Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
11-05-2015
VERVOLG 2
VERVOLG 2
Jezuietenkerk
De groep
Idem
Lunes de Aguas, volksfeest bij de rivier
Veel volk bij de Romaanse brug
Ook aan de andedre kant
Volk
Zicht op de kathedralen: links de nieuwe; rechts de oude
Als ik in de moestuin sta treffen mij steeds vooral de verticale lijnen.
Ik had dit keer vooral oog voor de verschillende populieren. Mijn eerste aanplant hier was het in de grond steken van een tak van de voor de verkoop gerooide populieren (april 1962). Dit is op 1 mei de populier die nog bladloos staat. Op die plaats is er veel wortelconcurentie van andere bomen. De populier links, reeds goed in het blad, is een Gelrica.
Uiterst links staat de dikste boom, een Robusta, als tak in de grond gestoken in het vroege voorjaar van 1963. Een tijd kon die boom ongestoord groeien en had geen last van de in de herfst 1962, net voor de lange vrieskou van 1962-1963 aangeplante beukenhaag. Nu is het een hoge rode beukenheg, nimmer gesnoeid. Ik weet nog dat na die formidabele winter – in Wijnegem lag bv het Albertkanaal toegevroren - enkel 2 beukjes de winter niet overleefd hadden.
FOTO’S
De nog bladloze populier van de eerste aanplant. Welke populier zou dit kunnen zijn? Een Zwarte?
De populieren op een rij: uiterst rechts, nauwelijks te zien, de nog bladerloze eerste aanplant, dan Gelrica en links de Robusta.
Op de generatieboom met zijn zestien rassen: veertien eigen kleikinderen, 2 aangetrouwde. In de top moet de Dumelow’s Seedling nog uitlopen. Erachter is de rode beuk te ziien.
Nu van een andere kant: links de Marie Joseph d’Otthee (Ijzerappel); rechts Dumelow’s Seedling. Beiden zeer late uitlopers.
Links Eduard VII, een late, dual purpose, Engelse appel. In mijn geboortejaar 1935 was in Engeland veel vorstschade, maar niet bij dit ras. Ernaast Ashmeads’ Kernel, bewaarappel met een uitstekende smaak.
De Brabantse Bellefleur (?) staat nog bladloosTopaz links: volle bloei De Rode Bonheider begint pas.
Ook de Franse Bellefleur staat nog bladloos.
Dit is de uitbundige bloei van de Reinette de Flandre, een bruine, Rabauachtifge uit Frans Vlaanderen.
In de knap gerestaureerde, grote pastorij van Zaffelare.
Eerst krijgen we een uiteenzetting over het ontstaan van de sierteeelt in het Gentse. Te Zaffelare is Charles Vuylsteke (1844-1927) hovenier op het kasteel. Hij slaagt erin hybride orchideën te kweken en vestigt het eerste sierteeltbedrijf. We krijgen uitleg over de verzorging. Slechts eenmaal per week water geven. De uitgebloeide plant een tijd op een koelere plaats zetten voor nieuwe bloemaanleg. Buiten wordt gedemonstreerd hoe azaleas gezaaid en verspeend werden. We zien de werktuigen en machines die gebruikt werden in de sierteeld. Aanpalend zien we de vele planten op een sierteeltbedrijf.
Na het middagmaal in de Breughel rijden we naar het Mou, Museum Oudenaarde in het stadhuis. Mij interesseerden de oude wandtapijten, waarin Oudenaarde een belangrijk aandeel had. In de hoogste regionen was nog kostbaar zilverwerk te zien.
Vervolgens naar de artisanale suikerbakker Jan Van Gent, een meer dan 200 jarig familibedrijf. We woonden het tot stand komen van de Lekkies bij.
Gisteren en vandaag voor de eerste maal op Vrieselhof te Oelegem.
VELT verzorgde de restauratie tegen het kasteel. We waren er met de moestuingroep van Velt Voorkempen. De algemene Veltstand en deze van Velt Schoten met de compoststand van Guy Augustijns lagen wat ongelukkig midden het plein, zonder aansluiting met de rondgang. Dit is op te lossen door de standen te verplaatsen met aansluiting tegen de rondgang en een nevenpad met nog enkele standen te creëren naar het kasteel.
In het kasteel animeerde op zijn formidale manier Johan Baecke de stand van de Nationale Boomgaardenstichting.
Foto’s
Ik schafte er een hoogsnoeier aan. Als je 80 bent moet je nog voorzichtiger zijn met ladders!
Verder ontdekte ik er de ‘Eulegoemse’, een bier ontwikkeld door een Oelegemse bieramateur. Een zeer geslaagd, hoppig bier. Wordt nu gebrouwen door de brouwerij Pirlot te Zandhoven.
In mijn eigen dorp heeft een kleinzoon van de verdwenen Halse brouwerij - naar een recept van grootvader brouwer- de ‘Tuimelaar’ nieuw leven ingeblazen. Die heb ik nog niet kunnen proeven.
