Fruit 2
Inhoud blog
  • Rouwregister Daniël
  • overlijden Daniël
  • laatste blog van vake: De oorsprong der appelen

  • Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.





    09-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervog 2

     











    09-03-2015, 23:40 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    08-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Book of Pears


     
    Perenboek  

    The Book of Pears  Joan Morgan

    Verschijnt op 3 september en zal  £40 kosten.

     

    http://www.randomhouse.co.uk/editions/book-of-pears-the-definitive-guide-including-over-500-varieties/9781785031472

    Synopsis

    This extraordinary and unique book contains a detailed survey of 500 varieties of pears, accompanied by beautfiul botanic colour illustrations. The first book in this series, The Book of Apples, received many accolades and was quickly recognised as a classic (later updated as The New Book of Apples). The Book of Pears includes full historical, geographical and botanical details as well as exploring the role of pears in cooking, gardening and history. With a full directory, index and comprehensive notes, this is an indespensable and one-of-a-kind reference guide.

     

    (Met dank aan Nynke Zijlstra voor de info)


     

    08-03-2015, 10:02 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Den Haag: Mauritshuis en de tijdelijke tentoonstelling Frick

    Den Haag: Mauritshuis en de tijdelijke tentoonstelling Frick collectie New York – Gemeentemuseum en Mark Rotko (tot 1 ma.)

    7 febr. Met Art Travel Waregem

    Het Mauritshuis is na een ondergrondse verbouwing van twee jaar met de helft uitgebreid. Hier loopt een tijdelijke tentoonstelling met 38 topstukken uit de de Frick collectie van New York. Henry Frick (1849-1919) was een cocks- en staalbaron en kunstverzamelaar. Mij spraken de naast elkaar hangende, magnifieke werken van Jacob van Ruisdael (1628-1582), Nederlands beroemdste landschapsschilder en John Constable (1776 – 1837) het meest aan.

    Hier mocht niet worden gefotografeerd. Men kondigt de tentoonstelling aan met het prachtige portret van Louise de Broglia ( Ingres 1845).

    Het Mauritshuis herbergt een wereldberoemde collectie Hollandse schilderkunst uit de zeventiende eeuw bv. Het meisje met de parel (Vermeer). Daarnaast is er een schitterend overzicht van de Hollandse en Vlaamse schilderkunst van de vijftiende tot de achtiende eeuw.

    Geniet van de foto’s

    Na de middag brengt de bus ons naar het grote Gemeentemuseum. Ik behoor tot de groep die eerst de vaste collectie kan bezoeken.

    Het Gemeentemuseum bevat de grootste collectie Mondriaan’s ter wereld.     Piet Mondriaan (1872 -1944,NY) is de pionier van de abstracte en non-figuratieve kunst. Vooral zijn latere, geometrische werken met horizontale en verticale zwarte lijnen en primaire kleuren zijn wereldberoemd.

    FOTO’S



















    03-03-2015, 23:24 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg

    VERVOLG



















    03-03-2015, 23:17 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg 2

    VERVOLG  2



















    03-03-2015, 23:13 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg 3

    VERVOLG  3



















    03-03-2015, 23:08 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wortels van biofruitbomen

    Wortels van biofruitbomen nemen meer voedingsstoffen op       02.03.2015

     

    Op de wortels van fruitbomen in biologisch beheerde boomgaarden zitten meer schimmels om voedingsstoffen uit de grond te halen. Dat blijkt uit onderzoek van de KU Leuven. De schimmels zorgen voor de opname van fosfor en stikstof uit de bodem in ruil voor suikers afkomstig van de fruitboom, en beschermen de boom tegen ziektekiemen in de bodem.

    Biofruitbomen halen dankzij schimmels meer voedingsstoffen uit de bodem. Dat zegt Maarten Van Geel van het departement Biologie van de KU Leuven na onderzoek in enkele boomgaarden in Sint-Truiden. "De Arbusculaire Mycorrhizale Fungi (AMF) zijn schimmels die zorgen voor de opname van fosfor en stikstof uit de bodem in ruil voor suikers afkomstig van de fruitboom", legt Van Geel uit. "Bovendien kunnen AMF de boom beschermen tegen ziektekiemen in de bodem."

    Die gunstige wisselwerking tussen fruitbomen en schimmels ging heel lang goed, tot conventionele meststoffen roet in het eten gooiden, aldus Van Geel: "Zij bevatten veel fosfor, waardoor de boom de schimmel niet meer nodig heeft om deze stof op te nemen uit de grond. Daardoor krijgt de schimmel niet langer de nodige suikers en verdwijnt hij."

    AMF hebben het potentieel bij te dragen aan een meer ecologische fruitteelt: "Met de hulp van de schimmels kan de fruitboom gedijen zonder een grote nood aan meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dit heeft een gunstig effect op het leefmilieu, onder andere op de biodiversiteit en de kwaliteit van het grondwater. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen welke schimmel uit de AMF-familie het beste werkt voor welke fruitboom. Op basis daarvan kan op termijn waarschijnlijk een biologische meststof ontwikkeld worden", aldus nog Van Geel.

    Bron: Belga

    03-03-2015, 13:17 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    24-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg

    VERVOLG

    Kruisbes Bekay

    Kruisbes Süsse Lea

    Nieuwe zwarte bes Kieroyal

    Witte aardbei Toscana

    De mooiste fruitstand van de Italiaan Enzo Maoli

    Idem

    Italiaanse oude rassen

    Maoli + helper

    Uw dienaar



















    24-02-2015, 23:31 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Internationale PflanzenMesse (IPM) Essen

    Internationale PflanzenMesse (IPM) Essen

    Met Vincent en Andre de grote Tuinbeurs in het Duitse Essen bezocht: 12 zalen, 1500 standhouders, waarbij 33 op de stand Vlaanderen. (27jan)                             Op de Duitse stand van Artevos proefden we o.a. hun best smakende appel, de blozend, gestreepte, schurftresistente Karneval. Ik vergat een foto te nemen; zie www.artevos.de                                                     Op de stand van het Franse Delbard smaakte de bewaarappel Delgollune (beter bekend onder de commerciële naam Delbard Jubelé). Vorig jaar had ik geen vruchten, zoals op de meesten van mijn bomen. Dit jaar veel beter?

     

    FOTO’S

    Gelazerde appel

    Leifruit , met Andre en Vincent

    Dwergappel. Mini Cox Om toch nog wat groei te bekomen gebruikt men de groeikrachtige onderstam MM 111

    Jofela, nieuwe pruim, kruising van Jojo, tot heden het enige scharkaresistent ras en nu als tweede Jofela en het lekkere ras Felsina. Zelfvruchtbaar, rijp september (kwetsentijd). losse steen, begint vlug te dragen, regelmatig en zeer vruchtbaar.

    Prunus spinosa Reto, een veredelde sleedoorn met grotere vruchten

    Zuilvormige kriek Jachim

    Platte perzik Platifortwo, rijptijd aug. Witvlezig, smeltend doch vast vlees, losse steen, minder krulziekte gevoelig.                      

    Vaccinium corymbosum

     

     

    Vaccinium corymbosum



















    24-02-2015, 00:00 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    13-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe Perzik

    Nieuw Perzikras te Wommelgem

     

    In de boomgaard van Fik Denissen te Wommelgem is een nieuw perzikras ontstaan.

    Hoogst waarschijnlijk is het de kruising van twee rassen uit zijn eigen boomgaard : de ene is de kogelvormige Grosse Mignonne, en de andere is de eivormige Witte Perzik, waarvan hij geen andere naam vindt. Die werden in zijn familie en in de omgeving 'Appelkokken' genoemd. Die bomen zijn afkomstig van zijn overgrootouders uit Deurne-Eksterlaar.  Het nieuwe ras heeft een moeilijk definieerbare kleur (goud - of amberkleurig of iets dergelijks -Hij zal nog moeten wachten naar de nieuwe oogst eind augustus) maar is eivormig zoals zijn Witte perzik en had een suikergehalte van 14 %.

    Vincent Turkelboom uit Vremde heeft in het begin van september 2014 al enkele oculaties en enten uitgevoerd op perzikzaailingen in zijn boomgaard.

    Fik heeft ondertussen in september enkele bladen van het nieuwe ras en van de waarschijnlijke ouders van dat ras gedroogd in een telefoonboek.

    Nu wacht hij de nieuwe bloesem af om daar foto-opnamen van te maken.

     

     

    Op mijn vorige blog http://blog.seniorennet.be/fruit

    schreef ik een blog (25-09-2013) over het bezoek aan deze boomgaard. U kunt ook bij zoeken Fik Denissen invullen.

     

     


     

    13-02-2015, 11:52 geschreven door Daan

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    06-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bio-consumenten hebben minder pesticiden in hun lichaam

    Bio-consumenten hebben minder pesticiden in hun lichaam

    Wetenschappers hebben ontdekt dat mensen die biologische producten eten minder pesticiden in hun lichaam hebben. De studie is gepubliceerd in Environmental Health Perspectives van 5 februari 2015.

    De blootstelling aan Organofosfaten (OP's) van de Amerikaanse bevolking wordt gedomineerd door inname via de voeding. De omvang van de blootstelling aan deze middelen vanuit de voeding is gedeeltelijk afhankelijk van persoonlijke beslissingen, zoals welke voedingsmiddelen ze eten en of ze voor biologisch voedsel kiezen.  

    De studie is één van de eerste die de blootstelling van een persoon aan pesticiden voorspelt op basis van informatie over hun gebruikelijke dieet. Cynthia Curl stond aan de leiding van het onderzoek. Zij en haar collega's analyseerden de inname van OP's via de voeding van bijna 4.500 mensen uit zes Amerikaanse steden. Er werd onder meer gevraagd hoe vaak de deelnemers biologische producten eten. Vervolgens werd de urine gecheckt. Daaruit bleek dat mensen die veel biologische groenten en fruit eten minder pesticiden in hun urine hebben dan mensen die conventioneel geteelde producten eten. Bovendien hadden mensen die vaak appelen, nectarines en perziken eten, fruitsoorten die in de conventionele teelt doorgans met meer pesticiden behandeld worden, geassocieerd met een significant hogere blootstelling.

