Op 15 maart ontdekte Aletta Smit uit De Veenhoop aan de Kraenlanswei bij haar woning een vreemde gans die tussen de kolganzen op het weiland aan het voedsel zoeken was. Snel de camera gepakt en de vogel op de foto gezet. Het bleek een opvallend licht grijs getinte kolgans te zijn die er flets uit zag. Miskleuren bij vogels komen regelmatig voor doch kolganzen die afwijkend zijn zie je niet zo vaak. Waar de vogel weg komt is niet bekend en ook kon je niet zien of de vogel een pootring droeg. We zijn er benieuwd naar de herkomst van deze vogel ,is dit uit de broedgebieden in Noord Rusland of toch uit ons eigen Friesland waar de soort voor het eerst al in 1980 op de Workumerwaard als broedvogel werd vastgesteld.In Midden Friesland zit de laatste jaren al een flinke kolonie kolganzen die er broedt. Zou het toch een van de lokganzen zijn van jagers die in 1988 zijn losgelaten toen er niet meer met lokkers gevangen mocht worden?
We weten dat kolganzen een flinke leeftijd bereiken kunnen. Zo werd de oudste kolgans in Duitsland zelfs 25 jaar en 11 maanden oud. We weten dat verreweg de meeste kolgansen flinke afstanden kunnen afleggen, soms vele duizenden kilometers.
In ons archief bevinden zich vele honderden meldingen van geringde kolganzen. Zo vond ik nog een melding van een kolgans die op 24 juli 1992 als man na 1e kalenderjaar in het Russische Tajmyr geringd werd en op 23 januari van het jaar daarop in Friesland op de Workumerwaard werd geschoten.Een afstand tussen Tajmyr en de Workumerwaard is maar liefst 4581 km. Helaas heeft de vogel de pootring slechts 183 dagen mogen dragen.
Boerenzwaluw in Friesland erg vroeg terug in schuur
uitzonderlijke vroege terugkeer van boerenzwaluw in schuur.
Door de zachte winter waren er in Nederland in januari nog boerenzwaluwen te zien. Dat is uitzonderlijk omdat ze in de regel rond september/october snel vertrekken naar hun overwintergebieden in Centraal Afrika. In Portugal in de omgeving van Aveiro waren er enkele honderden die er ook overwinteren aldus correspondent Tim van Nus. Kennelijk proberen boerenzwaluwen uit de zachte winters er hun voordeel mee te halen door dichterbij te overwinteren.Of deze boerenzwaluwen in Portugal ook lokale (broed)vogels zijn is nog niet zeker.
Toch is het daarom interessant om te constateren dat de eerste boerenzwaluw die hier in Friesland in de schuur/stal terugkeert dit jaar wel erg vroeg was. Op 25 maart 2016 ontdekte men bij Hendrik en Atsje de Vries in Katlijk al een boerenzwaluw in de schuur en legde dit op de foto vast. Elk jaar broed er 1 paartje , aldus Liesbeth de Vries die me enkele fotos toezond. Normaal keren de eerste boerenzwaluwen in schuren zo rond de 1e/2e week van april terug bij ons in Friesland, sommigen zelfs eind april/begin mei!
Ik ben dan ook erg benieuwd of er dit jaar in Friesland op meer plekken vroege boerenzwaluwen terugkeren in de stallen/schuren waar ze ook elk jaar broeden. Alleen van boerenzwaluwen die in de broedschuur terugkeren weten we dat het ook echt de eigen broedvogels zijn. Mannetjes komen in de regel het eerst terug en beginnen vaak spontaan te zingen bij aankomst. Dit zingen word in de parktijk maar weinig gehoord.
Maart meldingen van rondvliegende boerenzwaluwen zijn er ook al diverse. Zo is er op 19 maart in het Lauwersmeer een gezien door Herman Bruggink. Op 23 maart vloog er een boven de polder Oldelamer (Theo van de Graaf). Een dag later zagen Jeroen Breidenbach en Merel Zweemer er ook al een boven het Leeuwarder Bos en werd er in de polder Langezwaag bij Luxwoude door Vincent Douwes een boerenzwaluw gezien.
Ik ben benieuwd of er de komende paasdagen ook meer boerenzwaluwen waargenomen gaan worden. Vooral de meldingen van aankomende boerenzwaluwen IN de schuren zijn van groot belang.
Scholeksters keren terug naar binnenland Friesland.
In de derde week van februari komen de scholeksters terug.
Met het zachte winterweer had ik de scholeksters eigenlijk al wat vroeger terug verwacht in het binnenland. In de omgeving van Joure en in de gemeente DFM (De Fryske Marren) komen vanaf de derde week van februari de aantallen scholeksters weer terug. Bij Joure ontdekte Bertus Rijpkema op 23 februari er smorgens vroeg op het strandje van Skipsleat een drietal en later op de dag zag hij er ook twee op het industrieterrein de Ekers rondstappen. Diezelfde dag zag ik aan de zuidwestkant van Joure aan de Marconiweg ook al twee die tussen de gebouwen op grasperceel aan het voedsel zoeken waren. Tonny de Jong uit Joure zag de volgende dag (24 februari) er ook al enkele boven de Koarte Ekers overvliegen. Bi Echtenerbrug was diezelfde dag al een grote groep van rond de 120 terug in de Echtener Veenpolder volgens Jan de Vlas. Ook in Beetsterzwaag ontdekte Riemersma uit Sneek een groep van veertig. Wanneer kwamen ze bij U terug?
