In 2014 zijn er in ons land een flinke hoeveelheid jonge spreeuwen van een pootring voorzien, daarbij waren 584 die een kleurring droegen in het kader van een speciaal onderzoek. Nu een groot deel van deze jongen dit jaar aan het broedproces meedoen bestaat er grote kans dat er spreeuwen waargenomen kunnen worden met een gekleurde pootring naast de aluminium ring. Reden dat er een groot aantal zijn voorzien van kleurringen is dat we graag te weten willen komen wat de dispersie is van deze jonge vogels. Waar worden de vogels in de herfst en winter gezien en waar vestigen zich de jonge spreeuwen als ze na een winterseizoen terugkeren naar de geboortegronden. Ook in Friesland zijn in de omgeving van Heerenveen en Oostermeer nestjongen van spreeuwen voorzien van kleuringen. Verder zijn er op tal van plekken in Europa ook spreeuwen gemerkt met verschillende cijfer of letter combinaties op de kleurring zodat er grotere kans bestaat dat ze tijdens het broedseizoen opgemerkt gaan worden.
In Friesland broeden veel spreeuwen nog onder de dakpannen van boerderijen en hokken. Rond deze tijd zijn er al flink wat broedparen die aan een eerste legsel zijn begonnen. Daarnaast is er ook een toename van broedvogels in speciale nestkasten voor spreeuwen die in het kader van een nestkastproject worden bijgehouden. Graag zou ik dan ook de aandacht willen vestigen op de aanwezigheid van mogelijk gekleurringde spreeuwen in de provincies in ons land. Met een goede kijker (telescoop) is de combinatie van cijfers /letters en de juiste kleur gemakkelijk te herkennen. In Friesland is recent al een broedvogel met een rode kleurring ontdekt in een nestkast!
Ben erg benieuwd of er bij de waarnemingen ook vogels zijn die zo'n opvallende kleurring dragen. Reacties graag doorgeven naar j.d.jongringer403@home.nl of bellen naar 0513-414788.
Jan de Jong, Joure E.A.borgerstraat 66 8501 NG Joure.
Vorige week meldde ik in de regionale Leeuwarder Courant dat er in Nederland al boerenzwaluwen zijn gezien. Op 1 maart waren er zelfs al twee bij het Wormer - en Jisperveld in Noord Holland. Voor Friesland waren er rond die tijd nog geen maart meldingen binnen gekomen , doch dit zou gezien de waarnemingen in Nederland wel snel loslopen dacht ik. Het duurde echter nog tot 20 maart voor de eerste echte melding bij me binnenkwam. De primeur gaat in dit geval naar Joure. Anne Lenis, een duivenman die regelmatig in de lucht kijkt, ontdekte de vogel smiddags om 20 over 12 boven zijn huis. Toch nog vroeg eigenlijk voor de boerenzwaluw want normaal keren ze pas in de 1e of 2e week van april bij ons in de broedschuur terug.
De vroege boerenzwaluwen in maart zouden best eens vogels zijn geweest die bij/rond de Middellandse Zee overwintert hebben en daardoor vroeger terug konden keren zodra de weersomstandigheden daar gunstiger worden. Normaal overwinteren de boerenzwaluwen meer ten zuiden van de Sahara tot diep in Zuid Afrika. Het is een groot gebied waarin de vogels kunnen overwinteren.
Van een boerenzwaluw die we in 2011 van een geolocator voorzagen in Warga bij boer Talsma weten we dat de vogel overwinterde in Botswana van 2 november tot 1 april. Op 1 april vertrok de vogel uit Botswana en kwam op 27 april weer in Nederland aan. Onderweg had de vogel zes dagen gestopt waarschijnlijk om voedsel bij te "tanken". De reissnelheid per dag is dan toch nog 435 km/per dag en dat is een flinke snelheid voor zo'n kleine zangvogel.
Boerenzwaluwen die ver in Afrika overwinteren kunnen dus nog vrij laat terugkeren op hun broedplekken. De vogels die hier als eerste gezien worden zijn dus vaak niet die vogels die ver in Afrika overwinteren. Zouden de Friese boerenzwaluwen dit jaar tot diep in Afrika hebben overwintert?
Het is dus daarom ook belangrijk te weten wanneer de eerste boerenzwaluwen terug keren in de broedschuren en stallen. Graag horen we dan ook de eerste aankomst data van de boerenzwaluw.
Vondst van een bijzondere zilvermeeuw uit Rusland.
Waarnemingen van meeuwen met pootringen komen de laatste jaren steeds vaker voor in ons land. Vooral nu er ook veel met gekleurde pootringen word gewerkt in allerlei landen in Noord en West Europa zijn er veel vogelaars die letten op deze kenmerken. Het vinden van een dode zilvermeeuw met pootring uit Rusland is dan ook opmerkelijk. Van Theo en Janet de Jong uit Leeuwarden kreeg ik onlangs een terugmeldingsformulier toegezonden van een vondst van een zilvermeeuw in de omgeving Cornwerd (Friesland).
Ring; (RUM)Moskwa ES..010650 Zilvermeeuw spec. - nestjong.Geringd; 23 juni 2012 te Ozerchanka, Kandalakshskiy,Rusland.Gevonden; 11 januari 2015 te Cornwerd, Friesland, Nederland. vers dood olieslachtoffer.Afstand; 2162 km. Tijd; 933 dagen.
