Op de eilandjes in het Tjeukemeer broeden elk jaar een flink aantal kokmeeuwen hun eieren uit. De jonge vogels hebben daar geen last van grondpredatoren. Een deel van de jonge kokmeeuwen van het Tjeukemeer trekt na de zomer weg en word op allerlei plaatsen waargenomen.Regelmatig word een groot aantal van de jonge vogels voorzien van pootringen om hun trekwegen na te gaan.
Zo kregen we dit jaar veel meldingen uit Nederland binnen; Wijchen, Rijswijk,Punt van Reide, Medemblik,Almere, Losser,Amsterdam, Deventer, Oudeschild, Oldeouwer,Marken, Andijk en Harderwijk. Vaak word het ringnummer afgelezen met een sterke kijker of telescoop of in enkele gevallen word de vogel dood gevonden. In enkele gevallen komen er ook meldingen uit het buitenland binnen. dit jaar kwamen er een drietal binnen. In Engeland werd op 28 januari 2017 te Leysdown-on-Sea, Sheerness een kokmeeuwring afgelezen die als nestjong op 3 juni 2011 op de Tsjûkepolle in het Tjeukemeer geringd was (Afstand373 km. Tijd 2065 dagen). Een ander nestjong dat op hetzelfde eiland in het Tjeukemeer was geringd op 11 juni 2015 verbleef op 19 februari 2017 in Montoir-de Bretagne in Frankrijk de ring werd daar door een Franse vogelaar afgelezen (Afstand 840 km. Tijd 618 dagen). Een derde jong van het eilandje Tsjûkepolle in het Tjeukemeer dat op 3 juni 2014 is geringd werd op 8 september 2017 verzwakt aangetroffen te Camino Alto, Almonte, Huelva in Spanje (Afstand 2010 km. Tijd; 1192 dagen) zo meldde me meeuwenonderzoeker R.J.Buis uit Oud-Vossemeer.De vogel is na zijn vondst op 8 september 2017 succesvol gerevallideerd en op 16 september 2017 en kreeg de vrijheid weer te Dique de Contencion de Arenas Principoe Juan Carlos, Huelva, Spanje (Afstand 2001 km. Tijd 1200 dagen).
Kokmeeuwen die in Friesland geboren zijn worden niet zo vaak terug gemeld uit Spanje. Deze Friese kokmeeuw heeft ook nog het geluk gehad om in een vogelasiel terecht te komen. Nu maar hopen dat ie de winter goed doorkomt in Spanje en in de zomermaanden weer terugkeert naar ons land. Friese kokmeeuwen blijven ook bij zwakke winters dus niet altijd in ons land, enkele trekken weg tot ver over de grenzen.
Meer dan duizend boerenzwaluwen geringd in Friesland in 2017.
Naar het zich liet aanzien zou mijn onderzoek naar de boerenzwaluwen in Friesland dit jaar maar montjesmaat plaatsvinden daar ik begin april een open hartoperatie moest ondergaan in het MCL te Leeuwarden. Deze operatie (twee omleidingen) is met succes bijzonder goed en snel verlopen. Na de eerste week van mei kon ik al voorzichtig beginnen met het ringen van volwassen vogels in Terwispel bij H.Veenstra in de kalverschuur. Van de cardioloog moest ik me vooral de eerste tijd niet op hoge ladders begeven en het rustig aan doen. Het vangen en ringen van volwassen boerenzwaluwen werd dan ook in 2017 een van mijn hoofdtaken bij het boerenzwaluw onderzoek. Er werden dan ook veel volwassen boerenzwaluwen van een ring voorzien (545) en ook nog een 194 met een ring van voorgaande jaren terug gevangen. Bij de terugvangsten waren zelfs twee ringen uit het buitenland, een uit Belgie en een uit Spanje!
Naast de volwassen (739) werden er nog 139 vliegvlugge eerste jaars en een 360 nestjongen geringd. Totaal dus 1238 boerenzwaluwen gecontroleerd. De 360 nestjongen waren gemakkelijk te ringen daar ze laag in schuur of stal hun nest hadden zodat ik er gemakkelijk bij kon. In de Bijlage een opgave van mijn aantal geringde en terug gevangen vogels. Nieuw was het gebied rond Hommerts en Jutrijp waar een groot aantal nesten zat in schuren en stallen. Slechts een klein deel van de plekken met veel boerenzwaluwen kon daar bezocht worden.
Op 4 oktober tijdens ringonderzoek naar zangvogels ving ik zelfs nog een late eerste jaars boerenzwaluw die op de wegtrek was naar warmer oorden.
Het eindverslag van het Boerenzwaluw Journaal 2017 is volop in de maak en zal omstreeks januari 2018 verschijnen. Graag ontvang ik nog data van laatste zwaluwen die vertrokken zijn uit de schuren en late waarnemingen van doortrekkende boerenzwaluwen. Deze worden dan nog verwerkt in het overzicht. Ook bijzondere voorvallen in schuren of stallen blijven uiteraard welkom.
Voor 2018 ben ik op zoek naar plaatsen waar veel (meer dan 20 broedparen) aanwezig zijn in schuren of stallen. Vooral de oude ligboxstallen en schuren kunnen soms grote aantallen bevatten.
Mochten er nog lezers zijn die het digitale jaarverslag van het Boerenzwaluw Journaal 2016-2015-2014-2013-2012 en 2011 willen ontvangen dan graag even bericht.
Roodborsten in herfst en winter vaak noordelijke vogels.