    "Voor de meeste Amerikanen is voeding de primaire bron van blootstelling aan OP pesticiden", aldus Curl. "De studie suggereert dat door het eten van biologisch geteelde varianten van deze voedingsmiddelen met de hoogste residuen van bestrijdingsmiddelen, we een meetbaar verschil kunnen maken in de niveaus van pesticiden in ons lichaam."

    06-02-2015, 15:58 geschreven door Daan

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    28-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar Krakau

    Naar Krakau (9-8)

    (Na de beginblogs over de reis in Polen, 26 en 30/8 en 10 en 19/9, neem ik de draad weer op)

    Het lukte om met ons gezelschap van 12 man toch om 7u te vertrekken!

    Stop in de stad Torun voor een ontbijt op de markt. We hebben zopas het standbeeld van Copernicus gezien, de wetenschapper die definitief de planeten rond de zon liet draaien, hier geboren op 19-02-1473. Toen heette de stad Thom.

    Nog voor 18u bereiken we Krakau en vinden voor de wagens een private parking enkele 10 tallen m. verder.

    We logeren net buiten de stadsgordel, de groene band rond de binnenstad, de Planty. Het park werd in de jaren 1822-1830 aangelegd op de verwijderde stadsmuren en wallen en is 4 km lang en beslaat 21 Ha.

    De binnenstad is niet groot, maar prachtig in zijn oude gedaante bewaard, gespaard van oorlogsverwoesting en door de Unesco tot werelderfgoed uitgeroepen.

    Naast de stad stroomt de brede Weichsel (Wisla), monding in de Oostzee, een tak bij Gdansk, de andere een eind verder.

    Aan de stadskant in het zuiden, naast de stroom bevindt zich de Wawel, een heuvel (25m boven de Wisla). Hierop werden de burcht en de kathedraal gebouwd. Imposant. In dat kasteel resideerden gedurende 5 eeuwen de Poolse koningen. Een van hen was Casimir de Grote, die in 1364 de universiteit van Krakau stichtte, na deze van Praag de oudste van Midden-Europa.

    Na het uitpakken trekken we de stad in en worden al direct getrakteerd op een volksdansfestival. We stappen verder naar de grote, Grote Markt ( Rynek Glowny, 200 op 200m: 4Ha) met in het midden de oude Lakenhal. Op het terras van een Georgisch restaurant vinden we voor allemaal een plaats met zicht op de Mariakerk waar elk uur trompetgeschal weerklinkt dat plotseling afgebroken wordt. Dit is de Hejnal, het signaal dat ’s morgens en ’s avonds gespeeld werd om de poorten te openen en te sluiten. Tijdens de Middeleeuwen zag een torenwachter de Tartaren komen en blies op zijn trompet om de poorten te sluiten. Een vijandelijke pijl trof hem hierbij zodat het blazen abrupt stopte. Desondanks konden dankzij zijn oplettendheid de stadspoorten net op tijd worden gesloten en de Tartaarse aanval worden afgewend. Sinds de 19e eeuw wordt deze afgebroken hejnal als herinnering aan deze gebeurtenis elk uur gespeeld op de hoogste toren van de Mariakerk. Sinds 1927 speelt de Poolse radio deze melodie dagelijks om 12 uur 's middags.

    De kelner is een Georgische student muziek, die er aan denkt beiaardier te worden en overweegt later naar de Beiaardschool van Mechelen te komen. Lekker gegeten, besproeid met Georgische wijn. Wel eens wakker geworden van zat nachtlawaai in de straat.

     

    ’s Anderendaags (zo.10/8) bezoeken Aminou, Leen en Co Auschwitz-Birkenau (Oswiecim in het Pools). Ik ben er geweest tijdens mijn eerste bezoek aan Krakau in 2005 op terugweg van het wereldcongres van de Esperantisten te Vilnius, hoofdstad van Litouwen. Ik herinner mij de druilerige motregen in het beklemmend, grote rangeerstation van Birkenau waar de vele duizenden slachtoffers toekwamen voor vergassing.

    Wij lieten ons rondrijden in een paar van de elektrische toeristenwagentjes, bediend door Jobstudenten. Enkele keren wordt er uitgestapt voor bezoeken. We laten ons naar Kazimierz brengen, de joodse wijk. Een gedeelte van de film van Steven Spielberg Schindler’s List werd hier opgenomen. In deze film is ook Birkenau te zien.

    Langs de brede Weichsel wandelen we tot de Wawel. Die verkend met Peter. We wandelen de stad in over de schilderachtige en voorname Kanonicza straat met oude patriciërshuizen van o.a. de Kanunniken van de kathedraal (vandaar de naam). Aan een pleintje steken we over naar de parallel lopende Grodzka, een slagader van de stad die naar de Grote Markt voert. We komen uit tegenover de barokke Jezuïetenkerk met ernaast de Romaanse kerk van de Clarissen.

    Voor het avondeten vinden we nog een van de Milkbars, vroeger meer bekende basiseethuizen. Het smaakte.

    Zeer goed geslapen; geen nachtlawaai meer.

    FOTO’S

    Folkloristische groep

    Ons gezelschap

    Mariakerk

    De anderen op het elektrisch toeristenwagentje

    De raadhuistoren op een hoek van de Grote Markt. Het Middeleeuws raadhuis zelf is reeds lang afgebroken. De toren liet men staan. Erachter zie je een deel van de Lakenhal.

    Mariakerk, nu bij dag

    Kerkinterieur met veel kerkgangers (Het is zondag)

    Terugwandelen langs de Wisla

    Wawel



















    28-01-2015, 23:56 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERVOLG

    VERVOLG

    Wawel

       “

       “

    Jezuïetenkerk

    Op de Grote Markt voor de Lakenhal

    Milkbar

    Dagmenu in de Milkbar

    Tom en Lucia

    Nog nagenieten met een pint op de Grote Markt



















    28-01-2015, 23:36 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOTANICAL GARDEN

    BOTANICAL GARDEN

    Vandaag (11/8) trek ik er alleen op uit. De rest bezoekt de zoutmijn van Wieliczka. Ik bezocht die ook in 2005, doch kon er maar matig van genieten met in mijn hoofd de belevenissen van het geweldige roetsjen op de lange glijbanen van de zoutmijn in het Oostenrijkse Hallein. Onze jongste dochter Tinneke was toen vier en net groot genoeg om mee te mogen met de rest van het gezin.

    In de milkbar verorber ik een grote Spaanse omelet (4 eieren + olijven). Daarna wandel ik naar de grote Botanical Garden van de universiteit. Slechts 4 Zloty = €1. Veel gezien; kerspruimen en verschillende rijpe = afgevallen kornellebessen (Cornus mas) geproefd. Best te genieten.

    In bloem- en kruidenperken zijn wellicht vrijwilligers onkruid aan het wieden dat vooral bestaat uit een massa hanepoot. Ik heb compassie met die mensen. In mijn tuin heb ik het erg gemunt op dit onkruidgras om uitzaaien te voorkomen. Een al iets grotere plant kan je niet meer uittrekken. Je moet die uitgraven. Verder zie ik nog eeuwenoude, uit moerassen en rivieren bovengehaalde, versteende boomstammen. Ik heb bij dit bezoek echt genoten van al die vormen en kleuren, kennis opgefrist en vooral veel bijgeleerd.

    Tegen 14u terug in de stad voor een lunch met een lekkere, Argentijnse Malbec.

    s ’Avonds wandelt het ganse gezelschap naar Kazemierz voor een heerlijk joods diner met dito Israëlische wijn. Onderweg wordt de nodige wodka aangekocht.

    FOTO’S

    Bloemen in de Botanical Garden van de universiteit

    Idem

    Idem

    Idem

    Versteende eik

    Uitleg over de versteend eik

    Wilde appel

    Idem

    Vleesetende plant



















    28-01-2015, 23:28 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NAAR WLEN IN SILEZIË

    NAAR WLEN IN SILEZIË

    Vanmiddag (12/8) vertrekken we naar het Pension Lenno van Luc Vanhauwaert op het berggehucht Lenno te Wlen in het vroegere Duitse Silezië. (+/- 500km rijden).

    Ik raad aan op Google bij zoeken in te vullen: Luc Vanhauwaert Lenno en een massa foto’s en info komt tevoorschijn.

    In de voormiddag bezoeken we nog een tentoonstelling van Poolse symbolisten en doen wat inkopen.

    Het is wat aanschuiven in Krakow voor we op de snelweg geraken. Voor het avondeten stoppen we bij een grill restaurant: kip met een stevige sla.

    Ik herkende het niet meer bij Luc, alhoewel we ter plaatse stonden. Na een seintje kwam hij ons verwelkomen en de kamers toewijzen.

    Nog gezellig op het terras gezeten en de wodka’s geproefd.

     

    13/8. Was vroeg wakker. De omgeving gaan verkennen tot aan de middeleeuwse burcht die voornamelijk bestaat uit een ronde toren die men nu aan het restaureren is met geld van Europa. De arbeiders waren al aan het werk.

    Om 9u wandelen we een eerste keer naar het zeer rijkelijke ontbijt in het kasteel. Elke morgen zal Bernadette ons daarenboven verwennen met telkens een ander gebak.

    Daarna geeft Luc een rondleiding. We zien nog het andere, half gerestaureerde gedeelte van het kasteel.

    Luc Vanhauwaert kocht in 2000 dit domein. De Duitse eigenaars waren kort na de oorlog van de ene dag op de andere verdreven met achterlating van zo goed als alles. Dit was het geval met meerdere miljoenen Duitsers.

