Klaas Moed (73) uit Nijbeets vond op 2 juni in zijn achtertuin een vogelveer met een stempel erop. Daar hij de herkomst van de veer met stempel graag wilde weten zond hij me de gegevens toe. Het blijkt om een grote slagpenveer te gaan uit een van de vleugels van een roofvogel waarop duidelijk een plaatsnaam (Arnhem) en een nummer staat aangegeven. Dit nummer is GEEN telefoonnummer maar een registratie nummer van de geringde vogel. In Nederland wordt door veel vrijwillige wetenschappers onderzoek gedaan aan vogels, enkele onderzoekers stempelen bij de Buizerd op elke slagpen aan de onderkant van de vleugel nogmaals het complete ringnummer wat ook op de orginele ring aanwezig is. Vind men nu zo'n veer met nummer erop dan kan men aan de hand van de veer nagaan om welke slagpen het gaat. Deze slagpen is dan geruid (wordt vervangen) en aan de hand van de gevonden slagpennen kan men nagaan welke vogel in welk gebied aanwezig is tijdens de rui.
Ik zond de gegevens in en inderdaad bleek het hier ook om een Buizerd te gaan, de vogel was als jong mannetje op 13 juni 2008 in de omgeving van Tjerkgaast geringd door Willem Louwsma uit Balk.De Buizerd is stellig in de periode erna nog door een andere ringer/onderzoeker gevangen en opnieuw gestempeld, nestjongen worden namelijk zelden met veerstempels uitgerust daar de veer in die periode nog zwak is en in de groei. Daar ik in de provincie enkele onderzoekers ken vond ik al snel wanneer de vogel gevangen was en gestempeld, op 20 december 2009 ving de Ringgroep Menork de vogel bij de Dulf te Terwispel en voorzag de vogel van veerstempels. De vondst van een bijzondere gestempelde vogelveer in Nijbeets is hiermee opgelost! Gestempelde vogelveren, vogelringen en bijzondere ringvondsten van vogels ontvang ik graag van U als belangstellende. Mocht U ook een bijzondere vondst gedaan hebben, meldt het dan even.
Jan de Vlas (Echtenerbrug) Eelke Haagsma (Bolsward ) en ondergetekende hebben met een stalen mototbootje vanuit Echtenerbrug de tocht over het Tjeukemeer volbracht bij windkracht 3-4 B om op de basalten ring beschoeiing die aan de zuidzijde bij de Tsjûkepolle ligt de al vrij grote en bijna vliegvlugge jongen tussen de rijkelijk aanwezig distels op te zoeken en voor de wetenschap te ringen. De jonge vogels schuilen onder de distels om zich zo te beschermen tegen weersinvloeden en mogelijke predatoren. Op de Tsjukepolle waren veel dagjesmensen aan het recreeren, veel Duitse gasten die een lang weekend in Friesland verblijven.
Op de drie eilanden (Tsjûkepolle, Margjepolle en het Oud Kerkhof) in het Tjeukemeer broeden al vanaf 2000 een groot aantal Kokmeeuwen op de strekdammen. In 2001 zelfs 3151 paar , de laatste jaren steeds minder omdat de begroeiing steeds dichter wordt. Dit jaar zaten er op de 3 eilandjes zeker 1298 broedparen waarvan er 880 paar op de Tsjûkepolle.Op 3 juni zijn op de Tsjûkepolle 449 kokmeeuw jongen van een pootring voorzien.
Elk jaar(al vanaf 2000) worden er op het Tjeukemeer rond de 400 vogels door ons van een ring voorzien, daar ringen een kostbare zaak is moeten we ons wel beperken, alle ringen moeten door de ringer(s) zelf bekostigd worden en zo'n ringmorgen ben je al snel een 250 a 300 euro kwijt. We zoeken altijd nog naarstig naar subsidie verstrekkers doch in deze tijd van bezuinigen zijn er geen instellingen die dit vrijwilligerswerk willen ondersteunen.