Het betreft hier een zilvermeeuw spec. (Larus argentatus) die 2 jaar ,6 maanden en 20 dagen oud was, dus nog niet in zijn volwassen kleed. De vogel is geringd in het gebied van de Geelpotige zilvermeeuwen, deze komen regelmatig voor in twee populatie van Larus argentatus in Noord Noorwegen en oostelijk deel van Baltische Zee. Deze Baltische populatie kreeg de naam Larus argentatus omissus. (DB.Kenmerken gids p.133).
Deze vogel werd als nestjong geringd in het "omissus" gebied.Helaas is de vogel niet verder onderzocht op biometrie en zijn de resten niet bewaard gebleven voor verder onderzoek.
In mijn archief vond ik nog twee vondsten met ringen uit het "omissus" gebied.
Ring;(RUM) Moskwa DB154960 Zilvermeeuw - nestjong. Geringd;4 juli 1988 te Kandalaksha Reserve, Murmansk, Rusland. Gevonden; 6 november 1988 Bornrif, paal 3.800 op Ameland, Nederland. Vers dood gevonden in staand visnet door K.Koolman uit Zaandam (via D.C.Visser Ameland). Afstand; 2135 km. Tijd: 125 dagen.
Deze vogel werd via de PTT ontvangen op 8 november 1988. Biometrie genoteerd en geslacht bepaald; is vrouw 1e kalenderjaar.
Ring:(RUM) Moskwa D.970281 Zilvermeeuw - nestjong. Geringd; 11 juli 1983 te Parya Guba, Murmansk, Rusland. Gevonden; 9 december 1984 bij zandput Langweerder Wielen, Friesland, Nederland. Niet vers dood.Afstand: 2169 km. Tijd; 516 dagen
Ook deze beide vondsten van nestjongen komen uit het "omissus" gebied en behoren mogelijk tot de Geelpotige Zilvermeeuwen (Larus argentatus omissus).
Vondsten van zilvermeeuwen die nog deels in het jeugdkleed zijn met Russische pootringen (+ kleurringen) zouden beter onderzocht moeten worden door specialisten om achter de juiste (onder)soort te kunnen komen. Nu is dit door steeds verder ontwikkelende determinatie problematiek ook voor een vogelkenner met name voor jonge meeuwen nog erg moeilijk om vast te stellen om welke (onder) soort het gaat.
De velduilen die in 2014 op de grote veldmuizenplaag afkwamen in de Friese weiden en er massaal tot broeden kwamen zijn nog lang niet verdwenen. Op heel veel plekken in de provincie zitten nog groepjes bij elkaar op ruige terreintjes en akkers waar de veldmuizen nog weeldig tieren. Boeren zetten op enkele plekken zelfs de landerijen maar onder water om zo de schade nog enigzins te beperken. Als vogelkundig medewerker van de regionale courant ontving ik in de decembermaand en de eerste dagen van januari nog een flink aantal meldingen van waargenomen groepen velduilen. Soms vlogen enkele tientallen velduilen op van de landerijen bij jachtpartijen of werkzaamheden op het boerenland. Vanuit de gehele provincie komen nu meldingen binnen van deze groepjes; Joure (bij Trijntje Wiel), Abbega, Bolsward , Pietersbierum , Koudum, Heeg, Sneek, Ameland, Vleiland, Sijbrandaburen, etc. Op enkele plekken zitten de velduilen zelfs tussen de ransuilen op de roestplekken, o.a.te Heeg en bij Terhorne. Het is dus opletten bij de tellingen van roestplekken van ransuilen. Vermoedelijk is het aantal velduilen wat momenteel aanwezig is nog veel groter omdat de soort zich overdag vaak wat schuil houd, in de schemering en nacht jagen ze vooral op muizen. Deze zijn nu massaal aanwezig zodat ze in een relatief klein gebied kunnen verblijven. Vaak zijn het de boeren en jagers die deze groepjes uilen ontdekken als ze spontaan opvliegen uit de velden als deze betreden worden. We zijn benieuwd of er de laatste maanden ook door meer mensen deze grote groepen velduilen zijn ontdekt en dit nog niet gemeld hebben. Reacties zijn welkom.