    Hij had Aleide en mij in 2002 uitgenodigd om de rassen in zijn grote boomgaard te determineren. Toen reden we tot Dresden waar we overnachten in de Cityherberge. Onze eerste kennismaking met het heropgebouwde, rijkelijke, oude stadsgedeelte. Ik kocht het boek Alte Obstsorten, maar bij Luc kon ik nauwelijks een of twee rassen determineren. Daarna is het Duitse Pomologen Verein bij hem geweest. Over een ras waren ze bepaald enthousiast en namen veel enten. Nu zijn enkel de Oogstappelen, Transparente Blanche of in het Duits de Klarapfel, rijp. Ik tel een vijftal bomen van dit ras. Er zijn kleine, individuele verschillen.

    Het kasteel is een sober gebouw in neo-classistische stijl. In U-vorm aan de voorkant tegen de straat en tegenover het kasteel staan reusachtige hoevegebouwen. Een tussengelegen woongedeelte tegenover het kasteel is prachtig gerestaureerd. In het midden ligt een groot rechthoekig plein. Het gebouw waarin we logeren staat er apart van en was ooit een tuin-landbouwschool.

    Luc heeft de vroegere, grote moestuin heraangelegd en er ook een serre neergepoot. Aldus heeft hij zijn eigen groenten. Een gedeelte wordt ook verkocht.

    We zouden daarna naar het lager gelegen Wlen wandelen. Ik ging alvast voorop op het weggetje naast de boomgaard. Ik zie de imposante rij van een twintigtal bijenkasten staan. In het struikgewas aan de andere kant groeien in het wild meerdere pruimen, kwetsen; doch die zijn nog niet rijp. Het is een heel eind dalen naar het dorp. De anderen zie ik niet terug, want die hebben de andere kant genomen. Door het dorp gewandeld en een wat andere terugweg gezocht. Aan een overweg van de spoorlijn bemerk ik de groene en gele tekens van de uitgestippelde wandelingen. Op mijn ochtendverkenning had ik die ook opgemerkt bij de burcht. Dus een makkie om de terugweg te vinden. De groene merktekens leiden pal naar omhoog. Het werd klimmen. Een gepaste stok hielp mij daarbij, want het was soms wel vrij steil. Tenslotte kom je uit bij de burcht. Als ik op het paadje kom dat naar de straat loopt kom ik een jonge Pool per fiets tegen. We hadden elkaar in het dorp gezien. Hij was verwonderd mij daar plots terug te zien. We hielden een lange babbel in het Engels. Per fiets verkende hij historische plaatsen.

    ’s Avonds rijden we voor het avondeten een 20 tal km naar de mooie stad Jelenia Gora. In de straten rond de marktplaats loop je onder barokke arcaden. Alles is kleurig geschilderd, vooral in oker en geel, maar er zijn ook roodachtige en blauwachtige tinten.

    FOTO’S

    Middagmaal

    Wodka

    In de tuin van Lenno

    Idem

    Woongedeelte

    Ons logementsgebouw

    Bijenstand in de boomgaard

    Wlen

    Kerk Wlen



















    28-01-2015, 23:21 geschreven door Daan

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Dagwandeling

    De Grote Dagwandeling

    Vandaag (14/8) staat een grote dagwandeling op het programma. We klimmen eerst naar de nieuwe woning die Luc – naar eigen ontwerp- aan het bouwen is bovenop de heuvel met wijds uitzicht op het verder gelegen Reuzengebergte ( Karkanosze Nationaal Park) op de grens met Tsjechië. Ik voel pijn in de borststreek van de te grote inspanning om de jeugd te volgen. Een sein om het wat kalmer te doen. Een gevoel dat ik tot nog toe niet kende. Dan over zijn 20 ha groot weidegebied afgedaald. Hier wordt er ’s winters geschied op de flink dalende hellingen. We lopen door bos en open stroken en over landwegen (We zien o.a. weer de blauwe korenbloemen uit mijn jeugd) tot we weer in meer bewoonde gebieden komen. Bij een boerderij staat een kwetspruim met wat gevallen, rijpe vruchten. Uitrusten aan een winkeltje. De oudere mevrouw ernaast trakteert ons met haar radijsjes. Gelukkig dat Tom al een mondje Pools kent. Tenslotte eindigen we aan de supermarkt van Wlen voor inkopen voor de stoofpot van straks. We vergeten de Bulgaarse wijn niet. Het is al laat in de namiddag en iedereen is wat moe. Peter en Aminou offeren zich op om boven op de berg de wagens te gaan halen.

    Luc heeft een plek laten maaien waar we vuurke-stook kunnen doen. De ketel die we niet meer gebruikt hebben sinds ons eerste verblijf te Seleczyno in Noord-Polen wordt weer gevuld met allerlei groenten en boven het vuur gehangen. Al bij al hebben we geluk, want de regen wacht tot de pot klaar is. In de schuur vinden we een uitwijkplaats.

    FOTO’S

    Gedeeltelijk zicht op de gebouwen van het domein (behalve de kapel rechts). Vooraan het woongedeelte, erachter links het kasteel

    Ons gezelschap voor de nieuwe woning in aanbouw van Luc

    Uitkijk richting Reuzengebergte

    De grote weide

    Op wandel

    Idem

    Aan een kerk

    Tabak

    Met de mevrouw van de radijsjes



















    28-01-2015, 23:00 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERVOLG LENNO

    VERVOLG  LENNO

    De volgende morgen (15/8) hebben luc en ik een afspraak met zijn buur. Deze heeft nogal wat bessen staan: zwarte en rode. Hij heeft vooral een zwak voor zomerframbozen, omwille van de betere smaak. Als druiven kweekt hij Rondo en Regent. Als we in een prieel zitten brengt hij een drank aan van framboos en appelbes (Aronia); best lekker. Hij herinnerde zich de Taybes niet, die hij bij het vorige bezoek net geplant had. Ik dacht toen dat die soort daar niet kon overleven. Op het weggetje naar de burcht, palend aan het domein van Luc staat een kapel. Toen we hier de vorige keer waren was er op zondag nog een dienst. Vandaag halfoogst, toch een belangrijke katholieke hoogdag, gebeurt er niets meer.

    Voor ’s namiddags is de 2 uren durende afvaart van de snel stromende, tamelijk brede, maar ondiepe rivier gepland. Wij zitten met zijn zeven in een rubberboot. Leen en Aminou gebruiken hun eigen kano. Onderweg krijgen we af en toe wat druilregen en schuilen onder de afhangende takken van bomen. Leen en Aminou willen dit ook doen, grijpen ook een tak, maar varen te snel, en hun kano slaat om. Aan het eindpunt worden we weer opgehaald.

     FOTO’S

    Vakwerkhuis

    Korenbloemen

    We koken ons avondeten

    Afvaart

    Idem

    Luc bij zijn proefopstelling

    Vergassingstoestel















    28-01-2015, 21:50 geschreven door Daan

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WROCLAW

    WROCLAW

    Vandaag, 16-8 met Leen, Aminou, Keda en Isis naar Wroclaw, eveneens een grote, mooie stad, +/- 150km rijden, maar meestal autoweg. We parkeren net buiten het stadscentrum en moeten niet ver stappen naar de universiteit waar we o.a. de 18de eeuwse, barokke aula met beschilderd plafond bezoeken en verder tot het uitzichtplatform klimmen. Naast het gebouw staat de naakte schermer, waarmee de studenten al veel fratsen hebben uitgehaald. We bezoeken verschillende kerken en klimmen in de hoge toren van de kathedraal voor een panoramisch zicht op de stad. Wellicht zijn er in het verleden wel enkelen naar beneden gesprongen, want nu is alles volledig afgesloten. We gaan verpozen in de Botanische Tuin. Daarna staat het Nationaal Museum op het programma. We zien o.a. een mooie Cranach en een Winterlandschap van Breughel. Oude, religieuze beelden zijn zeer de moeite waard. Na het avondeten wandelen we terug over de Grote Markt met prachtige gebouwen. Om 22u15 zijn we terug in Lenno.             Luc, nog steeds een zoeker en uitvinder – Hij heeft het in zijn professioneel leven in de fotografiewereld o.a. met twee eigen patenten figuurlijk en letterlijk ver gebracht! - is bezig met zijn proefopstelling om uit hakselhout van verschillende grootte en van verschillend hout en verschillende hoeveelheid gas te winnen. Hoe mooi en hoelang brandt de gasvlam? Het wordt nachtwerk. Tijdens de tweede wereldoorlog reden de vrachtwagens met een gelijkaardige installatie. Eenmaal zag ik een gemitrailleerde camion waarbij de hoge, houtgestookte cilinder doorzeefd was van de ontplofte dumdumkogels en zeggen dat in de laadbak personen hadden gezeten.

    FOTO’S

    Universiteit Wroclaw

    Aula universiteit

    Op het uitkijkplatform

    Schermer

    Panorama vanaf de kathedraaltoren

    Op de Grote Markt

    Idem

    Idem

    Wodka



















    28-01-2015, 21:42 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NAAR DRESDEN

    NAAR DRESDEN

    Zo. 17-8. De reis in Polen is afgelopen en op terugweg bezoeken we Dresden. ’s Morgens vroeg met Peter nog een wandeling naar de Burcht. Alhoewel het zondag is, wordt er toch gewerkt.

    Na nog een formidabel ontbijt reizen we af: Tom en Lucia en co rechtstreeks naar huis, wij met ons zeven naar Dresden. We maken een kleine omweg om het natuurwonder van Bastei te bezoeken, uitgesleten rotsen naast de Elbe, het Saksische Zwitserland. Er is een centrale parkingplaats. Van daar kan je 3km te voet of met de bus naar de plaats. Om de Basteirots te bereiken heeft men in 1851 een brug met 7 zandstenen bogen gebouwd. Ernaast kan je via loopbruggen tussen de rotsen de resten van een middeleeuwse burcht bezoeken.                    

