelden keren in hun stal en laten de vogels mee eten met het vee op maispulp of ander veevoer. Met name groepen vogels die hier tijdens de winter en hier permanent overwinteren (december/februari) verblijven in stallen hebben mijn aandacht. In het voorjaar komen grote groepen Spreeuwen, vooral uit Engeland hier langs weer op weg naar hun noordelijker gelegen broedgebieden. Tijdens deze voorjaarstrek kunnen ze ook overlast bezorgen doordat ze massaal bij elkaar slapen in dorps of stadskernen. Meldingen van grote groepen wintergasten zijn welkom. Ben benieuwd of ze in de wintermaanden hier in Friesland ook massaal slapen in ligboxen.
We zijn nu al 23 december en tot op heden zijn er in deze maand nog maar weinig meldingen van IJsvogels binnengekomen uit Friesland. Zou dan toch een flink deel al vertrokken zijn?
Het lijkt me sterk dat er nu al een flink deel is omgekomen van de zeker zes broedplekken in 2012. Goed nagekomen nieuws is daarbij dat er in 2012 ook 1 paar broedde in Kollum volgens de Vogelwacht Kollum. Van slechts een zestal plekken kreeg ik in december meldingen binnen, zo werd er begin december er een in Dokkum gezien volgens de Website www.lauwersmeer.com en op 6 december werd er in Leeuwarden door Joop van Eerbeek een gezien bij Het Vliet. Gerard Wilken uit Kingmatille zag er twee dagen later ook eentje in zijn woonplaats. In Jonkerslân zat aan de Bonteboksleane op 14 december er ook een meld F.K. van der Weg. Op 20 en 22 december ontdekte Sip Veenstra er in Broek zuid 1 bij Joure. Kor Plat uit Franeker trof er bij zijn woning op 21 december een aan op een zitplek boven de sloot.
De IJsvogel , maar ook andere soorten ,krijgen het de komende weken moeilijk , vooral tijdens de jaarwisseling zal er door het harde geknal (nu veel harder dan voorgaande jaren) veel verstoring zijn. IJsvogels zijn vooral in die periode erg kwetsbaar, diverse komen er dan ook om in die periode doordat ze in blinde paniek tegen de ruiten kunnen vliegen. Ik ben dan ook erg nieuwsgierig of vogels tijdens de komende jaarwisseling ook veel meer last zullen hebben van de hardere knallen van het vuurwerk. Wij mensen kunnen nog propjes in de oren doen maar de vogels en dieren moeten het (zonder voor kennis) allemaal live aanvaarden. Of zouden de IJsvogels dan toch voorkennis hebben gehad en voordien verdwenen zijn?
Van de roestplekken van Ransuilen weten we dat deze nachtvogels plotseling kunnen verdwijnen en niet terugkeren op hun stekkie! Ben benieuwd hoe het voor de IJsvogel uitpakt deze jaarwisseling.
Allen Prettige Kerstdagen en een Goed, Gezond en vooral rustige jaarwisseling toegewenst! Hopelijk kunnen we het allemaal het nieuwe jaar 2013 (nog) met eigen OGEN aanschouwen!
Al heel wat jaren broeden er op de eilandjes in het Tjeukemeer Kokmeeuwen. Al meer dan 10 jaar ringen wij (E.Haagsma en Jan de Jong) elk jaar een flink deel van de jonge vogels om zo er achter te komen waar deze vogels zoal overwinteren en gedurende de volgende broedseizoenen verblijven. De jonge vogels blijken allerlei richtingen op te gaan , sommigen verblijven gedurende de hele winter in Nederland, anderen vertrekken naar Engeland. Blij verrast waren we dat we vandaag van het Vogeltrekstation in Wageningen (www.vogeltrekstation.nl ) bericht ontvingen van een Kokmeeuw die we op 5 juni 2009 als nestjong op de Margjepolle van een ring voorzagen. De vogel bleek in de maand juli te zijn teruggemeld door Cesar Alvarez en is gevonden bij Gijon, Asturias in Spanje!De kokmeeuw had een opmerkelijke doodsoorzaak , hij was namelijk gepakt door een Havik of valk zo werd ons gemeld. Ongewoon is dat de vogel omtrent de broedtijd nog in Spanje verbleef! Gezien zijn leeftijd op dat moment zou hij(of zij!) eigenlijk teruggekeerd moeten zijn naar zijn (of haar) broedgebied in Nederland. Mogelijk is ie verzwakt geweest of op een of andere manier gewond zodat de lange reis terug niet aanvaard kon worden. De afstand tussen de ringplek in het Tjeukemeer en de vindplaats in Spanje is maar liefst 1339 km! Momenteel verblijven ook in ons land weer veel Kokmeeuwen die uit het buitenland komen, vaak noordelijke vogels. Mochten er in u omgeving vogels met opvallende kleurringen gezien worden meldt het ons dan even, er zijn er in Europa maar ook in ons land heel veel aangebracht en het kan zo maar zijn dat U een buitenlander in U tuin of park tegen komt! Een foto maken kan uitkomst bieden.