Na de kerstdagen ontdekten Douwe en Joke Visser in het Friese Haule een wel erg vreemde mus op het boerenerf. Op de voedertafel zat tussen een groepje huismussen en enkele ringmussen een huismus mannetje met een sterk afwijkende kleur. Op de rug , staart en bovendekveren had de vogel een sterke roodbruine kleur. Nooit eerder had ik deze opvallende kleuren bij een huismus man gezien. In eerste instantie dacht Douwe Visser aan een kruissing met een roodmus man, doch deze soort komt daar niet voor. Ook is gedacht dat iemand de vogel geverft zou hebben. Mogelijk dat de kleurafwijking is ontstaan doordat de vogel ongewild grote hoeveelheden andere voedingsstoffen heeft opgenomen en dat daardoor de afwijkende kleur is ontstaan. Ook hormonale afwijkingen bij vogels kunnen kleurafwijkingen veroorzaken. Ik kom de laatste 20 jaar regelmatig in ligboxen en stallen en zie de laatste jaren steeds meer afwijkend gekleurde huismussen, vaak meer bonte eksemplaren. We weten dat bij de huismus vele variaties rondvliegen van miskleuren. Meestal zijn dit wat zwart wit gevlekte of soms geheel witte vogels. Zo is er in Sneek in 2014 door Eelke van der Meer een vrijwel witte huismus gezien die net geen albino was, de rode ogen ontbraken en in de vleugel zat nog een spoortje van bruin. De "rode" huismus dook op 6 januari plotseling weer op bij de voedertafel aldus Douwe Visser. Het is steeds dezelfde vogel, er zijn geen meerdere eksemplaren met dezelfde afwijkende kleur. Een aparte mus dus, zijn er ook meerdere met een dergelijke afwijking gezien? De kleuren zitten dus IN de veer , dat kan dus alleen door de veerzakjes zijn aangemaakt. Foto van de opvallend rood gekleurde huismus van Douwe Visser bijgesloten , en tevens de witte huismus uit Sneek van Eelke van der Meer toegevoegd. Graag ontvang ik meer fotos van nog andere afwijkend gekleurde vogels uit deze plaatsen Haule en Sneek of nabije omgeving.
Het eindverslag van het ringonderzoek in 2014 Rohel Tjeukemeer.
In 2014 is er aan de noordkant van het Tjeukemeer bij Rohel in het Staatsbosbeheergebied Marswâl voor het wetenschappelijk ringonderzoek weer heel wat uurtjes doorgebracht. In totaal werden er 1902 vogels van een nieuwe ring voorzien en werden er 51 individuen van één of meerdere jaren terug gekontroleerd, waaronder enkele niet op de ringplek aangebrachte ringen. Dit jaar waren er weer enkele opmerkelijke vangsten bij die de zogenaamde "krenten in de pap" zijn. Onder anderen een sperwergrasmus, drie sijs, twee ijsvogel, vijf bokjes en en zes witsterblauwborst. In een tabel op blz. 56 van dit verslag staan ze allemaal per soort/per maand vermeld.Van alle dagvangsten is een verslagje opgenomen, soms aangevuld met interesante fotos of leuke waarnemingen. Een lijst met allerlei bijzondere terugmeldingen die in 2014 zijn ontvangen van het Vogeltrekstation in Wageningen (tot 14 december) geven prachtig weer dat sommige soorten soms na 3 a 4 dagen het land al uit zijn. Een vogel werd na 22 uur zelfs al teruggevangen.
In een aparte Bijlage is het aantal vangsten per jaar vermeld tussen 1985-2014. Maar liefst 39024 vogels verdeeld over 89 soorten waaronder maar liefst 55 buidelmees,75 bokjes, 888 boerenzwaluwen, twee noorse nachtegalen en 31 ijsvogels. Veel leesplezier.
De oeverzwaluw komt in de gemeente De Friese Meren als broedvogel vooral voor in zanddepots, modderbulten en in speciale nestwanden. De aantallen wisselen van jaar op jaar soms sterk. Op plekken waar in zand en modderbulten gewerkt word verschijnen in luttele dagen soms nestgangen. Oeverzwaluwen verschijnen al in april terug uit hun overwintergebieden en zoeken dan vaak hun oude broed- en/of geboorteplek weer op. Zijn deze verdwenen dan gaan ze naar nieuwe plekken in de omgeving op zoek. We weten al heel veel over de interne verplaatsingen binnen het broedgebied doch van de werkelijke overwintergebieden en de lange weg daar naar toe hoor je maar weinig.
Twee opmerkelijke ringvangsten van oeverzwaluwen uit de gemeente De Friese Meren
Op 10 april 2014 kreeg ik van het Vogeltrekstation in Wageningen bericht dat er een oeverzwaluw met ring Arnhem BA…74702 is gecontroleerd door Engelse natuuronderzoekers op 26 januari 2013 in Afrika. De vogel werd gevangen te Dagana, Saint-Louis, in Senegal op 4494 km van Joure. De oeverzwaluw is op 6 juli 2012 als volwassen vrouw geringd in de kolonie De Twigen bij Joure. Dit was de eerste terugmelding die ik van een oeverzwaluw mocht ontvangen uit het overwintergebied. Eindelijk een bericht binnen uit het overwintergebied!
In hetzelfde jaar 2012 toen de oeverzwaluw geringd werd in de Twigen vingen we op 30 mei 2012 tijdens een onderzoek in de oeverzwaluwwand in de wijk Wyldehorne in Joure een oeverzwaluw met een vreemde ring. Op de ring stond in Bird Live Malta Valletta 260215.
Na lang aandringen kregen we pas op 13 november 2014 bericht van deze opmerkelijke ringvangst. De oeverzwaluw bleek op 18 april 2012 geringd te zijn te Rabat op het eiland Malta in de Middellandse Zee op 2015 km van Joure. De vogel, een volwassen mannetje, was dus op weg naar zijn broedgebied toen hij de oversteek van Afrika naar Europa maakte via Malta. Van Malta zijn er maar weinig gegevens bekend van oeverzwaluwen die bij ons in Friesland terugkeren. Ik neem aan dat dit de eerste is die in Friesland teruggemeld is. Tijdens een tweede controle in de kolonie in Wyldehorne werd de vogel op 20 juni 2012 nog een keer vastgesteld.