    De rotsen verheffen zich tot 194 m boven de Elbe. Machtig panorama.

    Ik heb voor ons opnieuw gereserveerd in de Cityherberge te Dresden. Er is een eigen parking voor de wagen en het is niet ver stappen naar de Altstadt. We eten in een Vietnamees restaurant. In het centrum is het letterlijk over de koppen lopen. We wurmen ons erdoor voor een eerste verkenning. Voor mij is het niet moeilijk, ik weet de weg want het is de vijfde keer dat ik er kom. We gaan een rustige wandeling maken langs de Elbe. Het grote vuurwerk – de verklaring voor de massa volk- is immers maar om 22u.                           

    Bij het terugkomen besluiten we de boven esplanade te nemen, maar alle ruimte is al ingenomen. Doch we hebben geluk. We vinden toch nog een paar vrije tafels met stoelen. Genietend van een grote Hefe Weizen wachten we op het vuurwerk-spektakel.

    18 aug. Nu hebben we alle ruimte voor het stadsbezoek en het blijkt nog interessant om inkopen te doen. Om 22u thuis.

    FOTO’S

    Dresden Zwinger

    Een beeld uit de 100 m lange afbeeldingen van de te Dresden residerende vorsten Ook wij sloegen soms de handen in elkaar

    Panorama vanop de toren van de nog niet zolang heropgebouwde Liebfrauwenkirche (200

    Op de Esplanade

    Huismussen











    28-01-2015, 21:36 geschreven door Daan

    Reageer (98)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jules Willaeys Frontsoldaat tijdens 1914-1918

    Jules Willaeys Frontsoldaat tijdens 1914-1918

    Onlangs heb ik deze door mij opgeschreven nota’s -systematisch genoteerd tijdens avondlijke vertellingen- teruggevonden (Ik moet toen ongeveer 15-16 jaar zijn geweest). Ook vond ik een gedeelte van een schriftje terug met lang geleden door mijn vader zelf neergeschreven herinneringen. Dit bevat slechts enkele belevenissen. Wat mij vooral trof was de accuraatheid van mijn vaders geheugen. Tussen beide teksten lag er zeker 30 jaar en meer en toch kloppen praktisch alle gegevens!

    Mijn vader, geboren te Ichtegem op 30 augustus 1889 behoorde tot de klas van 1909, het laatste jaar dat er geloot werd. Wie een laag nummer trok was vrijgesteld. Mijn vader trok een hoog nummer en werd milicien. Hij was voornamelijk gekazerneerd te Oostende en dit gedurende 2 jaar. Meermalen vertelde hij over een oefening waarbij de rekruten over een brede sloot ( in ’t Vlaams een koe-vaartje) moesten springen.

    Hij sprong er middenin. Men zag dat het geen onwil was en voortaan was hij daar van vrijgesteld. ‘k Geloof dat hij meestal in of voor de keuken werkte.

    Wat de schietopleiding betreft was hij bij de besten. Hij werd tot eerste soldaat, dit wil zeggen scherpschutter, gepromoveerd. Blijkbaar betekende dit dat men een streep op zijn mouw mocht naaien.

    Als ik bij Google ga kijken bij: Belgisch leger ‘eerste soldaat’ komt er niets!

    De algemene mobilisatie in België werd afgekondigd op 31 juli 1914. De aanleiding voor deze zeer onrustige tijd was de moord op de kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk en zijn gemalin Sophie op 28 juni te Serajevo in Servië. Duitsland vroeg vrije doortocht door België om Frankrijk te bestrijden.

    Aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog (Em. Prof. Dr. Luc De Vos).

    In het begin van de 20ste eeuw ontstond er een heel wankel machtsevenwicht in Europa. Frankrijk had een bondgenootschap gesloten met Rusland, en Duitsland met Oostenrijk-Hongarije. Het rommelde tussen de grote mogendheden, onder andere over handelsverdragen, territorium en kolonies, maar de situatie was enigszins onder controle.

    In de Balkan kwamen intussen sterke nationalistische bewegingen op. 'De Zwarte Hand' bijvoorbeeld, een geheim genootschap dat Bosnië-Herzegovina wou afscheuren van Oostenrijk-Hongarije en aansluiten bij Servië. Het is die Zwarte Hand die voor de rechtstreekse aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog gezorgd heeft. Op 28 juni 1914 schoot Gavrilo Princip, een van de leden van de Zwarte Hand, aartshertog Frans-Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije dood. Die aanslag bracht een sneeuwbaleffect teweeg: Oostenrijk-Hongarije verklaarde Servië de oorlog. Rusland steunde Servië, waarna Duitsland de oorlog aan Rusland verklaarde. Frankrijk stond ook aan de kant van Rusland en zo nam de oorlog steeds grotere proporties aan. Toen Duitsland via België een kortere weg naar Frankrijk zocht, werd ook ons land erbij betrokken.

    Nog Luc De Vos: Je had het beleg van Luik, de gevechten aan de Gete bij Tienen, het beleg van Namen en Antwerpen… Maar vooral ook de dagdagelijkse oorlogssituatie in het land.

    De voedselbevoorrading was het grootste probleem. De strijd om elke dag te overleven was veel groter in de Eerste Wereldoorlog dan in de Tweede. België was afgesneden als het om voedsel ging en kon alleen overleven door hulp vanuit andere landen. De smokkel tierde welig en om dat tegen te gaan werd er een elektrische draad gespannen van 5.000 volt langs de Belgisch-Nederlandse grens."

    De Eerste Wereldoorlog was vier jaar lang een echte stellingenoorlog.

    Luc De Vos: "Het fundamentele probleem was: hoe doorbreek je het front? Je hebt een massa legers, een continu front van 700 kilometer, 40.000 kilometer loopgraven, overal mitrailleurs en kanonnen… Wie aanvalt moet een bijzonder moeilijk landschap trotseren, ook nog eens vol prikkeldraad.

    Er is echt met alles geprobeerd om de vijand te breken: mijnen ingraven onder de stellingen, vlammenwerpers, gifgas en in 1916-1917 met de eerste tanks in te zetten. Maar uiteindelijk is het toch de komst van 1.800.000 Amerikaanse soldaten (*) die het verschil zal maken. Bovendien was Duitsland economisch erg verzwakt. Het wilde een wapenstilstand sluiten om een goed vredesverdrag in de wacht te slepen."

    *Noot Mijn nonkel Camiel, de één jaar jongere broer van mijn vader was een van hen. In 1913 was hij uitgeweken naar Amerika. Hij werd groentekweker in Detroit, de stad waar zoveel West-Vlamingen naartoe trokken. Hij is eenmaal, in 1935, het jaar van mijn geboorte, naar Vlaanderen teruggekomen. In Amerika was hij gehuwd met … Maertens, in Amerika geboren, dochter van uitgeweken West-Vlamingen .

    In Detroit hadden zij hun eigen dagblad “Gazette van Detroit”. Toen ik in augustus 1979 met vader, moeder, boer Raphael en mijn vrouw Aleide op bezoek ging naar mijn tante, nicht Evelyn en haar man Achille Vyncke, mijn kozijn Evarist en zijn vrouw kwam de “Gazette”’ nog steeds over de vloer, zij het voor driekwart in het Engels. Toen we het graf van zijn broer – overleden in 1958, maar begraven op een plaats voorbehouden voor oud-militairen, allemaal met een vierkante steen op de grond - bezochten, heb ik mijn vader zeldzaam ontroerd gezien.

     

    Ik deed toen seizoenarbeid in de oogst in de omgeving van Parijs te Choisy.

    (Hij was dus ‘Fransman’. Deze seizoenarbeiders met hun balluchon over de schouders hebben een museum in de oude brouwerij te Koekelare. Ik schreef een verslag over een bezoek op mijn blog http://blog.seniorennet.be/fruit zie op 7/10/2013.)

    Direct de trein op naar België. ’k Ging te biechten en te communie vooraleer te vertrekken naar het depot in Sint-Niklaas.

    Oorlogsverklaring van Duitsland aan België.

    Op 4 augustus ’s morgens trok Von Bülow, aanvoerder van het 2de leger over de Belgische grens en begon de aanval op de Belgische forten rond Luik. Op 16 augustus werden de laatste twee forten tot overgave gedwongen. Enkele dagen later vielen ook de forten van Namen.

    Mijn vader lag toen in de omgeving Tienen.

    Hij behoorde tot 3de linieregiment.

    Bij het Davidsfonds is ‘De Grote Oorlog op Kleine Schaal. De gevechten aan de Getelinie in Oost-Brabant (1914) van Ruben Donvil in 2012 verschenen. Hij schrijft uitvoerig over de eerste gevechten: op 10 augustus het eerste treffen te Orsmaal – Gussenhoven. Op 12 aug de herhaalde, doch vergeefse stormlopen van de Duitse cavalerie te Halen. Wat men later “De slag van de zilveren helmen” is gaan noemen. En ten slotte op 18 augustus de gevechten in de omgeving van Tienen. Hij beschrijft voornamelijk de strijd van het 22ste Linieregiment te Sint-Margriete-Houtem, doch vermeldt ook het 3de Linieregiment, waartoe mijn vader behoorde.

    ‘Ongeveer gelijktijdig met Houtem werd Grimde,(een gehucht van Tienen, rond de Suikerfabriek) in het oosten van Tienen, in staat van paraatheid gebracht door het 3de linieregiment. De vier compagnieën van het 3de bataljon van majoor Burget bemanden daar de voorposten aan de belangrijke spoorweg, ongeveer parallel met de loop van de Gete….Toch dacht men dat er in Grimde niet veel zou gebeuren. De vijand werd voornamelijk uit het noord-oosten verwacht.’                                                                      

    Burgers hielpen loopgraven graven. Op een dag waren we op verkenning en liepen aan weerskanten van een haag. De man aan de andere kant bemerkte als eerste Duitse Hulanen, met pinhelmen, soldaten te paard op een 300 m en begon te schieten. Wij sprongen ook door de haag maar de mannen verdwenen in de verte. Als we daarna gingen kijken troffen we alleen een hinkend paard aan. Het werd meegenomen en afgemaakt door de kommandant en direct daarop verder geslacht door de burgerij.

