03-11-2013. Buizerden hebben het moeilijk om aan voedsel te komen?.
Vanmiddag kreeg ik een berichtje binnen via de mail dat er bij Joure in een stukje bos aan de Sewei bij de Rozenbosk door Mevr. Y de Hoog uit Scharsterbrug een buizerd gevonden was. De vogel lag met de pootjes omhoog in een klein parkje aan de zuiderveldkant langs de rijksweg. De vogel werd me spontaan gebracht voor nader onderzoek. Het bleek om een nog jonge buizerd te gaan die dit jaar geboren was. Het beest was totaal verslapt en broodmager. Ik noteerde een gewicht van slechts 465 gram. Vleugellengte 390.0 mm. Staart 226.0 mm. Uitwendig waren er geen letsels of andere kenmerken te zien die duiden op een traumatische dood. Mogelijk is de vogel afkomstig uit een nest wat in 2013 in dezelfde omgeving zat. Zou de buizerd dit jaar evenals de torenvalk ook de winter ingaan met slechte voedsel omstandigheden? Ben benieuwd of er in de afgelopen weken ook meer dode sterk vermagerde buizerden gevonden zijn. Op en langs rijkswegen zie je steeds meer buizerden op paaltjes zitten te rusten. Veel vogels azen op vogels die gesneuveld zijn op de rijkswegen en worden zo helaas slachtoffer . Zo vond ik in het archief nog een melding van een verkeersslachtoffer die door de Jouster L. de Ree was gevonden. Op 20 februari 1985 werd op de hoge brug in het Tjeukemeer een volwassen Buizerd met ring Helgoland 3093366 gevonden , de vogel bleek op 2 juni 1984 in de omgeving van Sleeswijk Holstein in Duitsland als volwassen vogel geringd te zijn. Verkeersslachtoffers komen onder buizerden veel voor.
Zanglijster trek in oktober in groot aantal door..
23 oktober 2013 Veel zanglijsters trekken in oktober door. De laatste weken worden er op tal van plekken in tuinen en parken zanglijsters gezien. Waar komen al die vogels toch vandaan hoor ik regelmatig?
De zanglijster is een soort die in Friesland zeker
als broedvogel bekend is. De soort past zich sterk aan en kan naast bossen,
parken, tuinen en boerenerven ook steeds meer in moerasgebieden met struikgewas
begroeiing (vooral braam) als broedvogel worden aangetroffen. Zanglijsters zijn
iets kleiner als een merel en hebben een opvallend izabel gelige borst met
donkere vlekken/stippen op flanken en borst. De rug is bruin en bij het opvliegen,
valt de oranje gelige ondervleugel sterk op. Ook de Koperwiek (Readwjuk) heeft een opvallend gekleurde
ondervleugel doch deze is meer roodachtig oranje en veel helderder van kleur en
onderscheidt zich van de zanglijster door een meer opvallend lichte oogstreep
en roodbruine flanken. Koperwieken zijn ook iets kleiner dan zanglijsters.
Zanglijsters zijn vroege broedvogels en bij zachte
Friese winters zijn de mannetjes soms al in februari terug in hun territoria en
kunnen begin maart de wijfjes al broeden op vier tot zes helder blauwe eieren
met zwarte vlekken. Het wijfje legt meestal maar 1 ei per dag en begint pas te
broeden als het laatste ei is gelegd, de broedduur is ongeveer 14 dagen en na
15 dagen vliegen de jongen uit waarna ze nog regelmatig van voedsel worden
voorzien door de ouders. Er kunnen per jaar meerdere legsels, soms wel drie,
geproduceerd worden en tot diep in september kunnen er nog pas uitgevlogen
jongen worden waargenomen.
We weten
eigenlijk nog maar heel weinig van de overwinterplekken onze eigen Friese
broedvogels en nestjongen omdat deze namelijk maar zelden meer geringd worden.
De gegevens die bekend zijn geven aan dat onze Friese broedvogels deels in
eigen land (zachte winters) overwinteren en in België, Frankrijk en Engeland
worden opgemerkt. Vanaf oktober wordt de doortrek uit noordelijker streken heftiger.
Deze vogels zijn dan vaak afkomstig uit; Duitsland, Denemarken, Zweden,
Noorwegen, Finland of Rusland zo is aangetoond.
Zanglijsters die veel noordelijker van ons broeden (Rusland,
Noorwegen, Finland, Zweden) en die hier in sommige winters overwinteren behoren
tot een andere ondersoort (Turdus
philomelos philomelos) en zijn onder anderen meer grijsachtig op de rug.