Veel fotograven maken er een sport van om de verschillende kleurringen op te sporen en door te geven. Meldt Kokmeeuwen met kleurringen aan mail@frankmajoor.nl of kijk op www.frankmajoor.nl
De IJsvogel, een prachtige "blauwe parel" in het Friese landschap is schaars geworden na de vrij koude winter van 2011-2012. Zouden er dan toch weer heel veel gestorven zijn? Begin februari 2012 waren er op diverse plekken (Drachten, Bolsward,Heerenveen) plotseling meldingen van vogels die dood gevonden werden. Eelco Schuurmans uit Drachten vond er eentje op het ijs aan de Waterlelie. In de winter sterven ze vaak door voedselgebrek omdat dan de plekken met open water maar moeilijk meer te bereiken zijn .Toch was het aantal (bij mij) gemelde slachtoffers in Friesland maar klein (max.5)vergeleken met de aanwezigheid van de vogels in de zomer en herfst van 2011. Zou dan toch een flink deel vertrokken zijn en elders op zoek zijn gegaan naar meer open water en voedsel in de vorm van kleine visjes.? De IJsvogel is een echte zwerver en kan in herfst en najaar plotseling zomaar opduiken bij rijk gevulde vijvers en parken waar veel kleine visjes zijn te vinden. Door dit zwerven komt er nog wel eens een IJsvogel om , in Joure sneuvelde er een tegen de ruiten toen ie op weg was naar een stekkie aan het water.Menig eigenaar van een vijver heeft verrukt staan kijken naar de felblauwe kleuren op de rug van de vogel toen ie er als een speer vandoor ging vlak boven de water oppervlakte. Met zijn voor de vogel grote en forse snavel pakt hij de visjes na een snelle duikplons uit het water en zoekt in de omgeving een tak of stronk uit om de prooi te pakken. Vanaf de 2e decade van februari 2012 werd het aantal meldingen van IJsvogels in Friesland schaars en dit hield aan tot rond half juli toen op meerdere plekken de (vaak) eerste jaars vogels waargenomen werden. Doch bij IJsvogels weet je vaak niet of de jonge vogels rond die tijd uit de directe omgeving afkomstig zijn of al vroege trekkers van andere broedlokaties. Ik ben dan ook zeer benieuwd of er in de winter van 2011-2012 op veel meer plekken slachtoffers zijn gevallen in de provincie en vraag me af of er in de komende periode (december2012-t/m februari 2013 nog wel IJsvogels worden gezien in Friesland. Uit een voorlopige verzameling van ringgegevens blijkt dat er tot op heden slechts 5 (!) IJsvogels in Friesland zijn geringds in 2012 en dat er maar erg weinig vondsten en terugmeldingen van geringde vogels bekend zijn geworden de laatste 40 jaar. Vaak keren de vogels terug naar hun eigen stekkie, zo vond ik in mijn archief een terugmelding van een IJsvogel die geringd werd op 17 augustus 2003 in Terhorne, de vogel werd op 12 oktober 2004, na meer dan 1 jaar dus, door een andere ringer op precies dezelfde plaats teruggevangen. Verder zijn er ringmeldingen bekend geworden in Friesland van, Belgie, Zweden en Duitsland. We zijn erg benieuwd of er nog aanvullingen zijn op deze ringvondsten en of er ook waarnemers zijn die meer informatie over de IJsvogeltjes in 2012 in Friesland hebben. Voor ringers en belangstellende heb ik nog een determinatie artikel; toegevoegd om van IJsvogels het geslacht en de leeftijd vast te stellen, welke gepubliceerd is in het "vakblad" voor vogelringers van het Vogeltrekstation in Wageningen , onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademy van Wetenschappen. Mochten er vragen zijn over de determinatie van een gevonden IJsvogel dan zoek ik het graag voor U uit.
Op 29 november ontdekte E.Van Mourik aan de Wederik in Heerenveen een groepje van zeker zes Pestvogels die in de Gelderse roos zaten. De Pestvogel is de laatste weken maar weinig meer in het binnenland van Friesland gezien. Een groepje van zes kan er op duiden dat er toch een flinke verplaatsing is geweest van noordelijke vogels. Eerder deze maand werden er onder anderen vogels gezien in Heeg en Dokkum. De Pestvogel komt in de gemeenten Heerenveen en Skarsterlan maar weinig voor in de wintermaanden. De vogel valt op door zijn opvallende kuif en de knalgele staartpunten en zijn de rode "lakpuntjes" aan de uiteinden van de armpennen en heeft de grootte van een Spreeuw. Volwassen vogels hebben een zwarte keelvlek en jonge vogels hebben die niet. op 30 november waren er nog twee van de zes aanwezig. Het is een echte wintergast die het gemunt heeft op bessen die nu nog op vele plekken aan de struiken en heesters hangen. Graag ontvang ik meldingen van deze soort uit de provincie.
Sterke trek van Koperwiek en Kramsvogel aan Tjeukemeer
Koperwieken en Kramsvogels suisden door de lucht.