In de herfst verschijnen op veel plaatsen de roodborstjes weer in de tuin. Bij ons in Joure is dit vaak in de oktober maand. Soms verdwijnen ze na enkele dagen weer en zijn ze zeker nog op de doortrek doch in de regel blijft er eentje de gehele winter achter. De vogel verschuilt zich vaak hier in de dichte coniveer achter ons huis en komt dan in de ochtend vaak tevoorschijn om in de tuin naar voedsel te zoeken. Vaak gaat het maar om 1 vogel. Ze beschermen hun winter voedselterritoria tegen andere soortgenoten. Op veel plaatsen is dit zo en menig melder geeft dan vaak aan mij door "ons winter roodborstje is ook weer present". Aan de vogel zelf kunnen we als hij zo door de tuin hipt vaak niet zien of het wel werkelijk dezelfde is. De herkomst van de roodborst is dan ook voor menig melder dan ook moeilijk vast te stellen. Veel roodborsten zijn namelijk gasten uit noordelijker streken. Dit weten we doordat er af en toe meldingen binnenkomen van roodborstjes met pootringen. Een klein pootringetje aangebracht door een vogelringer bied dan vaak uitkomst als je deze kan aflezen of controleren.
Uit mijn archief hier enkele voorbeelden van geringde roodborsten die in de herfst en winter in Friesland verbleven en afkomstig zijn uit noordelijker streken.
1. Helsinki V.549407 . 11 oktober 1986 geringd te Lagskar in Finland en op 3 januari 1987 gepakt door kat in Heerenveen. Afstand;1149 km. Tijd; in 84 dagen. Gemeld door P.Blanksma uit Heerenveen. Katten pakken in de wintermaanden wel vaker eens een vogeltje in de tuin, vooral als het strooivoer op de grond word gegooid. Het is dan ook zaak dat voedsel op een open en droge en wat hogere voederplaats word aangeboden waar de kat direct word opgemerkt.
2. Stavanger 4E.03943 .20 februari 2003 geringd als eerste jaars in Sangvik in Noorwegen en op 3 november 2003 gesneuveld in het verkeer te Irnsum. Afstand;570 km. Tijd; in 256 dagen. Gemeld door Greetje Langhout uit Irnsum. Veel roodborsten zijn in herfst en winter op zoek naar voedselen steken daarbij in de omgeving de weg over en komen in aanraking met het autoverkeer.
3. Helsinki J...952449 . 21 april 1982 geringd te Degerobagen Helsinki in Finland en op 26 januari 1983 gesneuveld in muizenval(!) te Gorredijk. Afstand; 1405 km. Tijd; in 280 dagen. Gemeld door H.Huitema uit Gorredijk. Deze roodborst is wel op een erg ongelukkige manier aan zijn einde gekomen. Als je last hebt van muizen in de kippenren moet je dus geen muizenval met een stukje kaas zo maar in de kippenren plaatsen. Ook de roodborst is gek op kaas en havermout en pikt graag naar voedsel als ze in de ren kunnen komen door het grote open kippegaas. Door het pikken naar de kaas op de muizenval is deze dicht geklapt en de vogel gestikt.
4. Stavanger. ED...86135. 14 april 2012 geringd te Jomfruland, Telemark in Noorwegen en levend door mij gecontroleerd op ringplek Rohel Tjeukemeer. Afstand; 704 km. Tijd: in 197 dagen.Ook deze roodborst was in zijn overwintergebiedje. Op 6-11 en 19 november 2012 is de vogel nog steeds aanwezig en gecontroleerd langs de noordoever van het Tjeukemeer. Roodborsten overwinteren vaak op allerlei plekken. Deze kwam in 2013 niet terug, althans ik heb hem niet teruggevangen, op zijn winterstekkie.
Dat roodborstjes ook in tuinen kunnen broeden komt wel eens vaker voor. Ze zoeken allerlei vreemde plekken op tot in schuren en hokken. De jonge vogels worden in eerste instantie door velen niet als zodanig herkend. In de Bijlage is een jonge vliegvlugge roodborst te zien in jeugdkleed. Dit jeugdkleed dragen ze maar korte tijd want voor de winter zijn ze qua kleed gelijk aan een normaal gekleurde roodborst.
Roodborstjes in de herfst en winter zijn dus vaak vogels uit noordelijker streken die als gast bij ons verblijven.In strenge winters vertrekt een groot deel van onze eigen broedvogels naar het zuiden enkele blijven in de omgeving. Noordelijke roodborsten nemen dan de plekken op menig voedertafel in. Ik ben dan ook benieuwd wanneer en waar de eerste roodborstjes terug zijn gekeerd in de tuin op hun winterstek. Miskleuren komen zelfs voor.
Meldingen zijn welkom op Tel. 0513-414788 of op email j.d.jongringer403@home.nl
Ringvangsten Ringstation Rohel in de maand september 2017.
Ringstation Rohel Tjeukemeer september 2017.
De septembermaand zou ook weer een bijzondere maand qua aantallen worden, vooral veel zwartkoppen en spreeuwen . Er werden op 4-20-23-27 september 26 soorten gevangen met in totaal 556 geringde vogels. Op 1 en 2 september moest er ook al weer gemaaid worden op de ringbaan, de vegetatie was erg snel gegroeid. Alles lag er weer mooi bij wat het oostelijke deel van de baan betrof. Na een rustdag ertussen kon op 4 september weer worden gevangen.
4 september zou een dag worden met een enorm aantal vogels. Om 3.25 uur was ik al op de ringplek aanwezig en begon nadat de geluidsinstallatie was geplaatst (zwartkop) met het opzetten van de netten. In de rietzoom sliepen vanmorgen vele 10.000 den spreeuwen. Het riet en de struiken waren nog droog. Maar liefst 22 soorten met 306 vogels(!) werden er gevangen. Daarvan was het aandeel spreeuwen (87) en zwartkoppen (91) maar liefst 58% van het totaal. Verder werden er gevangen kleine karekiet 36, rietzanger 17, roodborst 15, tjiftjaf 18, snor 2 en bonte vliegenvanger 1. De spreeuwen waren zo massaal dat toen er een "wolk" spreeuwen in netbaan C8 kwam lag de gehele netopstelling plat met de spreeuwen erin. We moesten om 9.15 uur al langzaam de netten opruimen om de enorme aantallen te kunnen verwerken. Wat een dag!