Vondsten van deze noordelijke ondersoort zijn voor Friesland zeldzaam, ik vond
er twee in mijn archief. Een jonge vogel die geringd was op 1 oktober 1990 in
het Russische Kabli, Parnu in Estland vloog zich al na dertien dagen dood tegen
vensterruiten in Leeuwarden bij fam. J. K. Dijkstra. Hemelsbreed een afstand
van 1286 km. De tweede (noordelijke)zanglijster die op 12 februari 1980 in Zwaagwesteindebij G. van der Bei tegen de ruiten vloog en
kennelijk in zijn overwintergebied washad meer geluk, hij overleefde de klap. Deze vogel bleek geringd te zijn op 6 oktober
1979 te Svenska Hogarna in Zweden op 1076 km van Zwaagwesteinde. Ringvondsten
uit het buitenland kunnen ons dus veel zeggen over de herkomst van de zanglijster ondersoort. Vooral de slachtoffers tegen vensterruiten in de wintermaanden zouden meer gecontroleerd moeten worden.
Onlangs kreeg ik van Anne van de Zee uit Rijs enkele foto's toegezonden (gemaakt met mobiele telefoon) van een vreemde kreeftachtige die vorige week zondag door zijn broer in een muskusrattenval werd aangetroffen. De foto's zijn meteen doorgestuurd naar kenner John Melis die me bevestigde dat het om een Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft ging.
In Gaasterland tref je deze opmerkelijke exoot niet zo vaak aan. Recentelijk lijkt hij op heel veel meer plekken aangetoond te zijn in Friesland, ,o.a. ook in Joure door Tsjepke van der Honing. Al eerder had Anne van der Zee kennis gemaakt met een jong exemplaar zo meldde hij me; " Afgelopen zomer schepte ik met de hand bladeren uit het
'afvoerputje' van de boot (de zelflozende open verbinding met het water via een
slang) toen ik in m'n vinger werd gebeten door een dier zo groot als een forse
slak, met een gesegmenteerd lijf, zonder poten. Deze zat tussen de bladeren en
was door de slang naar binnen gezwommen/gekropen. Een paar dagen later zag ik
een soortgelijk dier zwemmen vlak onder het wateroppervlak".
Mogelijk zijn er op meer plekken in Gaasterland en de Zuidwesthoek van deze exoten aangetroffen. Reacties zijn welkom. Ook oude gegevens van vroeger zijn welkom.
Onbekende kleurring gevonden op voetbalveld. Vandaag kreeg ik een email uit Dokkum binnen van Lammert Damsma. Hij zond me enige foto's van een soort steltloper die een opvallende kleurring (geel) met vlag aan zijn loopbeen droeg, hij had de vogel enkele weken terug dood gevonden op het voetbalveld. Aan de andere poot zat(en) geen ring(en). Dus een steltloper die alleen 1 gele kleurring (met vlag) droeg, de inscriptie op de vlag was zwart en bestond uit de letters AAE. In eerste instantie dacht ik dat het om een Tureluur kan gaan , doch ik twijfel of dit wel het geval is. Ook weet ik dat Steenlopers wel eens met dergelijke "gele vlaggen" gemerkt worden, doch daar zit m.i. altijd een metalen ring bij. De vleugel (deels) die bij deze kleurring behoord is toegevoegd. Mijn vraag is wie heeft deze vogel waar op deze wijze gemerkt, en is het werkelijk een Tureluur? Mochten er vogel ringers of onderzoekers die inlichtingen kunnen geven dan hoor ik het graag. In de Bijlagen de foto's van de vleugel en de kleurring.
Jeugdvogelwacht Joure op bezoek bij ringonderzoek.
08-10-2013 Groep jeugdvogelwachters maakt kennis met het ringonderzoek aan vogels.