Op 6 november tijdens een reguliere vangochtend was ik zoals gebruikelijk weer vroeg op de ringplek in Rohel aanwezig. Bij het krieken van de dag stonden de netten al geruime tijd en verwachte ik eigenlijk een rustige vangochtend in november. Dat bleek anders uit te komen, vlak na 8.15 uur bleek al vrij snel dat er Koperwieken in de lucht waren, de vogels kwamen op het soortgeluid af wat uit de geluidsbox klonk. De eerste vogels kwamen uit westelijke richting, doch even na 8.30 uur kwam er vanuit het oosten een groep van 35 Koperwieken en 18 Kramsvogels overvliegen. Mooi zo,n groepje dacht ik nog, een teken dat er trek is want ze reageerden niet op het geluid en vlogen snel door. Weldra kwamen er meer, nog geen 5 minuten later weer 14 Koperwiek en een 36 Kramsvogels, de laatsten al tjakkerend overvliegend. Kramsvogels zijn lastig te vangen aan het Tjeukemeer , in de periode 1985 t/m 2011 vingen we slechts twee ! Voor de aardigheid toch maar het geluid van de Kramsvogel erop gezet terwijl de groepjes al maar overtrokken , waaronder vele Koperwieken en tientallen Kramsvogels. In de tussentijd waren her en der al enkele Koperwieken in de netten gevangen zodat het wat drukker werd. Na het uithalen van de Koperwieken begon ik met het ringen van de gevangen vogels. Inmiddels namen de groepjes nog steeds toe en plotseling rond 9.30 uur was het vlak boven me tijdens het ringen van de Koperwieken een suisen en fladderen, honderden Koperwieken en Kramsvogels kwamen naar beneden en zaten hoog in het hout. Ze reageerden plotseling sterk op het geluid van de Kramsvogel. Nooit eerder had ik dit zo meegemaakt en ik maakte mij al zorgen hoe het bij het net zou zijn . Gelukkig viel dat mee, geen tientallen tegelijk in de netten maar slechts drie, maar wat voor drie...! Drie Kramsvogels tegelijk dat was ongekende luxe voor deze ringplek. De vogels zaten pal voor de geluidsbox en lieten zich gemakkelijk verwijderen. Wat een prachtige vogel is dit! De doortrek uit het oosten bleef de gehele ochtend aanhouden, ik noteerde tussen 8.30 uur en 10.55 uur maar liefst 693 Koperwieken en 531 Kramsvogels die vlak over me heen vlogen naar het westen. Mogelijk waren er veel meer geweest doch ik telde alleen wat ik vanaf de ringplek kon zien en wat ik tijdens het uithalen van de lijsters noteerde. In totaal werden er maar liefst 36 Koperwieken geringd op die morgen. Het verslag van die morgen gaat hierbij , evenals de verslagen van 11 en 19 november 2012.
Noorse Roodborst overwinterd aan noordoever Tjeukemeer
Noorse Roodborst te gast op ringplek.
In oktober en november vangen we aan het Tjeukemeer regelmatig Roodborsten, nooit zat er eens eentje met een vreemde ring tussen. Op 28 oktober ontdekte ik in net C3 een met een Noorse ring. Eerst dacht ik dat we met een eigen vangst te maken hadden doch toen ik wat dichter bij kwam bleek dat de ring veel dikker was dan normaal en veel losser om de poot zat.Controle met een oogloup wees uit dat we met een Roodborst te maken hadden die in Noorwegen geringd was, de inscriptie van Norway Stavanger was duidelijk te zien. Winterwaarnemingen van Roodborsten zijn heel normaal, veel mensen hebben er tijdens een herfst en winter wel eens eentje die gelange tijd in hun tuin verblijft .Je weet dan eigenlijk nooit waar ie vandaan komt. Het kan dus zo maar zijn dat je een buitenlandse gast in jou tuin hebt. Na 28 oktober werd de vogel ook op 6-11 en 19 november op dezelfde plek aan het Tjeukemeer vastgesteld. Normaal broed de Roodborst in de zomermaanden niet bij ons op de ringplek, wel enkele 100 den meters oostelijk in het natte moerasbos aan de noordoever van het Tjeukemeer. Kennelijk is er nog genoeg voedsel te vinden voor de "Noorse" gast en misschien blijft ie de Kerstdagen wel over.! In het verslag van 24 en 28 oktober leest U meer over ringvangsten in oktober.
Enkele terugmeldingen van oud ringer Teake Straatsma .
Toen ik deze week op zolder in een van de vele oude dozen met correspondentie en ander verzameld materiaal een map ontdekte van wijlen Teake Straatsma , oud ringer in Joure en overleden in 1966, was mijn nieuwsgierigheid snel gewekt. In de map zat vele aantekeningen en kopieen van in die tijd moeizaam verzamelde ringgegevens van vóór en na de oorlog 1940-45. Teake was een ringer die alles wat ie in handen kreeg ook ringde, ging ook vaak op weg met het "wilsterspul" en ringde in de jaren 1958 - 1960 ook vele Kol-Riet en Brandganzen. Uit zijn aantekeningen pak ik slechts enkele terugmeldingen die ik opmerkelijk vond;
1. Bruine kiekendief Leiden 230329 Op 17 juni 1950 een nestjong geringd te Oudehaske, op 17 oktober 1950 is deze na precies 4 maanden geschoten te Adir Lucus bij Arache in Spaans Marokko!
2. Kievit Leiden 192390 Op 18 juni 1949 een nestjong bij de Woudfennen geringd, de vogel werd op 4 februari 1954 bemachtigd bij Mazagan, 90 km Z.O. van Casablanca in Marokko.
Leiden 192349 Bij Joure werd op 21 juni 1947 een nestjong geringd, de vogel werd op 19 juni 1952 bemachtigd te Ust-Kubin-rayon Volgda district (59.37 N - 39.12 O) in de U.S.S.R. Een opmerkelijke terugmelding daar deze in Friesland geboren Kievit bijna 5 jaar later in het broedseizoen (!) in Rusland verbleef.
Leiden 163391 Op 17 juni 1937 ringde Teake Straatsma een nestjong die begin januari 1939 werd geschoten te Roumagne,Lot-et Garonne in Frankrijk. Ook toen was de jacht al hevig in die zuidelijke landen.