Op 7 en 18 september werd het westelijk deel van de vangbaan gemaaid en gesnoeid. Na een rustdag kon er op 20 september weer gevangen worden.
Op 20 september om 3.30 uur aanwezig op de vangbaan, het terrein was nog erg nat van de vele regenbuien van afgelopen week. Vanmorgen weer een massa vogels (154) gevangen waaronder vooral veel pimpelmees 39, tjiftjaf 31, staartmees 13 en zwartkop 23. In de eerste uren(nog in donker) werd er echter ook weer een nieuwe baansoort (de 3e dit jaar) gevangen. Het bleek een ongeringde kerkuil te zijn die eerst tegen netbaan C5 vloog en daarna maar net in netbaan C6 met de hand gepakt kon worden. Dit is de 93e die we hier sinds 1985 ringen. De mezen kwamen zo vlak voor 9.00 uur in de oostelijke netten en om weer een massa aantal te voorkomen moesten we de netten al weer vroegtijdig sluiten.
Op 23 september was ik om 6.45 uur op de ringbaan. De assistent Jan Stegeman was met vakantie zodat het eigenlijk niet verantwoord was om met de volle netopstelling te vangen, gezien de massa vangsten van afgelopen maanden. Met een zevental netten werden vanmorgen toch nog 47 vogels gevangen. Daaronder was AL WEER een nieuwe baansoort, de 4e dit jaar. Een soort die je eigenlijk niet aan de noordoever van het Tjeukemeer zou verwachten. Bij netbaan C5 vloog me een VELDUIL vlak naast me het net in, met een snelle actie had ik de vogel te pakken en stond verbaast te kijken. Een velduil, wie had dat nu verwacht? Vreemd genoeg hadden we het de vorige keer (20 sept.) bij de vangst van de kerkuil nog gehad over de andere uilensoorten. Daarbij viel ook de naam van de velduil, doch deze sloten we toen vrijwel uit tot de mogelijke vangsten. Voorzichtig de velduil geringd en daarna de vrijheid terug gegeven.
Op 27 september om 4.15 uur aanwezig op de ringplek, nu iets meer netten geplaatst.Doch vlak na de plaatsing werd de mist steeds dikker en dikker. Het zou de gehele ochten zo blijven. Ondanks de mist en de kleddernatte netten die regelmatig geschud moesten worden om de regendruppels te verwijderen werden er toch nog 92 vogels gevangen . Daar waren ook weer een flink aantal(27) spreeuwen en zwartkoppen (22)bij. De zanglijster was ook met 5 vangsten in mooi aantal aanwezig. Jammer dat de mist zo lang aan hield die morgen.
Juli maand veel vogels geringd aan het Tjeukemeer.
In de maand juli zijn er op 4 vangdagen in totaal maar liefst 30 soorten geringd (486 vogels) en werden er vele vogels met een ring teruggevangen. De 9e CES dag op 6 juli was weer een drukke massa vangstdag met 180 vogels (23 soorten). De 1e eerste jaars kleine karekiet en sprinkhaanrietzanger vielen op. Veel zwartkoppen (44) waarvan er 35 eerste jaars lieten zich vangen. Weer een ijsvogel en een jonge nachtegaal (de 3e dit jaar). De spreeuwen sliepen vanmorgen in de buitenste rietzoom dus kon het niet uitblijven dat er weer een flink aantal (13) in de netten tercht kwamen. Een volwassen mannetje rietzanger met kalkpoten zat in net C2. Een jonge gekraagde roodstaart en een jonge nachtegaal beide in het gevlekte jeugdkleed konden mooi met elkaar vergeleken worden. Zie verslag.
De 10e CES dag op 18 juli stond in het teken van een massa vangst. Spreeuwen waren daarvoor verantwoordelijk, er werden maar liefst 70 spreeuwen gevangen en geringd. Het totaal aantal gevangen vogels was maar liefst 226 die morgen. Ook de eerste jaars rietzangers(25), fitissen (18), tjiftjaffen(16) en zwartkoppen (18) lieten zich goed vangen.Pimpelmees en koolmes waren in klein aantal aanwezig. Zie verslag.
Op 21 juli om 6.30 uur aanwezig en tijdens het onderhoud van de vangbanen enkele netten gezet. Totaal 34 vogels gevangen waaronder een baardman.
Op 26 juli de 11e CES dag uitgevoerd aan het Tjeukemeer. Om 3.30 uur al aanwezig op de ringplek. Vanmorgen Albertje Alkema-ten Hoeve als gast aanwezig .In totaal 114 vogels gevangen (25 soorten) waaronder, boomkruiper (1), ijsvogel (1), snor (1), gaai (1),spotvogel (3). Kleine groepjes boerenzwaluwen sliepen vanmorgen in het riet, echter maar drie kunnen vangen vanmorgen. Zie verslag.
Voor meer details zie de dagverslagen van 6-18-21 en 26 juli in de Bijlagen.
Jan de Jong, Joure Tel. 0513-414788 Email : j.d.jongringer403@home.nl
Vanmorgen wat later uit bed en om 6.45 uur aanwezig aan het Tjeukemeer met slechts twee netten ( 1 x 10 m en 1 x 18 m). Eerst even gewacht met het tellen van de nesten van de kleine karekiet in de rietzoom. Door de flinke regenbuien van vannacht (15 mm in Joure) was het riet behoorlijk nat. In de tussentijd de twee netten gecontroleerd en dat viel beslist niet tegen. In totaal toch nog 46 vogels gevangen waaronder een witsterblauwborst mannetje die ik al op 26 mei 2012 als 2e kalenderjaar ringde. Een grote bonte specht liet zich al van verre horen dat ie in netbaan B15 vastzat. Het schetterende geluid had wel wat weg van een startende auto. De jonge vogel is snel uit de netten bevrijdt en van een pootring vorzien. De jonge blauwborsten zagen er mooi uit met hun vlekkerige kleed, ze gelijken in het geheel niet op de volwassen vogels qua kleuren.
