Noordelijke wintergast op kale en kille vlakte. Op 21 februari smiddags er even op uit om te kijken naar de terugkerende weidevogels in de omgeving. Ik kijk al een paar dagen uit naar de eerste Grutto's en heb er eigenlijk nog steeds geen enkele hier in de omgeving gezien. Op naar de Blauwgraslanden bij Akmarijp , als ze er zijn dan zitten ze vaak het eerst daar op het natte oeverland. Op weg erheen blijkt dat het toch nog behoorlijk koud aanvoelt door die noord-oostelijke wind en er ligt zelfs een laagje ijs in de sloten. Op de Doltenweg in Akmarijp zie ik aan de linkerzijde van de weg dat een boer al bezig is met het mest injecteren. Langs de weg ligt een dikke rode slang waar de mest mee wordt vervoerd naar het land en op de kale landerijen rijdt langzaam een grote tractor met daarachter een mestinjector. Veel Kieviten hebben deze activiteit ontdekt omdat door het injecteren en beroeren van het land er mogelijk voedsel vrij komt. Ik telde dan ook zeker een 185 Kieviten die verspreidt over het gehele gebied aanwezig waren, tussen hen zaten hier en daar kleine groepjes Spreeuwen die ook profiteerden van de boer zijn activiteit.
Doch helaas geen enkele Grutto tussen dit groepje, wel nog een rustende Buizerd die op een afrasterings paaltje zat en de boel overzag en een "biddende" Torenvalk (wijfje) die bij een flinke modderbult kennelijk een muis had ontdekt en zich ervan geringe hoogte op liet storten. Op naar de Blauwgraslanden van Staatsbosbeheer , doch daar aangekomen bleek het een kale boel te zijn. Op de grote open plas dras vlakte was geen enkele weidevogel te zien, wel midden in het gebied een prachtige Slechtvalk (een mannetje) die op een hekje zat en de omgeving in de gaten hield. De Slechtvalk zit hier al vele jaren in de winter en heeft hier kennelijk zijn vaste stek. In sommige jaren zijn er wel een twee tegelijk.
De Slechtvalk wordt de laatste jaren steeds vaker in Friesland gezien. Op 8 februari werd er in Bolsward een gevonden met een oogwond welke bij de vogelopvang van Frida van der Veer in Marssum binnenkwam. Helaas overleed de vogel aan zijn verwondingen. Gelukkig was er bij de Kruisbrekken ten westen van Irnsum op 18 februari nog een gezond eksemplaar aanwezig volgens waarnemer Hans de Jong uit Grou. Mogelijk dat de Slechtvalk op nog meer plekken in de provincie Friesland is gezien deze winter, wie zag hem nog meer?. Het moet niet uitgesloten worden dat de Slechtvalk de laatste jaren op enkele plekken in de provincie tot broeden is gekomen. In Bergum is een speciale nestkast opgehangen waarin in het verleden al eens een legsel in is aangetroffen. Ook oude kraaienesten in de hoge hoogspanningsmasten kunnen als mogelijke nestplek dienen. Door de snijdende noord-oostenwind is het niet lang toeven bij de Blaugraslanden, de kou gaat je door alles heen en ik moet me dan ook tevreden stellen met het prachtige beeld van een plas dras gebied wat er nu nog rustig bij ligt en wat over enkele weken bruist van het vogelleven. Die Grutto's komen nog wel, al zal het dan wel wat warmer moeten worden, de "wintersokjes" houden ze nog even aan.
Ook een veldtochtje in de natuur gemaakt dezer dagen? Graag hoor ik U belevenissen.
De Merel is in de wintermaanden een van de meest voorkomende gasten in onze tuinen. Durk Visser uit Joure meldde me afgelopen week dat zijn mannetje Merel plotseling uit de tuin verdwenen was. Het is toch oppassen voor deze Merels.Vooral in de maanden december, januari en februari komt de Sperwer af en toe eens om de hoek kijken of er een potentiele prooi aanwezig is. Sperwers jagen graag op zangvogels en komen de laatste jaren steeds vaker voor in stads of dorpstuinen, soms pakken ze zelfs duiven waaronder de Houtduif. Het zijn daarbij niet altijd de lokaal broedende Sperwers die worden gezien. In de winter komen er veel Sperwers uit andere landen. Door de aanwezigheid van een pootring bij Sperwers, o.a. die als slachtoffers tegen de ruiten waren gevlogen bij hun achtervolging van hun prooi, komen we er achter dat er eigenlijk veel buitenlandse Sperwers hier hun honger stillen in de wintermaanden. Hieronder enkele bijzondere vondsten en vangsten van Sperwers.
Stockholm 5116069 Op 25 januari 1991 vloog er in Birdaard een mannetje Sperwer zich dood tegen de vensterruiten zo meldde me vogelwachter van der Werk uit die woonplaats. De vogel had kennelijk achter een prooi aangezeten en kon het vensterruit niet meer ontwijken. De vogel bleek 98 dagen eerder geringd te zijn als eerste jaars vogel op 19 oktober 1990 te Ljunghusen in Zweden.
AS Norway 608623 In Molenend vloog er op 27 februari 1992 een volwassen vrouwtje Sperwer tegen een gebouw en overleed terplekke volgens melder Willem Bil van Ringgroep Menork. De vogel bleek als nestjong geringd te zijn op 15 juli 1985 in Sandungen, Oslo in Noorwegen. De vogel heeft de ring zeker 2418 dagen gedragen en was op 815 km van zijn geboorteplaats.
Moskwa MB..139926 Een jong vrouwtje Sperwer die op 7 october 1989 (waarschijnlijk al op de trek) geringd was ten zuidwesten van Rybachiy, Kallingrad in Rusland werd op 14 april 1990 dood gevonden door Nol Bergsma uit Akkrum. Ook deze vogel is als vensterslachtoffer gesneuveld en was na 189 dagen op zeker 997 km van zijn ringplek.
London DR.54889 Een eerste jaars Sperwer mannetje die op 24 september 1993 geringd werd te Eday,Orkney in Engeland werd , waarschijnlijk op zijn terugweg naar het noorden, op 23 april 1994 gevangen en gecontroleerd weer losgelaten op de Zuidwaard door de leden van de Ringgroep Menork.