Leiden 189638 Op 24 juni 1943 als nestjong te Joure geringd en op 14 mei 1944 dood gevonden bij Radviliskis (55.45 N -41.10 E) in Lithauen (Rusland- nu Litauen). Ook deze kievit werd in het broedseizoen noordelijk van Friesland teruggemeld. In en na de oorlog werd in de omgeving van Joure veel steltlopers geringd, vooral in het eerst nog nestjongen maar later ook met het wilsternet Kievit en Goudplevier. Helaas is het thans (2012) zo dat er in Skarsterlan geen vogelringer actief meer is in het ringen van weidevogels.
3. Torenvalk Skovgaard S.21759 Op 29 juni 1948 werd er bij Stadil, West Jutland (Denemarken)een jonge Torenvalk geringd die midden oktober 1948 bij Oudehaske werd geschoten. In die tijd werd er kennelijk minder positief over Torenvalken gedacht en schoot men ze uit de lucht.
4. Fuut Stavanger 307.901 Op 17 januari 1954 werd er bij Sint Nicolaasga een dode fuut gevonden , de vogel bleek als jonge vliegvlugge vogel op 16 september 1953 geringd te zijn bij Stavanger in Noorwegen! Buitenlandse ringen van Futen zijn voor Friesland zeldzaam!
5. Grutto Leiden 152651 Op 28 mei 1935 werd er bij Joure een nestjong geringd door Teake Straatsma, de vogel werd op 1 maart 1937 op de terugweg naar zijn broedgebied gedood op de slikken van Ruggeri,Rumana,Ancona in Italie! De soort begint nu vanaf 2000 qua broedpopulatie sterk af te nemen rond Joure. Ringvondsten komen maar zelden meer voor en er worden geen Grutto's meer geringd bij Joure.
6. Bonte Kraai. Rossitten D.58763 Op 11 april 1938 werd een in Haffwerden ,Kreis Labiau in Oost Pruisen een vogel gevangen en verplaatst naar Essen , Rijnland in Duitsland. De vogel werd op 18 maart 1940 dood gevonden te Huisterheide in de Gemeente Doniawerstal. Bonte kraaien zijn nu in de gemeente Skarsterlan schaars en worden zelden meer gemeld.
7. Wilde eend Leiden 281546 Op 9 oktober 1954 werd te Haskerhorne (in eendenkooi?) een volgroeide eend geringd , de vogel werd op 11 februari 1956 geschoten in de baai van Mont-St.Michel, 22,5 km ZW van Avranches (Manche) in Frankrijk. Kennelijk ringde Straatsma ook eenden in de eendenkooi in Haskerhorne en Sint Nicolaasga want ook de Wintertaling en Slobeend werden door hem geringd en teruggemeld.
Tot zover dan een kleine greep uit de vele bijzondere ringvangsten er terugmeldingen van de oud Jouster vogelringer. Zo ringde hij op 25 juni 1944 nog een nest met drie jonge Wielewaal aan de Blauwhof in Joure en op 26 mei 1933 een nest met 4 pulli van de Duinpieper (?) met ringnummers Leiden 41081- 41084 op Ameland. Twee jonge Ooievaars werden op 24 juni 1939 te Joure geringd en aan het Tjeukemeer op 25 juni 1938 een nest met 3 jonge Bruine kiekendieven. Verder kwamen er in het archief veel terugmeldingen van jonge Scholeksters voor die in de omgeving waren geringd en v.n. in Frankrijk geschoten werden. Zelf was ie ook jager en hij ontving ook regelmatig ringen van geschoten vogels. Hij schreef ook regelmatig in kranten en schreef enkele boekwerken.
Graag houd ik me aanbevolen voor meer (oud) nieuws van vogelringers uit vervlogen tijden.
Ondanks regenachtige perioden veel vogels aan het Tjeukemeer.
Op 8-10 en 20 oktober is er aan de noordoever van het Tjeukemeer weer actief op zangvogels gevangen voor het wetenschappelijk onderzoek. Daarbij viel op dat de tussenliggende perioden qua weer niet zo fraai was, veel regen en harde wind. Ondanks die omstandigheden toch nog veel vogels gevangen. Op 10 oktober moest ik zelfs de netten vroegtijdig sluiten in verband met een massa vogels die in korte tijd in de netten hing, ik was tot 13.30 uur bezig om de vogels te ringen en meten. Vooral de Rietgors met 36 nieuwe vangsten en een groep Staartmezen en Koolmezen zorgden voor de nodige spanning. Op 20 oktober bleek na een periode van 10 dagen dat de Roodborst nu echt op doortrek was, er werden maar liefst 17 vogels gevangen .Ook een flinke groep Koolmezen was aanwezig en zelfs nog enkele Kleine karekieten waarvan er eentje in slechte conditie was (9.9 gram). Geen enkele zwakke Merel aangetroffen gelukkig. In Duitsland heerst een dodelijke ziekte onder deze soort en daar zijn al 100.000 den gestorven. Bijgesloten de 3 verslagen van de ringdagen in oktober. Hopelijk komt er volgende week nog een vervolg als de weersomstandigheden mij niet in de steek laten.