Na het opdrogen van het riet werden er in de rietzoom toch nog een drietal nesten met eieren (1 x 3, 1 x 4 en 1 x 5 ei) van de kleine karekiet gevonden. Een drietal nesten bleek leeg en uitgezakt/uitgewaaid te zijn door de wind en regen.
Op 23 juni was het weer ideaal om een 8e CES dag uit te voeren aan het Tjeukemeer. Om 3.55 uur waren we al aanwezig op de ringplek met een W wind van 2B die later iets zou toenemen naar 3B. De kleine karekieten zongen bij aankomst al volop in de rietzoom. Vanmorgen weer flink wat vogels (127) in de netten gehad. Opvallend daarbij waren de twee jonge nachtegalen, een ijsvogel en weer een witte kwikstaart. Voor de aantallen zie de Bijlage. De koekoek liet zich vanmorgen ook goed horen doch liet zich niet vangen. De jonge nachtegalen zijn zeker afkomstig van het broedgeval aan de noordoever van het Tjeukemeer dit jaar. Helaas liet de oude vogel die vanmorgen vroeg nog gehoord werd niet gevangen.Bij de rietzanger vangsten vanmorgen zat de 1e eerste jaars van dit jaar en bij de tjiftjaffen (13) zat er een vogel die we al op 7 juli 2013 als eerste jaars hadden geringd. Al met al weer een drukke ochtend, de zoveelste op rij. Dat beloofd wat voor de juli maand die nog moet komen.
Jan de Jong, Joure. Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen. j.d.jongringer403@home.nl
Voor de 7e CES dag was 17 juni een ideale dag, net 1 dag voor mijn 67e verjaardag. De vrouw zei al; "zal je nu wel gaan Jan, morgen heb je ook weer een drukke dag". Doch ik voelde me goed en het weer met een voorspelde WNW wind van 2 a 3B , droog weer en een temperatuur tussen de 12 en 20 graden kon het eigenlijk niet mislukken. Om 04.00 uur waren we (Jan Stegeman en ik) al aanwezig op de ringplek en werden de netten snel opgezet. Het zou weer een morgen worden met erg veel vogels, maar liefst 169 werden er gevangen. Daaronder waren weer flink wat mezen (koolmees/pimpelmees/staartmees) die aan het zwerven waren langs de oever. Hadden we op 10 juni flink wat ringmussen, vanmorgen werden ook een zevental huismussen gevangen.
De groep staartmezen (24) bleek te bestaan uit zeker 2 families. De Kool- en pimpelmezen waren er vooral in groepjes jonge vogels. Verder bevatte de lijst nog een flink aantal soorten zoals blauwborst (2), grote bonte specht (1), putter (2), witte kwikstaart (1), goudvink (1), zwartkop (14) en een 14 tal kleine karekieten. Van de kleine karekieten en de rietzangers werden nog geen nestjongen aangetroffen. Kleine karekieten zongen volop in de rietzoom en tussen netbaan C2 en C3/C4 werd zelfs een nest met 5 eieren aangetroffen. De goudvink die we in het net aantroffen bleek door ons al eerder te zijn geringd op 25 juni 2015 op de ringplek.
Een paartje putters in net B14 was opmerkelijk. Het vrouwtje had een net dichtgroeiende broedvlek en kan mogelijk uit de omgeving zijn. Ik weet dat er elk jaar een paartje broedt in Oldeouwer in de tuin van Harm Nijholt. Zou de vogel daar vandaan komen, en het legsel verstoord zijn? Putters zijn de laatste 25 jaar sterk in opmars in Friesland als broedvogel. Vroeger (1972-1977)broeden ze meer in de omgeving van Harlingen en Leeuwarden. Nu kun je deze soort op veel meer plaatsen aantreffen. Soms broeden ze vlakbij woningen in heggen en struiken, ook in Joure broed de soort. Ik ben benieuwd waar de putter op meer plekken nu als broedvogel voorkomt o.a. in Lemmer.
Het is al weer een hele tijd geleden dat ik aan mijn Blog heb gewerkt, eind mei was het laatste artikeltje. Na mijn hartoperatie is alles snel gegaan, veel drukte en reacties. Nu ben ik qua email en vastlegging van allerlei onderzoeks gegevens eindelijk weer bijgewerkt.
Na 26 mei is er eerst heel wat onderhoud gepleegd aan de vangbanen en looppaden. Een werkje waar veel tijd in zat en die in alle rust moest worden uitgevoerd . Het maaien met de zeis was ik nog niet verleerd en de vangbanen en looppaden lagen er op 2 juni weer netjes bij zodat we na een rustperiode op 10 juni de 6e CES dag konden voltooien.
Om 4.05 uur waren we al aanwezig en konden de netten snel opgezet worden. Het had de afgelopen dagen nogal wat geregend zodat op het oeverland en de looppaden flink wat water stond. Met een ZZW wind die in de loop van de morgen steeds krachtiger werd was het toch een vangdag met maar liefst 147 vogels! Opvallend veel jonge koolmezen (31), tjiftjaffen en ringmussen lieten zich vangen. Maar liefst 23 soorten werden er gevangen en waren er opvallend veel kleine karekieten (24) en weinig rietzangers. Zie bijlage.
Opvallend was wel de vangst van een 16 tal ringmussen waarbij er een volwassen vrouwtje bij was met een Belgische pootring. Ringmussen vangen we niet zo vaak in dergelijke aantallen aan het Tjeukemeer. De soort broedt in de omgeving (Rohel/Oldeouwer/Ouwsterhaule) graag in nestkastjes. Vroeger , in de jaren 60-70 van de vorige eeuw hadden we ze o.a. in nestkastjes in het Kwekerijgebied van Rohel en Rotsterhaule. Met de ringmus gaat het tegenwoordig een stuk slechter en we weten eigenlijk nog maar heel weinig over de trek en zwerf gedragingen van de soort. Veel overwinteren in gebieden in Belgie, tot aan Frankrijk en de noordrand van Afrika toe. Uit Friesland zijn nog maar weinig gegevens bekend uit het buitenland. Er is ook een flink deel dat in ons land overwintert.