De pootringen verschaffen ons onder anderen veel informatie over de verblijfplaatsen van de vogels in de wintermaanden, veel van deze pootringen worden door telescoop waarnemers afgelezen en gemeld, tot zelf uit het buitenland. Zo kregen we meldingen uit Frankrijk , Engeland , Duitsland,Belgie en heel veel uit de wintermaanden uit Nederland. Heeft U een pootring gevonden meldt het ons dan, U krijgt een berichtje van ons terug over de herkomst etc. Belangrijk voor ons zijn vindplaats, datum, doodsoorzaak en waar mogelijk de vogel zelf als hij vers dood is.
Van Henk Bulsing uit Joure kreeg ik de melding binnen dat er weer Boomvalken zijn te zien bij/in Joure. Dit jaar zeker 2 paartjes. Boomvalken zijn in Skarsterlan schaars , ze broeden graag in oude kraaie of eksternesten en zijn afhankelijk van de jacht. Ze eten vaak kleine prooien zoals zwaluwen en pakken ook regelmatig grote libellen. Zelf heb ik ze in voorgaande jaren nogal eens bij Oeverzwaluw wanden zie jagen op de jonge pas uitgevlogen jongen. Een enkele keer pakken ze ook wel Boerenzwaluwen en kleine zangvogels. In de vorige eeuw ontdekten we eens een nest met jongen bij de Haulsterbossen. Op een avond zouden we de jongen gaan ringen en klom een van de mensen naar het nest in een klein boompje , dat heeft hij geweten, de oude vogel maakte regelmatig duikvluchten en wist de bezoeker de pet van het hoofd te krabben. De jongen zijn uiteindelijk wel geringd doch de klimmer had de schrik goed in de benen. Boomvalken , evenals alle roofvogels, zijn zwaar beschermt. Het bezoeken van nesten is niet toegestaan, mits je een vergunning hebt om o.a.de soort te mogen ringen voor onderzoek. Helaas worden we elk jaar weer geconfronteerd met het vernielen van nesten van Buizerd, Torenvalk, Bruine kiekendief en Sperwer. Naar de daders wordt nu nog naarstig gespeurd en deze zullen hun straf niet ontlopen! Ziet men iemand naar een nest klimmen of vogels afschieten meldt dit dan direct bij de politie !
Op 27 mei 2011 vond Cor Boersma uit Sint Nicolaasga in de tuin langs de waterkant een groot uitwerpsel of braakbal van ca. 10 a 11 cm en een diameter van 6 cm. De samenstelling bestond uit haartjes, omhulsels van zaden en schilden van kevers en torren, het geheel bestond uit segmenten alsof het aan elkaar geplakt was. Cor Boersma zond me de foto toe van het geheel met de vraag van welk dier of vogel is dit afkomstig. Na het bezien van de foto kan het eigenlijk niet anders zijn dan van een Blauwe reiger (Ielreiger in het Fries). De vogel is aldus Cor Boersma ook regelmatig te zien geweest de afgelopen tijd in hun tuin langs de waterkant. Blauwe reigers produceren ook braakballen, evenals de Kerkuil, Ransuil, Bruine Kiekendief , etc. Uit een analyse van de inhoud kom je er achter wat de vogel allemaal als prooi naar binnen weet te brengen. Bij Ransuilen die op een roestplek zitten in de wintermaanden vind je ook vele braakballen onder de bomen waarin ze slapen.
Van Reino Koopmans uit IJlst kreeg ik een melding binnen dat 1 Ransuil (Hoarnûle is de Friese naam) al zeker een week elke avond tussen half 10 en 10 uur een bezoekje komt brengen en op de waslijn gaat zitten. De vogel blijft zeker zo'n 5 minuten aanwezig en verdwijnt dan weer. De Ransuil komt veel vaker naar de bewoning in dorpen en steden, ja ze broeden er zelfs ook in oude eksternesten , duivenesten of kraaienesten. Rond deze tijd , eind mei, zijn er op veel plekken al paren met jongen te zien. De Ransuil in IJlst zal stellig ook in de omgeving een nest hebben gehad, of heeft nu nog jongen te voeren. Ransuilen jagen op muizen en als deze in de omgeving van IJlst aan de rand van de Rûterspolder veel voorkomen blijft hij daar voorlopig wel een tijdje. Broedgevallen in dorpen en steden kunnen worden doorgegeven. In de wintermaanden december t/m half februari ontvangen we weer graag U meldingen van de slaapplaatsen , de zogenaamde roesten, die er in U omgeving voorkomen. Friesland telt de laatste 3 jaar rond de 100 van deze slaapplekken. In de winter van 2011-2012 meer hierover via deze Blog.
