Na bijna 21 jaar laat de kruisbek zich weer zien op de ringplek!
Op de eerste dag van juli 2015 , net voor de hittegolf dagen, werd nog snel even de negende CES dag van 2015 afgewerkt aan het Tjeukemeer. De ochtend begon helder met een klein briesje van 2B uit het oosten. Er werd vroeg begonnen met het vangwerk omdat de temperaturen in de ochtend wel eens flink zouden kunnen oplopen. Opvallend veel zwartkoppen (21), doch ook fitissen (18) ,tjiftjaffen(17) en zelfs een familie staartmezen (11) liet zich vangen. Klapper van de dag was toch wel een eerste jaars KRUISBEK. De vogel zat in de tweede netbaan van onderen in CES opstelling C6 en was er aan de westzijde ingevlogen. Dit is de 2e vangst op deze ringplek aan het Tjeukemeer sinds 1985, de eerste keer was dat op 30 juli 1994. Biometrie en enkel fotos staan in het verslag in de Bijlage hieronder. Al met al een mooi begin van de (warme) juli maand waar op de 1e dag zelfs 117 vogels werden gevangen. waaronder ook nog een zestal boerenzwaluwen.
Juni maand leverde veel vogels op aan het Tjeukemeer.
In de junimaand weer veel vogels gevangen aan Tjeukemeer.
Op 4-17 en 25 juni werd er weer actief voor het Constant Effort Site program van het Vogeltrekstation Wageningen gevangen aan het Tjeukemeer te Rohel .
Op 4 juni zowaar een oosten wind en weinig wind, zodat er onder gunstige omstandigheden gevangen kon worden. Veel soorten lieten zich in de ochtend vangen. Van de 25 soorten waren er enkele die opvielen. Zo waren er twee paar staartmees met jongen aanwezig wat een 18 tal vogels opleverde. Van 21 kleine karekieten bleek dat er een flink deel bij zat wat stellig nog op doortrek was omdat ze nog vetscore 1 of meer hadden. Spectaculair was de vangst van een KRAKEEND vrouwtje in vangbaan C1. De vogel zat in de onderste baan van een dun 10 m mistnet en fladderde wat tegen de netbaan. Met snelle stappen door het water werd de vogel gepakt, wonder boven wonder bleek de netbaan ongedeerd. Kennelijk had de vogel meer in het water gezeten dan in de vangbaan gehangen. Al met al 98 vogels die morgen waarbij opvalend weinig eerste jaars vogels.
Op 17 juni stond er wel wat meer wind uit het ZW waardoor de netten veel trilling vertoonden. Harm Nijholt uit Oldeouwer was vanmorgen als gast aanwezig. Hij maakte een filmpje voor Youtube van de ringplek en maakte daarbij gebruik van een drone met camera. Dat leverde prachtige beelden op. Zie https://www.youtube.com/watch?t=130&v=iQx47iCfJuY In de vroege ochtend kwamen ook nog een 3 tal lepelaars langs en de tjiftjaffen lieten zich goed vangen, er werden 15 eerste jaars gevangen. Met een totaal van 78 vogels , waaronder een wijfje gekraagde roodstaart en een putter mannetje , werd de ochtend afgesloten.
Op 25 juni trof ik in de eerste uren enkele druppels regen doch dit verdween al weer vrij snel en de lucht klaarde op. Na 08.00 uur kwam de zon er zelfs flink door. Dit resulteerde in een 100+ dag (103 vogels gevangen). Daaronder waren opvallend veel tjiftjaffen , fitissen, kleine karekieten en zwartkoppen. Bij de Fitissen waren er drie van de vier volwassenen al begonnen met de slagpenrui. Een witsterblauwborst mannetje van 24 april 2015 werd teruggevangen.
Alle drie de dagverslagen van de juni maand zijn hieronder te raadplegen.
Het CES onderzoek aan het Tjeukemeer op 13 en 27 mei 2015.
Op 13 en 27 mei is er ringonderzoek verricht aan zangvogels aan de noordoever van het Tjeukemeer, dit doen we al vanaf 1985 op dezelfde plek. Meestal zijn er in de tweede en derde decade van mei van minder vogels aanwezig omdat dan de doortrek van zangers wat afloopt. Vooral de rietzanger , fitis , grasmus en de tjiftjaf kunnen rondom die tijd al vroeg met het broeden beginnen. Vaak moeten we echter wachten tot de 1e week van juni voor er oude vogels met jongen gevangen kunnen worden. Toch zijn er in de laatste decade van de meimaand nog wel diverse doortrekkers langs de noordoever van het Tjeukemeer.Kijkt U maar eens naar de verslagen van 13 en 27 mei j.l.
Vooral bij de zwartkop blijf ik me verbazen over de sterk toegenomen aantallen ongeringde vogels die de laatste jaren in de periode eind mei gevangen worden. Zouden dit nog late doortrekkers zijn of komen ze later aan op de broedplek? Ook de kleine karekiet trekt dan nog door tot zeker in de 1e decade van juni. Op 27 mei ringde ik nog een kleine karekiet met vetscore 2 (gewicht 13.7 gram) , duidelijk een vogel die nog op doortrek was. Kleine karekieten worden er dit jaar wat minder gevangen in de mei maand omdat de rietzoom de afgelopen winter bijna volledig gemaaid is geweest op de ringplek. Eens in de zoveel tijd gebeurt dit. Je kan duidelijk merken dat de plekken waar nog oud riet is blijven staan een voorkeur hebben bij deze gasten, vandaaruit zingen ze uitbundig.
De witsterblauwborst is tussen 2005 en 2015 een vaste broedvogel geworden in het SBB natuurgebied Marswâl. Ook elders in de provincie heeft deze soort zich flink uitgebreid en kan men hem op allerlei plekken aantreffen, onder anderen volop in het Oosterschar bij Sint Johannesga. Rond 1975 was deze soort aan de Tjeukemeer oever een zeldzaamheid. Er kan dus veel veranderen in 35 jaar.