Ringgroep Rohel Tjeukemeer vangsten in augustus 2017.
De maand augustus werd een topmaand qua soorten en aantallen geringde vogels. Maar liefst 37 soorten werden er geringd en daarbij waren TWEE nieuwe baansoorten sinds 1985. Nieuw waren de boomklever en de grauwe klauwier. Soorten die wij tot voor kort nog niet op de ringplek hadden gezien. Maar liefst 4 vangdagen dat er meer dan 100 werden gevangen, soms moesten de netten vroegtijdig dicht. Eind augustus kwamen daar nog in 2 dagen(25 en 28 augustus)nog eens 110 vogels bij met bijvangsten tijdens onderhoud van de ringbaan. Voor de details en de aantallen zie de Bijlagen hieronder!
Op 5 augustus tijdens de 12e CES dag werden er maar liefst 25 soorten (130 vogels) gevangen waaronder een eerste jaars grauwe klauwier. Van de kleine karekiet werden maar liefst 33 gevangen , rietzanger 11, tuinfluiter 10, grasmus 13 en tjiftjaf 11.
Op 14 augustus was er een OZO wind prachtig vangweer. De aantallen waren wederom hoog, 140 vogels werden gevangen waaronder een 40 tal kleine karekieten, 23 rietzangers, 18 zwartkoppen, 1 snor, 4 blauwborst en zelfs 3 spotvogels. Een rietzanger droeg een Brussels ring.
Op 23 augustus ZZO wind afnemend van 3 naar 2 B al om 3.30 uur aanwezig. Vanmorgen gasten Jacob en Gerard Westerhuis uit Sint Anna Parochie. Vanmorgen weer erg veel spreeuwen die in de rietzoom slapen. Vangsten waren weer dik boven de 100 (149) met o.a. 29 spreeuw, 25 zwartkop, 16 rietzanger, 29 kleine karekiet,tuinfluiter 13, waterhoen 1 en boomklever 1. De boomklever is een nieuwe baansoort sinds 1985. Een jonge waterhoen liet zich in de nacht met de hand pakken bij netbaan B6.
Op 25 augustus om 6.30 uur aanwezig op de ringplek en onderhoud gepleegd. Tevens een vijftal netten uitgezet, toch nog 43 vogels gevangen waaronder 13 kleine karekiet, 10 rietzanger, 2 riergors, 1 ijsvogel en een baardman.De spreeuwen sliepen ook weer masaal in de rietzoom vanmorgen en waren net vertrokken toen ik aankwam.Een rietgors man had een vleugellengte van 84,5 mm. Meestal ligt de vleugelmaat bij mannen tussen de 78 en 81 mm.
Op 28 augustus om 5.45 uur aanwezig op ringplek en onderhoud gepleegd aan vangbanen en een 5 -tal netten geplaatst. Toch nog 67 vogels gevangen waaronder 21 kleine karekieten, 12 rietzangers, 11 zwartkoppen, 4 bosrietzangers en 2 roodborsten. Bij het bruggetje 1 tapuit gezien. De ringbaan ligt er nu weer prachtig bij voor de vangsten van morgen.
Op 29 augustus om 3.30 uur aanwezig op de ringplek, weinig wind (1B) uit W. De spreeuwen sliepen vanmorgen weer in de rietzoom .Na 9.00 uur werd het snel warmer. Er werden maar liefst 154 vogels gevangen waaronder 52 zwartkoppen, 23 kleine karekieten ,14 rietzangers, 8 roodborsten, 1 snor, 1 waterral, 1 winterkoning en 2 paapjes. Opvallend was dat we vanmorgen geen enkele merel hebben gevangen en ook de groepjes van kool en pimpelmezen waren niet of nauwelijks aanwezig.
Augustus was qua aantallen een supermaand aan het Tjeukemeer met maar liefst twee nieuwe baansoorten.
Jan de Jong, Joure. Email: j.d.jongringer403@home.nl
Bijzondere oeverzwaluw terugmeldingen uit Friesland.
Oeverzwaluw keert via Zwitserland terug naar Friesland.
We weten dat er nogal wat oeverzwaluwen in Friesland geringd worden in de vaste broedwanden en bij zanddepots. Het zanddepot van Oudehaske is al vele jaren achtereen een vaste verblijfplaats van oeverzwaluwen die er hun nesten in de steile zandwanden graven.
Op 6 juni 2016 ringde ik in het zanddepot een volwassen vrouwtje oeverzwaluw met ring NLA. AU...45303. Deze vogel werd op 18 april 2017 teruggemeld (gecontroleerd en los) uit Locarno, Ticino in Zwitserland.Dat is op 786 km van Oudehaske.
Er stond me iets bij dat ik in dezelfde kolonie te Oudehaske ook al eens een oeverzwaluw met een Zwitserse pootring had gecontroleerd. Na even zoeken in mijn papieren archief vond ik de gegevens. Het bleek te gaan om ring Sempach B...431910 die ik op 6 juni,9 juni, 19 juli en 1 augustus 2016 had gecontroleerd als volwassen mannetje in het zanddepot te Oudehaske. Deze vogel is op 5 mei 2015 als volwassen vogel geringd te zijn in Locarno, Ticino in Zwitserland. Precies op dezelfde lokatie als de oeverzwaluw met ring NLA. AU...45303 is gecontroleerd.