Vogels en Viervlek Libel aan Tjeukemeer bij Rohel.
Joure, 28 mei 2011.
Ben vanmorgen om 3.40 uur , ondanks de nog vrij krachtige wind, naar het Tjeukemeer bij Rohel geweest om vogelring onderzoek te doen op het Staatsbosbeheer terrein Marswâl voor het CES project van het Vogeltrekstation/NIOO/KNAW. Opvallend was dat een groot deel van de vangsten Kleine karekieten betroffen . Ook werd er een Viervlek libel gespot en op de foto gezet. In de Bijlage een verslag van de gevangen en gemeten vogels, en een Voorlopige lijst met waarnemingen van Libellen in de Gemeente Skarsterlan. Wie aanvullingen heeft mag dit gerust doorgeven. Zo completeren we de lijst met Libellesoorten in de gemeente Skarsterlan.
Op 20 mei 2011 was ik smorgens vroeg om 6.00 uur aanwezig in het natuurgebiedje De Twigen , iets ten zuid-westen van Joure langs de noordkant van de rijksweg , aanwezig om de Oeverzwaluwen te ringen voor het RAS Oeverzwaluw project van het NIOO/KNAW. Het was een prachtige vrijwel windstille morgen. Ik had mijn tafeltje met stoel en parasol tussen beide vennen in geplaatst en had net de vangmiddelen (mistnetten) geplaatst voor de vaste Oeverzwaluwwand. Vrijwel direct vlogen er een tiental vogels in de netten , die ik dan ook direct meenam naar mijn tafeltje. Terwijl ik net de eerste vogels aan het onderzoeken en verwerken was kwam er een wat grotere libel recht op me afvliegen vanaf de meest noordelijke ven. Wat direct opviel was de helder lasachtige vleugels en de vrijwel groene romp. De libel viel prompt vlak voor me in het gras neer. Nadat ik de Oeverzaluwen had geringd en onderzocht bekeek ik de libel. Volgens mij gaat het om een pas uit de larvehuid gekropen Grote Keizerlibel. In de Bijlage nog een foto van de zijkant van het prachtige eksemplaar.
Vanmorgen ben ik dit jaar voor de 2e keer afgereisd naar Warga. Vandaag worden alle nesten van de Boerenzwaluw bij boer S.Talsma te Domwier vastgesteld en genummerd voor het Boerenzwaluw onderzoek van het NIOO/KNAW, het zogenaamde Boerenzwaluw RAS project.
Het is in de boerderij een komen en gaan van vogels. In totaal zijn er 80 (!) nesten genummerd, hiervan zijn ruim de helft nesten bezet met eieren en of al grotere jongen. Van 9 nesten konden al jongen geringd worden ( 4 x5, 2 x 4, 2 x 2 en 1 x 1 jong). Van 1 legsel van5 pulli was de leeftijd al zeker 13 dagen. Veel nesten waren nog niet bezet en waren nieuw dit jaar, zeker een 40 oude nesten worden door de meer dan 35 a 40 broedparen vaak voor een 2e legsel later in het seizoen gebruikt. In 2 nesten trof ik zeker kleine jongen aan van 1 tot 3 dagen oud, de resterende nesten hadden 7 x 5, 3 x 4, 2 x 3, 2 x2 en 5 x 1 ei. Veel nesten waren duidelijk nog niet volledig, terwijl een deel van de nesten met grotere jongen al met een ruime week uitvliegen!Er waren weinig legsels met 6 eieren aanwezig. In de nieuwe moderne ligbox zijn sinds kort ook al een viertal broedparen aanwezig.