    Onze compagnie trok de wacht op rond een kasteeltje dat fungeerde als hoofdkwartier. Op zeker ogenblik bemerkten schildwachten op een laag gelegen weg een zittende man met een blad papier. Ze namen de man mee naar het hoofdkwartier. Het papier was een plan met de Belgische loopgraven. ’s Anderendaags werd deze lange, magere, Duitse spion, een onderwijzer, terechtgesteld. Ik was bij de 12 man om het bevel uit te voeren. 3 Man moesten mikken naar het hoofd, 9 naar de borst. De man wou niet geblinddoekt worden, maar hij vroeg wel met zijn gezicht naar Duitsland te staan.’

    In het boek van Ruben Donvil staat het volgende: ‘Op 14 augustus 1914 arresteerden soldaten van het 3de Linieregiment, dat zich ten zuiden van Tienen bevond, tijdens een patrouille in Oorbeek (Dorp dat in 1970, samen met Bost fusioneerde met Tienen) een persoon die er op zijn minst verdacht uitzag. Hij werd geïdentificeerd als Martin Matonnet, een Duitse soldaat. Omdat hij burgerkleding droeg, kon hij beschuldigd worden van spionage en in oorlogstijd zou hem dat de doodstraf opleveren. Bovendien was hij in het bezit van een pistool en een fiets. Dat maakte hem uiteraard nog meer verdacht. Na verhoor bleek dat hij moest rapporteren over de Britse opmars (nergens is hierover echter in het boek iets te vinden) in de streek en daarvoor werd hij inderdaad ter dood veroordeeld. De uitvoering gebeurde echter niet al te correct. Hoewel hij volgens het ‘Voorlopig Reglement’, dat op dat moment door de krijgsraad werd gebruikt, de strop moest krijgen, werd hij de dag nadien, op 15 augustus of Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, gefusilleerd. Naast de wijze was ook de datum een procedurefout. Een executie mocht eigenlijk niet uitgevoerd worden op een zondag of feestdag. Voor de krijgsraad moest het blijkbaar vlug afgehandeld zijn. Bron J. Maes ‘ Het Belgisch Militair Gerecht tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een portret van de geëxecuteerden.’ Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, nr 16 (2005), 205-207.

    Onze compagnie lag te Bost, een dorp voor Tienen om de weg Tienen – Hoei en de spoorlijn te bewaken.

    Op 18 augustus ’s morgens zagen we 2 Duitsers te paard. Ik en mijn maat schoten erop en een tuimelde van zijn paard.

    Een Duitse vlieger kwam boven ons en gooide sterretjes uit om aan te tonen waar de loopgraven lagen.

    Het was een schone loopgracht.

    Achter ons in een putje zat commandant Syders en de luitenant met de revolver in de hand.

    De makker naast mij zei dat hij een voorgevoel had dat hij zou geschoten worden. Ik zei: “Dat is niets. Wij zijn verborgen en ze moeten ons eerst komen zoeken.” “De oorlog is wreed”, antwoordde hij. Hij schreef een brief aan zijn ouders dat hij niet door de oorlog zou geraken. Ikzelf heb nooit een dergelijk gevoel gehad.

    Ik hoorde de commandant zeggen dat er 60.000 Duitsers voor ons lagen.

    Daarna bemerkten we Duitsers die op een 500 m voor ons door een heg van elzenstronken kropen en naderden. Ik legde kalm mijn geweer op de rand van de loopgracht . Wij Vuurden en er vielen veel Duitsers. Ze kwamen niet meer vooruit. Ik dacht al dat het voor hen onmogelijk was om ons te verjagen. Toen we nog niet lang aan ’t schieten waren werd mijn kameraad getroffen. Hij maakte nog een kruisteken en stierf. Ikzelf bleef met vaste hand schieten. De Duitsers trokken achteruit.

    Een tijdje later kwamen er weer Duitsers af, meer opzij van de loopgracht en we moesten ons draaien. Ze kwamen van achter de suikerfabriek die maar op 200 tal m van onze loopgracht lag. Wij zaten met zijn tweeën aan het uiteinde van de loopgracht. Ik zag de Duitse officieren met hun armen zwaaien om de soldaten vooruit te krijgen.

    De makker links van mij zat het eerst. Hij zei: “Ik zal geen stap lopen”. “Ik ook niet”, antwoordde ik. De Duitsers kwamen langzaam nader en ik zag er veel vallen. Toen ze nog een 60 m verwijderd waren keek ik voor de eerste maal achter mij in de loopgracht, en zag niemand meer, behalve hier en daar een dode.

    Ik zei: “We moeten vluchten, de anderen zijn al weg”. De commandant had gezegd in welke richting we moesten lopen als we achterruit moesten trekken. Ik liep gebukt in de loopgracht, hier en daar over doden springend, naar de kant tegen de spoorweg. De Duitsers schoten zo geweldig dat zij de telefoondraden afschoten. Vlug sprong ik over de spoorlijn, terwijl de kogels rond mijn oren floten. Ik liep door een laag gelegen weide naar Tienen toe. Ik wierp mijn ransel af om vlugger te kunnen lopen. Bij de stad kwam ik bij een 30 tal soldaten van mijn compagnie.

    Ook commandant Syders kwam er bij, revolver in de hand. Hij riep “Suivez moi on va gagner Louvain”. Zijn gelaat was gans wit. Waarschijnlijk had hij gedronken. Iedereen liep hem achterna. Ik vreesde dat ze de vijand tegemoet liepen daar ik wist dat de Duitsers dicht bij de spoorlijn waren. Tenslotte ben ik maar gevolgd als laatste.

    Toen we de brug van Tienen voorbij waren, liepen we de velden in. Ik liep nog altijd als laatste. De Duitsers schoten van aan de spoorweg. Ik zag al mijn makkers vallen terwijl tientallen kogels langs mijn oren floten. Ik liet mij ook vallen. In een flits kwam de idee om mijn geweer een eind voor mij te werpen, net alsof ik getroffen was onder het lopen. Ook mijn muts deed ik van mijn hoofd vallen.

    Toen er niemand meer liep stopte het schieten.

    Ik lag ongeveer op een 50 tal m van de spoorlijn waarachter de Duitsers zaten. Ik hoorde een gekwetste roepen om hulp. Al liggende zag ik hem zitten, zijn gezicht vol bloed en een bebloede zakdoek met nog een wit uithoekje. Aan zijn stem herkende ik hem als een zekere Charles, een sergeant van de kazerne te Oostende.

    Als ik daar een tijd lag zag ik 300 m voor mij 2 man opspringen en het op een lopen zetten. Ze werden echter direct neergeschoten. De ene man draaide rond en viel op zijn rug.

    Even daarna hoorde ik voor ’t eerst in mijn leven Duits. De Duitsers liepen 2 aan 2 met telkens een spreiding van een 5 tal m. Achteraan volgde de officier.

    Mijn hart bonsde erg. Ik lag in een bietenveld met mijn aangezicht op de grond. Ze namen mijn geweer en sloegen er de kolf af voor mij. Ik dacht als ze mij doorboren met de bajonet zal ik het niet zien en ik zal vlug dood zij. Wat verder hadden ze het geweer uit de handen van een soldaat, op 30m afstand van mij, getrokken. Ze gaven hem ermee een zware slag op zijn hoofd.

    Als ze even voorbij waren hoorde ik Belgische soldaten schieten. De Duitsers knielden en schoten terug. Vlug hield het schieten op.

    Toen ik daar ongeveer een uur lag hoorde ik in de verte weer schieten.

    Ik richtte voorzichtig mijn hoofd op en zag nergens nog Duitsers. Er kwamen enkele burgers en nonnen die zochten naar gekwetsten. Een riep naar mij of ik gekwetst was? Ik vroeg direct of er nog Duitsers in de stad waren? “Neen, ze achtervolgen de Belgische soldaten.”

    Langs kleine straatjes liep ik Tienen binnen. Ik kwam aan een klein water waar hier en daar een ransel lag. Er kwam een burger en een non met een soldaat tussen hen in. Zijn hoofd was op zijn schouder gezakt. Zijn hoofd lag open door de slag met de kolf van een geweer. Ik kookte van woede. Moesten er Duitsers in de buurt zijn geweest ik zou op hen ingevlogen zijn, nochtans wetende dat men mij vlug zou geschoten hebben. Vrouwen die hem zagen begonnen te wenen. Men waste zijn wonde uit en bond een witte doek rond zijn hoofd. De burgerij was bang om mij onderdak te verschaffen. Gelukkig ontmoette ik een jong meisje van ongeveer 18 die mij zei dat ze een plaats wist om mij te verbergen. “Meneer, ga met mij mee.” We gingen door een klein poortje een kleuterschool binnen met bedden voor gekwetsten. Er lagen een drietal soldaten. Een zuster gaf mij een lekker kopje koffie want ik verging van de dorst. Ik waste mij, want ik had net 2 opeenvolgend dagen in een loopgracht gezeten in de hitte en was zwart van het stof. Ik sliep goed die nacht. Het was weken geleden dat ik nog in een bed geslapen had. ’s Morgens kreeg ik wit brood met boter. Ik at een klein broodje bijna geheel op. Te begrijpen want de voorbije drie dagen hadden wij bijna niet gegeten. Dan kwam er een burger zeggen dat de Duitsers in de stad op zoek waren naar verborgen soldaten.