Op 6 mei was ik in Terwispel voor het onderzoek aan boerenzwaluwen bij boer Sjoerd Wagenaar.Een boerderij waar ik al vele jaren achtereen kom om oude en jonge boerenzwaluwen te ringen en te onderzoeken.Ik zet daar al jaren in mei als de boerenzwaluwen zijn teruggekeerd een mistnet voor de schuurdeur om de oude vogels te vangen en te controleren.
Omdat de zwaluwen niet allemaal uit de schuur naar buiten wilden vliegen haalde ik het mistnet na een poosje voor de deur weg en klom via de ladder op de hooizolder. Meestal zijn de boerenzwaluwen die nog achterblijven in de schuur vogels die bekend zijn met "het klappen van de zweep" en weten dat er een net voor de deur staat. Door het net te verwijderen en de deuren goed open te zetten zodat ze kunnen zien dat er een vrije uitvliegmogelijkheid is vliegen de zwaluwen meestal naar buiten.
Met een paar handgebaren op de hooizolder vlogen inderdaad bijna alle boerenzwaluwen uit de schuur naar buiten, op een na.Ik had dit al eens vaker meegemaakt en volgde de vlucht van de boerenzwaluw door de schuur om te kijken waar hij ging zitten.De boerenzwaluiw vloog met een dwarrelvlucht naar beneden en was plotseling in een flits verdwenen in een hoek van de zolder.Ik dacht in eerste instantie dat ie door een voerluik of een mogelijk ventilatie koker was verdwenen.De vogel echter kon niet verdwenen zijn want ik had hem duidelijk gevolgd.
Toen ik langzaam naar de hoek toeliep zag ik iets vreemds, twee staartpennen staken uit een pluk stro. Dit moest wel de boerenzwaluw zijn die ik had gevolgd.Voorzichtig naderde ik de hoek en met een snelle greep had ik de vogel in de hand! Verwonderd bleef ik even staan, op deze wijze een boerenzwaluw vangen was me nog niet eerder overkomen. Op weg naar beneden van de hooizolder vertelde ik het aan de boer die ik triomfantelijk de gepakte zwaluw liet zien. Hij is ook nog geringd zei hij!
Wel eens eerder kon ik broedende boerenzwaluwen zo van het nest pakken en geringd weer terug zetten op het nest,doch nog nooit eerder had ik op deze wijze een boerenzwaluw bemachtigd.Deze boerenzwaluw was in dezelfde schuur als volwassen vrouw geringd op 1 juli 2011. Dit vrouwtje werd op 3 september 2012, 12 juni 2014 en op 13 augustus 2014 door mij in dezelfde schuur terug gevangen.Kennelijk heeft dit vrouwtje me (weer) herkent en zich proberen te verstoppen. Na de vogel te hebben gecontroleerd en doorgemeten voor het wetenschappelijk onderzoek (NIOO/KNAW, Wageningen) heeft ze de vrijheid weer teruggekregen. Dit gedrag had ik bij het ringen van boerenzwaluwen nog niet eerder meegemaakt. Al sinds 1992 ring en onderzoek ik in Friesland boerenzwaluwen doch bij zoiets blijf je wel even met verbazing achter.
Ik ben er van overtuigd dat individuele boerenzwaluwen me persoonlijk kunnen herkennen als ik de schuur betreed.
Aankomst braamsluiper en tuinfluiter aan Tjeukemeer
Braamsluiper en Tuinfluiter laten zich horen.
. Bij aankomst op 2 mei was er behoorlijk veel grondmist en het was rond de 3 graden aan de noordoever van het Tjeukemeer. Vrijwel geen wind (0-1 B uit ONO) en een zwakke bewolking. De oeverzone was bij aankomst rond 4.20 uur nog in alle rust. Nadat de mistnetten waren geplaatst werd het al snel wat lichter en kwam de zang door de koude maar moeilijk op gang.Tijdens de zonsopkomst zat er een dun laagje ijsafzetting op de vegetatie en de mistnetstokken. Pas nadat de zon door de vrij sterke grondmist heen was begon het wat warmer te worden. Daarna begon ook de zang van meerdere soorten meer gestalte te krijgen. Op diverse plekken werd de tuinfluiter en de braamsluiper gehoord en werden er vogels gevangen in de netten. Van de braamsluiper werden er deze morgen zelfs 6 gevangen , waaronder zelfs een eigen terugvangst van een vogel die we op 1 september 2012 als 1kj hadden geringd. Van de tuinfluiter werden deze ochtend maar liefst 8 vogels gevangen en hierbij was ook een die we op 4 mei 2014 als na1kj hadden geringd, dus na bijna een jaar weer terug op dezelfde plek. Veel vogels (braamsluiper,tuinfluiter en zwartkop) bleken na het doormeten ook nog trekvet te bezitten. een vrouwtje zwartkop woog zelfs 22.0 gram terwijl dit normaal toch tussen de 17.0 en 18.0 gram ligt. Ongewoon was de vangst van een tweede jaars mannetje sperwer in de onderste baan van het net. De vogel werd voorzichtig uit de netbaan verwijderd en kort daarna met een aluminium ring van het Vogeltrekstation Wageningen weer de vrijheid gegeven. Ondanks de vrij dichte grondmist van vanmorgen werden er toch nog 48 vogels gevangen en gecontroleerd weer losgelaten. Zesendertig ervan kregen een pootring en zijn zo individueel voor de wetenschap als individue te herkennen. Meer details van de vangsten en waarnemingen staan onderaan in de Bijlage.
Aankomst van boerenzwaluwen op de broedplaats in 2015.
Terugkeer van boerenzwaluw in Friesland op de broedplaats in 2015.