Na doe-het-zelfzaak Hubo maakt ook AVEVE schaamteloos promotie voor gevaarlijke en krachtige onkruidbestrijders. ‘Onaanvaardbaar’, reageert Velt. ‘We vragen de onmiddellijke stopzetting van deze actie. Zeker na de recente studie van de Wereldgezondheidsorganisatie die glyfosaat als ‘potentieel kankerverwekkend’ beoordeelt.’
Je kan haast niet naast de promotie van AVEVE voor KB Weedol Super kijken. Op haar website en in haar folder prijst de keten van tuincentra de ‘totale onkruidbestrijder met zeer lange nawerking’ aan en biedt het een korting bij aankoop van twee stuks. ‘Onbegrijpelijk dat AVEVE haar klanten aanspoort om zulke producten te kopen’, vindt Velt. ‘Het bevat o.a. glyfosaat dat recent in een studie van de Wereldgezondheidsorganisatie als ‘potentieel kankerverwekkend’ werd beoordeeld.’
Gevaarlijk voor mens én milieu
KB Weedol Super bevat twee actieve stoffen – glyfosaat (250 g/l) en diflufenican (40 g/l) – en wordt door de Belgische overheid als ‘milieugevaarlijk’ bestempeld. Bovendien is het verboden om dit product te gebruiken op oppervlakten die op minder dan 10 meter liggen van oppervlaktewaters (zoals beken, sloten en vijvers) of riolen. En liggen de meeste opritten niet dicht bij de straat, langs de afwatering? Tegelijkertijd geldt sinds 1 januari 2015 het verbod in Vlaanderen – ook voor particulieren – om herbiciden te gebruiken op hun stoep.
‘Sla een voorraad in!’
AVEVE stelt: ‘Verlaat ons assortiment: op = op. Promotie vanaf 29 april t.e.m. 9 mei of zolang de voorraad strekt.’ De consument aansporen tot hamsteren met vergif is een bedenkelijke commerciële strategie. Tuincentra mogen dit product nog aanbieden aan particulieren tot 31 oktober 2015. Daarna is het gedaan: de officiële erkenning voor KB Weedol Super wordt niet meer verlengd.
Ze zouden hun klanten en het leefmilieu een dienst bewijzen door deze producten meteen uit de rekken te nemen, in plaats van er nog rap munt uit te slaan. Van AVEVE hadden we meer burgerzin verwacht! .
Brede coalitie eist verbod op gebruik van glyfosaathoudende producten
Net vandaag overhandigden verschillende organisaties, waaronder Velt, een brief aan minister van Volksgezondheid, Maggie De Block, en aan minister van Landbouw, Willy Borsus, voor een verbod op het gebruik van glyfosaathoudende producten buiten de landbouw en om het gebruik in de landbouw te evalueren. Ook kreeg de retail een brief met de duidelijke vraag om stappen te ondernemen om het gebruik van glyfosaat door particulieren te ontmoedigen.
Jammer dat ook bij Aveve commercie voor milieu en een duurzame aarde gaat. Je zou anders verwachten van een organisatie die het moet hebben van een gezonde aarde. En nu maar weer hopen dat de burgers hun verantwoordelijkheid nemen, dat is tenslotte het standpunt van onze politiek.....het zal er eerder toe leiden dat deze burgers een voorraad inslaan, om dat het goedkoop is. Om hopeloos van te worden.
Door Paula Corsten (niet gecontroleerd) op do, 30/04/2015 - 13:32
Velt kritisch voor AVEVE: ‘Stop de promotie van gevaarlijke pesticiden’
Na doe-het-zelfzaak Hubo maakt ook AVEVE schaamteloos promotie voor gevaarlijke en krachtige onkruidbestrijders. ‘Onaanvaardbaar’, reageert Velt. ‘We vragen de onmiddellijke stopzetting van deze actie. Zeker na de recente studie van de Wereldgezondheidsorganisatie die glyfosaat als ‘potentieel kankerverwekkend’ beoordeelt.’
Je kan haast niet naast de promotie van AVEVE voor KB Weedol Super kijken. Op haar website en in haar folder prijst de keten van tuincentra de ‘totale onkruidbestrijder met zeer lange nawerking’ aan en biedt het een korting bij aankoop van twee stuks. ‘Onbegrijpelijk dat AVEVE haar klanten aanspoort om zulke producten te kopen’, vindt Velt. ‘Het bevat o.a. glyfosaat dat recent in een studie van de Wereldgezondheidsorganisatie als ‘potentieel kankerverwekkend’ werd beoordeeld.’
Nu zie je zeer duidelijk de kankertakjes: geen blaadjes.
Een geschikt moment, want anders kunnen ze verder kankersporen blijven uitstoten.