Enkele dagen geleden ontving ik van Aletha Hulsinga uit Rottum een foto van een blauwe reiger die een wel heel bijzondere prooi had gevangen. De vogel had zich kennelijk vergist in de grootte want zo'n grote snoek had ie stellig niet verwacht. Meestal loopt het slecht af met de blauwe reiger als hij zijn prooi wil inslikken. Door de grote van de prooi kan dan namelijk zijn luchtpijp worden dichtgeknepen en stikt de vogel na enige tijd. Gelukkig kon de nog stellig onervaren vogelde prooi niet wegkrijgen en na enkele pogingen werd de vis aan de waterkant achtergelaten. Ik ben benieuwd of er de afgelopen jaren meer ervaringen waren met vogels die grote prooien vingen.
Naast de blauwe reiger staat ook de aalscholver bekend om zijn grote prooien die hij vangt en soms ook nog verorberd.Ook daar gaat het wel eens mis en stikt een vogel in zijn prooi. In de tachtiger jaren vond ik tijdens mijn onderzoek aan meeuwen op de voormalige vuilstortplaats van Ouwsterhaule zelfs een dode volwassen zilvermeeuw die een jong katje deels had ingeslikt en was gestikt. Op het stort liepen destijds nogal wat zwerfkatten rond.
Jaaroverzicht 2015 van ringvangsten aan het Tjeukemeer.
Door drukke werkzaamheden en ziekte vanaf begin november is het ringverslag 2015 dit jaar wat later dan andere jaren. Begin november werd ik getroffen door een zware bateriele infectie aan de longen en moest daardoor de vangactiviteiten abrubt stoppen, ook het schrijfwerk bleef deels liggen. Werkzaamheden voor de nieuwe Ringatlas van het Vogeltrekstation (Werkgroep Ringatlas) vergden daarnaast nogal wat tijd zodat dit eindverslag even op zich liet wachten. Het werken aan de Blog bleef er daardoor een tijdje bij. Nu echter de achterstanden weer wat weggewerkt en de binnenstromende emails verwerkt zijn is er weer meer tijd over om aan de Blog te werken.
In 2015 zijn er toch nog ruim 1700 vogels aan het Tjeukemeer geringd. Juli was weer de topmaand met 445 vogels tijdens vier ringdagen. Er zijn weer heel wat leuke en opvallende soorten gevangen zoals die ene kruisbek, 1 krakeend,vier ijsvogels en maar liefst 299 zwartkoppen. In het overzicht hieronder een verslag van alle vangdagen en bijzonderheden. Op bladzijde 50 t/m 55 staan weer een flink aantal terugmeldingen die ik van het Vogeltrekstation mocht ointvangen, daarbij een opmerkelijke terugmelding van een vink uit Noorwegen, kokmeeuwen uit Engeland, ringmus uit belgie en roodborst met Franse pootring.
Een filmpje van de ringplek en het ringen is te bezien op
Boerenzwaluw Journaal 2015 met veel wetenswaardigheden.
Het eindverslag van 2015 van mijn onderzoek aan boerenzwaluwen in Friesland is eindelijk klaar en er staan weer vele wetenswaardigheden en onderzoeks gegevens in over de boerenzwaluw. De boerenzwaluwen lieten het echter niet afweten en waren weer massaal aanwezig. Zoveel zelfs dat ik in Warns een ware kolonie aantrof in twee naast elkaar liggende boerderijen. Soms ontbrak me gewoon de tijd om andere adressen even te bezoeken.
Het ringen van de vele nestjongen neemt veel tijd doch het levert ieder jaar toch weer een flink aantal terugvangsten op in een volgend jaar. Met de wetenschap dat van deze jonge vogels de exacte leeftijd bekend is kunnen we in de vervolgvangsten in de jaren die erna komen leuke onderzoekjes doen. Ook in 2015 werden er weer veel boerenzwaluwen van voorgaande jaren teruggevangen en zijn er van elk bezoek aan een lokatie weer wetenswaardigheden genoteerd.
Mochten er aanvullingen en of bijzondere waarnemingen in 2015 of in het verleden van boerenzwaluwen gedaan zijn meld ze dan even dan kan ik ze het volgend jaar meenemen in het 6e Boerenzwaluw journaal.
Veel leesplezier.
Allen een fijne Kerst en een goede jaarwisseling toegewenst.
Jan de Jong, Joure Boerenzwaluw onderzoeker Friesland.
Kokmeeuw uit De Fryske Marren vind Groningen leuk.
Al sinds 2000 worden op de eilandjes in het Tjeukemeer kokmeeuwen geringd voor onderzoek. Het aantal broedparen wat in de beginjaren flink boven de 2000 lag is in de loop van 15 jaar sterk afgenomen tot maar nauwelijks meer dan 1040 broedparen in 2015. In het topjaar 2001 waren er zelfs 3151 broedparen (Jan de Vlas, Echtenerbrug). Pas na 2007 zette de daling van het aantal broedparen flink in , in 2010 waren er nog maar 1317 paar. De kokmeeuwen broeden op en tussen de basaltstenen op de eilandjes Tsjukepolle, Margjepolle en Oud Kerkhof. In de maand juni worden er elk jaar enkele honderden nestjongen geringd waarvan we graag willen weten wat de overlevingskans is.