De boerenzwaluw is een van de vogelsoorten waar in het voorjaar naar uitgekeken word. Veel waarnemers melden dan ook hun eerste waarnemingen waar ze de vogel voor het eerst hebben gezien. Dit jaar was de eerste melding al op 26 maart bij de Lemsterhoek waar Bert Zijlstra er één zag rondvliegen. Op dezelfde dag werd er in de Alde Feanen bij Eernewoude ook een gezien door Age Hulder. Deze vroege rondvliegende boerenzwaluwen hebben nog geen binding met hun broedplek en worden dan ook als losse waarnemingen beschouwd. Het duurde nog tot 5 april voordat Friesland voor het eerst er een in de schuur werd gezien. Voor de werkelijke aankomst op de broedplek noteren we de aankomst IN de schuren of stallen. Losse waarnemingen blijken heel vaak geen binding te hebben met de broedplek. Het verzamelen van deze data is altijd een stuk moeilijker omdat er maar weinig mensen zijn die deze gegevens elk jaar noteren. Vooral bij boeren,paardenliefhebbers,geiten- houders en diverse particulieren worden lijstjes bijgehouden van de eerste aankomst in schuren stallen ,hokken of garages. Deze aankomstdata zijn jaarlijks van belang omdat er vaak uit blijkt dat er een enorme variatie is in de aankomst op bepaalde lokaties. Voor Friesland heb ik deze eerste aankomst data in de stallen eens op een rijtje gezet.
Aankomstdata van boerenzwaluwen in stallen en schuren in Friesland in 2015
datum
plaats
aantal
opmerking
waarnemer
05-04-2015
Wommels
1
De 1e in schuur, volgende dag al 2.
Roel Schraa
06-04-2015
Tzum
1
De 1e terug in schuur
Siem en Geertje Viëtor
06-04-2015
Terwispel
1
1e terug in schuur
Appie Venema
08-04-2015
Grou
2
Twee terug in stal
Fam. Hoekstra
08-04-2015
Dedgum
3
Drie terug in schuur
Ton en Catharina Westendorp
08-04-2015
Oldeberkoop
1
De 1e terug in schuur
Dirk schipper
09-04-2015
Terwispel
3
Drie terug in broedschuurtje
Afke Jager
09-04-2015
Boelenslaan
2
Twee terug in schuur
Minke Hoekstra
09-04-2015
Hoornsterzwaag
2
Twee terug in paardenstal
Jan en Jet Hofstra
09-04-2015
Haskerhorne
2
Twee terug in manege
Bertus Rijpkema
10-04-2015
Noordbergum
2
Twee terug in schuur
Jan van der Veen
10-04-2015
Langezwaag
2
2 terug in geitenstal,14 april al 3
S. van der Wal
11-04-2015
Warns
6 a 8
Groepje pas echt terug in ligbox
Bauke Smid
12-04-2015
Joure
1
De 1e terug in de schuur
Artina Oppenhuizen
12-04-2015
Suamarreheide
1
1e terug in schuur, 13 april al 6.
Bareld Storm
13-04-2015
Terband
1
1e terug in paardenstal, 14 april al 7
Trienke Tjepkema
14-04-2015
Haulerwijk
3
3 terug in garage
Gosse en Jannie Beijert
14-04-2015
Oldeouwer
1
1e terug in paardenstal
Fokke Stastra
15-04-2015
Terwispel
4 a 5
Vier a vijf terug in schuur
Sjoerd Wagenaar
16-04-2015
Terwispel
1
1e terug in stal, op 19 april al 10 tal
Rikus en Tryntsje Veenstra
Staat U melding er niet bij en heeft U de aankomstdata wel genoteerd dan horen we dit graag. Ook gegevens van voorgaande jaren van aankomst en vertrek van boerenzwaluwen zijn welkom.
Een voorbeeld van twee plaatsen met de eerste aankomst data.
Jan en Jet Hofstra Hoornsterzwaag
Bauke Smid Warns
Aankomst in paardenstal
Aankomst in ligbox
2009
15 april
2010
18 april
2011
6 april
2011
13 april
2012
3 april
2012
19 april
2013
14 april
2013
14 april
2014
19 april
2014
12 april
2015
9 april
2015
11 april
Gemiddelde aankomst 2009-2015
12 april
Gemiddelde aankomst 2011-2015
13,8 april
Uit dit voorbeeld blijkt dat er toch een groot verschil kan liggen in bepaalde jaren dat de 1e boerenzwaluwen terug keren in stal of schuur zelfs binnen Friesland. Zo waren ze bij Jan en Jet Hofstra in Hoornsterzwaag in 2011 en 2012 veel vroeger terug in de stal dan bij Bauke Smid in Warns. Het verschil is toch ruim 12 dagen! Het zou interessant zijn om dit verschil in aankomst eens landelijk te onderzoeken. Zou de aankomst mogelijk beduidend vroeger zijn omdat de vogels meer noordelijker overwinterd hebben?. Bekend is dat er soms nog vogels aankomen die pas half mei voor het eerst in de stallen terugkeren. Zouden deze late mei vogels dan de meest zuidelijke overwinteraars zijn of toch late jongen (tweede legsels) die ook later door de rui heen komen en dus later aankomen? Een combinatie met ringonderzoek aan nestjongen en (terug)vangsten van oude volwassen vogels op de broedplek zou ons daar in Friesland (en daarbuiten) mogelijk meer informatie over kunnen geven. Meer onderzoek zou veel kunnen verhelderen betreffende deze vraagstelling.
Het vast leggen van provinciale en landelijke aankomstdata in stallen en schuren zou hou ik graag bij. Gegevens kunt U zenden naarj.d.jongringer403@home.nl . Ook voor vragen en korte mededelingen over langere of korte reeksen van aankomst en vertrekdata hou ik me aanbevolen.
Jan de Jong E.A.Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Tel. 0513-414788.
Vangsten aan het Tjeukemeer van 11 maart t/m 24 april 2015
Het ringen vanvogels gaat dit jaar het 31e seizoen in.