Jan de Jong ,Joure Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen. Tel. 0513-414788
Het heeft even geduurd voordat het verslag van mijn boerenzwaluw onderzoek in zijn uiteindelijke versie klaar was. Door de uitbraak van de vogelgriep is het versnelt zodat het verslag al voor de Sinterklaas klaar is.
In 2014 zijn er in Friesland door diverse ringers tenminste 3712 boerenzwaluwen geringd , daarvan waren er 2894 pulli (77.96%). Dit aantal is samengesteld uit diverse gegevens van Friese Boerenzwaluw ringers en hun assistenten; Willem en Wender Bil, Sander Veenstra, Ype en Tryntsje Albada , Tseard en Derick Hiemstra,Arend Timmerman ,Germ de Vries en Bareld Storm . Veel van deze boerenzwaluwen zijn geringd in het centrale deel van Friesland, in het NW , ZW en het ZO van de provincie worden maar erg weinig of geen boerenzwaluwen geringd. Vreemd eigenlijk dat er vooral in het NW deel van Friesland volgens recente Atlas gegevens een hogere broeddichtheid word toebedeeld en dat daar geen onderzoek plaats vind. In het verslag meer over de plaatsen waar geringd is.
Verder natuurlijk een overzicht van de vroege en late meldingen uit de provincie, veel eigen onderzoek en terugmeldingen, stickeronderzoek, aantekeningen over staartpennen , sponsors en allerlei andere wetenswaardigheden. Het verslag is 52 blz. groot en moet meer gezien worden als een eigen naslagwerk van verricht onderzoek. In de Bijlage een PDF verslag . Veel leesplezier!
Mochten er aanvullingen , reactie's of bijzondere gevallen zijn dan hoor ik dit uiteraard graag.
Uitbraak vogelgriep legt ringonderzoek op ringplek Rohel lam.
Ringonderzoek tijdelijk gestopt aan Tjeukemeer door uitbraak vogelgriep.
De laatste weken is het ringonderzoek aan het Tjeukemeer bij Rohel op het Staatsbosbeheer terrein Marswâl op een laag pitje komen te staan door het uitbreken van de vogelgriep. Van overheidswege kwam al snel het bericht binnen dat vogelringers hun activiteiten met onmiddelijke ingang moesten stoppen. Even afgewacht of het zo weer over zou waaien, maar neen, de uitbraken van vogelgriep kwamen daarna met tussenpozen door. Besloten om daarom maar de zaken op te ruimen en de vangmiddelen te ontsmetten. Volgend jaar maar weer eens zien.
Toch zijn er in het vangseizoen van 2014 behoorlijk wat vogels geringd. In een bijgevoegde jaarstaat blijkt dat er toch 1902 vogels van een ring zijn voorzien.En daarbij waren toch weer enkele leuke vangsten, zoals een sperwergrasmus, vijf bokjes, drie sijsjes in juni, etc. Om het geheel compleet te maken sluit ik hierbij de vangstotalen en dagverslagen bij.
Dit jaar is 30 jaar onderzoek verricht op de Ringplek Rohel Tjeukemeer. Zowaar een mijlpaal. Meer dan 39000 vogels geringd in 89 soorten.
Opmerkelijk verslag van van vertrek boerenzwaluwen in Terwispel.
Begin november 2014 ontving ik via de post een flinke enveloppe zonder afzender maar met een duidelijk handschrift. Ik kende dat handschrift en wist dat het afkomstig moest zijn uit Terwispel en wel van Appie Venema. Elk jaar kom ik als vogelringer en onderzoeker van boerenzwaluwen bij hem in de schuur om de boerenzwaluwen te ringen, meten en onderzoeken. Venema geeft in zijn brief van november van dit jaar prachtig het vertrek van de boerenzwaluwen weer uit zijn schuur en zette dit op acht kantjes papier uiteen. Deze brief (zie Bijlage hieronder) heb ik deels overgeschreven en hier wat fotos en opmerkingen toegevoegd. Het verslag geeft mooi de binding van de oude en jonge vogels met hun geboorte /broedschuur weer en toont aan dat ze tot laat in het seizoen nog gehecht zijn aan hun plek. Pas laat in het seizoen vertrekken ze dan en verlaten na vaak nog een laatste groet deze plek. Dergelijke verslagen zijn erg zeldzaam. Daarom deel ik het graag en hoop dat meer mensen hun boerenzwaluw waarnemigen aan ons toevertrouwen. We zijn dan ook benieuwd wanneer U de laatste boerenzwaluw heeft gezien dit jaar en of er dit jaar ook bijzondere gevallen zijn te melden.
Nieuwe soort voor de noordoever van het Tjeukemeer.
Jeugdvogelwacht op excursie aan het Tjeukemeer.