    Uit het boek van Ruben Donvil. ‘Grimde Gedurende de namiddag was men ook in Grimde ten oosten van Tienen in gevechten verwikkeld geraakt. Bron: Les opérations de l’Armée belge pendant la Campagne: 1914-1918 67-71.                                                                           Vrijwel gelijksoortig en gelijktijdig met de gevechten tegen het 22ste Linieregiment zetten de Duitsers hun aanval in tegen het 3de bataljon van het 3de Linie. (III/3). Ze lieten de artillerie het voorbereidende werk doen en stuurden dan de infanterie om de resterende verzetshaarden uit de weg te ruimen. Iets voor 14u schoten de Duitse kanonnen een aantal granaten af in de richting van de Belgische stellingen aan het station van Grimde. Slachtoffers vielen er bij deze lichte beschieting niet. Kort daarna kon majoor Burguet van het III/3 de Duitse infanteristen al zien naderen. Het waren er nog meer dan hij gevreesd had en zijn bataljon zou het zeer moeilijk krijgen. Daar was de man zeker van.

    Vooral de peletons die het noordelijkst (ik zou denken het zuidelijkst, richting Bost, waar mijn vader zat) lagen, werden uiteindelijk hevig belaagd. De Duitsers leken zich te concentreren op het omsingelen van de Belgen. Daarbij verloor de majoor veel manschappen en enkele officieren. Generaal Baix gaf hem om 16u het bevel de strijd te staken en samen met de rest van de 1ste Divisie de terugtocht in te zetten via Kumtich naar Leuven. Tijdens het terugtrekken kwam het nog tot schermutselingen met vijandelijke cavalerie en infanterie, maar zonder veel schade aan te richten. De staf van generaal Baix had toen Kumtich al verlaten en was richting Leuven getrokken. Stilaan ebde de Belgische aanwezigheid weg en de stad Tienen werd aan de Duitsers gelaten.’

    De volgende dag, 19 augustus werd door de Duitsers omgeroepen en aangeplakt dat de mannen die weggestopt zaten zich moesten gevangen geven; dat alle wapens moesten ingeleverd worden.

    De zuster was bang mij daar als gezonde soldaat te houden. Ik zei haar dat ik mij niet wilde gevangen geven. Ze vroeg of ik schrik had van de Duitsers. Ik zei “Neen!”

    Er kwam een burger met een pak burgerkleren voor mij. De broek was veel te wijd. Ik bond hem toe met een koord. Ik kreeg een klein ondervest, een vest en een pet met een lange klep en een paar schoenen die veel te nauw waren aan de tippen. Ik verborg mijn soldatentenue onder de bussels in het houtkot.

    Daarna ging ik een luchtje scheppen.

    Overal vallen officieren met de revolver in de hand winkels en bakkerijen binnen en kopen chocolade, eieren enz. Sommigen betalen, maar de meesten geven een bon om na de oorlog te betalen. In de bakkerijen geven ze opdracht te bakken voor het leger. Op deur - en vensterplinten stond geschreven wanneer men klaar moest zijn.

    Op ieder huis was een wit vlaggetje uitgestoken.

    Hele regimenten Duitsers kwamen al zingend door de straten, de muziek op kop, allen zongen. Inwendig kookte ik van woede.

    Ik was nieuwsgierig om te weten hoeveel Duitsers we wel geschoten hadden. Maar Duitse soldaten trokken de wacht op.

    Ik werd door een Duitser afgesnauwd. Ik kon wel naar de loopgracht waar ik geschoten had. Daar vond ik mijn makker terug die niet had willen lopen. Hij had een kogel in het hoofd gekregen. Woede welde in mij op. Daarna ging ik mijn ransel zoeken en haalde er het pak chocolade uit. Vervolgens bezocht ik de plaats waar ik mij had dood gebaard. Er lagen 29 soldaten. (Ik vond Vandersteen van Anderlecht, iemand die ik goed kende. Verderop lag commandant Syders. Zijn revolver en sabel waren weg. Hij had nog wel de 2 gouden ringen aan zijn vingers. Nog verderop in een laagte lagen 4 soldaten in een elzenkant met hun armen omhoog, doodgestoken met de bajonet. Het waren de mannen die eerst nog hadden geschoten. Weer welde woede in mij op.

    Ik keerde terug en zag in ’t voorbijgaan dat de 2 gouden ringen van commandant Syders reeds gestolen waren door burgers.

    Wat verder zag ik gekwetste Duitse soldaten die met een boerenwagen naar Tienen werden gebracht.

    Ik zag daarna 3 mannen en een burgerwacht. Ze gingen de gesneuvelde Belgische soldaten ophalen.

    Er passeerden afgedekte kanonnen. Ze waren van zwaar kaliber. Bij burgers die wisten dat ik een soldaat was kreeg ik erwtensoep. Ik ging weer op weg en een vrouw die mij ook als soldaat herkende zei dat zij een huis wist met een Belgische commandant. De vrouw van het huis zei dat dit een vals gerucht was. Ik trok verder naar de burgemeester van Bost voor een vrijgeleide. Maar deze zei “Ik mag dat niet geven zonder toelating van de Duitsers.” Ik vroeg hem waar de Belgische soldaten zaten. Hij wist het niet.

    Daarna trok ik weer Tienen binnen.

    Op de grote markt zag ik 12 gevangengenomen soldaten van het tweede, begeleid door Duitsers. Herbergiersters kwamen toegelopen met glazen bier. De soldaten waren content en opgeruimd. Ik dacht bij mezelf “Ik zou niet graag in hun plaats zijn”.

    Het begon donker te worden. Er was afgesproken, als ik niets anders vond, dat ik ’s avonds weer mocht gaan slapen in dat schooltje. Ik moest wachten tot het donker werd. Maar ik mocht niet aankloppen als er Duitsers in de buurt waren.

    Ik klopte volgens afspraak driemaal op het poortje en de zuster liet mij binnen. Ik heb die nacht ook gerust geslapen. ’s Morgens weer goed gegeten voor ik op stap ging.

    Buiten de poorten ontmoet ik een burger die mij zegt dat de Belgen nog in Diest waren. Ik was wantrouwig geworden wat Tienen betrof want de vrouwen zegden “Dat is een soldaat geweest”. Bijgevolg was het niet goed daar nog langer te verblijven. Ik vroeg hem de weg en langs smalle voetwegels trok ik op weg naar Diest er zorg voor dragend de grote banen te mijden. Onderweg zag ik hier en daar ransels en geweren liggen en zelfs een livrei van het 2de Linieregiment. Hier en daar was een huis afgebrand.

    Ik denk dat het wel 6 uren ver was.

    (Tienen- Diest is ongeveer 25 km. In mijn vaders tijd rekende men de afstand nog in uren stappen. Toe nik nog klein was heb ik hem herhaalde keren horen zeggen “ Van ons hier in Ichtegem is het 4u gaan, zowel naar Oostende als naar Brugge.)

    Als ik op een kilometer van Diest gekomen ben, zie ik in de verte ganse kolonnes Duitsers. Ik keerde op mijn stappen terug en kwam verderop aan de baan Diest Aarschot. Daar ontmoet ik een burger. Ik vroeg hem waar de Belgische soldaten waren. Hij antwoordde mij dat allen teruggetrokken waren naar de stad Antwerpen. Ik vroeg hem aanstonds de richting naar Lier en waarlangs ik het best kon gaan. Hij tekende een kaart op een klein briefje en zei mij dat ik naar Betekom moest gaan en daar de Demer oversteken. Hij tekende de wegen die ik moest volgen. Daarmee kon ik goed de weg vinden.

    Ik overnachtte in een schuur. ’s Anderendaags had ik honger, maar was te beschaamd om een boterham te vragen. Op den duur moest ik het wel doen. Ik wilde betalen, maar de burgers wilden niets.

    Ik ging weer verder en kwam in O.L. Vrouw Tielt (nu deelgemeente van de fusiegemeente Tielt-Winge). Ik kwam er weer in contact met burgers en daar ik overal over mijn toestand vertelde, hadden zij medelijden met mij. Ik vroeg om wat te werken om alles wat uit mijn hoofd te zetten. In de namiddag ging ik haver binden.

    Daar ik zolang gestapt had waren mijn voeten gezwollen en vol blaren. Mijn schoenen waren veel te nauw. Ik deed een paar klompen aan. Die mensen gaven mij hun adres en ik overnachtte daar in een schoon bed.

    ’s Anderdaags ging ik weer op weg en kwam in Rillaar. Daar zag ik alleen vrouwen en kinderen. De mannen zaten verborgen. Ik kwam er terecht bij de burgemeester. Het was een reeds bejaarde man.

    Ik kreeg er eten. Ik vertelde hem dat ik een soldaat was van het 3de linieregiment, in de slag had gezeten bij Tienen en mij dood gebaard had. Ik vertelde hem dat ik absoluut terug naar het Belgisch leger wou om verder te vechten.

    De burgemeester zei “Jongen je hebt al je plicht gedaan, ga niet weer op weg. De Duitsers schieten op al de mannen die ze zien. Er zijn al 7 burgers van mijn gemeente doodgeschoten. In Aarschot zijn 91 mannen doodgeschoten, waaronder de burgemeester en zijn zoon. Zijn dochter en zijn vrouw hadden kunnen vluchten.” Hij vertelde me dat hij samen met zijn vrouw en vele dorpsgenoten 24u in de kerk was opgesloten geweest. “’t is afgrijselijk zulke schrikkelijke tijden te beleven. Als ge in hun handen valt zult ge gedood worden. De oorlog zal niet lang duren. Ga tijdelijk werk zoeken bij een boer in Wallonië.”