Helsinki S.171161 O.van der Sluis uit Roordahuizum meldde me op 1 maart 1996 de vondst van een Sperwer vrouwtje met een Finse ring. De vogel bleek op 12 juli 1995 als nestjong geringd te zijn te Kemi,Lappi op maar liefst 1751 km van Roordahuizum.
Er is ook nog een hele serie Sperwers met Helgoland ringen in Friesland aangetroffen , later daarover meer ! Mocht U ook een vogel als vensterslachtoffer gevonden hebben , geringd of ongeringd meldt het ons dan even. Soms zijn er bijzondere vondsten bij die een bijdrage kunnen leveren aan de Wetenschap. Wij ontvangen graag U reacties.
Naast de Boerenzwaluw heeft ook de Oeverzwaluw een moeilijke winter (2011-2012) doorstaan en zijn er ongetwijveld vele gestorven op de terugweg naar hun broedgebieden. Ze hadden de pech op de terugweg zandstormen te moeten trotseren en kwamen in slecht weer situaties terecht in Zuid Europa na het passeren van het Middelandse Zee gebied. In 2012 zijn er dan ook veel minder gevangen en waren de kolonies veel minder bezet rondom Joure. Opvallend was dat de kolonie IN Joure in de wijk Wyldehorne goed bezet was en dat de vogels die daar gevangen/geringd en onderzocht zijn in redelijke goede conditie waren. Met behulp van de plaatselijke Vogelwacht Joure is er voor omwonenden en de plaatselijke jeugd voorlichting gegeven over de aanwezigheid van een koloniewand IN een bewoonde wijk. De belangstelling van Vogelbescherming Zeist i.v.m. een promotie film over de aanleg van Oeverzwaluwwanden voor andere gemeenten in Nederland was een groot succes, de buurtbewoners en de jeugd werd hierbij betrokken , de plaatselijke media ScharrenNijs.nl schonk hier zelfs aandacht aan. Hieronder het verslag van alle activiteiten, ervaringen en notities .
Welke vogel zie ik in de winter op mijn voedertafel?
Vogels in de wintermaanden blijft boeien.
In de wintermaanden kan je van allerlei soorten vogels ontmoeten die je eigenlijk niet kent. In de afgelopen weken kreeg ik van een groot aantal waarnemers foto's en meldingen toegestuurd van gasten die ze eigenlijk niet verwachten op hun voedertafel of in de omgeving worden aangetroffen. Zo zag Anne van de Laan uit Franeker plotseling dat een mannetje Sperwer een Koolmees had gepakt en deze zat op de peuzelen in de omgeving. Sperwers kunnen in de wintermaanden soms zo maar plotseling verschijnen en er hun prooi ,een merel, mees of duif te verrassen die rustig zit te eten. Vaak proberen de vogels aan de klauwen van de Sperwer te ontkomen en vluchten in paniek allerlei kanten op. Soms met gevolg dat ze net de vensterruiten kunnen ontwijken en de Sperwer met een enorme klap tegen de ruiten vliegt. Menig Sperwer heeft het jagen in tuinen met de dood moeten bekopen. Soms komen deze Sperwers van verre (Rusland, Finland) dat weten we aan de hand van enkele vogels die pootringen droegen.
Een soort die de laatste dagen veel op de voedertafel verschijnt is de Kramsvogel. De soort is verzot op appels en verdedigd zijn voedsel tegen andere gasten. Menig merel, roodborst en spreeuw wordt weggejaagd van de voedertafel. Kramsvogels komen vaak alleen als het flink aan het vriezen is en er een flink sneeuwdek ligt. Ze zoeken dan de vaak rijk gevulde voedertafels op en kunnen in no time een appel verorberen.
Op 13 januari zag Jan van der Heide uit Oudehaske bij het Ketting een wat vreemde aalscholver. Het bleek een vogel te zijn van de continentale vorm met opvallende wit/zwarte koptekening. De vogel zat op een paal en liet zich mooi op de foto zetten. Aalscholvers in de winter kunnen uit allerlei landen afkomstig zijn. Ook in Skarsterlan hebben we een kolonie in het Oosterschar.
In de Bijlage enkele fotos van wintergasten. Voor meer foto materiaal hou ik me uiteraard aanbevolen. Inzenders die een soort op de voedertafel niet op naam kunnen brengen en een goede foto hebben gemaakt krijgen altijd reactie.
al sind december 2012 zit er in de tuin van A.Blaauw in Balk een wat vreemde Heggenmus. De vogel heeft een meer wit gepikkelde kop en is verder normaal getekend. Blaauw zond me onlangs een foto van de vreemde gast. Al de gehele winter verblijft ie in de omgeving enlaat hij zich af en toe zien. Heggenmussen zijn deels trekvogels en deels overwinteraars. We weten dat sommige vogels uit onze omgeving wegtrekken en in Engeland overwinteren. Ook hier in Friesland zijn vogels die de gehele winter hier wat omzwerven en zich niet ver verplaatsen. Toch had ik het bij een heggenmus nog niet eerder waargenomen deze wat vreemde gevlekte koptekening. In de literatuur noemen ze dit leucisme. Het voordeel van zo'n vogel is dat ie individueel gemakkelijk herkenbaar is. Leucisme komt bij veel soorten voor. Zijn er deze winter meer verschillende soorten gezien met afwijkend kleed?
Veel vogels geringd in 2012 aan de noordoever van Tjeukemeer te Rohel.
Eindelijk is het ringverslag van 2012 dan klaar, dik 69 bladzijden verslag, fotos en bijzondere vangsten en terugmeldingen. Een hele klus om al die dagverslagen met waarnemingen en vangsten uit de natuur te bundelen. Het Staatsbosbeheer gebied Marswâl aan de noordoever van het Tjeukemeer is een unieke verbindingszone, deel uit makend van de Ecologische Hoofd Structuur, wat als een smalle groene en unieke schakel vormt in de gemeente Skarsterlan. Elk jaar weer sta ik versteld hoeveel vogels gebruik maken van dit gebied. Het is dan ook een voorrecht om als onderzoeker reeds 28 jaar lang studie te mogen doen in dit gebied. In die 28 jaar zijn er zeker ruim 35000 vogels van een ring voorzien en van een overgroot deel van deze vogels is biometrisch materiaal verzameld.Naast veel foto's van vogels zijn in dit verslag over 2012 ook allerlei andere wetenswaardigheden vastgelegd.Ook een melding van een Boerenzwaluw die in Nigeria gevangen werd en weer is losgelaten door een vogelringer aldaar. De vangst van een Bonte vliegenvanger met Noorse ring een Rietzanger gemeld uit Spanje , en nog veel meer leuke en interessante zaken.