Vanmorgen 30 september 2012 na een periode van 14 dagen kon er eindelijk weer gevangen worden aan het Tjeukemeer. De weersomstandigheden waren niet al te gunstig geweest in de afgelopen periode , veel regenbuien en af en toe harde wind. En was het eens een goede dag dan waren er juist net andere verplichtingen die voor gingen. Het leek in eeste instantie vanmorgen een rustige dag te worden qua wind, er woei een koel briesje van 2B uit het ZW.Na enkele netten uitgezet te hebben langs de oever in de rietzoom is de snippen opstelling langs het slootje geplaatst. Dit ging met de nodige tegenslagen, lamp stuk/net deels in knoop. Gelukkig was het volle maan en kon de rest van de netten vrijwel zonder lamp opgezet worden. Na 8.00 uur kwam er meer zon en draaide de wind meer naar het zuiden (ZZW, later Z) en nam in kracht toe (naar 3-4B, met vlagen van 5B). De volle maan was ongunstig om Watersnippen te vangen , de vogels zagen de netten vrijwel direct en konden ze gemakkelijk ontwijken. Omdat de Watersnippen het lieten afweten zette Willem het geluid van de Graspieper aan omdat er enkele over trokken naar west. De vogels reageerden opmerkelijk snel op het geluid en leken zich vrijwel niets aan te trekken dat je pal bij het net stond. In de Bijlage het verslag van de ringmorgen. Ook het verslag van 16 september nog even toegevoegd, het ontbrak nog in het geheel.
Zender onderzoek aan Gekraagde Roodstaarten in Friesland.
Broedgevallen gezocht in gebieden tussen Burgum-Damwoude-Buitenpost -Drachten.
De Gekraagde Roodstaart kan op allerlei plekken tot broeden komen doch zijn voorkeur is wel nestkasten en holle bomen. Van Jacqueline Cox ontving ik enkele mooie fotos die ik jullie niet wil onthouden. Het blijkt dat afgelopen broedseizoen er in Friesland in de omgeving van Ooostermeer , Zwaagwesteinde en Noord Bergum diverse volwassen vogels van kleine zendertjes op de rug zijn voorzien door het bureau Altenburg en Wymenga zo meldde me Marten Sikkema. De zendertjes zitten op de rug om zo hun trekroutes te kunnen ontrafelen. Als de vogels zo rond half maart uit Afrika terugkomen naar hun nestkasten willen ze graag weten of de vogels ook hetzelfde nestkastje weer gaan bezetten. Vandaar ook dat het van belang is om zoveel mogelijk broedgevallen te lokaliseren in een wijde omtrek om zo de kans op een broedvogel met zender te vergroten voor het geval dat ze een andere broedlokatie kiezen. Daarom wordt nu alvast contact gezocht met mensen die dit jaar en de afgelopen jaren een broedgeval op hun erf hadden van deze soort.
Er komen de laatste tijd veel meldingen binnen van broedgevallen. Van Ineke Carolus uit Suameer kreeg ik bericht dat er dit jaar een paartje Gekraagde Roodstaarten had gebroed in een nestkastje op 4 meter hoogte in een boom in de tuin, de vogel broedde er ook in 2011. Bij Lenie Dijkstra in Noord Bergum broeden al zeker 20 a 25 jaar (!) achtereen 1 a 2 broedparen in de tuin, dit jaar waren er zelfs weer 2 paar. Jan J. de Jong uit Drachten had dit jaar een broedgeval bij de woning aan Het Zuid en meldde dat er aan de Suderheide ook een paartje aanwezig was. Er kwamen meldingen binnen uit Damwoude, Oudkerk, Noordbergum,Boelenslaan,Garijp bornwird, Oudehorne, Oudwoude, Drachten, Gorredijk,Twijzelerheide, Tietjerk, Winsum,Suameer, Harkema, Sint Jacobi Parochie en Joure. Het kan natuurlijk zijn dat U woonplek daarbij wordt genoemd doch er kunnen per woonplek meerdere broedgevallen zijn geweest, schroom dus niet en meldt U broedgeval toch even aan ons voor de zekerheid.
Waar broeden nog Gekraagde Roodstaarten in Friesland?
Als
broedvogel is de Gekraagde Roodstaart (Readsturtsje) langzaam achteruit gegaan in ons land. Het aantal in
Nederland was in 2000 nog zeker 23.000 paar doch in de periode daarvoor (rond
1975) waren er zeker nog 35.000 a 50.000 paar aanwezig, een vrij sterke
teruggang. Voor Friesland schat ik het aantal broedparen nu nog maar tussen de
200 en 350 paren. De soort overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara. De
teruggang in ons land wordt mogelijk, voor het grootste deel, veroorzaakt door
de nog steeds gaande ontbossing van Afrika en de regelmatig voorkomende droogte
periodes ten zuiden van de Sahel wat een inkrimping van het leefgebied in de
wintermaanden tot gevolg heeft.
De
Gekraagde Roodstaart broedt nog op diverse plaatsen in het oosten van de
provincie en op de Waddeneilanden. In de driehoek Staveren
/Leeuwarden/Harlingen en in Noord Friesland is de soort de laatste jaren zeer schaars
vertegenwoordigd. De soort broedt graag in tuinen en parken en zoekt zijn
nestplek in holle bomen en nestkasten. Veel nestkasten zijn echter ongeschikt
daar de vliegopening (30 a 32 mm) vaak te klein is en aangebracht is voor
mezen, de Gekraagde Roodstaart heeft liefst een opening van rond de 46 mm. Wat meer
variatie van nestopeningen in nestkasten bied een ruimere keus voor deze
nestkastbroeders. Door de toename van andere holenbroeders zoals de Boomklever
(Blauspjocht) en de Grote Bonte
Specht (Grutte Eksterspjocht) is
het aantal beschikbare holten in bomen voor de Gekraagde Roodstaart afgenomen,
ze broeden dan wel ook in houtbulten, oude boomstronken en muurspleten.