Oeverzwaluwen volgen nogal eens de route via Italie terug naar de broedgebieden zo blijkt uit diverse ringvangsten uit Friesland met Italiaanse pootringen . Daarbij valt op dat ze dit vooral doen in het voorjaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze dan ook via Zwitserland terug keren naar ons land. Toch komen er maar weinig meldingen uit Oost Europa binnen van oeverzwaluwen die in Nederland zijn geringd. In Oudehaske waren in 2016 dus zeker twee oeverzwaluwen die van Zwitserland houden! Dus als U via de rijksweg Joure -Heerenveen ter hoogte van Oudehaske een jodelend paartje oeverzwaluwen hoort dan zijn dit waarschijnlijk het vrouwtje met ring NLA. AU...45303 en het mannetje met Sempach B..431910.
Reageren op de melding kan naar Jan de Jong, Joure.
Het jaar 2017 werd enigzins verontrustend ingezet omdat ik in de loop van dat jaar een open hart operatie moest ondergaan. Daardoor kwam de continuiteit van het CES project C09 en het onderzoek flink onder druk te staan. Gelukkig hebben Willem en Wender Bil van de Ringgroep Menork me daarbij flink geholpen door de eerste twee Constant Effort Site onderzoeksperioden 14 en 27 april van me over te nemen en ook samen met Jan Stegeman (assistent) het vangen en ringen voor hun rekening te willen nemen. Op 3 april ben ik in het MCL te Leeuwarden geopereerd en heb 2 omleidingen gekregen. Na een verblijf van 6 dagen in het ziekenhuis mocht ik al weer naar huis. Na terugkomst uit het ziekenhuis bleek al vrij snel dat ik in een goede conditie was en vanaf 6 mei mocht ik dan ook al weer voor het eerst op de ringplek (met hulp van Jan Stegeman) de 3e CES periode uitvoeren. Na half mei ben ik voor Thorax (borstkas) onderzoek naar het Antonius ziekenhuis in Sneek geweest met een bezoek aan de cardioloog. Deze was zo te spreken over de conditie van hart en lijf dat ik pas na 8.5 MAAND terug mag komen. Ook werden de medicijnen teruggebracht naar 3, waarvan 1 een maagbeschermer. Fysio behoefde ik ook niet meer want de fietstest was meer dan 120%. Geweldige berichten, doch door de revalidatie en de operatie was er een zeer grote achterstand onstaan in o.a. het beantwoorden van de mail en het bij houden van verslagen etc. in mijn toko.
Voor het ringproject aan het Tjeukemeer ben ik nu weer helemaal bij en zijn alle dagverslagen toegevoegd in de Bijlagen.
Op 26 mei j.l. mochten we de 5e CES dag uitvoeren aan het Tjeukemeer. Het zou een warme ochtend worden waarbij we de koplamp eigenlijk maar nauwelijks behoefden te gebruiken. In totaal vingen we een 17 tal soorten waaronder de 1e spotvogel van dit jaar en er werden zelfs twee buitenlandse pootringen gecontroleerd (Brussels en London). Een heggenmus met een Brussels ring en een Kleine karekiet met een LONDON ring. Die laatste hadden we nog nooit gehad. Zou hij werkelijk uit Engeland komen of toch van Gibraltar of mogelijk van een Engelse expeditie uit Afrika?
We wachten met spanning op de terugmelding van deze bijzondere kleine karekieten ring.
Reacties naar aanleiding van de verslagen graag naar Jan de Jong, Joure. Email; j.d.jongringer403@home.nl
Hebben boerenzwaluwen het moeilijk met deze koude dagen?
De eerste boerenzwaluwen druppelden al in maart in de schuren en stallen binnen. De 1e was al op 27 maart terug in de paardenstal van Sophie Brakelé in Sint Anna Parochie. Snel kwam er uit Terband van Henk en Trienke Tjepkema en vanuit Hoornsterzwaag van Jan en Jet Hofstra op 30 maart ook een eerste terug in de paardenstal. Opvallend is dit jaar dat de vroegsten IN SCHUREN EN STALLEN toch wel het eerst in paardenstallen zijn gezien. op 31 maart kwamen er meldingen uit Koudum (Lolke Groen), Langezwaag (Sietse van der Wal), Paesens (Oane Taekema).
In april kwamen er op 3 april meldingen uit stallen in Bontebok (Jan Bakker)en Dedgum (Ton en Catharina Westendorp), 6 april Donkerbroek (E.Snieder) en Joure (Artina Oppenhuizen), 7 april Oudkerk (Klaske Adema), 8 april Suamarderheide (Bareld Storm) en Katlijk (Hendrik en Atsje de Vries), 9 april Rotstergaast (J.Althuisius) en Terwispel (Afke Jager), 10 april Marssum (John Bouma), 11 april Eastermar (Arend Timmerman) en Terwispel (Arie Steenwijk), 13 april NoardBurgum (Jan en Froukje van der Veen).
Na het prachtig weer op 10 april had ik gedacht dat de stroom van 1e meldingen in schuren wel zou toenemen. Dat blijkt tot op dit moment niet zo te zijn. Mogelijk zijn de koude nachten en de gure omstandigheden hier debet aan. Als de temperaturen overdag flink onder de 10 graden komen en er weinig voedsel gevonden kan worden in de vorm van insecten, dan kunnen ze ook zo maar weer enige tijd verdwenen. Zwakke vogels kunnen in die periode zelfs in de stallen sterven. Ik ben dan ook benieuwd of er de laatste week op meer plekken de boerenzwaluwen nog niet zijn teruggekeerd of weer verdwenen zijn. Mocht U woonplaats of naam er niet tussen staan in bovenstaande lijst van terugkerende boerenzwaluwen in stallen dan hoor ik het graag.
Reacties kan men zenden naar j.d.jonglc@home.nl of melden via telefoon 0513-414788.