Al vanaf 1985 word er aan het Tjeukemeer onderzoek verricht aan zangvogels. Ook dit jaar ben ik door de zachte winter al vroeg in het seizoen gestart met het opruimen van het aangespoelde vuil in de vorm van plastic, flesjes en allerlei rommel. Ook dit jaar in februari weer een flinke zak met afval verwijderd. Het werkt zo een stuk prettiger in het ringgebied. Omdat er dit jaar vrijwel geen ijs lag op het Tjeukemeer is door de golfslag weer een flink deel van de oevers afgekalft doordat de wind vrij spel had.
Op 11 maart plaatste ik tijdens het onderhoud op de ringbaan een 18 meter netje wat zeven vogels opleverde , 4 rietgors, 1 roodborst, 1 winterkoning en 1 zanglijster. Jammer dat op die dag een vernieling op de ringplek en de loopplank moest worden hersteld. Op de ringplek waar de vogels worden doorgemeten/geringd/onderzocht en weer losgelaten was alles overhoop gehaald. zitplek was vernield en houten balken lagen her en der verspreid(deels kapot) en onderdelen lagen in de rietoever. De daders zijn tot op heden nog niet bekend, de schade is inmiddels hersteld.
Op 20 maart werden er al wat meer vogels gevangen(14) waaronder een prachtige volwassen ijsvogel, een bokje en een vuurgoudhaantje. Ook voor 20 maart waren er weer mensen op het terrein geweest, w.s. met een metaaldetector of er zijn grondmonsters genomen. Op enkele plekken vond ik kleine ronde gaten van 12 a 15 cm groot en ca. 10 cm diep vooral bij netbaan C3 en langs het looppad tussen C5 en C6 netbaan.
Op 4 april werden een 25 tal vogels gevangen waaronder al een zestal tjiftjaffen en maar liefst vijf winterkoningen. De winterkoningen hebben een zwakke winter gehad zodat we dit jaar wel weer een goed broedseizoen kunnen verwachten. Opmerkelijk was die ochtend dat er maar liefst een zestal bokjes opvlogen van de snippenplek, had ik nu maar een netje geplaatst. De bokjes vlogen zowat onder de laars vandaan, stellig al flinke doortrek van de soort.
Op 11 april kwamen de tjiftjaffen en fitissen goed los (fitis 15 en tjiftjaf 23). Nu had ik het snippennet wel geplaatst en konden we drie bokjes ringen. een van de bokjes woor maar liefst 77.8 gram. Verder de eerste rietzanger dit jaar en een vijftal zwartkoppen. bij het slootje voor de loopplank verse otter spraint aangetroffen. Jammer dat de wind nogal was aangehaald daardoor veel trilling in de netten.
Op 17 april werden 42 vogels gevangen tijdens de 1e CES dag, waaronder de eerste grasmus en een sprinkhaanzanger dit seizoen. weer twee bokjes gevangen op snippenplek.Langs de oever een bruine kiekendief gezien en de boerenzwaluwen lieten zich bij netbaan B14 niet vangen, er waren zelfs een 10 a 12 tal aanwezig.
Op 24 april de 2e CES dag uitgevoerd. dit zou eigenlijk gebeuren op 25 april samen met de jeugdvogelwacht van Heerenveen. Door de weersvoorspelling liep alles even anders, er werd regen voorspeld en dan kon het program niet doorgang vinden. De jeugdvogelwacht komt nu een week later. Toch op 24 april ondanks de vrij hardnekkige mist een flink aantal zwartkoppen (32) gevangen. Op een totaal van 55 gevangen vogels is dit een uitzonderlijk hoog aantal. Door de laag hangende mist kwamen er ook veel roepende wulpen laag over , maar liefst 155 passeerden die ochtend.
Voor alle verslagen van de vangdagen zie de Bijlagen hieronder.
In 2014 zijn er in ons land een flinke hoeveelheid jonge spreeuwen van een pootring voorzien, daarbij waren 584 die een kleurring droegen in het kader van een speciaal onderzoek. Nu een groot deel van deze jongen dit jaar aan het broedproces meedoen bestaat er grote kans dat er spreeuwen waargenomen kunnen worden met een gekleurde pootring naast de aluminium ring. Reden dat er een groot aantal zijn voorzien van kleurringen is dat we graag te weten willen komen wat de dispersie is van deze jonge vogels. Waar worden de vogels in de herfst en winter gezien en waar vestigen zich de jonge spreeuwen als ze na een winterseizoen terugkeren naar de geboortegronden. Ook in Friesland zijn in de omgeving van Heerenveen en Oostermeer nestjongen van spreeuwen voorzien van kleuringen. Verder zijn er op tal van plekken in Europa ook spreeuwen gemerkt met verschillende cijfer of letter combinaties op de kleurring zodat er grotere kans bestaat dat ze tijdens het broedseizoen opgemerkt gaan worden.
In Friesland broeden veel spreeuwen nog onder de dakpannen van boerderijen en hokken. Rond deze tijd zijn er al flink wat broedparen die aan een eerste legsel zijn begonnen. Daarnaast is er ook een toename van broedvogels in speciale nestkasten voor spreeuwen die in het kader van een nestkastproject worden bijgehouden. Graag zou ik dan ook de aandacht willen vestigen op de aanwezigheid van mogelijk gekleurringde spreeuwen in de provincies in ons land. Met een goede kijker (telescoop) is de combinatie van cijfers /letters en de juiste kleur gemakkelijk te herkennen. In Friesland is recent al een broedvogel met een rode kleurring ontdekt in een nestkast!
Ben erg benieuwd of er bij de waarnemingen ook vogels zijn die zo'n opvallende kleurring dragen. Reacties graag doorgeven naar j.d.jongringer403@home.nl of bellen naar 0513-414788.
Jan de Jong, Joure E.A.borgerstraat 66 8501 NG Joure.