De
vogels komen vanaf half maart terug uit hun overwintergebieden in Afrika en
worden dan vaak als eerste bij nestkasten waargenomen. Het mannetje zingt
vooral in de eerste ochtenduren. Als vroegste datum voor Friesland noteerde ik 8
maart 2002, toen werd er door Erik Walinga in Joure al een vroeg eksemplaar in
de tuin gezien. De meeste vogels keren echter in de 1e en 2e
decade van april terug. In 2011was de eerste op 5 april terug (Vlieland) en in 2012
op 10 april (Terschelling). De Gekraagde Roodstaart legt per legsel 5 a 7 licht
blauwe eieren en leeft voornamelijk van insecten en rupsen. Deze eieren worden
gedurende 12 a 13 dagen bebroed en de jongen vliegen tussen de 13 en 15 dagen
uit. Per jaar zijn er vaak 2 legsels. Graag ontvang ik meldingen van
broedgevallen van deze soort van de laatste jaren. De Gekraagde Roodstaart
staat bekend om zijn trouw aan het broedgebied. In de regel keren broedvogels
binnen een straal van 200 m terug naar de broedplek, soms naar hetzelfde
nestkastje.
Het mannetje is de meest opvallende van de
twee geslachten. Volwassen mannetjes zijn in de zomer te herkennen aan hun helder
wit voorhoofd, zwarte keel, roestbruine staart, opvallend oranjebruine borst en
flanken, zwarte pootjes en grijsachtige bovendelen. Het wijfje is minder opvallend
en heeft naast de roestbruine staart en de grijze bovendelen een duidelijke
lichtere keel en is isabelkleurig van onderen. Opvallend verschil tussen het
wijfje van de Gekraagde Roodstaart en het wijfje van de Zwarte Roodstaart
(Swart Readsturtsje) is dat het
wijfje van de Zwarte Roodstaart veel donkerder op de borst is (zonder isabel
kleuren) en geen lichte maar meer een grijs-zwarte keelvlek heeft.
Engelse ringvondsten van Scholeksters in Friesland
Enkele vondsten van Engelse pootringen in Friesland.
Al vele jaren staan er bij mij een 20 tal klappers met terugmeldingen van vogels in de kast. Van sommige soorten zijn er wel erg veel terugmeldingen zoals van Scholeksters, Kokmeeuwen en Zilvermeeuwen. Van de Scholekster zijn er in de loop der jaren heel wat buitenlandse pootringen in Friesland gevonden. Vooral veel aan de kust maar ook in het binnenland. Deze keer kijk ik naar enkele Engsele pootringen die meer in het binnenland van Friesland zijn gevonden.
1. London FA.04450 Als volwassen vogel (na 3e kj) geringd op 9 september 1986 te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire in Engeland en op 16 mei 1994 dood gevonden in weiland door W.van der Honing uit Gersloot . De vogel heeft de ring 2806 dagen gedragen en is in zijn broedgebied gestorven.
2. London FR.85010 Deze vogel werd op 23 februari 1986 te Fagbury, Felixstowe in Suffolk (Engeland) als volwassen vogel (na 2e kj) geringd op een slaapplek van meerdere Scholeksters.Op 13 mei 1991 vond D.Tolman uit Joure de vogel dood bij Heerenveen.Plantinga uit Joure bezorgde me de vondst. Een vogel die dus in zijn overwinteringsgebied geringd is en teruggevonden in de broedperiode.
3.London FV.23316 Op 8 september 1975 is deze Scholekster te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire, zelfde plek als ringvondst nr.1 (London FA.04450), geringd als na 3kj door Engelse ringers. Op 27 maart 1995, na bijna 20 jaar, is de vogel door w.s. een Friese eierzoeker dood gevonden in een weiland tussen Noordwolde en Vinkega. De vogel heeft de ring minstens 7140 dagen gedragen, in die tussentijd is de vogel nergens anders opgemerkt.
4. London SS.77581. Op 24 november 1968 is er te Heachham, King's Lynn, Norfolk in Engeland een 1 kalenderjaar Scholekster geringd, deze vogel werd in de broedperiode op 29 mei 1983 zwaar gewond gevonden als verkeersslachtoffer te Idzega bij Oudega (W) door Fam. Reitsma uit Idzega. De vogel stierf kort erna aan zijn verwondingen. diezelfde nag nog ontving ik het eksemplaar en kon de volgende gegevens vastleggen; Gewicht 495 gram, Vleugel 262.0 mm, Loopbeen 49.4 mm, Staart 108.0 mm. Snavel 74.5 mm (tot bevedering). Na sectie bleek het te gaan om een volwassen wijfje met eicellen van gemiddeld 7 mm (grootste 11.0 mm).
Uit deze slechts 4 voorbeelden van Engelse ringen blijkt dat een deel van onze Friese binnenlandse Scholeksters ook kan overwinteren in Engeland. Tegenwoordig worden er in het binnenland van Friesland maar weinig Scholeksters meer geringd zo blijkt uit de ringgegevens van het Vogeltrekstation. Ik ben erg benieuwd of er de laatste jaren ook nog meer bijzondere ringen van Scholeksters zijn gevonden in Friesland.