In de Bijlage het volledige verslag. Veel lees plezier!
opgemaakt 20 januari 2013. Jan de Jong, Joure Tel. 0513-414788
Meer dan 1000 Boerenzwaluwen van ring voorzien in 2012!
Het (2e ) Boerenzwaluw Journaal heeft eventjes geduurd maar is nu toch klaar. Veel is er weer verzameld in 2012 op gebied van aankomst/vertrek,ringvangsten en terugmeldingen, ervaringen tijdens het onderzoek en allerlei andere wetenswaardigheden uit Friesland. Tevens een opsomming van vroege waarnemingen en late broedgevallen opgenomen en veel meer andere zaken. Natuurlijk zijn er altijd leuke en minder leuke dingen te melden en blijf ik materiaal verzamelen in de toekomst.
Heeft U ook gegevens van bijzondere broedplekken of zitten er ook veel bij U in schuur,stal of garage te broeden? Meldt het dan even. Sommige waarnemers noteren hele reeksen aankomst en vertrek data's van hun zwaluwen in de schuur of noteren de eerste eidata in een gemakkelijk te controleren nestje. U ervaringen en meldingen zijn welkom.
Hieronder de verslagen van 2011 en 2012 , Veel leesplezier!
In de wintermaanden worden er in Frieslandvaak nog flinke aantallen Spreeuwenwaargenomen. Over de herkomst wordt altijd nog wat gespeculeerd, waar komen deze vogels vandaan en waar gaan ze heen om voedsel. Als het wat meer gaat vriezen en de sneeuwhoogteneemt flink toe mogen ze graag bij boerderijen verblijven op zoek naar wat eetbaars. Ik heb er soms wel ploegen van enkelehonderden bij de maispulp gezien. Veel boeren dekken de maispulp in de winter als het streng vriest afmet plastic folie en menigSpreeuwprobeert danonder de folie te kruipenom toch nog maar wat te bemachtigen. Soms vriest het zo sterk dat er flinke aantallen komen te overlijden. Anderen komen om door voedselgebrek. Daarbij zit er dan af en toe eentje met een pootring.
Kaunas T.108909
Geringdals man 1kj op 16-07-1986 te Ventes Ragas ,Silute, Litouwen USSR
GevondendoorG. Th. de Roos (Vlieland) in dorp Oost- Vlieland op 26 december1986.
Gestorvendoor de koude.Afstand 1069 km.
Helsinki A.462775
Geringd als nestjong op 30 mei 1984 bij Ahtari, Vaasa in Finland.
Gevondenin eerste decade van begin februari 1985 te Gorredijk door Appie Venema uit Terwispel.
Slachtoffer van koude. Afstand 1507 km.
Draadslachtoffers.
Door de enorme grote groepen Spreeuwen die soms in formatie vliegen sneuveld er wel eens eentje uit de groep tegen de hoogspanningsleidingen. Deze slachtoffers wordenmaar zelden gevonden daar ze op allerlei plekken terecht komen.Tijdens een draadslachtoffer onderzoek in 1981werden er twee vondsten gemeld.
Helgoland 7639396
Geringd op 6 december 1980 als volgroeid vrouw op Helgoland in West Duitland.
Gevonden op19 februari 1981 ten oosten van Leeuwarden als draadslachtoffer door D. H. Nauta uit Leeuwarden.
London XA.89654
Geringd op 31 december 1977 als eerste jaars vrouw te Ipswich,Suffolk, Engeland.
Gevondenop 10 november 1981 te Drachten , dood als draadslachtoffer. Afstand 353 km.
Gepakt door roofvogels.
Af en toe krijg ik bericht dat een roofvogel een vogel geplukt heeft en dat er bij de resten nog een pootring met inscriptie op duikt. Daarbij zijn soms buitenlandse ringen.
Kaunas KV 56243
Geringd op 25 juni 2008 als 1e jaars te Vente, Klaipeda, Litouwen,USSR.
Resten gevondenop 16 oktober 2011 bij Gaastmeer doorB. Zijlstra uit Heeg.
Vogel was door roofvogel geplukt en lag op een hoopje riet. Afstand 1054 km.
London XN.97332
Geringd op 3 december 1983 als man 1e jaarste Wellington,Salop, Engeland.
Vers dood door roofvogelop 6 april 1984 te Ee (Friesland) gevonden door P. Heringa uit Ee.
Afstand 582 km.
Meldingen van van Winter Spreeuwen gevraagd;
In sommige winters verblijven er nogal wat Spreeuwen in ons land. We zijn benieuwd of onder deze vogels ook veel slachtoffers vallen. Vooral tijdens de najaarstrek komen er veel Spreeuwen uit N.O. Europa hierlangs op trek naar zuidelijker gelegen wintergebieden zoals Engeland en Frankrijk. Deze groepen blijken op veel plekken massaal de ligboxstallen van veehouders te bezoeken, soms al in september. Ook onze eigen Spreeuwen met jongen komen massaal op het voer in de ligboxstallen af vanf begin juli. Veel veehouders kunnen deze groepen maar zelden keren in hun stal en laten de vogels mee eten met het vee op maispulp of ander veevoer. Met name groepen vogels die hier tijdens de winter en hier permanent overwinteren (december/februari) verblijven in stallen hebben mijn aandacht. In het voorjaar komen grote groepen Spreeuwen, vooral uit Engeland hier langs weer op weg naar hun noordelijker gelegen broedgebieden. Tijdens deze voorjaarstrek kunnen ze ook overlast bezorgen doordat ze massaal bij elkaar slapen in dorps of stadskernen. Meldingen van grote groepen wintergasten zijn welkom. Ben benieuwd of ze in de wintermaanden hier in Friesland ook massaal slapen in ligboxen.
We zijn nu al 23 december en tot op heden zijn er in deze maand nog maar weinig meldingen van IJsvogels binnengekomen uit Friesland. Zou dan toch een flink deel al vertrokken zijn?