    Later zal ik vernemen wat er te Aarschot op 19 augustus gebeurd is. De aanvoerder Generaal-Majoor Stenger wordt door eigen huurling- soldaten doodgeschoten. Er volgen represailles waarbij o.m. de burgemeester wordt gefusilleerd en nog een aantal burgers.                                                  Balans voor de stad van de Duitse inval: 480 huizen zijn afgebrand, 180 burgers zijn omgekomen.

    Op 25 augustus 1914 doden de Duitsers in Leuven 218 burgers en branden ze de stad gedeeltelijk plat. Koning Albert I organiseert een uitval naar Haacht en het Duitse garnizoen is even van zijn stuk gebracht. 's Avonds komt het Duitse bevel Leuven te vernietigen. De Duitse troepen zetten vele eeuwenoude gebouwen (o.a. de universiteitsbibliotheek) in brand en gijzelen de inwoners. 173 Leuvenaars worden gefusilleerd.

    Ik wou toch weer op de weg er zorg voor dragend Aarschot te vermijden. Ik kwam in een wijk en de vrouwen zegden mij dat ik zou geschoten worden. Toch wou ik mijn gedacht verder uitwerken. Ik naderde de molen van Gelrode, 300m van de grote baan Aarschot-Leuven. Die baan zou ik een 400tal m moeten volgen tot de weg naar Betekom.

    Toen ik van de molenberg uitkeek naar de baan zag ik de Duitsers die lagen te rusten langs de baan. De officieren zaten op een stoel. Gelukkig had men mij niet gezien. Ik keerde terug en kwam op een gehucht. Vrouwen, kinderen en ouderlingen stonden daar buiten. Al de jongelingen, naar ik vernam, zaten verscholen in bossen en op andere ongenaakbare plaatsen. Ze hoorden mij graag klappen en zegden “Gij zijt uit de Vlaanders”. Ze vroegen mij bij hen te blijven daar ze bang waren. Een weduwe, wier man was doodgeschoten wou mij absoluut houden.

    Plots begonnen Duitsers met een mitrailleur te schieten. De mensen vluchtten de velden in en ik liep achterna. Ik heb die avond bij een boer gegeten en geslapen op de hooizolder.

    ’s Anderendaags, nadat ik wat gegeten had, trok ik opnieuw naar de grote baan. Onderweg ontmoette ik een man van rond de 30. Hij vertelde dat hij opgesloten was geweest in een kerk maar dat ze hem geen tweede keer te pakken zouden krijgen.

    Ik vroeg hem of er nog Duitsers waren op de grote baan. Hij zei dat hij er twee gezien had per fiets. Van twee Duitsers had ik geen schrik. Gelrode lag gans verlaten. De Duitsers hadden er lelijk huis gehouden. Hier en daar lagen nog resten van varkens.

    Ik moest een eind langs de grote baan. Achter mij kwam een Duitser per fiets uit de richting Aarschot. Hij sprong van zijn fiets met de revolver in de hand. Ik nam mijn muts af. Hij sprak goed Nederlands en vroeg mij vanwaar ik kwam. Ik zei hem dat ik van de koolmijnen van Charleroi kwam en naar huis toog.

    Dan vroeg hij mij waar ik woonde. “Ik antwoordde hem: “ Ik ga naar huis, naar Mechelen.” Hij vroeg mij nog of ik Duitse soldaten gezien had. “Twee” zei ik.

    Hij taste mijn kleren af en haalde er twee briefjes uit van mensen die mij onderdak hadden verschaft. Na wat uitleg gaf hij ze mij terug. Ik had ook nog een portemonnee met wat geld. Hij liet die zitten, stak zijn revolver weg en zei “Ik ga terug naar mijn soldaten in Aarschot.”

    Ik zette mijn pet op en vervolgde de grote baan richting Leuven.

    Aan het kruispunt met de weg naar Betekom was de wegwijzer met teer uitgeveegd en aan iedere vleugel hadden de Duitsers tot spot een ransel gehangen.

    De 6 huizen daar waren afgebrand.

    Op weg naar Betekom hoorde ik een geweldige knal. Ik dacht een kanonschot. Ik ging door. Even verder werden er vanuit het bos door Duitsers 3 schoten op mij gelost. Ik hoorde de kogels fluiten. Onverstoorbaar ging ik verder. Ik liep geen stap. Een onnozelaar moeten zij gedacht hebben en schoten niet meer.

    Dichter bij de Demer zag ik opeens 12 Duitsers lopen die gingen schuilen achter de muur van het kasteel.

    Een man stond voor zijn deur. Hij zei mij dat de Duitsers al 3x geprobeerd hadden de brug over de Demer te laten springen, maar dat hun pogingen mislukten.

    Plots weer een harde knal. Ik ging mee naar binnen en at er een bord soep en aardappelen.

    De Duitsers kwamen met twee stootkarren voorbij. Toen ze weg waren trokken wij naar het kasteel.

    Er waren schietgaten in de muren gekapt en het stonk naar de paarden die er gestaan hadden. Het lag er vol lege flessen, chocoladepapier en resten van geplunderde waren.

    De brug was nu wel degelijk vernield. Met de man ging ik terug naar het kasteel en we vonden er een lange ladder en wat planken.

    We lieten de ladder over de Demer zakken. De man ging erover en ik kroop hem achterna. De ladder zwiepte geweldig in het water. Ik werd nat aan armen en knieën en was echt bang. Ik vreesde te verdrinken.

    Meerdere bewoners kwamen naar de vernielde brug kijken.

    Ik was nu in de provincie Antwerpen, nog onbezet gebied. Ondertussen kwam ik in het gezelschap van 3 mannen die naar vrouw en kinderen te Antwerpen gingen. Ik sloot mij bij hen aan. Wat verder was er militaire controle. De mannen toonden hun papieren; ik had er geen maar ze lieten mij ongemoeid.

    In de provincie Antwerpen reden nog treinen en trams.

    Ik kwam in contact met een Frans Van Heester van Hamme. Hij was van het 6de linie. Hij had geen cent meer op zak. We gingen naar het station en vroegen een ticket voor Dendermonde. Daar we geen papieren konden tonen werden we eerst afgewezen, maar na veel palaveren kregen we toch een ticket. Ik betaalde voor elk 4,40 BF. Bij de aankomst in Lier was er weer paspoortcontrole. Beiden zonder papieren. Een Waalse korporaal commandeerde “Bajonet au canon!” Ze hielden ons in bedwang op de wagon. Er kwam een man bij van de Garde Civil. Hij ondervroeg ons. Frans kon goed liegen. Hij vertelde dat wij in de oogst hadden gewerkt in de streek van Tienen en waren gaan lopen voor de Duitsers en alles achtergelaten hadden. Hij haalde het adresje dat ik hem van te voren had gegeven en toonde dit aan de man. Het werkte overtuigend en wij konden onze reis verder zetten. Te Hemiksem stapten we over op de trein naar Dendermonde.

    ’t Was zondag en we hadden verschrikkelijke dorst. Frans wist waar ze in grote kannen met 2 oren bier verkochten. We pakten elk 2 ferme pinten en gingen op weg naar zijn thuis te Hamme. In een café onderweg waar er nog licht brandde, dronken we nog een pint en kwamen rond middernacht bij Frans thuis aan.

    Frans klopte op de deur. Zijn moeder riep “Wie is daar” ? “Ik ben het, Frans.” Iedereen , broers en zusters schoten wakker en kwamen naar beneden in ondergoed. Bij de mannen waren dit hemden met lange slippen. Iedereen weende wel 10 minuten lang..                                                                                        Frans vertelde zijn lotgevallen, hoe hij zich verstopt had onder braamstruiken bij Aarschot. Duitsers hadden naast hem gelopen, doch hadden hem niet opgemerkt. Ik troostte de wenende Frans; “Dat is al lang voorbij.”

    Vooraleer te gaan slapen werd er nog stevig gegeten. Men gaf mij 5BF voor wat ik had voorgeschoten. Die nacht heb ik voor de eerste maal op een verenmatras geslapen.

    Ik schreef een brief naar huis en dat ik zo gevaren had omdat ik eerst niet wilde lopen.

    Frans trok naar het depot van de 6de linie en ik naar dit van de 3de linie te Sint-Niklaas. Ze waren juist verplaatst naar Hemiksem. Een oude commandant gaf mij een briefje om gratis met de trein te reizen.

    Te Hemiksem ging ik naar het depot voor soldatenkleren en een geweer. Daar werd ik door de 2 officieren en 2 onderofficieren uitgescholden dat ik een landverrader was, gaan lopen was en de dood met de kogel verdiende. Ze beweerden dat ik mijn makkers in de steek had gelaten en naar huis was gelopen. Ik moest zwijgen. Toch kreeg ik geweer en tenue.

    Ik moest mijn regiment vervoegen te Lier; maar onderweg vernam ik dat ze in de streek van Mechelen lagen. Mijn oude compagnie bestond niet meer. Ik kwam nu bij compagnie 1-2 (voordien bij compagnie 1-4) onder commandant William. Langs de Zenne rukten we op naar Zemst. Met 4 man werd ik op verkenning gestuurd. Een korporaal liep als eerste. Ik volgde als tweede.

    We liepen aan de kant van een straat langs de Zenne. Opeens werden we beschoten. We doken achter de populieren naast de weg. Men schoot door een klein vensterke vanuit een huis op een 300 m. Het schieten hield op. Ik kroop tot bij de korporaal.