Op 13 augustus 2012 ontdekte Willem Kok uit Joure rond 19.30 uur savonds op zijn terras een klein zangertje die vanaf de pergola op een van de vlonders bij de vijver landde. Het bleek om een Kleine vliegenvanger te gaan die zich maar even liet zien. Toen Kok een fototoestel haalde was ie even verdwenen doch hij kwam daarna weer terug om uit de vijver te drinken. Helaas te kort om duidelijk op de foto te zetten. Het bleek te gaan om een 1kj vogel aldus Kok, dus geen rode borst maar wel de opvallende witte zijden van de staart en het typische effen donkere bovenkleed en het kleine voorkomen. De soort broedt eigenlijk meer noordelijk en oostelijk van ons in Polen, Duitsland, Estland, Letland , Litouwen, Finland tot diep in Rusland en wordt in het voor en najaar in ons land gezien. Slechts een enkele keer is er een broedgeval in ons land vastgesteld, echter niet bevestigd met fotografisch materiaal.
Bij mijn onderzoek naar Boerenzwaluwen in schuren in Friesland kom ik regelmatig situaties tegen dat er sprake is van een bezoek van een predator in de schuur. Veel van de predatoren worden door de boer of bewoner zelf ontdekt en soms gemeld.Er zijn er nogal wat predatoren die het gemunt hebben op de nestjongen van de Boerenzwaluw. Bekend zijn o.a. Ratten, Katten, Gaai, Ekster, Sperwer, Steenmarter, maar ook de Kerkuilen maakt slachtoffers. De Kerkuil is een soort die overdag niet vaak gezien wordt in de schuur daar hij een meer in de schemer en nacht op prooien jaagd, voornamelijk veldmuizen. Bij mijn eerder bezoeken dit jaar in Warga had ik al eens op zolder een ruiveer van een Kerkuil gevonden doch meende eerst dat het om een oude veer ging van 2011 van een aldaar geringde Kerkuil die dood gereden was op de Wâldwei in de omgeving van Warga.Nadat ik op 20 augustus meerdere veren en ook enkele braakballen (vers ) vond wist ik zeker dat ik te maken had met een "nieuwe " kerkuil die af en toe in de schuur kwam. De braakballen zijn uitgeplozen en tot mijn schrik vond ik in een braakbal twee pootringetjes van nestjongen van de Boerenzwaluw die in dezelfde schuur waren geringd . Op 9 augustus ringde ik in nest T.83 4 nestjongen van 12 dagen oud, twee ervan bleken in de braakbal te zitten.
Op 10 september 2012 heb ik de laatste twee nesten met jongen in de schuur geringd en controleerde of er op zolder ook nog veren van de Kerkuil lagen, die lagen er nog wel en ook 1 (!) een recente braakbal. Gewaarschuwd door de plundering van een eerder legsel controleerde ik deze braakbal en tot mijn verbazing zaten hier ook twee (!) pootringen in van jonge boerenzwaluwen uit dezelfde schuur, deze bleken op 20 augustus aangelegd te zijn bij 3 pulli van reeds 14 dagen oud. Het loont dus wel om de braakballen van kerkuilen die in schuren gevonden worden waar boerenzwaluwen nestelen te controleren! Recent was in dezelfde omgeving ook al eens een ringetje van een Boerenzwaluw aangetroffen in een Kerkuil braakbal. De Boerenzwaluw staat dus wel degelijk op het menu van de Kerkuil. Het wonderlijke is dat je van veel resten van zeer jonge Boerenzwaluwen vrijwel niets terugvind in de braakbal (vaak kraakbeen) , alleen de snavel en de ruggegraad vallen dan nog op .Bij deze braakballen waren de aangetroffen nestjongen ouder dan 12 dagen. Vind je als veehouder dus veren op zolder van een uil en heb je Boerenzwaluwen in de schuur gehad die er broeden , verzamel dan de braakballen en laat deze onderzoeken op het voorkomen van resten van Boerenzwaluwen en andere vogels (o.a. Husmus). Als de Boerenzwaluwen zijn verdwenen naar het zuiden (vanaf eind september tot begin april) dan bevinden in verse braakballen geen resten meer van Boerenzwaluwen, dat moet duidelijk zijn. Dus tijdens het broedproces van de Boerenzwaluwen verse braakballen verzamelen en onderzoeken zou wel eens veel meer slachtoffers aan het licht kunnen brengen , in combinatie met het ringen van nestjongen. Ringvondsten in braakballen (ook bij andere soorten) komen voor, ik ontvang daar graag bericht van.
Ringverslagen van 16 augustus tot begin september 2012
Veel opvallende vangsten aan het Tjeukemeer .
Door veel drukte met het vangen en ringen en de administratie van de Boerenzwaluwen in Friesland was de administratie van de verslagen van het ringonderzoek aan de noordoever van het Tjeukemeer er even bij ingeschoten. Hierbij de aanvulling tot en met 8 september 2012.Opvallend is dat we de laatste tijd veel Grote Bonte Spechten vangen en ringen. De soort lijkt toch behoorlijk te zijn toegenomen, ook uit reacties van waarnemers uit Friesland krijg ik steeds meer meldingen betreffende broedgevallen in en bij dorpen en steden. De Zwartkoppen nemen de laatste tijd qua aantallen toe, mede door het gebruik van geluid. Ook de IJsvogel is weer bij Rohel geringd. Naast vogels is ook een nieuw plantje ontdekt aan het Tjeukemeer, het Oranje springzaad! Sjoerd Bakker van SBB ontdekte dit tijdens een van zijn bezoeken aan onze ringplek! De soort is in Nederland in opmars en elders in de provincie Friesland waren al eens eerder planten gevonden door Sjoerd Bakker. Voor meer details van de vangsten en bijzonderheden zie de hieronder geplaatste Bijlagen.