Op 6 oktober ben ik morgens al vroeg afgereisd naar het Tjeukemeer bij Rohel om daar de mistnetopstelling klaar te zetten zodat de jeugdvogelwachters van de vogelwacht Joure een ringochtend kunnen meemaken. Gelukkig had ik vanmorgen assistentie van de vaste helpers Willem Kok en Ronnie Kuipers. Om 4.30 uur waren we al aanwezig en de netopstellingen werden nog tijdens een kleine periode met grondmist opgezet. Gelukkig trok de mist vrij snel op en konden we de druppels die achterbleven in de netten snel afschudden. Netten worden nat van de mist en vallen daardoor voor de vogels snel op. Als geluid is vanmorgen het geluid van de Zwartkop gebruikt. De trek was vanmorgen niet erg heftig. Wel reageerden de Rietgorzen sterk op het geluid. Om 7.30 uur kwam een groep van 9 jeugdleden en een drietal begeleiders onder leiding van Jan Veldman naar de ringplek. Direct al was er een van de jeugdleden zo snel dat ie de diepe greppel niet zag en al een "kletspoot" had. Een groep ging onder leiding van Willem en Ronnie bij de netten langs en de andere groep bleef bij het ringen en onderzoeken van de vogels kijken. Er werd uitleg gegeven over de vogels en waarom er geringd werd. Veel vragen werden beantwoord over de herkenning van soorten en waar op gelet zou moeten worden. Na het ringen mochten de kinderen zelf de vogel weer loslaten. Aan ieder kind werd uitgelegd hoe je het beste de vogel kon vasthouden zodat de vogels rustig bleven. Gewaarschuwd werd er voor de toch wel wat minder leuke gedragingen van de Pimpelmees, deze kunnen namelijk met hun snavels flink knijpen en menig jeugdige vogelaar heeft dat vanmorgen ervaren. Na 9.30 uur vertrokken alle jeugdleden weer voldaan huiswaarts. Al met al werden er op de toch nog vrij rustige ringmorgen 79 vogel gevangen. Hieronder een verslagje van wat er allemaal die morgen geringd en gevangen is.
Me eerst even voorstellen. Mijn naam is Jan de Jong.
Wel ik ben een 60 plusser (geboren 18-6-1950) en al zeker 46 jaar werkzaam geweest als Goudsmid bij een Gouden ringen Fabriek (AS) in Joure. Nu ben ik met pensioen en zet me in voor het Vrijwillig Wetenschappelijk Onderzoek in de Natuur. Als Vogelringer ben ik verbonden aan de NIOO/KNAW/VOGELTREKSTATION en doe mee met het Vrijwillig Wetenschappelijk onderzoek aan vogels. Ik ben dus heel veel bezig met ringen, zowel voor de trouwlustige( mens) in mijn arbeidsverleden als voor de vogeltjes (wetenschap).Het mooie is dat van beide een uitvoerige registratie wordt bijgehouden.Ook bij vogels worden broertjes, zusjes en broedparen geregistreerd.
Al vanaf mijn prille jeugd hou ik me bezig met de natuur, ik bestudeer naast vogels ook vlinders, kevers, planten, insecten , etc. Ben opgegroeid in de omgeving van de petgaten van het Ooster en Westerschar bij Sint Johannesga en geboren te Vierhuis, dat ligt net ten NO van het Tjeukemeer tussen Rotsterhaule en Delfstrahuizen.
Met deze Blog geef ik mijn mening over bepaalde zaken die in de natuur gebeuren/of niet gebeuren. Ook kan men mij om advies vragen over bepaalde zaken.
Heeft U een vogeltje gevonden of waargenomen en weet niet hoe het heet, zend dan een foto.
Een dode vogel met ring gevonden, ik zoek het graag voor U uit. Gooi de vogel NIET weg want deze kan ons nog van dienst zijn in verband met biometrisch onderzoek. Als gecertificeerd ringer onderzoek ik vogels die een pootring dragen en leg allerlei belangrijke gegevens vast van dit individue. Melder van de vogel met ring krijgt altijd bericht retour betreffende de herkomst van ring en de plek waar en wanneer hij/of zij geringd is.
In heel veel gevallen willen we graag bijzondere gegevens vastleggen betreffende biometrie, doodsoorzaak, afwijkend kleed, ziekten, etc.
Met name het Wetenschappelijk (vogel)ring onderzoek heeft mijn aandacht. Al sinds 1985 ring ik zelf en onderzoek ik vogels aan het Tjeukemeer bij Rohel in het prachtige natuurgebied "Marswâl" van Staatsbosbeheer.
Verder doe ik uitgebreid onderzoek naar de Boerenzwaluw in Friesland (sinds 1992). Boerderijen en schuren met meer dan 20 paren worden bezocht en war mogelijk de oude vogels geringd en onderzocht en de jongenproductie bijgehouden. Soms worden ook alle nestjongen geringd als de nesten vrij gemakkelijk te benaderen zijn. De laatste jaren krijg ik steeds meer reacties binnen. Ook van mensen die jaren achtereen de aankomst en vertrek data hebben bijgehouden van "hun" zwaluwen. Sommige tijdreeksen bevatten data van de afgelopen 10 a 15 jaar!
7 oktober 2013. Boerenzwaluwen zijn al uit de schuren vertrokken.