In de schuur van Appie Venema in Terwispel is een "ramp" gebeurt. Een Steenmarter heeft de nesten van de Boerenzwaluwen ontdekt en heeft er al diverse leeggehaald. De rest van al de oude vogels is stellig in paniek vertrokken om elders een nieuw "home" te vinden. Vooral voor de vrouwtjes die vast zaten te broeden moet gevreest worden. Op dit moment zijn er nog maar een 10 paar over van de zeker 35 paar die er in 2010 nog waren. Het geval in Terwispel staat m.i. niet alleen. Tijdens mijn bezoeken aan boerderijen en schuren waar Boerenzwaluwen broeden ontdekte ik dat er in Rotstergaast bij boer Klaas Hornstra ook een flink aantal Boerenzwaluwen was verdwenen, van de zeker 20 paar waren nu nog maar een 5 paar over.
Het moet niet uitgesloten worden dat op veel meer plekken sprake is van verstoring van nesten van Boerenzwaluw door deze predator. Naast de Steenmarter zijn er natuurlijk meerdere predatoren actief in schuren en stallen, bekend zijn Ekster, Kerkuil, Gaai, Kat en zelfs Ratten. Als vrijwillig wetenschappelijk onderzoeker van het NIOO/KNAW hou ik me al jaren bezig (vanaf 1994) met de Boerenzwaluw in Friesland. Zowel oude als jonge vogels worden door mij onderzocht, geringd en op konditie gekontroleerd. Boerderijen of schuren waar grote hoeveelheden broeden hebben mijn aandacht. Dit is eigenlijk het eerste jaar dat ik veel meer hoor over de aanwezigheid van Steenmarters.
Op 20 mei j.l. is er op de Langweerderweg langs het fietspad ter hoogte van de afslag van camping Blaauw bij Sint Nicolaasga een dode Steenmarter langs de weg gevonden door Clara Minnema. Ze zond me een foto toe van het gesneuvelde dier. Mogelijk dat iemand belangstelling heeft voor dit slachtoffer. Geinteresseerden kunnen bellen met Clara (0513-432881). Op bijgaande foto is het slachtoffer te bekijken. De Steenmarter komt de laatste jaren steeds meer in Friesland voor, vooral maakt de soort veel slachtoffers bij grondbroeders, doch het beest schrikt er ook niet van om kippen en andere soorten bij particulieren te pakken. De soort pakt zelfs nesten met jonge Boerenzwaluwen uit de schuur zo is me onlangs gebleken in Terwispel. Ook in de kern van Joure en op andere plekken wordt de soort regelmatig gezien. Het zijn eigenlijk nachtdieren die je overdag maar zelden te zien krijgt, vorig jaar zat er zelfs eentje bij de Westermeerschool in Joure in het tussenschot van het dak. De Steenmarter sleept zijn prooien vaak mee naar het hol.In de omgeving kunnen vaak resten van slachtoffers worden aangetroffen.
Afdeling Natuur van Museum Joure nog steeds in gevaar.
Joure 22 mei 2011,
Na een lange periode van rust op het blog, waarbij niet stil is gezeten, zijn er heel wat zaken de reveu gepasseerd, even bijpraten is dus belangrijk. Museum Joure heeft een afdeling Natuur waar veel mensen blij mee zijn, als natuurbeschermer probeer je zoiets te behouden. Op 17 mei is er een gesprek geweest met de voorzitter van de Stichting Museum Joure betreffende de "kwestie" van het ontzamelen van de collectie van de afdeling Natuur.
In bijgaande Bijlage heb ik op 20 mei j.l. mijn verontrusting geuit aan het Gemeentebestuur,Wethouders en Raadsleden van de Gemeente Skarsterlan.
Het gedeelte van de Natuur in het Museum dreigt te verdwijnen. Voor Musea bezoekers die altijd al een bezoekje hadden willen brengen aan het Museum is nu de tijd om er nog een kijkje te nemen en bij dat bezoek U mening kenbaar te maken aan directie en bestuur over de getoonde afdeling Natuur en U algemene wardering uit te spreken over de tentoonstelling.