Op 11 oktober is een delegatie van elf leden van de jeugdvogelwacht van Joure met 4 begeleiders op bezoek geweest aan de noordoever van het Tjeukemeer op de ringplek waar als sinds 1985 ringonderzoek wordt verricht. Voor veel van de nog jonge vogelwachters was dit de eerste keer dat ze zo vroeg aanwezig waren op de ringplek. Alles was nog donker. Er waren dan ook steevast vragen als; in het donker kan je toch niet zien waar je vliegt, en slapen de vogels dan nooit? Het zou een mooie ochtend worden met veel vogels (97) zodat ieder jeugdlid er zelf meerdere kon loslaten. Het in de hand houden van een vogel ging hen gemakkelijk af toen het enkele malen werd voorgedaan. Er zijn die ochtend toevallig veel roodborsten aanwezig en menig jeugdlid heeft deze mogen vasthouden en loslaten.In de bijlagen het verslag van die ochtend met vele fotos en bijzonderheden.De nieuwe soort werd ook al vroeg in de ochtend waargenomen.
Eerste beflijsters verschijnen in binnenland van Friesland.
De afgelopen dagen komen er steeds meer meldingen binnen van merels en zanglijsters die in grotere aantallen in tuinen van steden en dorpen verschijnen. Daarbij kunnen momenteel ook al de eerste koperwieken en kramsvogels gezien worden. Naast deze lijstersoorten is er ook nog de beflijster. Deze beflijster wordt vaak in september al gezien,vooral aan de kuststreek op de eilanden, in het binnenland is ie wat schaarser. Op 10 oktober kreeg ik uit Heerenveen van Jan Postma een eerste melding door van een vogel die druk van de bessen at in de gelderse roos in de tuin.In het binnenland van de provincie Friesland wordt deze soort vaak wat minder opgemerkt. Vooral ook omdat ze vaak minder opvallen tussen de merels die al een tijdje aanwezig zijn en vrijwel hetzelfde getekend zijn. De beflijster, vooral het mannetje , heeft een heldere opvallende witte bef. Bij de vrouwtjes is deze bef wat fletser van kleur en valt ie minder op. In sommige gevallen word de beflijster nog wel eens aangezien voor een "miskleur" merel, vooral omdat ie er zo op lijkt.
Beflijsters komen in Friesland niet voor als broedvogel maar trekken hier door in voor en najaar. Vooral Noorwegen en Zweden zijn gebieden waar deze soort voorkomt als broedvogel. Wat vele niet weten is dat de soort onder anderen graag op de grond broed onder struik enigzins beschut. Ze leggen meestal 4 a 5 eieren , vaak licht blauw met rood of purperachtige vlekjes, in een komvormig bouwsel op de grond met gras, heidestengels, mos , bladeren en weinig aarde. De eieren worden zeker 14 dagen bebroed en de jongen worden door beide ouders nog een 13- 14 dagen in het nest verzorgt. Soms hebben ze twee broedsels.
We zijn benieuwd of er op meer plekken in het binnenland van Friesland momenteel al beflijsters zijn gezien in tuinen en perken.
Ringwerk aan Tjeukemeer van 13 september tot 12 oktober 2014.
Nog flinke aantallen zangvogels die passeren aan de Tjeukemeeroever.
Na 12 september is er nog volop doortrek van zangvogels aan de noordoever van het Tjeukemeer op het SBB terrein Marswâl bij Rohel. Op 23 september werden nog 98 vogels gevangen waaronder nog een flink aantal zwartkop (21) en kleine karekiet (17). De aantallen van de kleine karekiet vielen dit jaar behoorlijk tegen en vanaf begin oktober vangen we eigenlijk maar enkele meer die doortrekken. Doch de roodborst en de zwartkop doen het erg goed. Werden er op 23 september nog maar 4 roodborsten gevangen, op 28 september waren dit er al 21 en op 11 oktober zelfs 29! Met een totaal van 118 vogels op 28 september waaronder 30 zwartkop en 17 koolmees waren de aantallen sterk boven verwachting die dag. Op 3 oktober waren de vanomstandigheden in de vroege uren eerst gunstig doch dit sloeg snel om naar mist en kwamen de vangstaantallen niet hoger uit dan 46 waaronder ook toen een flink aandeel van zwartkop (14)en roodborst (14). Het weer kan dus flinke invloed hebben op het trekgedrag van vogels. Ook op 11 oktober tijdens de aanwezigheid van een groep jeugdleden van de vogelwacht Joure met een viertal begeleiders waren de vangst aantallen nog steeds hoog, maar liefst 97 vogels. Zelfs een groepje van 11 staartmees belandde in het net en kregen een pootring om. Zwartkoppen namen op 11 oktober al af en de eerste zanglijsters en merels lieten zich al zien. Ben benieuwd wat er komende weken nog aan aantallen zal doortrekken.Mogelijk al de eerste koperwieken en meerdere koolmees en pimpelmees? Ik hou jullie uiteraard op de hoogte van de vangsten.Hieronder de verslagen van de dagvangsten op 23 september, 28 september, 3 oktober en 11 oktober 2014.