Dit jaar heb ik als Boerenzwaluw onderzoeker in Friesland op verschillende locaties in totaal 1489 boerenzwaluwen geringd waarvan 881 nestjongen , 355 volwassenen en 255 eerste jaars. Verder zijn er een 152 vogels uit voorgaande jaren met een poot ring terug gevangen. Helaas moest ik op 1 september abrupt stoppen met het ringen omdat mijn vrouw een ernstig ongeval kreeg in de douche en ik alle werkzaamheden thuis moest overnemen. Door de ontstane situatie kon ik de vele vervolglegsels van de boerenzwaluw helaas niet meer controleren. Toch kreeg ik via mijn Blog en mijn email nog vele meldingen binnen van late zwaluwen, nieuwtjes en broedgevallen, waarvoor mijn dank. De meldingen zullen zeker nog in het te maken Boerenzwaluwen Journaal 2013 verwerkt gaan worden.
late legsels en de verzorging. In Dedgum zijn bij familie Westendorp de laatste boerenzwaluwen al op 30 september vertrokken ,vorig jaar was dat pas rond 6 a 7 oktober. Bij Artina Oppenhuizen in Joure waren op 25 september de oude vogels nog in de schuur en de jongen al vertrokken. Op dezelfde dag ontdekte L. Pasveer in Hulsthorst dat ook daar de ouden en jongen al weg waren, op 13 april waren daar de eersten terug. Boerenzwaluwen die hun late (derde of vervolg) legsels nog aan het verzorgen zijn in september kunnen van de ene op de andere dag zo maar hun nest en zelfs hun al grote nestjongen verlaten en met soortgenoten vertrekken naar de overwinter gebieden. In Warns bij Bauke Smid was dit ook zo, er werden na een natte en vrij koude periode in september legsels met eieren plotseling verlaten. Zelfs nesten met al grote bijna vlieg vlugge jongen werden dood aangetroffen. Voedsel gebrek kan dan mede een rol spelen, doch de drang om weg te trekken (te overleven) en met de soortgenoten mee te gaan is dan hoger dan de verzorging van hun jongen. geen bouwmateriaal door droogte. De afgelopen zomer was ook warm en droog. Zo droog zelfs dat zwaluwen maar moeilijk aan vers klei en modder konden komen om hun nest te bouwen. Minke Hoekstra uit Boelenslaan vond daar wat op schreef ze. Zij groef op een geschikte plek op het erf een ondiepe kuil en vulde dit met zeildoek. Daar goot ze wat water in en verse modder met gedroogd gras en klei/leem. Ze mengde het geheel en maakte er een natte maar toch homogene samenstelling van. Weldra kwamen de zwaluwen op die plek hun bouwmateriaal halen. Regelmatig hield ze de plek nat door er af en toe wat water toe te voegen om verdroging te voorkomen. De vogels hebben er de gehele zomer gebruik van gemaakt.
late broedgevallen/aankomst en vertrekdata 2013. Met het nog mooie weer in begin oktober zijn er dit jaar op diverse plekken mogelijk nog late broedparen met jongen in schuren aangetroffen. Ik ben dan ook erg benieuwd of er dit jaar op veel meer plekken de oude vogels inderdaad veel vroeger zijn vertrokken uit de broedschuren/stallen. Hebben ze massaal hun legsels verlaten? Met de gegevens van de late broedgevallen krijgen we zo een beeld of veel van de late jongen het toch nog gehaald hebben. Niet overal was er door koude en voedselgebrek sterfte onder de jongen. Laat U meldingen horen! Bij U opgave ook graag adres/locatie vermelden zodat we de meldingen ook op coördinaten kunnen intekenen.
Sperwers en boerenzwaluwen. De afgelopen dagen vond ik nog enkele oude artikeltjes uit de Leeuwarder Courant. Leuk om nog eens door te lezen. De telefoon nummers kloppen niet meer. Het artikel van Boerenzwaluw vroeg weg is van 26 augustus 1994, stond er niet bij. Het artikel Sperwer vloog zich te pletter tegen ramen is van 14 oktober 1994!
Er moeten nog vele honderden (mogelijk meer dan 1000) artikelen zijn die ik in de periode van 1977 tot heden heb gepubliceerd in dit regionale dagblad. Ik ben de tel kwijt en heb eigenlijk nooit bijgehouden hoeveel het er waren! Kan ze helaas niet allemaal meer terugvinden. Er zal vast wel iemand zijn die ze verzamelde neem ik aan. Ik weet echter dat er veel lezers waren , en nu nog zijn, die de stukjes uit de natuur graag lezen.