Het lijkt me sterk dat er nu al een flink deel is omgekomen van de zeker zes broedplekken in 2012. Goed nagekomen nieuws is daarbij dat er in 2012 ook 1 paar broedde in Kollum volgens de Vogelwacht Kollum. Van slechts een zestal plekken kreeg ik in december meldingen binnen, zo werd er begin december er een in Dokkum gezien volgens de Website www.lauwersmeer.com en op 6 december werd er in Leeuwarden door Joop van Eerbeek een gezien bij Het Vliet. Gerard Wilken uit Kingmatille zag er twee dagen later ook eentje in zijn woonplaats. In Jonkerslân zat aan de Bonteboksleane op 14 december er ook een meld F.K. van der Weg. Op 20 en 22 december ontdekte Sip Veenstra er in Broek zuid 1 bij Joure. Kor Plat uit Franeker trof er bij zijn woning op 21 december een aan op een zitplek boven de sloot.
De IJsvogel , maar ook andere soorten ,krijgen het de komende weken moeilijk , vooral tijdens de jaarwisseling zal er door het harde geknal (nu veel harder dan voorgaande jaren) veel verstoring zijn. IJsvogels zijn vooral in die periode erg kwetsbaar, diverse komen er dan ook om in die periode doordat ze in blinde paniek tegen de ruiten kunnen vliegen. Ik ben dan ook erg nieuwsgierig of vogels tijdens de komende jaarwisseling ook veel meer last zullen hebben van de hardere knallen van het vuurwerk. Wij mensen kunnen nog propjes in de oren doen maar de vogels en dieren moeten het (zonder voor kennis) allemaal live aanvaarden. Of zouden de IJsvogels dan toch voorkennis hebben gehad en voordien verdwenen zijn?
Van de roestplekken van Ransuilen weten we dat deze nachtvogels plotseling kunnen verdwijnen en niet terugkeren op hun stekkie! Ben benieuwd hoe het voor de IJsvogel uitpakt deze jaarwisseling.
Allen Prettige Kerstdagen en een Goed, Gezond en vooral rustige jaarwisseling toegewenst! Hopelijk kunnen we het allemaal het nieuwe jaar 2013 (nog) met eigen OGEN aanschouwen!
Al heel wat jaren broeden er op de eilandjes in het Tjeukemeer Kokmeeuwen. Al meer dan 10 jaar ringen wij (E.Haagsma en Jan de Jong) elk jaar een flink deel van de jonge vogels om zo er achter te komen waar deze vogels zoal overwinteren en gedurende de volgende broedseizoenen verblijven. De jonge vogels blijken allerlei richtingen op te gaan , sommigen verblijven gedurende de hele winter in Nederland, anderen vertrekken naar Engeland. Blij verrast waren we dat we vandaag van het Vogeltrekstation in Wageningen (www.vogeltrekstation.nl ) bericht ontvingen van een Kokmeeuw die we op 5 juni 2009 als nestjong op de Margjepolle van een ring voorzagen. De vogel bleek in de maand juli te zijn teruggemeld door Cesar Alvarez en is gevonden bij Gijon, Asturias in Spanje!De kokmeeuw had een opmerkelijke doodsoorzaak , hij was namelijk gepakt door een Havik of valk zo werd ons gemeld. Ongewoon is dat de vogel omtrent de broedtijd nog in Spanje verbleef! Gezien zijn leeftijd op dat moment zou hij(of zij!) eigenlijk teruggekeerd moeten zijn naar zijn (of haar) broedgebied in Nederland. Mogelijk is ie verzwakt geweest of op een of andere manier gewond zodat de lange reis terug niet aanvaard kon worden. De afstand tussen de ringplek in het Tjeukemeer en de vindplaats in Spanje is maar liefst 1339 km! Momenteel verblijven ook in ons land weer veel Kokmeeuwen die uit het buitenland komen, vaak noordelijke vogels. Mochten er in u omgeving vogels met opvallende kleurringen gezien worden meldt het ons dan even, er zijn er in Europa maar ook in ons land heel veel aangebracht en het kan zo maar zijn dat U een buitenlander in U tuin of park tegen komt! Een foto maken kan uitkomst bieden.
Veel fotograven maken er een sport van om de verschillende kleurringen op te sporen en door te geven. Meldt Kokmeeuwen met kleurringen aan mail@frankmajoor.nl of kijk op www.frankmajoor.nl
De IJsvogel, een prachtige "blauwe parel" in het Friese landschap is schaars geworden na de vrij koude winter van 2011-2012. Zouden er dan toch weer heel veel gestorven zijn? Begin februari 2012 waren er op diverse plekken (Drachten, Bolsward,Heerenveen) plotseling meldingen van vogels die dood gevonden werden. Eelco Schuurmans uit Drachten vond er eentje op het ijs aan de Waterlelie. In de winter sterven ze vaak door voedselgebrek omdat dan de plekken met open water maar moeilijk meer te bereiken zijn .Toch was het aantal (bij mij) gemelde slachtoffers in Friesland maar klein (max.5)vergeleken met de aanwezigheid van de vogels in de zomer en herfst van 2011. Zou dan toch een flink deel vertrokken zijn en elders op zoek zijn gegaan naar meer open water en voedsel in de vorm van kleine visjes.? De IJsvogel is een echte zwerver en kan in herfst en najaar plotseling zomaar opduiken bij rijk gevulde vijvers en parken waar veel kleine visjes zijn te vinden. Door dit zwerven komt er nog wel eens een IJsvogel om , in Joure sneuvelde er een tegen de ruiten toen ie op weg was naar een stekkie aan het water.Menig eigenaar van een vijver heeft verrukt staan kijken naar de felblauwe kleuren op de rug van de vogel toen ie er als een speer vandoor ging vlak boven de water oppervlakte. Met zijn voor de vogel grote en forse snavel pakt hij de visjes na een snelle duikplons uit het water en zoekt in de omgeving een tak of stronk uit om de prooi te pakken. Vanaf de 2e decade van februari 2012 werd het aantal meldingen van IJsvogels in Friesland schaars en dit hield aan tot rond half juli toen op meerdere plekken de (vaak) eerste jaars vogels waargenomen werden. Doch bij IJsvogels weet je vaak niet of de jonge vogels rond die tijd uit de directe omgeving afkomstig zijn of al vroege trekkers van andere broedlokaties. Ik ben dan ook zeer benieuwd of er in de winter van 2011-2012 op veel meer plekken slachtoffers zijn gevallen in de provincie en vraag me af of er in de komende periode (december2012-t/m februari 2013 nog wel IJsvogels worden gezien in Friesland. Uit een voorlopige verzameling van ringgegevens blijkt dat er tot op heden slechts 5 (!) IJsvogels in Friesland zijn geringds in 2012 en dat er maar erg weinig vondsten en terugmeldingen van geringde vogels bekend zijn geworden de laatste 40 jaar. Vaak keren de vogels terug naar hun eigen stekkie, zo vond ik in mijn archief een terugmelding van een IJsvogel die geringd werd op 17 augustus 2003 in Terhorne, de vogel werd op 12 oktober 2004, na meer dan 1 jaar dus, door een andere ringer op precies dezelfde plaats teruggevangen. Verder zijn er ringmeldingen bekend geworden in Friesland van, Belgie, Zweden en Duitsland. We zijn erg benieuwd of er nog aanvullingen zijn op deze ringvondsten en of er ook waarnemers zijn die meer informatie over de IJsvogeltjes in 2012 in Friesland hebben. Voor ringers en belangstellende heb ik nog een determinatie artikel; toegevoegd om van IJsvogels het geslacht en de leeftijd vast te stellen, welke gepubliceerd is in het "vakblad" voor vogelringers van het Vogeltrekstation in Wageningen , onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademy van Wetenschappen. Mochten er vragen zijn over de determinatie van een gevonden IJsvogel dan zoek ik het graag voor U uit.