Op 19 september zijn in Langezwaag bij Fam. van der Wal de laatste boerenzwaluwen al vertrokken uit de broedschuur. Dit jaar waren er volgens van der Wal 11 broedparen die in totaal 86 jongen groot brachten.Bij Fam. van der Wal in Kortehemmen waren vrijwel alle broedparen voor eind augustus al vertrokken, slechts 1 paar met kleine jongen bleef achter. In diverse nesten werden op 21 augustus verlaten eieren en dode jongen aangetroffen. De avond tevoren was het een drukte van belang in de schuur in Kortehemmen aldus Mevr. van der Wal, de volgende morgen bleef het stil. We zijn erg benieuwd hoe het vertrek elders is geweest. Dit jaar was het w.s. veel vroeger dan andere jaren. Mogelijk dat er ergens toch nog broedende of nestjongen verzorgende paren aanwezig zijn na 21 september.
De boerenzwaluw heeft in 2014 een wat wisselend broedseizoen gehad. Op veel plekken kwam na eind april zelfs nog een flinke groep nieuwe broedvogels binnen, terwijl er rond die tijd al verschillende paren op eieren zaten te broeden. De laat binnengekomen boerenzwaluwen waren duidelijk veel minder in conditie en het duurde dan ook nog een flinke tijd voordat ze aan het broedproces mee deden. Tot diep in mei ving ik nog volwassen vrouwtjes die nog geen broedvlek hadden en laag in gewicht waren. De koude dagen in augustus met veel regen hebben er geen goed aan gedaan, op veel plaatsen gingen meerdere legsels met jongen verloren. Zelfs jonge vogels die op het punt van uitvliegen stonden haalden het in sommige schuren niet. Reden was in heel veel gevallen voedselgebrek door de alsmaar aanhoudende lage temperaturen (beneden 10 graden) en de regen. Bij veel plekken waar de sterfte optrad was er sprake van onderkoeling van de jongen door de koude luchtstroming die veroorzaakt werd door het tegen elkaar openzetten van deuren en ramen.De stallen waarin geen vee aanwezig was hadden ook opvallend meer koude slachtoffers dan stallen met flinke veebezetting, kennelijk waren in de bezette stallen er daar toch nog wel wat insecten te vangen.
In Friesland is wat het ringonderzoek naar de boerenzwaluw aangaat nog veel te doen. Op veel plekken worden oude en jongen in schuren en stallen geringd.Het ringonderzoek concentreert zich de laatste vijf jaar sterk op het midden en oostelijke deel van de provincie. Westelijk van de lijn Dokkum-Leeuwarden-Sneek-Koudum en zuidoostelijk van de lijn Lemmer-Oudeschoot-Jubbega en Donkerbroek zijn vrijwel geen boerenzwaluwen geringd. Dit is opmerkelijk daar er met name in het westelijke deel , met name tussen Leeuwarden-Bolsward-Harlingen volgens de literatuur (SOVON) zeer hoge broeddichtheden voorkomen.
Tot 21 september werden er in 2014 volgens het invoerprogram van GRIEL in Friesland 4271 gegevens van geringde/(terug)gevangen boerenzwaluwen vastgelegd. In dezelfde periode was dat in 2013 4497, in 2012 3963, in 2011 2923 en in 2010 2812. Duidelijk een flinke toename van ringactiviteiten in vijf jaar tijd.
Zelf heb ik dit jaar 1928 boerenzwaluwen gevangen , daarvan zijn er 1408 geringd (977 nestjongen,255 volwassen en 176 eerste jaars) en zijn er 520 teruggemeld. Respectabele aantallen als je bedenkt dat van heel veel volwassen boerenzwaluwen er ook nog fotografich materiaal betreffende de witte staartvlek op de buitenste staartpen (ST6) is verzameld. Het ligt in de bedoeling om in 2015 zoveel mogelijk van deze individuen terug te vangen en de witte staartvlek opnieuw te meten en te fotograveren om zo er achter te komen hoe groot de variatie is van de witte vlek en of het meten van deze witte vlek ook sterk gerelateerd kan worden aan het geslacht wel of niet in combinatie met andere biometrische gegevens.
Recent worden er in de provincie Groningen ook flinke aantallen boerenzwaluwen gevangen , t/m 21 september in 2014 3422. Het merendeel van de in Groningen gevangen aantalen (2180 en 873)boerenzwaluwen zijn op twee grote slaapplekken gevangen. In Friesland word er maar weinig intensief op slaapplekken gevangen. Het is interessant te volgen of er ook een flink deel van de vogels die op de slaapplek in Groningen gevangen zijn als broedvogel in het oostelijke deel van Friesland teruggevangen zullen worden of dat de Friese boerenzwaluwen eerst de slaapplek in Groningen bezoeken en dan wegtrekken naar het zuiden.
Soms slapen de boerenzwaluwen ook in boerenschuren o.a. in Terwispel, laat het ons eens weten waar dit nog meer voorkomt.
Ringwerk aan Tjeukemeer tussen 24 juli en 12 september 2014
Veel vogels geringd aan Tjeukemeer tussen 24 juli/12 sept 2014
Het is al weer een hele tijd geleden dat er een verslagje verscheen over de ringvangsten bij Rohel aan het Tjeukemeer. In de tussentijd is er diverse keren gevangen, soms met enkele netten tijdens het onderhoud (1-8,3-8,5-8,en 6-8). Op 24 juli en 8 augustus werden de laatste twee CES dagen (11 en 12) uitgevoerd en nadien is er nog gevangen op 27 augustus , 5 september en 12 september. Vooral van eind augustus tot en met 12 september zijn er drie keer achter elkaar meer dan 100 gevangen.