Zo ringde ik op 12 juni 2013 op de Tsjukepolle , het noordelijks gelegen eiland in het Tjeukemeer, een kokmeeuw nestjong met een aluminium pootring Arnhem 3707280. De vogel met pootring werd in datzelfde jaar al op 4 augustus in de stad groningen in het molukkenpark door Klaas van Dijk met een telescoopkijker afgelezen en gemeld. Begin 2014 zijn er in de winter in Groningen erg veel kokmeeuwen gevangen en gekleurringd door Frank Majoor , ook "onze" kokmeeuw zat daarbij en kreeg een witte opvallende kleurring witte kleurring ZE.
Door deze kleurring is de vogel gemakkelijk van een afstandje te herkennen en dat hebben we geweten. Er kwamen tot op heden maar liefst 138 meldingen van binnen. Alle meldingen kwamen opvallend genoeg uit Groningen. Elke maand, dus ook in het broedseizoen, werd de vogel wel 1 of meerdere keren gezien. Hij, want het was een mannetje aldus Frank Majoor, bleek een voorkeur te hebben voor het noorderplantsoen waar hij door vele waarnemers met een kijker gemeld werd. Een enkele keer week hij uit naar de Platinalaan ,de morgensterlaan of het sontplein bij de ikea. Opvallend is dat de vogel in de maanden september en oktober in 2014 en 2015 enkele keren te vinden was op de vismarkt, kennelijk een plek waar op dat moment veel voedsel voor hem was te halen.
In een normale winter trekken de kokmeeuwen weg naar meer zuidelijker of westelijk (Engeland) gelegen overwintergebieden , afhankelijk van de winterse kou, en keren in het broedseizoen vaak terug naar een broedplaats in de omgeving van de geboorteplek.
Slechts 1 aaneen gesloten periode werd deze kokmeeuw, die een voorliefde schijnt te hebben voor groningen , niet gemeld en wel tussen 3 april 2015 en 13 juli 2015. Zou hij snel aan het broedproces hebben deelgenomen en daarna ras terug naar groningen? We zullen het nooit weten.
Tot slot is de kokmeeuw voor het laatst gezien op 4 november 2015 in groningen aan de noorderplantsoen door Jan Faber.
We zijn erg benieuwd of onze kokmeeuw uit De Fryske Marren ook deze winter weer trouw zal zijn aan zijn Groninger stekkie en houden ons aanbevolen voor meer meldingen omtrent deze opmerkelijk "Fries".
Oeverzwaluw met onderbroken slagpen rui gevangen in juni 2015 te Heerenveen.
Al diverse jaren vang en ring ik oeverzwaluwen in vaste wand opstellingen en zanddepots voor het RAS project oeverzwaluw voor het Vogeltrekstation in Wageningen. Zo ook op de morgen van 20 juni 2015 tijdens een vangsessie voor de vaste oeverzwaluwwandvan de vogelwacht Heerenveen op het industrieterrein (bij S.C.I) langs de rijksweg. De broedkolonie telde dit jaar maar enkele 10 tallen broedparen zodat grote vangsten uitbleven. Toch was er een opvallende oeverzwaluw bij.
Om 09:12 uur pakte ik een oeverzwaluw man na1kj uit het mistnet dat in actieve rui was van de grote slagpennen. De vogel woog 11,0 gram, vleugel 103,0 mm en staart 51,0 mm. Doordat beide vleugels in actieve rui waren viel me dat meteen op. Nooit eerder had ik in Friesland een oeverzwaluw gevangen met een dergelijk ruistadia. Zowel linker als rechter vleugel had een ruiscore van 13 (5530000000). Zoals te zien is op de fotos ruien de oeverzwaluwen hunnen grote slagpennen van de vleugel van binnen naar buiten.
Normaal ruien de oeverzwaluwen hun grote slagpennen (primaries) in hun overwintergebied in Afrika. In Zambia start de rui vaak van midden oktober tot in december volgens de vakliteratuur. Voor Kenia en Uganda is dat van laat oktober/november tot midden maart/midden april.
Sommige oeverzwaluwen starten hun slagpen rui al in Spanje en Griekenland tijdens de herfsttrek doch in Engeland is bij 23000 oeverzwaluwen in de herfst geen rui van slagpennen vastgesteld volgens handboeken.
De rui van de oeverzwaluw in het broedseizoen in juni is dan ook uitzonderlijk. Kennelijk heeft deze oeverzwaluw zijn rui al vroeg in Afrika onderbroken (Suspended moult). Ook de partiele rui van lichaamsveren van deze vogel is niet in Afrika voltooid evenals de rui van de staartpennen. Met recht een vreemde vogel. Ben dan ook erg benieuwd of er wel eens vaker in ons land een oeverzwaluw is gevangen met een dergelijke onderbroken rui.
Begin november 2015 kreeg ik bericht van H.de Heij uit Oudehaske dat hij op zijn erf aan de Jousterweg een apparte mol had gevangen in de klem. Het beestwas op de rug vuilwit van kleur met een roestbruine vlek en aan de onderkant meer donker roestbruin van kleur. De Heij maakte enkele fotos en zond me ze toe. Miskleuren bij mollen komen een enkele keer wel vaker voor doch dergelijke afwijkingen zijn m.i. zeldzaam. In Haskerhorne was enkele jaren terug al eens een oranje mol!