Op 29 november ontdekte E.Van Mourik aan de Wederik in Heerenveen een groepje van zeker zes Pestvogels die in de Gelderse roos zaten. De Pestvogel is de laatste weken maar weinig meer in het binnenland van Friesland gezien. Een groepje van zes kan er op duiden dat er toch een flinke verplaatsing is geweest van noordelijke vogels. Eerder deze maand werden er onder anderen vogels gezien in Heeg en Dokkum. De Pestvogel komt in de gemeenten Heerenveen en Skarsterlan maar weinig voor in de wintermaanden. De vogel valt op door zijn opvallende kuif en de knalgele staartpunten en zijn de rode "lakpuntjes" aan de uiteinden van de armpennen en heeft de grootte van een Spreeuw. Volwassen vogels hebben een zwarte keelvlek en jonge vogels hebben die niet. op 30 november waren er nog twee van de zes aanwezig. Het is een echte wintergast die het gemunt heeft op bessen die nu nog op vele plekken aan de struiken en heesters hangen. Graag ontvang ik meldingen van deze soort uit de provincie.
Sterke trek van Koperwiek en Kramsvogel aan Tjeukemeer
Koperwieken en Kramsvogels suisden door de lucht.
Op 6 november tijdens een reguliere vangochtend was ik zoals gebruikelijk weer vroeg op de ringplek in Rohel aanwezig. Bij het krieken van de dag stonden de netten al geruime tijd en verwachte ik eigenlijk een rustige vangochtend in november. Dat bleek anders uit te komen, vlak na 8.15 uur bleek al vrij snel dat er Koperwieken in de lucht waren, de vogels kwamen op het soortgeluid af wat uit de geluidsbox klonk. De eerste vogels kwamen uit westelijke richting, doch even na 8.30 uur kwam er vanuit het oosten een groep van 35 Koperwieken en 18 Kramsvogels overvliegen. Mooi zo,n groepje dacht ik nog, een teken dat er trek is want ze reageerden niet op het geluid en vlogen snel door. Weldra kwamen er meer, nog geen 5 minuten later weer 14 Koperwiek en een 36 Kramsvogels, de laatsten al tjakkerend overvliegend. Kramsvogels zijn lastig te vangen aan het Tjeukemeer , in de periode 1985 t/m 2011 vingen we slechts twee ! Voor de aardigheid toch maar het geluid van de Kramsvogel erop gezet terwijl de groepjes al maar overtrokken , waaronder vele Koperwieken en tientallen Kramsvogels. In de tussentijd waren her en der al enkele Koperwieken in de netten gevangen zodat het wat drukker werd. Na het uithalen van de Koperwieken begon ik met het ringen van de gevangen vogels. Inmiddels namen de groepjes nog steeds toe en plotseling rond 9.30 uur was het vlak boven me tijdens het ringen van de Koperwieken een suisen en fladderen, honderden Koperwieken en Kramsvogels kwamen naar beneden en zaten hoog in het hout. Ze reageerden plotseling sterk op het geluid van de Kramsvogel. Nooit eerder had ik dit zo meegemaakt en ik maakte mij al zorgen hoe het bij het net zou zijn . Gelukkig viel dat mee, geen tientallen tegelijk in de netten maar slechts drie, maar wat voor drie...! Drie Kramsvogels tegelijk dat was ongekende luxe voor deze ringplek. De vogels zaten pal voor de geluidsbox en lieten zich gemakkelijk verwijderen. Wat een prachtige vogel is dit! De doortrek uit het oosten bleef de gehele ochtend aanhouden, ik noteerde tussen 8.30 uur en 10.55 uur maar liefst 693 Koperwieken en 531 Kramsvogels die vlak over me heen vlogen naar het westen. Mogelijk waren er veel meer geweest doch ik telde alleen wat ik vanaf de ringplek kon zien en wat ik tijdens het uithalen van de lijsters noteerde. In totaal werden er maar liefst 36 Koperwieken geringd op die morgen. Het verslag van die morgen gaat hierbij , evenals de verslagen van 11 en 19 november 2012.
Noorse Roodborst overwinterd aan noordoever Tjeukemeer
Noorse Roodborst te gast op ringplek.