Met groeten van, Jan de Jong, Joure Tel.0513-414788
Op 10 augustus 2012 werd de 12e CES (Constant Effott Site project) periode van dit jaar volgemaakt aan de noordoever van het Tjeukemeer. Het project loopt al vanaf 1994 en ieder jaar is er met succes alle 12 perioden gevangen. Vanaf 1985 wordt er al met de CES methode aan het Tjeukemeer in Friesland gevangen volgens de toen geldende richtlijnen van de BTO (Engelse Ringcentrale). Hiermee waren we de vroegste Cessers in Nederland.In de periode tussen 1985 en 1994 werd er dus al gewerkt volgens een vaste mistnet opstelling. Uit de vangsten van 10 augustus bleek dat er op die dag al duidelijk sprake was van dat een groot deel van de Kleine karekieten al vertrokken was. De vogels hadden in ons gebied een zeer slecht broedseizoen achter de rug. Ook op 10 augustus was het bij aankomst muisstil in het riet en de rietzoom. Na een slechte overwintering in Afrika (winter 2011/2012) troffen ze hier ook nog een slechte broedperiode met veel regen en harde wind en stevige hagelbuien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat van de vele nesten in de rietzoom er niet een overbleef waaruit jongen kwamen. Op 15 augustus werd er voor het eerst dit jaar weer gevangen met geluid. Direct al bleek dat er toch nog veel Kleine karekieten (van elders) doortrokken , we vingen er maar liefst 55 op die morgen. Alle vogels waren ongeringd en enkele hadden al vetreserve opgebouwd. Bijgaande de verslagen van 10 en 15 augustus .
Van Jan Bok uit Joure kreeg ik onlangs een pootring van een steltloper die door een kennis van hem ,Kees Borst uit Hoogmade, in Leiderdorp in de Rodepolder in een weiland langs de slootskant was doodgevonden op 7 april 2012. Vleugels en resten van de poten waren nog aanwezig aldus de vinder. Op de ring stond Riksmuseum Stockholm 8064588,een vogelring uit Zweden. In eerste instantie wisten we niet om wat voor soort het ging doch na opgave van de vondst bleek deze afkomstig te zijn van een Wulp die als nestjong geringd was op 14 juni 2011 in Bytraskvagen, Overkalix in Zweden , op maar liefst 1867 km van de plek waar hij gevonden was. Deze vondst van een Wulpen nestjong is de meest noordelijke die ooit in ons land is aangetroffen uit Zweden.De vogel heeft de ring slechts 298 dagen gedragen. Veel steltlopers , maar ook meeuwen en andere vogels, sterven al vroeg in hun eerste levensjaar. Van Wulpen worden maar weinig pootringen gevonden zodat de opgave van Kees Borst uit Hoogmade , via onze plaatsgenoot Jan Bok , een wezenlijke bijdrage leverde aan het trekonderzoek naar deze soort. Mochten er mensen zijn die ook pootring(en) van andere vogelsoort(en) hebben gevonden en deze nog niet gemeld hebben schroom dan niet om deze op te geven. Vers dode vogels met ring graag direct melden zodat we nog belangrijk Biometrisch onderzoek kunnen verrichten.
Van Familie Vos in Nieuwehorne ontving ik een berichtje dat ze op 25 juni 2012 tijdens een wandeling in de omgeving van Nieuwehorne een veer van een vogel hadden gevonden waarop een nummer(6156970) stond afgebeeld. Ook Annemarie Ferkranus uit De Knipe vond op er op 15 juli in de omgeving van De Knipe een met het nummer 6156980. Deze veren blijken afkomstig te zijn van Buizerden, deze vogels zijn beide de afgelopen winter geringd en gemerkt door R.Riem Vis uit Jubbega. Het stempelen van de veren leverd naast de pootring belangrijke informatie op over o.a. de verblijfplek tijdens de rui van de vogel zonder dat hij daar nog eens voor gevangen moet gaan worden. Aan de hand van de individuele veren van de vleugel (hand -en armpennen) kan men zien welke pennen er geruid zijn en waar deze vogel zijn ruigebied heeft. Het is dus belangrijk dat deze veren bewaard en gemeld worden. De veer met nummer 6156970 bleek op 29 januari 2012 gestempeld te zijn en afkomstig van een volwassen mannetje Buizerd (ouder dan 3 jaar) te Oudehorne.. De andere veer met nummer 6156980 is op 12 februari 2012 gestempeld te zijn en afkomstig van een volwassen wijfje Buizerd (ouder dan 3 jaar) uit De Knipe. Gestempelde veren met nummers hebben dus voor de wetenschap een grote waarde. Het vinden van zon'n veer is toeval, doch als je er speciaal om gaat zoeken is het een hele toer om er eentje te vinden. Mochten er mensen zijn die ook zo'n dergelijke veer met stempel gevonden hebben dan zouden we daar graag mee in contact komen.
Op vangdagen 23-24 en 25 juli 2012 veel vogels aan Tjeukemeer.
Tijdens de 3 achtereen volgende dagen aan het Tjeukemeer plotseling veel vogels gevangen .Op 23 en 24 juli notabene met 2 netopstellingen (B14 en B15) maar liefst 24 Zwartkoppen op een totaal van 99 vogels. De 25e juli met volledige netopstelling gevangen en maar liefst 140 vogels in mijn eentje. Dat was druk. De netten zijn dan ook al om 10.35 uur opgeruimd om al de vogels nog goed te kunnen verwerken. op 25 juli ook 1 Gekraagde Roodstaart, deze soort vangen we eigenlijk maar weinig op trek aan het Tjeukemeer. De verslagen met de aantallen staan in de onderstaande Bijlagen.