Zijn er dit jaar op meer plekken afwijkende mollen gevangen?
Na een ziekte periode in oktober en november vanaf vandaag 16 december weer Blog nieuws!
Flinke Mereltrek op 31 oktober 2015 aan Tjeukemeer.
Na een periode van kwakkelende gezondheid in oktobermaand ben ik toch nog een keer naar de ringplek aan het Tjeukemeer afgereist. Om 5.20 uur was ik aanwezig en kreeg snel daarna ook steun van Jan Stegeman en Ronnie Kuipers. Later in de ochtend bleek dat deze hulp ook wel nodig was. Op 11 oktober werden er nog een 13 tal soorten gevangen met totaal 53 vogels, vandaag verwachte ik ongeveer hetzelfde aantal te vangen. Het werden er maar liefst 100! Daarbij vielen de aantallen van merel en koperwiek sterk op. Maar liefst veertien Merels werden er gevangen en een negental koperwieken. Vooral de koperwieken reageerde in de eerste uren sterk op het geluid, de merels vooral kwamen gespreid in de morgen door. Pimpelmezen en Staartmezen lieten zich vooral na 9.00 uur zien en vangen.Stiekum had ik gehoopt op ook een flink aantal zwarte mezen doch dit bleef uit, slecht eentje werd er op de valreep nog gevangen.
Al met al toch een mooie morgen aan het Tjeukemeer. Niet wetende dat dit de laatste vangdag in 2015 aan het Tjeukemeer zou worden. Kort erna kreeg ik weer last en moest genoodzaakt thuis blijven. Het bleek dat ik een zware bacteriele infectie aan de longen had opgelopen die mijn lichaam totaal had verzwakt. Na diverse kuren en medicijnen knapte ik pas in de eerste week van december weer wat op. Omdat ik toch nog een flinke periode voor herstel nodig heb ben ik in de december al begonnen het ringstation in de winterstand te zetten. Volgend jaar maar weer eens zien.
In oktober van dit jaar ontdekte Frans de Lang uit Sint Nicolaasga tijdens een wandeling met de hond op 22 oktober een vreemde vogel aan de Uranusstraat. Jammer genoeg had hij geen fototoestel bij zichen bij terugkomst van zijn wandeltocht was de vogel plots verdwenen.
Het bleek een zeldzame hop te zijn. De Hop bleef echter rondhangen in dezelfde omgeving zo bleek op 28 oktober toen Diana Heuvelman stellig dezelfde vogel ook zag en me dit meldde. Op 5 november 2015 slaagde ze erin om van de vogel een foto te maken.
De Hop is in 2015 maar erg weinig in Friesland waargenomen. Zo fotograveerde Dorine Haring er op 27 oktober 2015 ook 1 bij Holwerd (zie www.waarneming.nl) en op 28 september 2015 is er ook een gezien door Elisabeth Bergsma te Boornbergum. De Hop is eigenlijk een onmiskenbare soort met zijn zwart en wit gebandeerde vleugels en staart, de lange kuif met zwarte punten en het opvallend rozebruine kleed. Voor de gemeente De Fryske Marren (Friesland)is de soort een zeldzaamheid die niet elk jaar word gezien.
Bijgaande foto is van Diana Heuvelman uit Sint Nicolaasga.
Het blijven doorgeven van meldigen is dan ook van groot belang om deze zeldzaamheden te kunnen registreren voor de nieuwe "vogelbijbel" van Friesland waar door de werkgroep van de Stichting Avifauna hard aan gewerkt word.
De afgelopen dagen is het erg mistig geweest en een jonge torenvalk die in Ouwsterhaule (gemeente De Fryske Marren) geboren is in een nestkast en op 28 mei van een pootring werd voorzien is op 2 november ziek in Sneek aangetroffen. De vogel is afkomstiguit een nest van vijf grote nestjongen en had in mei van dit jaar op zijn geboorteplek ruim voedsel in de vorm van veldmuizen voorhanden, waarom vertrekt ie dan naar de buurgemeente Sudwest Fryslan zou je denken. Zijn de muizen daar groter?
Torenvalken zwerven graag wat om en komen dan op allerlei plekken. Vooral met de dichte mist van afgelopen dagen hebben ze het wat moeilijker omdat het echte oogjagers zijn die hun prooi het liefst van vrij grote hoogte al wiekelend (vandaar de Friese naam Reade Wikel) proberen te pakken.
Toch heeft deze vogel enorm geluk gehad dat hij door een natuurliefhebber naar het Vogelasiel in Ureterp is gebracht. Daar wordt de valk weer opgelapt en hopelijk gezond losgelaten.
In deze tijd komen er vooral met het mistige weer veel vogels in de problemen. Door het vrij korte zicht, ondanks hun scherpe gezichtvermogen, zien ze vensterruiten en of auto lichten in het donker pas op het laatste moment. De inschatting in de mist zorgt ook voor nogal wat orientatie problemen, vooral als de mist dik is en langdurig aanhoud. Houtsnippen sneuvelen momenteel nogal wat op de trek en kunnen zich overdag in de mist moeilijk orienteren. Echte trekvogels die rond deze tijd door en of wegtrekken (merel, koperwiek, kramsvogel) sneuvelen ook vaak tegen hoogspanningsleidingen en of hoge gebouwen. Het is oppassen voor de gevederde vrienden! Blijf de meldingen aan ons doorgeven.