Vorige week meldde ik in de regionale Leeuwarder Courant dat er in Nederland al boerenzwaluwen zijn gezien. Op 1 maart waren er zelfs al twee bij het Wormer - en Jisperveld in Noord Holland. Voor Friesland waren er rond die tijd nog geen maart meldingen binnen gekomen , doch dit zou gezien de waarnemingen in Nederland wel snel loslopen dacht ik. Het duurde echter nog tot 20 maart voor de eerste echte melding bij me binnenkwam. De primeur gaat in dit geval naar Joure. Anne Lenis, een duivenman die regelmatig in de lucht kijkt, ontdekte de vogel smiddags om 20 over 12 boven zijn huis. Toch nog vroeg eigenlijk voor de boerenzwaluw want normaal keren ze pas in de 1e of 2e week van april bij ons in de broedschuur terug.
De vroege boerenzwaluwen in maart zouden best eens vogels zijn geweest die bij/rond de Middellandse Zee overwintert hebben en daardoor vroeger terug konden keren zodra de weersomstandigheden daar gunstiger worden. Normaal overwinteren de boerenzwaluwen meer ten zuiden van de Sahara tot diep in Zuid Afrika. Het is een groot gebied waarin de vogels kunnen overwinteren.
Van een boerenzwaluw die we in 2011 van een geolocator voorzagen in Warga bij boer Talsma weten we dat de vogel overwinterde in Botswana van 2 november tot 1 april. Op 1 april vertrok de vogel uit Botswana en kwam op 27 april weer in Nederland aan. Onderweg had de vogel zes dagen gestopt waarschijnlijk om voedsel bij te "tanken". De reissnelheid per dag is dan toch nog 435 km/per dag en dat is een flinke snelheid voor zo'n kleine zangvogel.
Boerenzwaluwen die ver in Afrika overwinteren kunnen dus nog vrij laat terugkeren op hun broedplekken. De vogels die hier als eerste gezien worden zijn dus vaak niet die vogels die ver in Afrika overwinteren. Zouden de Friese boerenzwaluwen dit jaar tot diep in Afrika hebben overwintert?
Het is dus daarom ook belangrijk te weten wanneer de eerste boerenzwaluwen terug keren in de broedschuren en stallen. Graag horen we dan ook de eerste aankomst data van de boerenzwaluw.
Vondst van een bijzondere zilvermeeuw uit Rusland.
Waarnemingen van meeuwen met pootringen komen de laatste jaren steeds vaker voor in ons land. Vooral nu er ook veel met gekleurde pootringen word gewerkt in allerlei landen in Noord en West Europa zijn er veel vogelaars die letten op deze kenmerken. Het vinden van een dode zilvermeeuw met pootring uit Rusland is dan ook opmerkelijk. Van Theo en Janet de Jong uit Leeuwarden kreeg ik onlangs een terugmeldingsformulier toegezonden van een vondst van een zilvermeeuw in de omgeving Cornwerd (Friesland).
Ring; (RUM)Moskwa ES..010650 Zilvermeeuw spec. - nestjong.Geringd; 23 juni 2012 te Ozerchanka, Kandalakshskiy,Rusland.Gevonden; 11 januari 2015 te Cornwerd, Friesland, Nederland. vers dood olieslachtoffer.Afstand; 2162 km. Tijd; 933 dagen.
Het betreft hier een zilvermeeuw spec. (Larus argentatus) die 2 jaar ,6 maanden en 20 dagen oud was, dus nog niet in zijn volwassen kleed. De vogel is geringd in het gebied van de Geelpotige zilvermeeuwen, deze komen regelmatig voor in twee populatie van Larus argentatus in Noord Noorwegen en oostelijk deel van Baltische Zee. Deze Baltische populatie kreeg de naam Larus argentatus omissus. (DB.Kenmerken gids p.133).
Deze vogel werd als nestjong geringd in het "omissus" gebied.Helaas is de vogel niet verder onderzocht op biometrie en zijn de resten niet bewaard gebleven voor verder onderzoek.
In mijn archief vond ik nog twee vondsten met ringen uit het "omissus" gebied.
Ring;(RUM) Moskwa DB154960 Zilvermeeuw - nestjong. Geringd;4 juli 1988 te Kandalaksha Reserve, Murmansk, Rusland. Gevonden; 6 november 1988 Bornrif, paal 3.800 op Ameland, Nederland. Vers dood gevonden in staand visnet door K.Koolman uit Zaandam (via D.C.Visser Ameland). Afstand; 2135 km. Tijd: 125 dagen.
Deze vogel werd via de PTT ontvangen op 8 november 1988. Biometrie genoteerd en geslacht bepaald; is vrouw 1e kalenderjaar.
Ring:(RUM) Moskwa D.970281 Zilvermeeuw - nestjong. Geringd; 11 juli 1983 te Parya Guba, Murmansk, Rusland. Gevonden; 9 december 1984 bij zandput Langweerder Wielen, Friesland, Nederland. Niet vers dood.Afstand: 2169 km. Tijd; 516 dagen
Ook deze beide vondsten van nestjongen komen uit het "omissus" gebied en behoren mogelijk tot de Geelpotige Zilvermeeuwen (Larus argentatus omissus).
Vondsten van zilvermeeuwen die nog deels in het jeugdkleed zijn met Russische pootringen (+ kleurringen) zouden beter onderzocht moeten worden door specialisten om achter de juiste (onder)soort te kunnen komen. Nu is dit door steeds verder ontwikkelende determinatie problematiek ook voor een vogelkenner met name voor jonge meeuwen nog erg moeilijk om vast te stellen om welke (onder) soort het gaat.