Al geruime tijd had Anne Jan van der Berg uit Nieuwehorne een ringetje bewaard waarop kleine lettertjes stonden. Bij een kennis in Heerenveen aan de Parralelweg te Heerenveen was op 10 juni 2009 een vogeltje met deze onbekende ring gevonden, de kat was met de resten ervan thuisgekomen.Met een loup konden ze wel wat ontdekken doch het gelukte niet de gegevens van de gevonden ring te achterhalen. Het bleek om een ringetje van een Zwartkop te gaan waarop www.ringscat CATALUNYA met een nummer was gemeld.Een nieuwe vorm van een ring met een email adres dus! Als vrijwillig Wetenschappelijk medewerker van NIOO/KNAW ben ik bekend met allerlei vormen van ringonderzoek, doch deze ringetjes had ik nog niet eerder ontvangen. Na het email adres te hebben ingetikt op de computer bleek al snel dat er een formuliertje moest worden ingevuld en verzonden naar Societat Catalana D'Anelament in Catalonia te Sant Feliu de llobregat(bij Barcelona in Spanje). Zeer snel al (na 1 dag) kreeg ik al bericht binnen via de mail, de vogel bleek op 29 september 2008 te Basses de Can Dimoni (bij Barcelona) als Zwartkop man geringd te zijn door Sergi Sales. Dat is maar liefst 1326 km van Heerenveen verwijderd. De vogel was op de dag van ringen op weg naar zijn overwinter gebied dat in Afrika ligt en had een vetscore van 4, vleugel van 74 mm en een gewicht van 20.3 gram zo berichte de Spaanse Ringer me.
Zo kregen we toch nog veel informatie binnen van zo'n minuscuul ringetje. Dit jaar (24 mei) bestaat het ringonderzoek in Nederland 100 jaar! Staat U er even bij stil! Mocht U een vogelring hebben gevonden en de bijzonderheden daarvan hebben ontvangen dan horen we graag van U wat de levensgeschiedenis is geweest, leuk voor een verslagje. Ook voor mensen die niet weten hoe een en ander gemeld moet worden hou ik me aanbevolen om de gegevens op te speuren. Per slot van rekening is niet iedereen bekend met het ringen van vogels en de betekenis van een vogelring. Ring en vogel graag direct melden zodat aan de vogel nog wetenschappelijke informatie kan verzameld kan worden.
Al een tijdje is er een overzicht meer geweest van de vangsten en ervaringen van het ringwerk aan het Tjeukemeer. In de Bijlage een verslag per dag van de belevenissen aan het Tjeukemeer.
Oeverzwaluwen in wijk Wyldehorne te Joure geringd.
Joure 22 mei 2011
Op 20 mei 2011 zijn Oeverzwaluwen in de wijk Wyldehorne te Joure geringd voor het landelijke RAS onderzoek van het Vogeltrekstation in Wageningen ( Zie Bijlage). Op de rustige en vrijwel windstille avond zijn er bijna 80 volwassen vogels gevangen (40 mannetjes en 39 vrouwtjes) hierbij waren wethouder Durk Durksz, natuurman Tsjepke van der Honing en enkele ouders uit de buurt en een 10 tal jeugd aanwezig. De nieuwe wijk Wyldehorne in Joure is een natuurwijk waar veel aandacht aan het millieu wordt geschonken. Zo is er een vaste Oeverzwaluwwand gesitueerd in de waterrijke wijk. Zeker een 40 a 50 tal nestgangen zijn bezet door Oeverzwaluw paartjes. Met het spannen van een speciaal vangnet wat voor de nestgangen werd geplaatst konden veel vogels onderzocht worden. Een 12 tal vogels droeg al een pootring die eerder door mij in voorgaande jaren was aangelegd, ze zijn uit de directe omgeving afkomstig, 9 vogels kwamen uit Oudehaske van het zanddepot de Pel, 2 vogels uit de Twigen bij Joure en 1 uit de vaste kolonie te Heerenveen. Speciaal de buurt en de jeugd werd uitleg gegeven over het project en werd getoond hoe ze een vogel vast moeten houden. Het verschil tussen mannen en vrouwen in het broedseizoen werd getoond door bij de vogel over de buik te blazen. Vogels met een blote buik waren vrouwtjes (broedvlek) en die met goed ontwikkelde cloaca en een buik met veel veertjes waren mannetjes. De jeugd mocht regelmatig een van de onderzochte en geringde vogels de vrijheid geven.