Op 26 oktober durfde ik na een ziekte periode van bijna twee weken er smiddags weer even op uit te gaan. Het ringwerk aan zangvogels heeft al een flinke periode stil gestaan. Even een flinke wandeling in de natuur leek me een goed idee.De zweetaanvallen en hoofdpijn naast het veelvuldige gekuch waren een beetje tot bedaren gekomen. Hopelijk zijn de bloedwaarden in mijn lichaam nu weer wat aan de beterende hand.
Altijd als ik voorheen in Joure een klein uurtje ga lopen heb ik de keuze uit vele routes waarop ik van de natuur kan genieten. De laatste jaren loop ik regelmatig het rondje in Skipsleat via het zandstrandje weer terug naar de E.A.Borgerstraat. Deze middag loop ik via de E.A.Borgerstraat richting Haskerveldweg steek deze over en vervolg mijn weg rondom de gemeenschappelijke tuinen en ga via een bruggetje over naar de Duckdalf. Rondom de tuinen had ik al van allerlei geluidjes van pimpelmees , roodborst tot merel gehoord. Zouden er in Joure dan ook op meer plekken groepjes mezen aanwezig zijn, zou ik ook zwarte mezen zien? Via de Duckdalf en De Steiger kom ik bij de hoge brug die een verbinding maakt met de Eliabethoeve. Boven in de nok van de brug zaten links en rechts aalscholvers hun veren te drogen. De aalscholver is al een heel gewone soort geworden in het waterrijke gebied van de wijk Wyldehorne in Joure. De meerkoeten en de futen ontbraken ook deze keer niet en lieten zich van nabij vanaf de brug mooi bewonderen. Vanaf de brug heb je een prachtig overzicht van de waterpartijen en de woonomgeving. Bouwen doen ze nog steeds bij de brug, er worden zowel aan de zijde van de Aliehoeve als de Elisabethoeven nieuwe woningen langs het water gebouwd. Via de vaste brug naar Oer de Feart ga ik linksaf de Swel in. Bij de Swel sta ik altijd even stil bij de prachtige broedtil die er gemaakt is door de gemeente De Fryske Marren voor de huiszwaluwen. De vogels zijn al een tijdje weg uit de wijk Wyldehorne waar ze ook in 2015 aan de gevels van enkele woningen hebben gebroed. De broedtil laten ze ook in 2015 (helaas) nog onbezet. Via de Swel ga ik links aanhoudend langs het water en over de prachtige bruggetjes via de Ljip naar het zandstrandje wat vlak bij de fierljepschans ligt. Het strandje is rond deze tijd vaak stil en verlaten. De scholeksters die er in het voorjaar altijd zich verzamelen zitten nu stellig al aan de kust of misschien nog verder weg richting Frankrijk. Over het zand van het strandje lopend hoor ik achter de fierljepschans al de nodige mezen roepen . Vooral de koolmees is in de rijke bomensingel langs de Koarte Ekers het drukst van allemaal. Ik hoor hem er vanaf het looppad regelmatig roepend en zie meerdere in de boomkruinen rondvliegen. Op het bladerendek struint al een tijdje een roodborst rond die op zoek is naar slakjes en spinnetjes. De boomsingel uitlopend kom ik bij een open plek en kan ik over een witte brug linksaf de verbinding met de Reling maken. Even stilstaand op dit bruggetje zag ik al een paartje wilde eenden kopknikkend in de herfstzon ronddobberend. Wel wat vroeg (of laat) om nu aan een nestje te beginnen. Zodra ik over het bruggetje loop staken ze hun activiteit en zwemmen beide naar de rietzoom.
Net al ik over het bruggetje ben hoor ik een zacht tsi-tsi-tsi geluid. Direct rustig blijven staan en afwachten, en weldra zag ik de eerste staartmezen in de wilgen verschijnen. Het bleken er minstens een 18 a 20 te zijn, een flinke groep dus. Allemaal waren ze actief aan het voedsel zoeken in de bomen en struiken om me heen. Tussen de staartmezen zaten ook nog twee tjiftjaffen, een tiental pimpelmezen en enkele koolmezen. Het was al weer een flinke tijd geleden dat ik in Joure zo'n grote groep staartmezen bijeen zag tijdens een wandeling. Het zullen stellig wel trekkers of zwervers zijn die rond deze tijd samen met andere mezen optrekken. Via het schelpenpaadje over het Helmhout wat overgaat in een paadje rechtdoor de bossingel dat richting It Beaken loopt kom ik al snel weer via het Helmhout op de E.A.Borgerstraat uit. Geen zwarte mezen gezien doch toch een leuk moment beleeft met een flinke groep staartmezen.
Op 3 oktober smorgen om 04.15 uur al vertrokken uit Joure naar de ringplek Vogeltrekstation Rohel op het SBB terrein Marswâl aan de noordoever van het Tjeukemeer. Bij aankomst was het nog donker en her en der over het landschap waren dichte mistflarden aanwezig. Bij het witte bruggetje wat de verbinding met de oever van het Tjeukemeer maakt werden de lieslaarzen snel aangedaan om straks met volle bepakking naar het "basiskamp "te gaan. In de verte zie ik 2 koplampen verschijnen, ze komen steeds dichter bij en stoppen op een tiental meters voor mijn auto. Het blijken politiemensen te zijn die op nachtelijke controle route hun ronde deden. Goed dat ze er zijn. Zodra ze mij zien met lieslaarsen en materialen vertrekken ze snel in de richting van Rotsterhaule.