De velduilen die in 2014 op de grote veldmuizenplaag afkwamen in de Friese weiden en er massaal tot broeden kwamen zijn nog lang niet verdwenen. Op heel veel plekken in de provincie zitten nog groepjes bij elkaar op ruige terreintjes en akkers waar de veldmuizen nog weeldig tieren. Boeren zetten op enkele plekken zelfs de landerijen maar onder water om zo de schade nog enigzins te beperken. Als vogelkundig medewerker van de regionale courant ontving ik in de decembermaand en de eerste dagen van januari nog een flink aantal meldingen van waargenomen groepen velduilen. Soms vlogen enkele tientallen velduilen op van de landerijen bij jachtpartijen of werkzaamheden op het boerenland. Vanuit de gehele provincie komen nu meldingen binnen van deze groepjes; Joure (bij Trijntje Wiel), Abbega, Bolsward , Pietersbierum , Koudum, Heeg, Sneek, Ameland, Vleiland, Sijbrandaburen, etc. Op enkele plekken zitten de velduilen zelfs tussen de ransuilen op de roestplekken, o.a.te Heeg en bij Terhorne. Het is dus opletten bij de tellingen van roestplekken van ransuilen. Vermoedelijk is het aantal velduilen wat momenteel aanwezig is nog veel groter omdat de soort zich overdag vaak wat schuil houd, in de schemering en nacht jagen ze vooral op muizen. Deze zijn nu massaal aanwezig zodat ze in een relatief klein gebied kunnen verblijven. Vaak zijn het de boeren en jagers die deze groepjes uilen ontdekken als ze spontaan opvliegen uit de velden als deze betreden worden. We zijn benieuwd of er de laatste maanden ook door meer mensen deze grote groepen velduilen zijn ontdekt en dit nog niet gemeld hebben. Reacties zijn welkom.
Na de kerstdagen ontdekten Douwe en Joke Visser in het Friese Haule een wel erg vreemde mus op het boerenerf. Op de voedertafel zat tussen een groepje huismussen en enkele ringmussen een huismus mannetje met een sterk afwijkende kleur. Op de rug , staart en bovendekveren had de vogel een sterke roodbruine kleur. Nooit eerder had ik deze opvallende kleuren bij een huismus man gezien. In eerste instantie dacht Douwe Visser aan een kruissing met een roodmus man, doch deze soort komt daar niet voor. Ook is gedacht dat iemand de vogel geverft zou hebben. Mogelijk dat de kleurafwijking is ontstaan doordat de vogel ongewild grote hoeveelheden andere voedingsstoffen heeft opgenomen en dat daardoor de afwijkende kleur is ontstaan. Ook hormonale afwijkingen bij vogels kunnen kleurafwijkingen veroorzaken. Ik kom de laatste 20 jaar regelmatig in ligboxen en stallen en zie de laatste jaren steeds meer afwijkend gekleurde huismussen, vaak meer bonte eksemplaren. We weten dat bij de huismus vele variaties rondvliegen van miskleuren. Meestal zijn dit wat zwart wit gevlekte of soms geheel witte vogels. Zo is er in Sneek in 2014 door Eelke van der Meer een vrijwel witte huismus gezien die net geen albino was, de rode ogen ontbraken en in de vleugel zat nog een spoortje van bruin. De "rode" huismus dook op 6 januari plotseling weer op bij de voedertafel aldus Douwe Visser. Het is steeds dezelfde vogel, er zijn geen meerdere eksemplaren met dezelfde afwijkende kleur. Een aparte mus dus, zijn er ook meerdere met een dergelijke afwijking gezien? De kleuren zitten dus IN de veer , dat kan dus alleen door de veerzakjes zijn aangemaakt. Foto van de opvallend rood gekleurde huismus van Douwe Visser bijgesloten , en tevens de witte huismus uit Sneek van Eelke van der Meer toegevoegd. Graag ontvang ik meer fotos van nog andere afwijkend gekleurde vogels uit deze plaatsen Haule en Sneek of nabije omgeving.
Het eindverslag van het ringonderzoek in 2014 Rohel Tjeukemeer.
In 2014 is er aan de noordkant van het Tjeukemeer bij Rohel in het Staatsbosbeheergebied Marswâl voor het wetenschappelijk ringonderzoek weer heel wat uurtjes doorgebracht. In totaal werden er 1902 vogels van een nieuwe ring voorzien en werden er 51 individuen van één of meerdere jaren terug gekontroleerd, waaronder enkele niet op de ringplek aangebrachte ringen. Dit jaar waren er weer enkele opmerkelijke vangsten bij die de zogenaamde "krenten in de pap" zijn. Onder anderen een sperwergrasmus, drie sijs, twee ijsvogel, vijf bokjes en en zes witsterblauwborst. In een tabel op blz. 56 van dit verslag staan ze allemaal per soort/per maand vermeld.Van alle dagvangsten is een verslagje opgenomen, soms aangevuld met interesante fotos of leuke waarnemingen. Een lijst met allerlei bijzondere terugmeldingen die in 2014 zijn ontvangen van het Vogeltrekstation in Wageningen (tot 14 december) geven prachtig weer dat sommige soorten soms na 3 a 4 dagen het land al uit zijn. Een vogel werd na 22 uur zelfs al teruggevangen.
In een aparte Bijlage is het aantal vangsten per jaar vermeld tussen 1985-2014. Maar liefst 39024 vogels verdeeld over 89 soorten waaronder maar liefst 55 buidelmees,75 bokjes, 888 boerenzwaluwen, twee noorse nachtegalen en 31 ijsvogels. Veel leesplezier.
De oeverzwaluw komt in de gemeente De Friese Meren als broedvogel vooral voor in zanddepots, modderbulten en in speciale nestwanden. De aantallen wisselen van jaar op jaar soms sterk. Op plekken waar in zand en modderbulten gewerkt word verschijnen in luttele dagen soms nestgangen. Oeverzwaluwen verschijnen al in april terug uit hun overwintergebieden en zoeken dan vaak hun oude broed- en/of geboorteplek weer op. Zijn deze verdwenen dan gaan ze naar nieuwe plekken in de omgeving op zoek. We weten al heel veel over de interne verplaatsingen binnen het broedgebied doch van de werkelijke overwintergebieden en de lange weg daar naar toe hoor je maar weinig.