Vangstresultaten van 27-28 en 30 augustus sluiten maand goed af. Op 27 en 28 augustus heb ik naast het onderhoud van de vangbanen ook nog enkele netten opgezet. Dit leverde toch nog een 57 vogels op waaronder zelfs een 7 tal boerenzwaluwen ,1 witsterblauwborst en zelfs een boomkruiper. Van de kleine karekiet was er 1 vogel bij die een sterk opvallende groeiband in de staart had, meestal zijn de groeibanden veel minder zichtbaar. De 30e augustus viel qua vangsten wat tegen met een totaal van 67 vogels waaronder een flink aandeel kleine karekieten (plm. 50%) en een 10 tal Rietzangers. Ook waren er weer een 40 tal boerenzwaluwen, doch door de strakke ZW wind vielen de vangnetten nogal op en werden er slechts 2 gevangen. Al met al kon de augustus maand dan toch positief worden afgesloten met een flink aantal vangsten (645) waaronder maar liefst 208 kleine karekieten, 91 rietzangers, 82 boerenzwaluwen, 31 grasmussen en 44 tjiftjaffen. De septembermaand begon slecht. In de nacht (rond 03.00 uur) van zaterdag op zondag 1 sept.is mijn vrouw plotseling gevallen in de douch en met hevige pijnen naar het ziekenhuis in Heerenveen gebracht per ambulance. Daar bleek dat de rechter arm uit de schouderkom lag en toen weer met succes kon worden teruggezet. Na een uurtje kon ik ze weer meenemen naar huis, doch ze mocht een drietal weken de arm niet belasten. Dat kwam er op neer dat het ringen voorlopig eerst van de baan was en de werkzaamheden thuis voorrang kregen. Het zij zo! Al met al gaat het nu al weer wat beter met haar gelukkig, de dokter gaf haar 80% kans dat het weer goed kwam. Alleen kunnen ze niet op de röntgen foto zien of het kraakbeen gescheurd is.
Vandaar dat het verslag van het ringnieuws op mijn Blog wat achterbleef en de email berichten wat langer zijn blijven liggen. hieronder de verslagen van de laatste drie vangdagen in augustus 2013.
Jan de Jong, Joure Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen Tel. 0513-414788 j.d.jongringer403@home.nl
De afgelopen week zijn er aan het Tjeukemeer bij Rohel weer flink wat vogels langs getrokken en werden er vele van een poot ring voorzien. Onder de soorten waren ook Nachtegaal, Boerenzwaluw, Rietzanger en vooral veel Kleine karekieten. Op 21 augustus tijdens het onderhoud aan enkele vangbanen plaatste ik een paar netten om ook nog wat boerenzwaluwen te vangen. Leek eerst goed te verlopen doch al vroeg in de avond kwam een sperwer vrouwtje langs die de zwaluwen schrik aanjaagde en pardoes in het net belande. Dat werd oppassen dus voor die lange gele poten met enorm scherpe klauwtjes! Na de sperwer weer geringd losgelaten te hebben waren de rest van de zwaluwen verdwenen, kennelijk op zoek naar een veiliger slaapplek in de omgeving. Hieronder de verslagen van 20-21 en 24 augustus.
Jan de Jong, Joure Tel. 0513-414788 j.d.jongringer403@home.nl
Boerenzwaluwen hadden op 10-8-2013 de slaapplek al verlaten aan Tjeukemeer.
Vanmorgen vroeg al afgereisd naar de oeverlanden van het Tjeukemeer. Bij aankomst was het rustig in de riet zoom, te rustig bleek even later want de slaapplek voor de boerenzwaluwen bleek leeg te zijn, slechts 1 vogel werd die morgen nog gevangen. Toch waren er wel andere soorten aanwezig in struiken en riet zoom. Vooral de kleine karekiet was vanmorgen flink van de partij , veel hadden al flink wat trek vet opgedaan, een zelfs met vet score 5, en diverse waren mogelijk al op doortrek. De kleine karekieten reageerden sterk op het geluid wat al in de vroege ochtend was aangezet. In totaal werden er een 18 soorten gevangen en geringd vanmorgen. Grasmus, rietzanger, tjiftjaf en fitis waren flink aanwezig. Rietgors liet zich vrijwel niet zien of vangen. Een verslag van de ochtend is toegevoegd.
Doortrek van rietvogels nu begonnen aan Tjeukemeer.