Op het basiskamp van het Vogeltrekstation Rohel aangekomen worden snel de nodige mistnet posities opgesteld. Vanmorgen ben ik alleen zodat er flink wat werk moet worden verzet voordat alles goed en wel staat. In eerste instantie dacht ik dat het een vrij rustige morgen zou worden omdat er nogal wat mistflarden waren tijdens het opstellen van de netten en het stil was in de oeverzone. Dit zou weldra anders worden toen bleek dat er veel vogels in de lucht waren. Dat werd dus in de eerste uren een constante controle bij de netten langs omdat de mist zorgde voor veel waterdruppels in de netten. Regelmatig moeten de vogels dan uit de netten gehaald worden en de netten geschud zodat de mistdruppels verdwijnen en het net minder zichtbaar word en de vogels niet nat worden.
De resultaten waren vanmorgen goed, zeker 104 vogels gevangen. Zeker 32 zwartkoppen gevangen (15 mannen en 17 vrouwen) en de zanglijsters (12) waren nog nooit zo hoog in tal in de netten aangetroffen dit najaar op dit ringstation. Verder veel roodborsten , tjiftjaffen en ja zelfs een sijs, 1 vuurgoudhaan en 3 goudhaan . Dat was werken dus op zo'n 100+ dag! Zie voor de verdere aantallen het bijgevoegde verslag.
Jan de Jong, Joure Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen.Tel. 0513414788 of j.d.jongringer403@home.nl
Vangst van afwijkende kleur van gekraagde rrodstaart.
Opmerkelijke afwijking bij gekraagde roodstaart.
Op 9 september 2015 was ik om 4.20 uur al aanwezig op de vaste ringplek Marswâl aan het Tjeukemeer bij Rohel. Het bleek weer een 100+ dag te worden met veel soorten (18) waaronder flinke aantallen zwartkoppen, roodborsten en tjiftjaffen. Zelfs een tapuit en een paapje ontbraken niet deze ochtend. Beide laatste soorten vangen we maar zelden op deze ringplek. Het laatste paapje was nog van 2011 en de laatste tapuit van 2005. Tussen al deze vangsten zat echter ook een eerste jaars gekraagde roodstaart met een opmerkelijke afwijking. De vogel had over de gehele vleugel (grote en kleine slagpennen) een vrij brede witte band over het midden van de vleugel. Het witte was op enkele plekken behoorlijk zwak, kon er zo doorheen kijken. In eerste instantie dacht ik aan hongermalien, groei banden die ontstaan door gebrek aan het juiste voedselaanbod. Toch twijvel ik omdat er in de staart, die vaak gelijktijdig bij jonge vogels aangroeid, er in de staartpennen opmerkelijk GEEN witte of donkele (groei) band aanwezig is. Ik vraag me dan ook af of er wel vaker van dergelijke afwijkingen geconstateerd zijn bij gekraagde roodstaarten! In de Bijlage een verslag toegevoegd met enkele foto's.
Zwartkoppen trekken in het najaar flink door op ringplek Rohel.
Eind augustus komt aan het Tjeukemeer bij Rohel de zwartkop doortrek op gang. Op 29 augustus was het eerste groepje van vijftien gevangen, daarna waren er flinke periode met buien en harde wind zodat ik in de periode eind augustus tot 8 september niet gevangen werd. Op 9 september was het een mooie najaarsdag om te vogelringen voor het eerst in de septembermaand waren de vangsten al opgelopen tot 36 waarbij op die dag ook een flink aantal roodborst (16) en tjiftjaf (20) zich liet vangen.Daarna bleek dat zaterdagochtend 12 september nog de enige dag te zijn dat het droog zou blijven,daarna zou een periode van regen en veel zuidelijke wind komen. Dus zaterdag ochtend gevangen en voornamelijk zwartkoppen (35) en tjiftjaf (13)gevangen.
Zwartkoppen worden de laatste jaren steeds vaker gevangen. De aantallen nemen in snel tempo toe.Topjaren waren 2011 (358) en 2014(306) terwijl we in de beginjaren (1985-2000)zonder geluid de aantallen niet boven de 17 zwartkoppen per jaar uitkwamen. Daarna tussen 2000 en 2007 namen de aantallen toe tot maximaal 73 per jaar. Vanaf 2008 zaten de jaarlijkse vangsten steeds boven de 100 zwartkoppen per jaar.
De toename van de aantallen zwartkoppen aan het Tjeukemeer bij Rohel moet dan ook voor een groot deel te wijten zijn door het gebruik van het geluid in het najaar. Over de herkomst van deze zwartkoppen is voor Rohel nog weinig terugmeldings materiaal voorhanden. Een erg groot deel van de najaarstrekkers betreft vooral jonge eerste jaars vogels.
Wie meer over de augustus en september vangsten van zwartkoppen en andere soorten wil bekijken kan de bijgaande dagverslagen raadplegen.