Twee opmerkelijke ringvangsten van oeverzwaluwen uit de gemeente De Friese Meren
Op 10 april 2014 kreeg ik van het Vogeltrekstation in Wageningen bericht dat er een oeverzwaluw met ring Arnhem BA…74702 is gecontroleerd door Engelse natuuronderzoekers op 26 januari 2013 in Afrika. De vogel werd gevangen te Dagana, Saint-Louis, in Senegal op 4494 km van Joure. De oeverzwaluw is op 6 juli 2012 als volwassen vrouw geringd in de kolonie De Twigen bij Joure. Dit was de eerste terugmelding die ik van een oeverzwaluw mocht ontvangen uit het overwintergebied. Eindelijk een bericht binnen uit het overwintergebied!
In hetzelfde jaar 2012 toen de oeverzwaluw geringd werd in de Twigen vingen we op 30 mei 2012 tijdens een onderzoek in de oeverzwaluwwand in de wijk Wyldehorne in Joure een oeverzwaluw met een vreemde ring. Op de ring stond in Bird Live Malta Valletta 260215.
Na lang aandringen kregen we pas op 13 november 2014 bericht van deze opmerkelijke ringvangst. De oeverzwaluw bleek op 18 april 2012 geringd te zijn te Rabat op het eiland Malta in de Middellandse Zee op 2015 km van Joure. De vogel, een volwassen mannetje, was dus op weg naar zijn broedgebied toen hij de oversteek van Afrika naar Europa maakte via Malta. Van Malta zijn er maar weinig gegevens bekend van oeverzwaluwen die bij ons in Friesland terugkeren. Ik neem aan dat dit de eerste is die in Friesland teruggemeld is. Tijdens een tweede controle in de kolonie in Wyldehorne werd de vogel op 20 juni 2012 nog een keer vastgesteld.
Jan de Jong ,Joure Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen. Tel. 0513-414788
Het heeft even geduurd voordat het verslag van mijn boerenzwaluw onderzoek in zijn uiteindelijke versie klaar was. Door de uitbraak van de vogelgriep is het versnelt zodat het verslag al voor de Sinterklaas klaar is.
In 2014 zijn er in Friesland door diverse ringers tenminste 3712 boerenzwaluwen geringd , daarvan waren er 2894 pulli (77.96%). Dit aantal is samengesteld uit diverse gegevens van Friese Boerenzwaluw ringers en hun assistenten; Willem en Wender Bil, Sander Veenstra, Ype en Tryntsje Albada , Tseard en Derick Hiemstra,Arend Timmerman ,Germ de Vries en Bareld Storm . Veel van deze boerenzwaluwen zijn geringd in het centrale deel van Friesland, in het NW , ZW en het ZO van de provincie worden maar erg weinig of geen boerenzwaluwen geringd. Vreemd eigenlijk dat er vooral in het NW deel van Friesland volgens recente Atlas gegevens een hogere broeddichtheid word toebedeeld en dat daar geen onderzoek plaats vind. In het verslag meer over de plaatsen waar geringd is.
Verder natuurlijk een overzicht van de vroege en late meldingen uit de provincie, veel eigen onderzoek en terugmeldingen, stickeronderzoek, aantekeningen over staartpennen , sponsors en allerlei andere wetenswaardigheden. Het verslag is 52 blz. groot en moet meer gezien worden als een eigen naslagwerk van verricht onderzoek. In de Bijlage een PDF verslag . Veel leesplezier!
Mochten er aanvullingen , reactie's of bijzondere gevallen zijn dan hoor ik dit uiteraard graag.
Uitbraak vogelgriep legt ringonderzoek op ringplek Rohel lam.
Ringonderzoek tijdelijk gestopt aan Tjeukemeer door uitbraak vogelgriep.
De laatste weken is het ringonderzoek aan het Tjeukemeer bij Rohel op het Staatsbosbeheer terrein Marswâl op een laag pitje komen te staan door het uitbreken van de vogelgriep. Van overheidswege kwam al snel het bericht binnen dat vogelringers hun activiteiten met onmiddelijke ingang moesten stoppen. Even afgewacht of het zo weer over zou waaien, maar neen, de uitbraken van vogelgriep kwamen daarna met tussenpozen door. Besloten om daarom maar de zaken op te ruimen en de vangmiddelen te ontsmetten. Volgend jaar maar weer eens zien.
Toch zijn er in het vangseizoen van 2014 behoorlijk wat vogels geringd. In een bijgevoegde jaarstaat blijkt dat er toch 1902 vogels van een ring zijn voorzien.En daarbij waren toch weer enkele leuke vangsten, zoals een sperwergrasmus, vijf bokjes, drie sijsjes in juni, etc. Om het geheel compleet te maken sluit ik hierbij de vangstotalen en dagverslagen bij.
Dit jaar is 30 jaar onderzoek verricht op de Ringplek Rohel Tjeukemeer. Zowaar een mijlpaal. Meer dan 39000 vogels geringd in 89 soorten.
Opmerkelijk verslag van van vertrek boerenzwaluwen in Terwispel.
Begin november 2014 ontving ik via de post een flinke enveloppe zonder afzender maar met een duidelijk handschrift. Ik kende dat handschrift en wist dat het afkomstig moest zijn uit Terwispel en wel van Appie Venema. Elk jaar kom ik als vogelringer en onderzoeker van boerenzwaluwen bij hem in de schuur om de boerenzwaluwen te ringen, meten en onderzoeken. Venema geeft in zijn brief van november van dit jaar prachtig het vertrek van de boerenzwaluwen weer uit zijn schuur en zette dit op acht kantjes papier uiteen. Deze brief (zie Bijlage hieronder) heb ik deels overgeschreven en hier wat fotos en opmerkingen toegevoegd. Het verslag geeft mooi de binding van de oude en jonge vogels met hun geboorte /broedschuur weer en toont aan dat ze tot laat in het seizoen nog gehecht zijn aan hun plek. Pas laat in het seizoen vertrekken ze dan en verlaten na vaak nog een laatste groet deze plek. Dergelijke verslagen zijn erg zeldzaam. Daarom deel ik het graag en hoop dat meer mensen hun boerenzwaluw waarnemigen aan ons toevertrouwen. We zijn dan ook benieuwd wanneer U de laatste boerenzwaluw heeft gezien dit jaar en of er dit jaar ook bijzondere gevallen zijn te melden.