Warme nacht zorgt weer voor veel vangsten aan Tjeukemeer. Door de warmte in de nacht van donderdag op vrijdagnacht (2-8) kwam er toch niet zoveel van slapen. Rond 3.00 uur ben ik daarom al uit bed gestapt en afgereisd naar de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer te Rohel. Bij aankomst was het rustig in de riet zoom, alles was nog in diepe rust, en er stond weinig wind. Snel de netten geplaatst en nog voor de zon opkwam (rond 6.00 uur) begonnen de aantallen al aardig toe te nemen. De Boerenzwaluwen sliepen wel weer in de riet zoom doch nu niet zo in die aantallen als op 23 juli. Toch kon een flink deel van de slapers nog gevangen worden. Er werden maar liefst 21 soorten gevangen. Wel kreeg ik die morgen nog een hachelijk moment te beleven met een Reegeit die pal op de netten aan kwam rennen. Hoe dit afloopt zie je in bijgaande verslag.
Veel Boerenzwaluwen aan oever Tjeukemeer gevangen.
Ondanks (mede?) door de hitte veel zwaluwen aan het Tjeukemeer. In de vroege ochtend van 23 juli 2013 ben ik al om 3.15 uur vertrokken naar de vangplek aan het Tjeukemeer bij Rohel. Doel was om die morgen een CES dag (CES 11) te draaien en op ruime afstand van de CES plek boerenzwaluwen met geluid in het riet te vangen. De weersomstandigheden waren ideaal, droog weer en vrijwel geen wind. Door de droogte was het riet in de buitenzoom van de oever vrijwel droog en hadden de zwaluwen een ideale rustplek. Doch in eerste instantie bij aankomst hoorde ik niets in de riet zoom, zouden de vogels dan toch al vertrokken zijn? Ook de kleine karekiet werd weinig gehoord. Al vrij snel na het plaatsen van de netten voor de Boerenzwaluw en de geluidsbron hoorde ik de eerste "kwetterende" geluiden. Eerst ten w van netopstelling C1 en later verspreidt over de gehele lengte het ringgebied tussen net C1 en het slootje. Overal zaten zwaluwen! Dit had tot resultaat dat er in de eerste uren veel in de netten bij de geluidsbron zaten doch ook de andere (CES) netten waren spoedig gevuld met vogels (vooral C9, C1 en C6) omdat ze wat heen en weer over het riet en langs de bosjes vlogen. Gelukkig had ik de hulp van Fokke Stastra zodat ze snel uit de netten verwijderd konden worden. Voor een totaal verslag van de morgen zie de Bijlage.
Op 16 juli morgens vroeg om 3.25 uur al uit Joure vertrokken om zwaluwen te ringen en om CES ronde 10 te volbrengen aan het Tjeukemeer. Direct buiten Joure zag ik dat er al behoorlijk wat grondmist aanwezig was. Soms valt het plaatselijk mee met de grondmist en heb je op de ringplek geen last, doch bij aankomst bleek dat niet het geval. Toch maar de netten voor de zwaluwen geplaatst op flinke afstand van de CES netten en geprobeerd ze met geluid te lokken. Dit lukte deels, door de erg natte vegetatie vlogen de vogels direct op van de slaapplek en streken helaas niet weer neer in het riet. Jammer, daardoor werden veel vogels gemist in de eerste uren. Toch werden er die morgen nog 31 boerenzwaluwen gevangen en mogen we dik tevreden zijn. Naast de zwaluwen werden er flink wat vogels in de CES netten aangetroffen. Zelfs nog een roodborst met Belgische poot ring.Na 9.45 uur werd het snel warmer vloog er weinig meer en werd het rustig op de vangplek.
Met 82 vogels toch nog redelijk aantal. Zie bijgaande verslag.
Vroege slaapplek van Boerenzwaluwen aan het Tjeukemeer. Op 10 juli ben ik morgens vroeg om 3.15 uur vertrokken naar de noordoever van het Tjeukemeer om een1e poging te wagen om de boerenzwaluwen te vangen die er op 7 juli al in flinke aantallen in de riet zoom sliepen. Direct bij aankomst bleek dat de vogels duidelijk aanwezig waren en bij vrijwel windstil weer werd het een drukke ochtend. Er werden van de zeker 80 aanwezige boerenzwaluwen op de ringplek 51 gevangen. Naast de boerenzwaluwen werden er ook een flink aantal andere soorten (24)gevangen zoals zwartkop, fitis, witsterblauwborst, gele kwikstaart , etc. In totaal 123 vogels maakte de ochtend succesvol!
Het bijzondere van deze ochtend was wel de vangst (met geluid) van een miskleur Boerenzwaluw die in de rui van hand en armpennen was. Het verslag van deze bijzondere vangst met foto's en alle andere bijvangsten staat in de bijlage(n) hieronder.Ik ben benieuwd of er op meer plekken dit jaar afwijkende boerenzwaluwen zijn aangetroffen.