Eind maart al kunnen weer de eerste zwartkoppen terugkeren uit hun overwintergebieden. Zwartkoppen overwinteren in de regel meer in Zuid Europa en aan de Westkust van Noord Afrika (o.a. Marokko), een enkeling vliegt door naar Centraal Afrika. De laatste jaren echter zien we ook regelmatig dat zwartkoppen meer overwinteren in Zuidwest Europa en met name in Engeland. Om achter de verschuivingen (door klimaatsverandering?) van overwinterende zwartkopp...en te komen zijn er in 2016 in ons land 61 zwartkoppen met rugzakjes (geolocators) en een pootring voorzien in ons land. In Friesland zijn op een drietal plekken (Rohel/De Fryske Marren,Bergumermeer/Eastermar en Broeksterwoude) door het Vogeltrekstation Wageningen in totaal 17 rugzakjes gepaatst in samenwerking met lokale ringers/ringgroepen. Ook in Engeland doet men onderzoek aan zwartkoppen en werden de vogels van een pootring en 1 of meerdere kleurringen voorzien. Dit om er achter te komen waar de zwartkoppen uiteindelijk vandaan komen en waar ze overwinteren. De rugzakjes registreren in grote lijnen de route die ze afleggen in de winter en zijn dus erg belangrijk om terug te onvangen. Vogelringers en onderzoekers proberen de komende maanden zoveel mogelijk zwartkoppen met rugzakjes terug te vangen en de informatie uit te lezen die in de rugzakjes zijn opgeslagen. Omdat de terugvangkans erg laag ligt is het van groot belang dat zwartkoppen met rugzakjes gemeld worden. Jaarlijks sterven er op de voorjaarstrek heel veel zangvogels die terugkeren naar de broedgebieden. Vaak komt het voor dat ze slachtoffer worden van vensters, katten of het verkeer. Mocht U een zwartkop als slachtoffer vinden met een pootring controleer dan goed of er op de rug ook een (verborgen) rugzakje zit. Soms is slecht een klein deel nog maar zichtbaar van dit rugzakje omdat het zo klein is (zie foto). Heeft U zo'n rugzakje gevonden bij een zwartkop slachtoffer verwijder hem dan en bewaar de vogel MET DE RING en neem contact op met het Vogeltrekstation in Wageningen (0317-473463 ). ZEND HET RUGZAKJE NIET OP PER POST, deze geolocator word dan gehaald. Zwartkoppen en andere vogelsoorten met alleen een pootring kunnen gemeld worden via www.vogeltrekstation.nl of neem contact op met een plaatselijke ringer of ringgroep in de buurt.
2016 was een druk jaar aan de oever van het Tjeukemeer. Op het Staatsbosbeheerterrein Marswâl werden maar liefst 2202 vogels van een ring voorzien. In het 87 blz. tellende verslag zijn weer veel wetenswaardigheden opgetekend. Vooral veel dagverslagen ,een uitvoerige jaarstaat en een 60 tal terugmeldingen van allerlei soorten.
Een top 10 lijst 2016 die aangevoerd word door de zwartkop. Verder nieuws over een nieuwe baansoort en speciaal onderzoek naar de zwartkop met geolocators van het Vogeltrekstation.
In de afgelopen 32 jaar zijn er 42938 vogels van een ring voorzien aan het Tjeukemeer , een respectabel aantal verdeeld over een 90 soorten. Daarbij spant de kleine karekiet met 9322 de kroon. Dit jaar een absoluut record wat de ijsvogel aangaat, er zijn maar liefst 12 gevangen en geringd. Oorzaak is stellig de zwakke winters van de afgelopen jaren.
Een zwartkop die na 26 dagen teruggemeld word uit Engeland na 27 dagen en een rietzanger die na 32 dagen gecontroleerd word in Frankrijk zijn leuke meldingen en geeft aan dat ze soms snel vertrekken. Een rietzanger was wel heel snel en na twee dagen al in Belgie. Kokmeeuwen geboren op een van de eilandjes in het Tjeukemeer die de winter doorbrengen in Engeland en Frankrijk. Nieuwschierig geworden naar al die bijzonderheden, lees dan het hele verslag in de Bijlage.
Het jaar 2016 is voor mij een jubileumjaar, het onderzoek aan boerenzwaluwen is door mij 25 jaar geleden gestart.Het boerenzwaluwen Journaal bevat deze keer maar liefst 57 bladzijden, genoeg materiaal dus om even naar te kijken. Dit jaar veel aandacht geschonken aan de witte vlek op de buitenste staartpen, is dit nu wel of niet een geslachtskenmerk en hoe en waarom zit er zoveel variatie in deze witte vlek. Veel terugmeldingen en waarnemingen van de terugkeer en vertrek van de boerenzwaluwen, iets over de biometrie, etc. Ook de rui van keelveren en voorhoofdsveren met name bij eerste jaars boerenzwaluwen was in 2016 opvallend. Kortom er is weer veel te lezen.
Het boerenzwaluwen Journaal Friesland 2016 is dit jaar wat later verschenen dan andere jaren. Eind vorig jaar kreeg ik last van zuurstof gebrek bij het hart en was genoodzaakt enige tijd het rustiger aan te gaan doen. Vandaar ook dat U de laatste maanden mijn stukjes op de Blog hebt moeten missen. Sindsdien zit ik een een traject met hartrevalidatie en geneesmiddelen. Volgende week begint een traject met intensieve fysio en daarmee hoop ik begin april weer zover te zijn dat ik me weer actief (zonder al te zware belasting) bezig kan houden met het ringwerk aan boerenzwaluwen en andere vogels.
Veel koperwieken gevangen op 22 oktober aan het Tjeukemeer.
Jeugdvogelwacht van Joure op bezoek op ringplek.
Op 22 oktober al vroeg naar de ringplek aan het Tjeukemeer vertrokken want vanmorgen komt een groepje van de jeugdvogelwacht Joure langs voor een excursie en het bijwonen van een vangochtend. De weersvoorspelling was een ochtend met mist, doch het pakte heel anders uit. Van mist hebben we weinig last gehad. Het begon al vroeg met enkele koperwieken na het aanzetten van het geluid en het opzetten van de netten. Na het aankomen van de jeugdleden zo rond 7.20 uur zaten er al flink wat vogels in de netten, voornamelijk roodborsten en koperwieken. Het zou een 100 + dag worden met erg veel koperwieken. De jeugdleden genoten zichtbaar van de vele vogels en waren erg nieuwsgierig naar de soorten. Zelfs het al erg oude record van 36 koperwieken gevangen op 1 dag moest er vanmorgen aan geloven. Wat normaal maar weinig voorkomt zoals het vangen van kramsvogels gebeurde vanmorgen toch. Er werden zelfs drie gevangen.