Dit jaar leek het er eerst op dat de boerenzwaluwen op meerdere lokaties waar ik in de provincie Friesland ring en onderzoek dat het aantal toch minder is dan vorige jaren.
Toch zijn er in 2015 tot op heden(6-9-2015) 2282 boerenzwaluwen gevangen/geregistreerd. Daarvan zijn er 1688 voor het eerst geringd (1066 pulli,456 adult en 166 eerste jaars). Teruggevangen met ring werden er 534 (488 adult en 46 eerste jaars) waarvan er zeker 196 individuen waren die een eigen ring van voor 2015 droegen. Vijf boerenzwaluwen met een niet eigen ring (alle NLA) werden door mij gecontroleerd en 55 boerenzwaluwen met ring (42 nestjong, 5 adult en 8 eerste jaars) werden dood gevonden.
De terugkeer naar de broedplekken duurde lang, tot zeker in juni keerden er nog vogels terug op de broedplek. Kennelijk hebben de zwaluwen deze winter meer zuidelijk overwintert of zouden ze toch langer over de terugtocht gedaan hebben door tegenvallende weersomstandigheden op de lange weg terug?. Koude,harde (tegen)wind en regen kunnen ze slecht over als ze lange afstanden moeten afleggen. Hun vetreserves zijn dan zo opgebrand en dan moeten ze maar net op de goede plek zijn waar voedsel in de vorm van veel insecten aanwezig zijn.
Door tijdsgebrek ben ik helaas op een flink aantal lokaties niet geweest, ook vielen er enkele plekken weg doordat de boerderij een andere bestemming kreeg of dat er uitgebreide werkzaamheden waren die het niet toelieten om intensief te vangen. Verder waren er enkele nieuwe situaties die zich aanmelden (Warns 2x, Kortehemmen 1x, De Knipe 1x) waar veel zwaluwen aanwezig waren. In Warns op Skarl was er op kleine schaal zelfs sprake van een "kolonie" (Fam. Smid, Fam.P.J.Dijkstra, Fam. B.Dijkstra). Daar waren enorm veel broedparen in de stallen te vinden. Bij Fam.P.J.Dijkstra kwam ik pas eind juli te ringen toen een groot deel van de 1e legsels met jongen al verdwenen waren en bij Fam. B.Dijkstra pas eind augustus, het gros was toen al vertrokken uit de stal. Dat beloofd wat voor 2016 als alle broedparen terugkeren!
Ook waren er dit jaar nogal wat (196) terugvangsten van geringde boerenzwaluwen van voor 2015. Verreweg de meesten werden in stallen teruggevangen waar al jaren achtereen boerenzwaluwen geringd zijn. Zo valt het op in de Bijlage dat de gevangen en geringde aantallen in Warns gemakkelijk terug te herleiden zijn tot een minimaal aanwezig aantal broedparen. Bij B.Smid 54 broedpaar,bij P.J.Dijkstra zeker 39 broedpaar. Dat is bijna 100 paar op nog geen 100 meter van elkaar. Dergelijke hoge broedichtheden had ik nog niet eerder meegemaakt in Friesland.Ben benieuwd of er op meer plekken in ons land dergelijke hoge broeddichtheden zijn vastgesteld.
Ook in september nog overnachten er grote aantallen (rond de 200) boerenzwaluwen in de ligboxen aldus Bauke Smid die gisteren (5-9-2015)zelfs nog zag dat er op diverse plekken nog actief jongen gevoerd werden. Ben benieuwd of er op meer plekken in september ook nog grote aantallen in stallen overnachten.De kans is groot dat vooral met de regenachtige perioden in augustus en september dit jaar er velen nog wat langer in de veilige (warme )schuur zullen verblijven voor ze de lange zware reis naar hun overwinteringsgebied (Afrika) vertrekken.
Let eens op de masale zang van de boerenzwaluwen die ze vaak in de avond vlak voor hun vertrek in schuren en stallen laten horen. Een indrukwekkende beleving die menig "zwaluwenboer" al eens heeft gehoord. De zwaluwen zijn de avond erg druk en kwetteren er op los.
De afgelopen maanden was het erg druk met het ringen van vogels. Vooral aan het Tjeukemeer bij Rohel worden in die maanden veel jonge zangvogels geringd die door en wegtrekken langs de noordoever van het grootste meer van Friesland. Op 1 juli waren de vangsten hoog, toen werden er 117 vogels gevangen met veel fitis, tjiftjaf en zwartkoppen. Tien dagen later , op 11 juli 2015 waren de vangsten nog hoger, maar liefst 163 vogels waarbij veel rietzanger, zwartkop, kleine karekieten en grasmussen. Ook op 18 juli 2015 weer een 100+ dag (101 gevangen) waaronder maar liefst TWEE ijsvogels. Op 31 juli 2015 nog steeds veel vogels (125) gevangen waaronder twee grote bonte spechten, weer een ijsvogel en een 16 tal boerenzwaluwen.
Op 6 augustus waren de vangsten iets minder (69) daarbij viel op dat een groot deel van de plaatselijke vogels nu echt is weggetrokken, diverse vogels waren al met het opbouwen van de vetreserve die nodig is voor de wegtrek begonnnen. Een kleine karekiet met een Belgische pootring had zelfs al vetscore 3 en woog 13.7 gram. Normaal is het gewicht van kleine karekieten rond de 11.5 gram gemiddeld. Door de regenachtige dagen in augustus pas op 21 augustus weer gevangen en daarbij 62 vogels gevangen, daarbij was er een kleine karekiet (1kj)met een Zweedse pootring. Al met al de afgelopen maanden veel vogels gevangen aan het Tjeukemeer. In de Bijlagen de dagverslagen.