Juli maand zorgt direct al voor verrassingen aan het Tjeukemeer.
Op zondagmorgen 7 juli ging ik morgens vroeg om 3.40 uur al richting het Tjeukemeer om CES ronde 9 te voldoen. De afgelopen week kon ik niet vangen op de ringplek omdat men bezig was met filmopnamen voor een jeugdserie (KEET) die op Omrop Fryslan zal worden getoond. Het weer was gunstig , er stond weinig wind, doch bij aankomst was het toch nog stil in de riet zoom, alles was nog in rustte. Na het opzetten van de netten ontdekte ik dat er in de riet zoom een groepje van zeker 60 Boerenzwaluwen aanwezig waren. Regelmatig vlogen de vogels wat heen en weer wat er toe leidde dat ik die morgen maar liefst een 13 tal in de netten aantrof. Opmerkelijk was dat er bij deze boerenzwaluwen maar een vijftal eerste jaars zat. Een van de oude vogels, een wijfje, droeg zelfs nog een ei (voelbaar). Dus het waren stellig vogels uit de nabij omgeving die de koelte van het riet opzochten i.p.v. de koeienstal! Nadat de zon opkwam bleek al vrij snel dat er veel vogels in beweging waren, het grootste deel allemaal jonge vogels, daartussen zat een opmerkelijke jonge vogel. In eerste instantie leek het op een jonge Blauwborst. Dit week echter af en dacht ik al snel aan een Roodborsttapuit. Nooit eerder had ik dit kleed in zo'n vroeg stadia van dichtbij mogen bekijken. Wat opviel waren de gitzwarte poten en het ontbreken van oranje in de staartpennen . Een jonge Blauwborst heeft dit oranje namelijk wel in de staartpennen en bij deze vogel ontbrak het en de vleugeltekening was bij deze vogel ook anders. Diverse foto's werden er van deze voor Marswâl schaarse soort vastgelegd. Het zou nog een drukke ochtend worden met 150 vogels! Onderaan het verslag van de vangsten op die morgen. Tevens zijn de verslagen van 22 en 30 juni toegevoegd.
Rietzanger gegevens van Rohel Tjeukemeer uitgewerkt.
In de winter van 2012 -2013 heb ik niet stil gezeten. Ben actief bezig geweest om de gegevens van de gevangen en geringde Rietzanger vangsten aan het Tjeukemeer bij Rohel eens uit te werken. In eerste instantie veel controle werk en rubriceren.De gegevens zijn alle in Excel gezet en vandaaruit zijn de figuren en tabellen gemaakt. In de loop der jaren werden er aan het Tjeukemeer tussen 1985 en 2011 maar liefst 33.611 vogels geringd, 9% daarvan waren Rietzangers. Dus genoeg materiaal om maar eens te gaan uitspitten. Vierenveertig ringmeldingen van Rietzangers zijn aangegeven op een verspreidingskaart en gewichten van jonge en oude vogels gedurende het seizoen zijn uitgewerkt per decade. Het verslag; Ringonderzoek aan Rietzangers (Acrocephalus schoenobaenus) langs de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel is recent verschenen in TWIRRE, jaargang 23, nummer 1.Het tijdschrift Twirre is een periodiek verschijnend tijdschrift voor natuurstudie en natuurbeschermers, natuurvoorlichting en natuurbeleid in Friesland. Voor vragen over het blad kan men terecht bij de Redactie ,adres is; Diligencelaan 11 9351 PR Leek. In de Bijlage het volledige verslag in kleur. Reacties graag naar;
Jan de Jong, Joure Tel. 0513-414788 Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen j.d.jongringer403@home.nl
De vroege rui in juni van slagpennen van de Fitis.
Vroeg geval van vleugelrui
bij de Fitis?
Jan de Jong
In de vroege ochtend van 8
juni 2013 ving ik tijdens de 6e ronde van het CES project aan de
noordoever van het Tjeukemeer te Rohel op mijn CES plek C09 tussen 5.00 6.00
uureen man na 1kjFitisterugmet ring NLA.ACK 107 in netopstellingC2 die al met de rui van de slagpennen
begonnen was. Het bleek een vogel te zijn die ik eerder dit jaar , op 24 april
2013 als man geringd had op dezelfde plek en deze al eerder terug had gevangen op27 aprilen 5 mei 2013.
Om 6.30 uur noteerde ik de
volgende Biometrie gegevens van de gevangen vogel;
Vleugel= 70.0 mm.P8= 53.0 mm.
Vetscore Busse=0. Gewicht=9.4 gram. Loopbeen= 20.92 mm.