Een verslag van de drukke ringochtend, met fotos o.a. van Jan Veldman, gaat hierbij.
Jan de Jong, Joure Email j.d.jongringer403@home.nl.
Zwartkop en roodborst veel gevangen in september aan het Tjeukemeer.
Na de massa vangst van 181 vogels op 8 september 2016 aan het Tjeukemeer, waarbij veel zwartkoppen (80) zijn gevangen gingen de aantallen in de daarna komende vangdagen nog mooi even door(13 sept. 19/ 15 sept. 49/ 21 sept. 61 en op 28 september zelfs nog 20. Daarmee kwam het aantal in september op 243 zwartkoppen!
Ook de roodborst liet zich in september in een flink aantal van maar liefst 116 vogels vangen, topdag daarbij was wel 21 september toen er maar liefst 84 roodborsten op een morgen werden gevangen. Deze dag was trouwens toch een bijzondere dag want er werden maar liefst 220 vogels gevangen waaronder onder anderen zelfs 1 ransuil, 11 zanglijsters , 61 zwartkoppen en 23 tjiftjaffen. Een topdag dus.
Veel zwartkoppen begin september aan het Tjeukemeer
Zwartkop met geolocator laat zich terugvangen.
Eind augustus zijn er op de ringplek diverse ringbanen gesnoeid en zijn kleine vernielingen door vandalen hersteld. Het bleek dat ze vlak voor eind augustus op de plek waar de vogels worden doorgemeten /geringd en losgelaten veel overhoop hadden gehaald. Balken en materiaal lag overal verspreid, gelukkig was de ringtafel nog heel en kon ik de zitbalken met wat nieuw materiaal goed herstellen. Zo kunnen de jeugdige vogelwachters van de vogelwacht Joure in oktober weer mooi bij het ringwerk zitten en kijken en luisteren hoe het ringonderzoek aan vogels hier gedaan word.
Op 2 september stonden om 4:42 uur de netten al op de ringplek en direct al bleek dat er vlak na zonsopkomst (06:53uur) er al flink wat vogels in de netten hingen. Die morgen zouden we veel karekieten en zwartkoppen vangen, maar ook twee tapuiten die doordat de oevervegetatie door SBB gemaaid was meer op insecten konden jagen. Sinds 1985 zijn dit de 3e en 4e vangst aan de ringoever!. Eerdere data waren 13 september 2003 en 1 mei 2005. De hele morgen hadden we al het geluid van de zwartkop laten horen. In totaal werden er een 24 tal gevangen. Toch werd 2 september met een totaal aantal van 97 vogels niet de topdag zo zou op 8 september blijken.
Op 8 september stonden de netten om 04:15 uur klaar en bleek al vrij snel na zonsopkomst dat er veel zwartkoppen waren. Er werden vanmorgen maar liefst 80 (!) gevangen. Vijftig mannetje en 30 vrouwtjes. Van de 80 zwartkoppen waren er 74 eerste jaars (44 man en 30 vrouw) en waren er 6 ouder dan 1 jaar(na 1kj dus). Bij de 6 volwassen vogels bleek er tot onze grote verrassing twee vogels bij te zijn die we eerder hadden geringd. Een van deze twee had zelfs een geolocator op de rug, deze bleek op 7 juli 2016 aangelegd te zijn door Teja Curk hier op de ringplek. Deze zwartkop is na ruim twee maand geheel door de slagpenrui heen en kan naar zijn overwintergebied trekken. Of zou hij toch in het warme winterse Nederland blijven deze winter? We zijn erg benieuwd of we de vogel volgend jaar weer zullen aantreffen in de netten aan het Tjeukemeer! Na deze ongeloofelijke aantallen zwartkoppen , een dagrecord voor deze ringplek, werd er zelfs ook al een voor deze ringplek vroeg najaarsgast gevangen , een vuurgoudhaan.
Voor meer details zie de ringverslagen en fotos in de Bijlage.
Eind augustus had toch nog verrassing aan het Tjeukemeer.
Op 19 augustus was het eerst stil toen ik alleen de oever betrad, het leek net of de trek eerst voorbij was zo rustig was het.Boerenzwaluwen reageerden maar weinig op het geluid en in de rietzoom was in de eerste uren maar weinig beweging. Gelukkig kwam dat later wat op gang en daarbij viel me op dat er nogal wat eerste jaars kleine karekieten met groeistrepen bij waren. Een groepje Candese ganzen zorgde voor nogal wat spektakel door erg laag over te vliegen. Verder viel me de vangsten van de tuinfluiters op, er werden die ochtend 10 gevangen. Al met al toch nog 83 vogels. Voor verdere details zie in de bijlage het dagverslag.
Op 26 augustus leek het eerst ook rustig ,doch al vrij snel na het plaatsen van de netten bleek dat er trek in de lucht zat. Vandaag is er , totaal niet verwacht, aan de noordoever van het Tjeukemeer toch nog een nieuwe soort gevangen. In netbaan C4 hing plotseling een draaihals, die door Jan Stegeman uit de netten werd bevrijd. Deze soort had ik nog nooit in de mistnetten gehad sinds de start van het ringonderzoek in 1985 aan het Tjeukemeer. De dag kon toch al niet stuk door de vangst van maar liefst drie IJsvogels (!) en veel rietzangers , kleine karekieten en zwartkoppen. Er werden er maar liefst 144 vogels uit de netten gehaald die dag. Nadat de warmte kwam was het snel gedaan met de trek in de rietzoom en bosjes.