    Opeens kwam er een man met een emmer tevoorschijn van terzijde van het huis. Hij keek in onze richting en verdween terug. Ondertussen kwam een derde man tot bij ons gekropen. De korporaal gaf hem de opdracht de commandant te gaan zeggen dat er een burger uit een huis kwam van waaruit men geschoten had. Hij kwam terug met de boodschap dat we moesten schieten op die man als hij zich terug vertoonde. Wat later kwam de man weer kijken met zijn emmer. De korporaal lag links van de boom; ik rechts. De korporaal zei ”Ik tel tot 3 en dan schieten wij. De man sloeg omver en wij hoorden zijn emmer tegen de kasseien kletsen. Daarop sprongen 12 Duitsers uit het huis. Wij schoten, echter zonder te raken. Ze verdwenen in een lager gelegen gebied. Wij liepen naar het huis en kropen door dat vensterke. We troffen er een kuip karnemelk, een zak met sardineblikjes en een 10tal graafschoppen. We gingen naar de man kijken die we geschoten hadden. Hij had soldatenlaarzen aan, een pet op en over zijn uniform had hij een vest aangetrokken. Het was al een oudere man. We gingen verder naar de laagte, waar we de Duitsers hadden zien verdwijnen.

    De mannen van onze compagnie waren intussen aangekomen. Tussen de bonenstaken werd een loopgracht gegraven. We kregen het bevel “Bajonet au canon!”

    Achter het huis werd een batterij in stelling gebracht, bestaande uit vier lichte stukken, een 50 tal m achter ons.

    Opeens bemerkte ik op een 100 tal m voor ons 3 mannen in Belgisch uniform met het geweer op de schouder. Hoogst waarschijnlijk Duitsers, maar we mochten niet schieten. Als wij op verkenning gingen hadden wij altijd het geweer in de hand. Nog verder werden door de Duitsers huizen in brand gestoken.

    Kort daarop volgde een geweldig kanonvuur. Stukken boonstaken vlogen om ons heen. Obussen kwamen huilend neer. Onze kanonnen antwoordden niet. De kruinen van de populieren werden afgeschoten. Brokstukken vielen overal neer. Er was een kanon dat voortdurend naar een plaats op de Zennedijk schoot. Er ontstond een bres en onze loopgracht liep onder. We schoven een eind verder om ons opnieuw in te graven. Dan kwam het bevel om ons terug te trekken. De commandant leidde ons naar een bosje; maar ook hier werden we geweldig gebombardeerd. Opnieuw trokken we achteruit tot achter de berm van de spoorlijn naar Mechelen en dan verder tot De Zenne.

    Het begon te stortregenen en we werden allemaal doornat die avond. Er kwam een ruiter te paard. In het donker sukkelde hij echter in de vaart. Wij hoorden geplons en liepen er naartoe. Het paard kwam eruit maar van de man was geen spoor meer te bekennen.

    ’s Anderdaags in de voormiddag kwamen we in Mechelen naar een vroegere school voor officieren. Er werd gekookt op een veldkeuken die men veroverd had op de Duitsers.

    Een paar dagen later trokken we als versterking naar het fort van Walem. Er was daar een redoute, een diepe loopgracht, overdekt met boomstammen. We schuilden daaronder als de Duitsers bombardeerden.

    ’s Avonds werd bevolen terug te gaan naar een gebied tussen het fort en de stad Mechelen.

    We kwamen aan een kasteel. Onze compagnie vatte post achter een kleine waterloop. Ik en Isidoor Neirynck van Kortemark-Elle zaten links van de compagnie aan de zijkant. We vatten post achter een dikke populier. We hielden daar de wacht op een 20tal m van de andere soldaten. Schieten mochten we niet om onze ligging niet te verraden.

    We zagen Duitsers naderen. Het was halfdonker. De tweede volgde op een 5 tal m van de eerste. Ze kropen langs een lage gracht en naderden tot aan de andere kant van de waterloop waarachter wij lagen, een 5 tal m voor ons. Isidoor kroop dit melden, maar werd met een snauw teruggestuurd. Wat later bemerkten we een aantal Duitsers op 30 m afstand op één knie geknield. Ze begonnen te schieten. Wij schoten alsmaar terug, 4 u aan een stuk. We trokken ons niets aan van de sergeant die riep: Cessez le feu!”.

    ’s Anderendaags werd er een huis niet ver voor ons helemaal plat geschoten. Eerst dacht ik dat het door geschut uit het fort kwam maar al vlug beseften we dat een Duits kanon van zwaar kaliber naar het fort van Walem schoot. Een tweede schot was er al dichter bij. ’s Namiddags viel er een obus vlak in een luchtkoker van het fort en drong door tot in het kruitmagazijn. Op de ontploffing volgde een hoge rookzuil.

    Later hoorde ik zeggen dat er 75 man verbrand waren.

    Daarna trokken we achteruit naar de redoute, de loopgracht die ik reeds vermeldde. In een krant las ik dat nog steeds 2 forten van Luik stand hielden.

    Tot mijn verwondering begonnen de Duitsers opnieuw het fort te beschieten. Er viel een obus vlak achter onze schuilplaats. De beschieting hield maar niet op, telkens met 2-3 minuten tussenpoos met zware kalibers.

    We kregen het bevel van 3 per 3 terug te trekken. Hier en daar waren de laagten onder water gelopen. We liepen langs een overstroomde vlakte. Een obus had een bres geslagen in de dijk. De geul vergrootte zienderogen. We moesten erdoor om de andere kant te bereiken. Ik zag 2 soldaten meegesleurd worden. Gelukkig was het water niet te diep en zij konden zich redden. Ik greep een elzentak vast en kon zonder erg passeren.

    Even verder hoorde ik een obus huilend aankomen. Die zou dichtbij inslaan. Ik liet mij vallen en een 20 tal m rechts van mij sloeg de obus in. Ik werd overdekt met slijk. Ik was als het ware aan de grond geplakt met een groot gewicht modder op mij.

    Daarna ging ik verder, moe en gans beslijkt. Ik kwam de kolonel van het 2de regiment tegen. Die vroeg mij naar commandant Turck. Ik zei dat die als laatste bleef in de loopgracht die we net verlaten hadden.

    Daarna trok ik voorbij het dorp Walem de Nete over. Een eindje verder ontmoette ik een gekwetste soldaat die door een aalmoezenier verzorgd werd. Deze laatste had de man achteruit gebracht.

    Aan een fabriek lagen veel doden. We verzamelden terug in een dorp. Men liet een kabelballon op. Die werd beschoten en men haalde die weer naar beneden.

    We waren daar toen de klasse van 14 er aankwam, beladen met schoppen, spaden, zagen en bijlen en allerhande gerief om loopgraven te graven.

    Wij trokken verder richting Antwerpen.

    Dan kwam onze majoor, die dienst deed als kolonel, zeggen dat we ’s anderendaags zouden trachten de forten van Duffel, Sint- Kathelijne –Waver en Walem te heroveren.

    We trokken terug over de Nete en kwamen in een degelijke loopgracht. Voor ons was het afgespannen met prikkeldraad. ’s Avonds bij het donkeren zagen we Duitsers die al schietend naderden. Ik mikte op de vuurmondjes.

    ’s Anderendaags zag ik nu en dan Duitsers uit huizen komen op een 500m voor ons. Ze kwamen naar ons. Mijn geweer lag in goede stelling op de boord van de loopgracht en bij ieder schot zag ik een soldaat vallen. De Duitsers kwamen al maar dichter. Ik ging langs de loopgracht kijken. Bij een licht kanon lagen vier doden, verder zag ik niemand meer. Op het einde van de loopgracht lagen 4 doden. Van alle kanten werd er geschoten. Ik liep terug de andere kant op en liep er Isidoor Neirynck op het lijf, die riep: “Jules we moeten eruit aan de kant vanwaar je komt. De Duitsers zitten al in de loopgracht. Ik heb juist een Duitser geschoten op 10 m van mij.”. Hij neemt zijn aanloop en springt over de 4 doden. Een mitrailleur begint te ratelen en als die stopt is het mijn beurt om over de doden te springen. Ik genaakte haast geen grond en kon wegduiken aan de overkant van de baan. Weer schoot de mitrailleur, doch ik was ook buiten schot. Ik was de laatste die levend uit de loopgracht kwam.

    Ik kwam terug aan de Nete. Daar waren onze soldaten. De brug over de Nete was gesprongen. Met een bootje werden wij overgezet. Sommigen kropen over de doorhangende sporen van de tramlijn naar de overkant.

    We werden weer verzameld en naar een andere loopgracht gebracht achter de Nete. ’s Nachts ontstonden er grote branden in fabrieken.

    Uit de verte schoten de Duitsers en wij vuurden blindelings terug. Tegen middernacht kregen we het bevel ons in stilte terug te trekken richting Antwerpen.

    Te Antwerpen had men over de Schelde een brug gelegd van schepen verbonden met planken. We trokken er ’s nachts (6 op 7 oktober 1914) over en marcheerden tot het krieken van de dag. Dan verstopten we ons in stallen en schuren. Als het donker was gingen we weer op stap richting Sint- Niklaas waar we tegen de morgen aankwamen.

    We werden er op de trein gezet en spoorden over Gent en Brugge tot Oostende. We kwamen er ’s namiddags aan en trokken op stap naar Vlissegem waar we gingen legeren. Na een drietal dagen zakten we af naar Roksem. Luitenant Demets vroeg mannen van goede wil om op verkenning te gaan. Hij maakte ons wijs dat 80 Duitsers zich in het bos van Bekegem schuil hielden. Ze hadden geen wapens naar hij vertelde. Ze waren verslagen aan de Marne en waren gaan lopen, waarbij ze hun wapens achterlieten. We trokken er met z’n vieren op af. We vroegen aan de mensen of ze Duitsers gezien hadden; want de luitenant had er ook bij verteld dat zij uit het bos kwamen op zoek naar voedsel.

    De mensen gaapten ons ongelovig aan. Niemand had iets gezien. Toch trokken we voorzichtig het bos in, maar moesten van lieverlede zonder iemand gezien te hebben naar Roksem terugkeren.

    ’s Anderendaags gingen we in een ruk op stap naar De Ijzer; over Westkerke, naast Gistel, over Zevekote, Zande, Schore tot Schoorbakke, achter De Ijzer.

     









    28-01-2015, 00:00 geschreven door Daan

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Archief per week
  • 06/04-12/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!