Bij het meten van de P8 (GS3)
zag ik direct dat de vogel aan de rechter vleugel duidelijk in vleugelrui was,
direct de linker vleugel ook gecontroleerd en ook deze bleek in actieve rui. Ik
noteerde van de rechter vleugel ; P1 (GS10)= ruiscore 4, P2 (GS9)=ruiscore 3. P3
(GS8) t/m P9 (GS2) ruiscore 0. Totale ruiscore = 7.
Direct na de biometrie heb ik
de rui op de foto vastgelegd. zie Bijlage .
Omdat de rui wel wat vroeg was
heb ik de gegevens toch nog even nageslagenin de BTO guide 19 (Moult in Birds) 2000, pag.73. Daaruit blijkt dat
hetbeginjuni er inderdaad al sprake kan zijn van
actieve slagpenrui. Bekijken we de foto van de Fitis van 8 jun 2013 nog eens
nauwkeuriger dan valt ons iets op. We weten dat bij de Fitis de slagpen P5(GS6)
aan de buitenvlag geen versmalling heeft
en de P6 (GS5) dus wel. Nummering van pennen bij P (Primaries) is van binnen
naar buiten,indeoude
methode (GS) worden de pennen van buiten naar binnen genummerd.
Op de linker vleugel(op de foto) zie je dat de oude pennen P5 en
P4 aanwezig zijn en dat de P3 w.s. net gevallen is. Op de rechter vleugel is te
zien dat de oudepennen P5,P4 en P3 nog aanwezig zijn, de P3 is daardus nog niet gevallen! Wat reden tot twijfel geeft bij dit geval van
vroege rui van de slagpennen is het feit dat beide pennen (P1 + P2) bijna even
lang zijn. Zou dit nu wel echt rui zijn NA het broeden vraag ik me af, de
Engelsen noemende rui na het
broedseizoen Ad. PostN (Post-nupitial),zie Moult in Birds pag.35.Of zouden we dan toch te maken hebben met
Suspended moult (onderbroken rui)?. Hopelijk vangen we het individuede komende weken nog terug en kunnen we de
ontwikkelingen volgen.
Ooit eerder had ik zo vroeg in het seizoen al
eens Fitissen met actieve rui gevangen
en wel op5 juni 2010.Toen ving ik twee
mannetjes (NLA. Y 08503 en NLA. Y 08518) die netwaren begonnen meteen ruiscore van 1.Helaas zijn deze nadien
niet teruggevangen. In 2011 ving ik op 12 juni een man na1kj (NLA. Y 08898)met
ruiscore 9, op 17 juni ving ik dezelfde vogel terug en toen bedroeg de ruiscore
15. Dus vroege rui van de Fitis in begin juni komt dus voor aan de noordoever
van het Tjeukemeer bij Rohel.
Vraag me af of op andere
ringstations in Nederland of Belgieook
vanaf begin juni actieve rui bij de Fitis is geconstateerd.
Ik vind het persoonlijk erg vroeg dat deze rui bij de
Fitis na het broedseizoen(Ad. PostN) zou plaatsvinden omdat het nog maar begin
juni is. Zou er sprake zijn van een verloren gegaan legsel of partner? Ruien de
Fitissen in midden en Zuid Nederland vroeger of later dan in Noord Nederland?
De laatste weken ben ik erg druk geweest met het vangen en ringen van Boerenzwaluwen in de provincie. Daardoor veel minder tijd om de Blog wat bij te werken qua vangsten en ervaringen aan het Tjeukemeer. Op 19 mei werd er tot onze vreugde regelmatig een Roerdomp gehoord in de richting van Vierhuis. Zou de soort er toch na vele jaren weer teruggekomen zijn als broedvogel? Vreemd was die ochtend dat er een groepje van 14 Dwergmeeuwen ons passeerde richting noord. In de verslagen die hieronder staan alle bijzonderheden weergegeven.
Derde CES dag verloopt rustig. Met een toch nog flinke ZZW wind op 5 mei de derde CES periode aan het Tjeukemeer uitgevoerd. Er bleel weinig verplaatsing. Spotvogel en Tuinfluiter zorgden voor wat nieuwe soorten dit seizoen. Gaaien , een drietal, bleven wat onrustig oven de ringplek heen en weer vliegen doch belanden niet in het net. Er zijn ook nog weinig Kleine karekieten terug. Eerst maar even een flinke rust periode in het gebied zodat toekomstige broedvogels zich kunnen vestigen. De rietzoom aan de oever van het Tjeuklemeer is op heel veel plekken deze winter door het ijs weggeschoven zodat de oevers kaal zijn. In de Bijlage het verslag van 5 mei.