In oktober en november vangen we aan het Tjeukemeer regelmatig Roodborsten, nooit zat er eens eentje met een vreemde ring tussen. Op 28 oktober ontdekte ik in net C3 een met een Noorse ring. Eerst dacht ik dat we met een eigen vangst te maken hadden doch toen ik wat dichter bij kwam bleek dat de ring veel dikker was dan normaal en veel losser om de poot zat.Controle met een oogloup wees uit dat we met een Roodborst te maken hadden die in Noorwegen geringd was, de inscriptie van Norway Stavanger was duidelijk te zien. Winterwaarnemingen van Roodborsten zijn heel normaal, veel mensen hebben er tijdens een herfst en winter wel eens eentje die gelange tijd in hun tuin verblijft .Je weet dan eigenlijk nooit waar ie vandaan komt. Het kan dus zo maar zijn dat je een buitenlandse gast in jou tuin hebt. Na 28 oktober werd de vogel ook op 6-11 en 19 november op dezelfde plek aan het Tjeukemeer vastgesteld. Normaal broed de Roodborst in de zomermaanden niet bij ons op de ringplek, wel enkele 100 den meters oostelijk in het natte moerasbos aan de noordoever van het Tjeukemeer. Kennelijk is er nog genoeg voedsel te vinden voor de "Noorse" gast en misschien blijft ie de Kerstdagen wel over.! In het verslag van 24 en 28 oktober leest U meer over ringvangsten in oktober.
Enkele terugmeldingen van oud ringer Teake Straatsma .
Toen ik deze week op zolder in een van de vele oude dozen met correspondentie en ander verzameld materiaal een map ontdekte van wijlen Teake Straatsma , oud ringer in Joure en overleden in 1966, was mijn nieuwsgierigheid snel gewekt. In de map zat vele aantekeningen en kopieen van in die tijd moeizaam verzamelde ringgegevens van vóór en na de oorlog 1940-45. Teake was een ringer die alles wat ie in handen kreeg ook ringde, ging ook vaak op weg met het "wilsterspul" en ringde in de jaren 1958 - 1960 ook vele Kol-Riet en Brandganzen. Uit zijn aantekeningen pak ik slechts enkele terugmeldingen die ik opmerkelijk vond;
1. Bruine kiekendief Leiden 230329 Op 17 juni 1950 een nestjong geringd te Oudehaske, op 17 oktober 1950 is deze na precies 4 maanden geschoten te Adir Lucus bij Arache in Spaans Marokko!
2. Kievit Leiden 192390 Op 18 juni 1949 een nestjong bij de Woudfennen geringd, de vogel werd op 4 februari 1954 bemachtigd bij Mazagan, 90 km Z.O. van Casablanca in Marokko.
Leiden 192349 Bij Joure werd op 21 juni 1947 een nestjong geringd, de vogel werd op 19 juni 1952 bemachtigd te Ust-Kubin-rayon Volgda district (59.37 N - 39.12 O) in de U.S.S.R. Een opmerkelijke terugmelding daar deze in Friesland geboren Kievit bijna 5 jaar later in het broedseizoen (!) in Rusland verbleef.
Leiden 163391 Op 17 juni 1937 ringde Teake Straatsma een nestjong die begin januari 1939 werd geschoten te Roumagne,Lot-et Garonne in Frankrijk. Ook toen was de jacht al hevig in die zuidelijke landen.
Leiden 189638 Op 24 juni 1943 als nestjong te Joure geringd en op 14 mei 1944 dood gevonden bij Radviliskis (55.45 N -41.10 E) in Lithauen (Rusland- nu Litauen). Ook deze kievit werd in het broedseizoen noordelijk van Friesland teruggemeld. In en na de oorlog werd in de omgeving van Joure veel steltlopers geringd, vooral in het eerst nog nestjongen maar later ook met het wilsternet Kievit en Goudplevier. Helaas is het thans (2012) zo dat er in Skarsterlan geen vogelringer actief meer is in het ringen van weidevogels.
3. Torenvalk Skovgaard S.21759 Op 29 juni 1948 werd er bij Stadil, West Jutland (Denemarken)een jonge Torenvalk geringd die midden oktober 1948 bij Oudehaske werd geschoten. In die tijd werd er kennelijk minder positief over Torenvalken gedacht en schoot men ze uit de lucht.
4. Fuut Stavanger 307.901 Op 17 januari 1954 werd er bij Sint Nicolaasga een dode fuut gevonden , de vogel bleek als jonge vliegvlugge vogel op 16 september 1953 geringd te zijn bij Stavanger in Noorwegen! Buitenlandse ringen van Futen zijn voor Friesland zeldzaam!
5. Grutto Leiden 152651 Op 28 mei 1935 werd er bij Joure een nestjong geringd door Teake Straatsma, de vogel werd op 1 maart 1937 op de terugweg naar zijn broedgebied gedood op de slikken van Ruggeri,Rumana,Ancona in Italie! De soort begint nu vanaf 2000 qua broedpopulatie sterk af te nemen rond Joure. Ringvondsten komen maar zelden meer voor en er worden geen Grutto's meer geringd bij Joure.
6. Bonte Kraai. Rossitten D.58763 Op 11 april 1938 werd een in Haffwerden ,Kreis Labiau in Oost Pruisen een vogel gevangen en verplaatst naar Essen , Rijnland in Duitsland. De vogel werd op 18 maart 1940 dood gevonden te Huisterheide in de Gemeente Doniawerstal. Bonte kraaien zijn nu in de gemeente Skarsterlan schaars en worden zelden meer gemeld.
7. Wilde eend Leiden 281546 Op 9 oktober 1954 werd te Haskerhorne (in eendenkooi?) een volgroeide eend geringd , de vogel werd op 11 februari 1956 geschoten in de baai van Mont-St.Michel, 22,5 km ZW van Avranches (Manche) in Frankrijk. Kennelijk ringde Straatsma ook eenden in de eendenkooi in Haskerhorne en Sint Nicolaasga want ook de Wintertaling en Slobeend werden door hem geringd en teruggemeld.
Tot zover dan een kleine greep uit de vele bijzondere ringvangsten er terugmeldingen van de oud Jouster vogelringer. Zo ringde hij op 25 juni 1944 nog een nest met drie jonge Wielewaal aan de Blauwhof in Joure en op 26 mei 1933 een nest met 4 pulli van de Duinpieper (?) met ringnummers Leiden 41081- 41084 op Ameland. Twee jonge Ooievaars werden op 24 juni 1939 te Joure geringd en aan het Tjeukemeer op 25 juni 1938 een nest met 3 jonge Bruine kiekendieven. Verder kwamen er in het archief veel terugmeldingen van jonge Scholeksters voor die in de omgeving waren geringd en v.n. in Frankrijk geschoten werden. Zelf was ie ook jager en hij ontving ook regelmatig ringen van geschoten vogels. Hij schreef ook regelmatig in kranten en schreef enkele boekwerken.