Onderaan een verslagje van alle vang en onderhouds dagen. Daarbij valt de vangst van een eerste jaars Sperwergrasmus op.
Zesling in Boelenslaan (Friesland) maakt het goed.
In Boelenlaan hebben Seye en Minke Hoekstra een zesling in hun schuur. Alle zes peuters zitten ze op het randje van hun bedje van klei,stro en veertjes te wachten op wat de hun nieuwe wereld hen zal brengen. Vooral wachten ze op goed en gezond voedsel om alle zes straks weg te kunnen vliegen de wijde wereld in. Want ja deze boerenzwaluw peuters kunnen na zo'n 20 dagen al vliegen. Toch willen ze voor ze vertrekken eerst nog van de volledige verzorging genieten en blijven daarom op de rand van hun nestje wachten op voedsel van vader en moeder. Lekker knus in hun nestje wat in een hoek is gemaakt zodat hun lichaamswarmte hun heeft behoed voor de koude die er de afgelopen weken is geweest.
Jonge boerenzwaluwen hebben het momenteel erg moeilijk in schuren en stallen. Veel zijn er de afgelopen weken dan ook al gestorven door honger en onderkoeling. Door de aanhoudende regen en de koude( overdag en nachts) hebben veel kleine jongen tussen de 1 en 13 dagen het niet gehaald. Ik kwam in Kortehemmen en in Terwispel veel nesten tegen met dode jongen. De sterfte in Friesland moet enorm geweest zijn want opo tal van plekken hebben ook de broedvogels er de brui er aan gegeven en zijn vertrokken van de broedplekken. Alleen de oude vogels die nog jongen te verzorgen hebben blijven achter. In Kortehemmen waren vrijwel alle oude vogels rond 16 augustus massaal met hun jongen vertrokken aldus Mevr. van der Wal die op de avond tevoren er erg veel tegen de avond in de stal zag zitten rij aan rij en alle druk kwetterend. De volgende morgen waren ze alle vertrokken , een streep van mest achterlatend in de stal.
De sterfte aan nestjongen is niet overal waar te nemen. Vermoedelijk heeft dat te maken met de grootte van de jonge vogels. Jonge boerenzwaluwen die nog goed in de veer zitten en in de schuur niet op een plek zitten waar ze veel last hebben van koude luchtstromingen overleven het soms nog als ze voldoende voedsel van de ouders kunnen krijgen. In stallen met nog vee is deze warmte vaak nog wel te vinden. Stallen waarin geen vee meer zit en waar de schuifdeuren tegenover elkaar open staan, ook in de nacht, daarin hebben de boerenzwaluwen veel minder kans om te overleven door de koude luchtstroming. Ze koelen daardoor te veel af en gebruiken daarbij erg veel energie. Het is daarom zaak dat in de koude regenachtige periode de schuifdeuren van ligboxen en stallen op een klein kiertje gezet worden tegen de nacht en smorgens weer geopend, dit beschermt hun tevens tegen nachtelijke predatoren (kerkuilen).
De boerenzwaluw peuters in Boelenslaan hebben het getroffen en vliegen weldra uit. Hoe is het elders in het land de afgelopen weken gegaan, zijn daar ook zeslingen geboren en uitgevlogen? Ik hoor het graag van U. De sterfte aan nestjongen die er momenteel is heb ik nog nooit zo groot meegemaakt, en ik ring en onderzoek nu al meer dan 22 jaar boerenzwaluwen.
Foto van de zesling is gemaakt door Seye en Minke Hoekstra Boelenslaan
Op 24 juli 2014 was ik al vroeg aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer. Het was opvallend stil in de rietzoom en op het terrein hoorde ik ook geen enkele vogel meer zingen. Vooral na de zonsopkomst kwamen de jonge vogels meer en meer in beweging. Daarbij waren opvallend veel jonge koolmees, rietzanger en tjiftjaf. Van de kleine karekieten werden vanmorgen een negental eerste jaars gevangen. Diverse helaas nog met flinke groeibanden in de staart. De eerste jaars boerenzwaluwen sliepen maar met enkele in de rietzoom, kennelijk is elders een grotere slaapplek aanwezig. Vanmorgen toch weer een 100 zangvogels gevangen , daarvan konden er een 85 geringd worden. Voor meer informatie zie het ringverslag hieronder.
Kleine bonte specht en gele kwikstaart bezoeken ringplek
Kleine bonte specht en gele kwikstaart bezoeken ringplek.