Boerenzwaluw jongen groeien op in kunstmesstrooier.
Drie jonge boerenzwaluwen in kunstmeststrooier.
Heb in de periode 1992 tot en met heden in Friesland al heel wat vreemde plekken aangetroffen waar boerenzwaluwen opgroeiden bij mijn onderzoek naar zwaluwen in de provincie.In oude melkmachines op het land, onder bruggen, op buitenlampen, op verrekijker tassen , in dozen of potten op stellingen etc. In de meeste gevallen werden ze bij toeval ontdekt of me door de eigenaren mede gedeelt. Ook deze week kreeg ik weer zo'n vreemd geval te horen en te zien.
Op 6 juli 2015 ging ik om 06.30 uur richting Terwispel om daar bij Afke Jager en Fam. Steenwijk boerenzwaluwen te vangen en te ringen. Bij Afke Jager trof ik in het schuurtje weer flink wat oude en jonge boerenzwaluwen aan. Helaas daar predatie van enkele nestjongen en een dood mannetje volwassen boerenzwaluw gevonden. De predator is nog onbekend.
Rond 08.00 uur kwam ik bij de boerderij van Arie en Ilse Steenwijk aan waar weer een flink aantal boerenzwaluwen in de loods aanwezig waren. Zoals altijd vang ik de volwassen boerenzwaluwen voor de schuifdeur en plaats de netopstelling aan de binnenzijde van de deur wat een 11 tal boerenzwaluwen opleverde en (wonderlijk) een vink vrouw met broedvlek. Arie Steenwijk wees me het nest van de vink aan die IN een opberghok aan de loods boven een deur zat. Vreemd zei ik, normaal broeden vinken niet IN loodsen. De vogel had daar dus gebroed en deze zomer jongen grootgebracht, veilig en wel onder dak.
In de tussentijd ringde en controleerde ik, met de hulp van zoon Jasper Steenwijk ,nog een aantal zwaluwnesten waarin nog eieren en jongen zaten. Boer Arie en boerin Ilse Steenwijk en de andere kinderen kwamen ook even bij het ringen van de vogels kijken en kregen uitleg over de boerenzwaluwen. De kinderen mochten de geringde en gekontroleerde zwaluwen de vrijheid weer geven, aan enkele zwaluwen werden zelfs namen gegeven.
Boer Arie Steenwijk vertelde me al eerder die morgen dat hij met de hitte van de afgelopen tijd er vorige week in de loods een nest met niet vliegvlugge jongen naar beneden was gevallen, kennelijk door de warmte in het nest dat vlak bij het dak zat. Hij vond het jammer dat ze het niet zouden redden dus zette hij de drie jongen in een kunstmeststrooier die in de loods stond en wees me de plek aan. Daar konden de ouders de jongen van bovenaf goed zien en mogelijk ook door blijven voeren. Het lukte!! De nestjongen waren nu al groot genoeg om uit te vliegen en kregen dan ook een pootringetje om en bleven nog even in de kunstmeststrooier zitten.
Zelf heb ik ook wel eens nestjes van een boerenzwaluw met jongen gered. Het oude nest zette ik dan terug en smeerde het in met verse mest uit de stal aan. In de meeste gevallen bleef het dan wel zitten en konden de jongen verder opgroeien. Lukte het niet dan zette ik het nest op een plekje op korte afstand van het oude nest, soms op een plankje of in een richel zodat katten er niet bij konden. Deze methode van de jongen in een kunstmeststrooier had ik nog niet eerder meegemaakt en vond het toch vrij uniek. Gelukkig waren er geen koude nachten geweest en werden ze volop gevoerd.In de Bijlage de fotos van de opgroeiplek van de jonge zwaluwen. Wie ook een vreemde nestplek van een boerenzwaluw paartje heeft mag het me melden.
Na bijna 21 jaar laat de kruisbek zich weer zien op de ringplek!
Op de eerste dag van juli 2015 , net voor de hittegolf dagen, werd nog snel even de negende CES dag van 2015 afgewerkt aan het Tjeukemeer. De ochtend begon helder met een klein briesje van 2B uit het oosten. Er werd vroeg begonnen met het vangwerk omdat de temperaturen in de ochtend wel eens flink zouden kunnen oplopen. Opvallend veel zwartkoppen (21), doch ook fitissen (18) ,tjiftjaffen(17) en zelfs een familie staartmezen (11) liet zich vangen. Klapper van de dag was toch wel een eerste jaars KRUISBEK. De vogel zat in de tweede netbaan van onderen in CES opstelling C6 en was er aan de westzijde ingevlogen. Dit is de 2e vangst op deze ringplek aan het Tjeukemeer sinds 1985, de eerste keer was dat op 30 juli 1994. Biometrie en enkel fotos staan in het verslag in de Bijlage hieronder. Al met al een mooi begin van de (warme) juli maand waar op de 1e dag zelfs 117 vogels werden gevangen. waaronder ook nog een zestal boerenzwaluwen.