Nieuwe soort voor de noordoever van het Tjeukemeer.
Jeugdvogelwacht op excursie aan het Tjeukemeer.
Op 11 oktober is een delegatie van elf leden van de jeugdvogelwacht van Joure met 4 begeleiders op bezoek geweest aan de noordoever van het Tjeukemeer op de ringplek waar als sinds 1985 ringonderzoek wordt verricht. Voor veel van de nog jonge vogelwachters was dit de eerste keer dat ze zo vroeg aanwezig waren op de ringplek. Alles was nog donker. Er waren dan ook steevast vragen als; in het donker kan je toch niet zien waar je vliegt, en slapen de vogels dan nooit? Het zou een mooie ochtend worden met veel vogels (97) zodat ieder jeugdlid er zelf meerdere kon loslaten. Het in de hand houden van een vogel ging hen gemakkelijk af toen het enkele malen werd voorgedaan. Er zijn die ochtend toevallig veel roodborsten aanwezig en menig jeugdlid heeft deze mogen vasthouden en loslaten.In de bijlagen het verslag van die ochtend met vele fotos en bijzonderheden.De nieuwe soort werd ook al vroeg in de ochtend waargenomen.
Eerste beflijsters verschijnen in binnenland van Friesland.
De afgelopen dagen komen er steeds meer meldingen binnen van merels en zanglijsters die in grotere aantallen in tuinen van steden en dorpen verschijnen. Daarbij kunnen momenteel ook al de eerste koperwieken en kramsvogels gezien worden. Naast deze lijstersoorten is er ook nog de beflijster. Deze beflijster wordt vaak in september al gezien,vooral aan de kuststreek op de eilanden, in het binnenland is ie wat schaarser. Op 10 oktober kreeg ik uit Heerenveen van Jan Postma een eerste melding door van een vogel die druk van de bessen at in de gelderse roos in de tuin.In het binnenland van de provincie Friesland wordt deze soort vaak wat minder opgemerkt. Vooral ook omdat ze vaak minder opvallen tussen de merels die al een tijdje aanwezig zijn en vrijwel hetzelfde getekend zijn. De beflijster, vooral het mannetje , heeft een heldere opvallende witte bef. Bij de vrouwtjes is deze bef wat fletser van kleur en valt ie minder op. In sommige gevallen word de beflijster nog wel eens aangezien voor een "miskleur" merel, vooral omdat ie er zo op lijkt.
Beflijsters komen in Friesland niet voor als broedvogel maar trekken hier door in voor en najaar. Vooral Noorwegen en Zweden zijn gebieden waar deze soort voorkomt als broedvogel. Wat vele niet weten is dat de soort onder anderen graag op de grond broed onder struik enigzins beschut. Ze leggen meestal 4 a 5 eieren , vaak licht blauw met rood of purperachtige vlekjes, in een komvormig bouwsel op de grond met gras, heidestengels, mos , bladeren en weinig aarde. De eieren worden zeker 14 dagen bebroed en de jongen worden door beide ouders nog een 13- 14 dagen in het nest verzorgt. Soms hebben ze twee broedsels.
We zijn benieuwd of er op meer plekken in het binnenland van Friesland momenteel al beflijsters zijn gezien in tuinen en perken.
Ringwerk aan Tjeukemeer van 13 september tot 12 oktober 2014.
Nog flinke aantallen zangvogels die passeren aan de Tjeukemeeroever.
Na 12 september is er nog volop doortrek van zangvogels aan de noordoever van het Tjeukemeer op het SBB terrein Marswâl bij Rohel. Op 23 september werden nog 98 vogels gevangen waaronder nog een flink aantal zwartkop (21) en kleine karekiet (17). De aantallen van de kleine karekiet vielen dit jaar behoorlijk tegen en vanaf begin oktober vangen we eigenlijk maar enkele meer die doortrekken. Doch de roodborst en de zwartkop doen het erg goed. Werden er op 23 september nog maar 4 roodborsten gevangen, op 28 september waren dit er al 21 en op 11 oktober zelfs 29! Met een totaal van 118 vogels op 28 september waaronder 30 zwartkop en 17 koolmees waren de aantallen sterk boven verwachting die dag. Op 3 oktober waren de vanomstandigheden in de vroege uren eerst gunstig doch dit sloeg snel om naar mist en kwamen de vangstaantallen niet hoger uit dan 46 waaronder ook toen een flink aandeel van zwartkop (14)en roodborst (14). Het weer kan dus flinke invloed hebben op het trekgedrag van vogels. Ook op 11 oktober tijdens de aanwezigheid van een groep jeugdleden van de vogelwacht Joure met een viertal begeleiders waren de vangst aantallen nog steeds hoog, maar liefst 97 vogels. Zelfs een groepje van 11 staartmees belandde in het net en kregen een pootring om. Zwartkoppen namen op 11 oktober al af en de eerste zanglijsters en merels lieten zich al zien. Ben benieuwd wat er komende weken nog aan aantallen zal doortrekken.Mogelijk al de eerste koperwieken en meerdere koolmees en pimpelmees? Ik hou jullie uiteraard op de hoogte van de vangsten.Hieronder de verslagen van de dagvangsten op 23 september, 28 september, 3 oktober en 11 oktober 2014.