Op12 en 17 juli zijn er weer veel vogels gevangen en geringd aan het Tjeukemeer bij Rohel. Was behoorlijk warm en het koste dan ook de nodige inspanning en zweetdruppels . Op 12 juli maar liefst 141 vogels en op 17 juli nog eens 111. Beide dagen meer dan 100 en dat is veel. Tussen de vele soorten waren er ook enkele die ik maar montjesmaat tegenkom. Zo hing er plotseling in net C9 een kleine bonte specht. De vogel, een nog jong mannetje, was al in actieve vleugelrui en liet zich gemakkelijk uit het vangnet halen. Na geringd te zijn liet ik de vogel los op een oude wilgenboom en de vogel begon direct te zoeken naar voedsel, zich niks meer van de ringer aantrekkend zodat ik gemakkelijk enkele fotos kon nemen. Soms leek het net of ie verstoppertje speelde door zich steeds achter de boom te verschuilen en af en toe om het hoekje keek of ik er nog wel stond. Prrachtige vogel om te zien. Mooi was ook de vangst van een nog jonge gele kwikstaart op 17 juli in het waternet C1. De vogel zat in de eerste uren in de bovenste vangbaan. Dit was de derde keer sinds 1985 dat er een gele kwikstaart werd gevangen aan het Tjeukemeer op de ringplek Rohel. Op 14 september 2006 en op 10 juli 2013 werd op beide dagen een eerste jaars gevangen en geringd. De gele kwikstaart broed niet aan het Tjeukemeer en is stellig afkomstig uit nabij gelegen broedplekken, mogelijk omgeving Sneekermeer. Opvallend veel jonge zwartkoppen werden er in beide dagen geringd, maar liefst 42 eerste jaars. Nooit eerder in het seizoen had ik zoveel eerste jaars op deze vangplek. Voor de verdere aantallen en meldingen van gevangen soorten zie de dagverslagen en fotos onderaan dit artikeltje.
Jonge ijsvogel op bezoek bij ringplek Rohel Tjeukemeer
Op 3 juli in de vroege ochtend al om 3.45 uur aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer. De weersvoorspelling zat er vanmorgen weer naast, de wind kwam veel meer uit zuidelijke richting en de windkracht was meer 3 dan 4B. Toch maar snel de netten opgezet en afgewacht wat de ochtend zou brengen. Al vroeg zag ik een roerdomp langzaam en hoog statig overvliegen naar west, deze kwam mogelijk vanuit het oosterschar of toch uit het petgatengebied bij Vierhuis tussen Vierhuis en het Tjeukemeer.?
Bij het slootje was een groepje van zeker 15 boerenzwaluwen die in de schemer opvlogen uit de rietzoom, wonderlijk genoeg wist ik daar zeker zeven direct van te vangen ondanks de flinke bolling en trilling in de pas uitgezette mistnetten. Het bleken alle zeven eerste jaars vogels te zijn tussen de 15.6 en 18.2 gram zwaar.Opvallend was dat er bij deze jonge vogels de witte vlek op de buitenste staartpen nogal in vorm en afmeting verschild. De lengte van deze witte vlek varieerde van 10.0 -20.0 mm (1 x 10.0, 1 x 13.0, 1 x 14.5, 1 x 16.5, 2 x 19.0 en 1 x 20.0 mm). Opmerkelijk zo'n groot verschil in lengte.! Aannemelijk is dat de jonge boerenzwaluwen uit de directe omgeving komen zo in begin juli, en dan toch zo'n enorm verschil in de lengte van de witte vlek! Recent heb ik een studie betreffende de witte vlek op de buitenste staartpen in relatie met de geslachten gepubliceerd in het vakblad voor ringers (Op het Vinkentouw), ik sluit het verslag hieronder bij. Zou er ook een relatie zijn met de lengte van de witte vlek bij nog jonge vogels? Voor meer details zie mijn dagverslag van 3 juli 2014.
Toen het wat rustiger werd rond 08.00 uur in de ochtend zat er in netopstelling C2 plotseling een verrassing. Een IJsvogel!! de vogel zat rustig in de onderste baan van het net en draaide typisch met zijn kop heen en weer, net of wou ie zeggen "stom-stom-stom had hier niet moeten wezen". Wat een prachtige vogel is dit toch, zijn gitzwarte snavel met een heel klein wit puntje en die prachtige blauwe heldere kleur. Echt een parel in het Friese landschap.
Drukkend weer zorgt voor veel vogels op de ringplek.
Op 26 juni smorgens vroeg om 3.45 uur al aanwezig op de ringplek aan het Tjeukemeer. Veel kleine karekieten waren al druk aan het zingen in de rietzoom en qua weer was het ideaal om de 8e CES periode af te handelen. Voor komend weekend was er veel minder gunstige weersverwachtingvoorspeld. Nadat ik de netten had geplaatst bleek al snel dat de wind ook nog ging liggen, 0 tot 0,5 B, en dat de vangomstandigheden gunstig bleven. In de eerste uren waren er normale aantallen te verwerken , doch na 08.30 uur veranderde dit snel. Plotseling kwamen veel meer jonge vogels in de netten , waaronder veel tjiftjaffen , koolmezen, pimpelmezen en rietgorzen. Gelukkig bleef een echte mezen invasie uit en kon ik de aantallen nog wel verwerken. Door de plotselinge toename kon helaas niet van elke vogel meer biometrie worden verzameld omdat het belangrijker was om de vogels zo snel mogelijk uit de netten te halen en geringd de vrijheid terug te geven. Maar liefst 179 vogels er gevangen waarvan 131 eerste jaars. Voor de vangresultaten en de 23 soorten kijk op toegevoegde verslag van de ringmorgen.