Op 10 mei kreeg ik via deze blog een reactie van Anneke Bloemsma uit Oudehaske. Zij had een Tapuit gevonden onder haar vensterruit. De vogel werd me dezelfde dag nog getoond. Het bleek om een volwassen vogel te gaan die "modder" vet was, de vogel woog 41.3 gram en had vetscore 4 (5 is hoogste) . De vogel bleek een mannetje te zijn , zeker op weg naar zijn noordelijker gelegen broedgebieden. De vleugellengte werd vastgesteld op 105.0 mm , Staart 57.0 mm en loopbeen 28.8 mm. Daarmee valt de vogel erg op en kan hij ongetwijveld tot de Groenlandse vorm gerekend worden. Vondsten van Tapuiten komen niet zoveel voor in Skarsterlan, de doortrek kan soms wel tot diep in mei plaats vinden. Zo zag ik op 20 mei er ook nog op het bedrijven terrein de Ekers in Joure. Broedgevallen in juni moeten in de toekomst niet uitgesloten worden. De vondst zal voor de Wetenschap bewaard blinven.
Vanmiddag tijdens een fietstochtje van Scharsterbrug via de Scharsterrijn richting de Woudfennen en de Put van Nederhorst zagen mijn vrouw en ik de vogel in een ruig terreintje met Rietgras, Pitrus en Braam- struiken . Momenteel is de soort op meer plekken aanwezig op de doortrek in Friesland, doch voor Skarstelan is het een zeer schaarse soort. Op deze plek had ik hem eigenljk niet verwacht gezien zijn schaars voorkomen.
Op 17 maart ben ik in de vroege morgen met medewerkers van Omrop Fryslan aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer om opnamen te maken over mijn ervaringen met wijlen Gerrit Bosch (beter bekend als Fûgeltsje Bosch), hij overleed op 20 juni 1981 in Leeuwarden. Binnenkort komt er een boekwerk over deze opmerkelijke Friese vogelvriend uit. Tijdens het vangen en ringen hing er in een van de mistnetten al een vroege Tjiftjaf. Die morgen bleken er zeker twee aanwezig te zijn.
Op 11 maart is de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer weer schoon gemaakt van zwerf afval en aangespoelde plastic resten . Hieronder een verslagje van een en ander. Alles is weer schoon voor de eerste vangdag in 2011.
Vandaag voor het eerst (vroeg) weer de netten opgesteld voor het Wetenschappelijk onderzoek aan het Tjeukemeer. Dit onderzoek loopt al van 1985. Was eigenlijk vandaag nieuwsgierig of er ook al eerste Tjifttjaffen waren gearriveerd. Hieronder een verslag van de zeer rustige eerste ringdag in 2011.
Vandaag kreeg ik via het program GRIEL van het Vogeltrekstation bericht binnen van twee door ons geringde vogels aan het Tjeukemeer te Rohel. Het bleek om een Rietzanger en een Kleine karekiet te gaan. De Rietzanger die op 21 augustus 2010 als 1e kalenderjaar geringd werd in de vroege ochtenduren werd op 28 augustus 2010 al door een Belgische vogelringer gecontroleerd te Bokrijk in Belgie . Een snelle wegtrekker dus! Bokrijk ligt op 209 km van Rohel. Jammer dat de Belgische ringer de tijd niet heeft ingevuld zodat we wat meer informatie hadden over de tijd van controle zodat we de treksnelheid konden berekenen. De Rietzanger is op weg naar zijn overwintergebied in Afrika om daarna in eind maart begin april weer terug te keren naar zijn broedgebied.
De tweede terugmelding die vandaag binnenkwam was een Kleine karekiet die we op 28 augustus 2010 ringden te Rohel aan het Tjeukemeer als 1e kalenderjaar rond 06.00 uur in de ochtend. De jonge Kleine karekiet werd op 3 september 2010 gecontroleerd in Belgie in Oorderen. Ook een snelle wegtrekker dus, mogelijk van een laat vervolglegsel! Oorderen ligt op 207 km van Rohel.Kleine karekieten broeden op de ringplek Rohel in de buitenste rietzoom langs de noordoever van het Tjeukemeer.