Graag houd ik me aanbevolen voor meer (oud) nieuws van vogelringers uit vervlogen tijden.
Ondanks regenachtige perioden veel vogels aan het Tjeukemeer.
Op 8-10 en 20 oktober is er aan de noordoever van het Tjeukemeer weer actief op zangvogels gevangen voor het wetenschappelijk onderzoek. Daarbij viel op dat de tussenliggende perioden qua weer niet zo fraai was, veel regen en harde wind. Ondanks die omstandigheden toch nog veel vogels gevangen. Op 10 oktober moest ik zelfs de netten vroegtijdig sluiten in verband met een massa vogels die in korte tijd in de netten hing, ik was tot 13.30 uur bezig om de vogels te ringen en meten. Vooral de Rietgors met 36 nieuwe vangsten en een groep Staartmezen en Koolmezen zorgden voor de nodige spanning. Op 20 oktober bleek na een periode van 10 dagen dat de Roodborst nu echt op doortrek was, er werden maar liefst 17 vogels gevangen .Ook een flinke groep Koolmezen was aanwezig en zelfs nog enkele Kleine karekieten waarvan er eentje in slechte conditie was (9.9 gram). Geen enkele zwakke Merel aangetroffen gelukkig. In Duitsland heerst een dodelijke ziekte onder deze soort en daar zijn al 100.000 den gestorven. Bijgesloten de 3 verslagen van de ringdagen in oktober. Hopelijk komt er volgende week nog een vervolg als de weersomstandigheden mij niet in de steek laten.
Vanmorgen 30 september 2012 na een periode van 14 dagen kon er eindelijk weer gevangen worden aan het Tjeukemeer. De weersomstandigheden waren niet al te gunstig geweest in de afgelopen periode , veel regenbuien en af en toe harde wind. En was het eens een goede dag dan waren er juist net andere verplichtingen die voor gingen. Het leek in eeste instantie vanmorgen een rustige dag te worden qua wind, er woei een koel briesje van 2B uit het ZW.Na enkele netten uitgezet te hebben langs de oever in de rietzoom is de snippen opstelling langs het slootje geplaatst. Dit ging met de nodige tegenslagen, lamp stuk/net deels in knoop. Gelukkig was het volle maan en kon de rest van de netten vrijwel zonder lamp opgezet worden. Na 8.00 uur kwam er meer zon en draaide de wind meer naar het zuiden (ZZW, later Z) en nam in kracht toe (naar 3-4B, met vlagen van 5B). De volle maan was ongunstig om Watersnippen te vangen , de vogels zagen de netten vrijwel direct en konden ze gemakkelijk ontwijken. Omdat de Watersnippen het lieten afweten zette Willem het geluid van de Graspieper aan omdat er enkele over trokken naar west. De vogels reageerden opmerkelijk snel op het geluid en leken zich vrijwel niets aan te trekken dat je pal bij het net stond. In de Bijlage het verslag van de ringmorgen. Ook het verslag van 16 september nog even toegevoegd, het ontbrak nog in het geheel.
Zender onderzoek aan Gekraagde Roodstaarten in Friesland.
Broedgevallen gezocht in gebieden tussen Burgum-Damwoude-Buitenpost -Drachten.
De Gekraagde Roodstaart kan op allerlei plekken tot broeden komen doch zijn voorkeur is wel nestkasten en holle bomen. Van Jacqueline Cox ontving ik enkele mooie fotos die ik jullie niet wil onthouden. Het blijkt dat afgelopen broedseizoen er in Friesland in de omgeving van Ooostermeer , Zwaagwesteinde en Noord Bergum diverse volwassen vogels van kleine zendertjes op de rug zijn voorzien door het bureau Altenburg en Wymenga zo meldde me Marten Sikkema. De zendertjes zitten op de rug om zo hun trekroutes te kunnen ontrafelen. Als de vogels zo rond half maart uit Afrika terugkomen naar hun nestkasten willen ze graag weten of de vogels ook hetzelfde nestkastje weer gaan bezetten. Vandaar ook dat het van belang is om zoveel mogelijk broedgevallen te lokaliseren in een wijde omtrek om zo de kans op een broedvogel met zender te vergroten voor het geval dat ze een andere broedlokatie kiezen. Daarom wordt nu alvast contact gezocht met mensen die dit jaar en de afgelopen jaren een broedgeval op hun erf hadden van deze soort.
Er komen de laatste tijd veel meldingen binnen van broedgevallen. Van Ineke Carolus uit Suameer kreeg ik bericht dat er dit jaar een paartje Gekraagde Roodstaarten had gebroed in een nestkastje op 4 meter hoogte in een boom in de tuin, de vogel broedde er ook in 2011. Bij Lenie Dijkstra in Noord Bergum broeden al zeker 20 a 25 jaar (!) achtereen 1 a 2 broedparen in de tuin, dit jaar waren er zelfs weer 2 paar. Jan J. de Jong uit Drachten had dit jaar een broedgeval bij de woning aan Het Zuid en meldde dat er aan de Suderheide ook een paartje aanwezig was. Er kwamen meldingen binnen uit Damwoude, Oudkerk, Noordbergum,Boelenslaan,Garijp bornwird, Oudehorne, Oudwoude, Drachten, Gorredijk,Twijzelerheide, Tietjerk, Winsum,Suameer, Harkema, Sint Jacobi Parochie en Joure. Het kan natuurlijk zijn dat U woonplek daarbij wordt genoemd doch er kunnen per woonplek meerdere broedgevallen zijn geweest, schroom dus niet en meldt U broedgeval toch even aan ons voor de zekerheid.
Waar broeden nog Gekraagde Roodstaarten in Friesland?
Als
broedvogel is de Gekraagde Roodstaart (Readsturtsje) langzaam achteruit gegaan in ons land. Het aantal in
Nederland was in 2000 nog zeker 23.000 paar doch in de periode daarvoor (rond
1975) waren er zeker nog 35.000 a 50.000 paar aanwezig, een vrij sterke
teruggang. Voor Friesland schat ik het aantal broedparen nu nog maar tussen de
200 en 350 paren. De soort overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara. De
teruggang in ons land wordt mogelijk, voor het grootste deel, veroorzaakt door
de nog steeds gaande ontbossing van Afrika en de regelmatig voorkomende droogte
periodes ten zuiden van de Sahel wat een inkrimping van het leefgebied in de
wintermaanden tot gevolg heeft.
De
Gekraagde Roodstaart broedt nog op diverse plaatsen in het oosten van de
provincie en op de Waddeneilanden. In de driehoek Staveren
/Leeuwarden/Harlingen en in Noord Friesland is de soort de laatste jaren zeer schaars
vertegenwoordigd. De soort broedt graag in tuinen en parken en zoekt zijn
nestplek in holle bomen en nestkasten. Veel nestkasten zijn echter ongeschikt
daar de vliegopening (30 a 32 mm) vaak te klein is en aangebracht is voor
mezen, de Gekraagde Roodstaart heeft liefst een opening van rond de 46 mm. Wat meer
variatie van nestopeningen in nestkasten bied een ruimere keus voor deze
nestkastbroeders. Door de toename van andere holenbroeders zoals de Boomklever
(Blauspjocht) en de Grote Bonte
Specht (Grutte Eksterspjocht) is
het aantal beschikbare holten in bomen voor de Gekraagde Roodstaart afgenomen,
ze broeden dan wel ook in houtbulten, oude boomstronken en muurspleten.
De
vogels komen vanaf half maart terug uit hun overwintergebieden in Afrika en
worden dan vaak als eerste bij nestkasten waargenomen. Het mannetje zingt
vooral in de eerste ochtenduren. Als vroegste datum voor Friesland noteerde ik 8
maart 2002, toen werd er door Erik Walinga in Joure al een vroeg eksemplaar in
de tuin gezien. De meeste vogels keren echter in de 1e en 2e
decade van april terug. In 2011was de eerste op 5 april terug (Vlieland) en in 2012
op 10 april (Terschelling). De Gekraagde Roodstaart legt per legsel 5 a 7 licht
blauwe eieren en leeft voornamelijk van insecten en rupsen. Deze eieren worden
gedurende 12 a 13 dagen bebroed en de jongen vliegen tussen de 13 en 15 dagen
uit. Per jaar zijn er vaak 2 legsels. Graag ontvang ik meldingen van
broedgevallen van deze soort van de laatste jaren. De Gekraagde Roodstaart
staat bekend om zijn trouw aan het broedgebied. In de regel keren broedvogels
binnen een straal van 200 m terug naar de broedplek, soms naar hetzelfde
nestkastje.
Het mannetje is de meest opvallende van de
twee geslachten. Volwassen mannetjes zijn in de zomer te herkennen aan hun helder
wit voorhoofd, zwarte keel, roestbruine staart, opvallend oranjebruine borst en
flanken, zwarte pootjes en grijsachtige bovendelen. Het wijfje is minder opvallend
en heeft naast de roestbruine staart en de grijze bovendelen een duidelijke
lichtere keel en is isabelkleurig van onderen. Opvallend verschil tussen het
wijfje van de Gekraagde Roodstaart en het wijfje van de Zwarte Roodstaart
(Swart Readsturtsje) is dat het
wijfje van de Zwarte Roodstaart veel donkerder op de borst is (zonder isabel
kleuren) en geen lichte maar meer een grijs-zwarte keelvlek heeft.
Engelse ringvondsten van Scholeksters in Friesland
Enkele vondsten van Engelse pootringen in Friesland.
Al vele jaren staan er bij mij een 20 tal klappers met terugmeldingen van vogels in de kast. Van sommige soorten zijn er wel erg veel terugmeldingen zoals van Scholeksters, Kokmeeuwen en Zilvermeeuwen. Van de Scholekster zijn er in de loop der jaren heel wat buitenlandse pootringen in Friesland gevonden. Vooral veel aan de kust maar ook in het binnenland. Deze keer kijk ik naar enkele Engsele pootringen die meer in het binnenland van Friesland zijn gevonden.
1. London FA.04450 Als volwassen vogel (na 3e kj) geringd op 9 september 1986 te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire in Engeland en op 16 mei 1994 dood gevonden in weiland door W.van der Honing uit Gersloot . De vogel heeft de ring 2806 dagen gedragen en is in zijn broedgebied gestorven.
2. London FR.85010 Deze vogel werd op 23 februari 1986 te Fagbury, Felixstowe in Suffolk (Engeland) als volwassen vogel (na 2e kj) geringd op een slaapplek van meerdere Scholeksters.Op 13 mei 1991 vond D.Tolman uit Joure de vogel dood bij Heerenveen.Plantinga uit Joure bezorgde me de vondst. Een vogel die dus in zijn overwinteringsgebied geringd is en teruggevonden in de broedperiode.
3.London FV.23316 Op 8 september 1975 is deze Scholekster te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire, zelfde plek als ringvondst nr.1 (London FA.04450), geringd als na 3kj door Engelse ringers. Op 27 maart 1995, na bijna 20 jaar, is de vogel door w.s. een Friese eierzoeker dood gevonden in een weiland tussen Noordwolde en Vinkega. De vogel heeft de ring minstens 7140 dagen gedragen, in die tussentijd is de vogel nergens anders opgemerkt.
4. London SS.77581. Op 24 november 1968 is er te Heachham, King's Lynn, Norfolk in Engeland een 1 kalenderjaar Scholekster geringd, deze vogel werd in de broedperiode op 29 mei 1983 zwaar gewond gevonden als verkeersslachtoffer te Idzega bij Oudega (W) door Fam. Reitsma uit Idzega. De vogel stierf kort erna aan zijn verwondingen. diezelfde nag nog ontving ik het eksemplaar en kon de volgende gegevens vastleggen; Gewicht 495 gram, Vleugel 262.0 mm, Loopbeen 49.4 mm, Staart 108.0 mm. Snavel 74.5 mm (tot bevedering). Na sectie bleek het te gaan om een volwassen wijfje met eicellen van gemiddeld 7 mm (grootste 11.0 mm).
Uit deze slechts 4 voorbeelden van Engelse ringen blijkt dat een deel van onze Friese binnenlandse Scholeksters ook kan overwinteren in Engeland. Tegenwoordig worden er in het binnenland van Friesland maar weinig Scholeksters meer geringd zo blijkt uit de ringgegevens van het Vogeltrekstation. Ik ben erg benieuwd of er de laatste jaren ook nog meer bijzondere ringen van Scholeksters zijn gevonden in Friesland.