De meeste takjes knipte ik op de Ashmeads Kernel, een oud Engels ras, maar een van de best smakende en tot na de winter bewarende appels. Het ras is zeker niet al te kankergevoelig, zeker niet als je de kleine besmettingshaarden tijdig wegknipt.
Toen we hier 53 jaar terug kwamen wonen, groeide rond het huis geen sprietje gras. Als West-Vlaming leek voor mij zand in De Kempen een normale zaak. Eerst had ik niet door dat dit het gevolg was nan het gebruik van totale onkruidverdelgers. In de grond staken ook veel stenen van vroegere verbouwingen en ik plande al om deze eerst te verwijderen vooraleer gras te zaaien. Zover is het echter nooit gekomen.
Pioniersplanten verschenen en het gras kwam terug.
Toen we VELT vzw gesticht hadden en we hier vergaderden met Jozef Ratinckx, voorzitter en tuinarchitect verwonderde hij zich steeds over de kwaliteitsgrasmat. Nooit is er bemesting.
In het voorjaar verschijnen talrijke madeliefjes. Pas binnen een tweetal weken, wanneer het traaggroeiend gras de madeliefjes begint te overweldigen mag de grasmaaier zijn werk doen.
Voor het effenen van de geploegde grond heb ik weer gebruik gemaakt van de oude haak. Te Ichtegem noemde wij die ‘viertander’, met 4 tanden dus. Deze haak heeft er 7, een ‘zeventander’. Ik weet niet meer hoe ik die in bezit heb gekregen. Gisteren brak de steel. Voor een nieuwe ging ik naar de steeldraaier te Viersel, nog een echte vakman en wellicht vrij zeldzaam in zijn vak. De stielman vond het een degelijk gereedschap dat niet meer gemaakt wordt.
Ik hak er de resterende onkruiden mee los en met de haak omgekeerd klop ik er de aarde uit en verder de kluiten kapot. De zwaardere kop is hiervoor zeer geschikt. Het gereedschap is beslist niet zwaar. Je werkt er gemakkelijk mee.
Ook Carolina blijkt een vroege bloeier. Het is een gezond groeiend ras dat een tiental jaar terug vooral aangeplant werd door bio-telers in West-europa. H’et is een prachtig gekleurde, grote, lekkere appel, rijp begin september en bewaart enkele weken.
In een gezinstuin zal men er plezier aan beleven. Maar je kan niet alle gaven hebben. Ik heb vatbaarheid voor kanker vastgesteld. Dan is het zaak de aangetaste tak direct af te knippen en te verbranden.
Carolina is een appel van de Bio-dynamische fruitteler Marc Vanderwal uit Nederlands Limburg. Ik heb hem nog bloesem met stuifmeel van Reinette Hernaut bezorgd. Toen we hem bezochten in 2006 had hij een nieuwe appel in ontwikkeling, doch ik heb er verder niets meer over gehoord.
Foto’s (eveneens 22/4)
Carolina
Rode Gravenstein; was niet zogoed te zienop de blog gisteren.
Deze week terug thuis na mijn laatste taalvacantie Spaans te Salamanca. Tot mijn genoegen gezien dat Marcel vorige week de tuin had geploegd. Ik kan verder zaaien en planten. Tussen haakjes: Bij permacultuur kan en mag men niet ploegen. Toen we 40 jaar geleden de Velt startten was de bodem niet te diep bewerken al een basisprincipe. Ik heb daartegen gezondigd en nooit enig nadeel ondervonden. In een grote tuin bespaart dit veel tijd en zandgrond herstelt zich blijkbaar zeer vlug.
De voorbije maand was er dikwijls vorst aan de grond in de Voorkempen, doch het heeft blijkbaar nooit iets meer gevroren. Dit maakt wel dat we een laat seizoen beleven. Ik hoor mijn moeder nog zeggen dat in het Houtland van West-Vlaanderen de koeien op 15 april in de wei kunnen. Ik veronderstel dat er dit jaar nog te weinig gras was.
Vorig jaar hadden we een vroege uitkom, met heel weinig vorst en toch. Mijn pas uitlopende aanplant van kiwibessen bezweek tijdens een lichte nachtvordt. Kiwibessen hebben geen last van wintervorst, doch als de blaadjes nog zeer klein zijn zijn ze uiterst gevoelig. Beregening is dan noopdzakelijk. Gevolg voor mij: geen vruchten. Intussen heb ik gelezen dat er rassen zijn die toch nog wat oogst geven, doch die zijn hier nog niet te verkrijgen.
Vroege bloeiers onder appels als Gravenstein, Stark Earliest, Schone van Boskoop, Topaz... tonen hun bloesempracht.
Ik ben in blijde verwachting. Zonder vriestemperaturen –maar je weet nooit- verwacht ik dit jaar een grote oogst. Mijn bomen namen vorig jaar een jaartje rust, ook rassen die normaal elk jaar dragen. Zeker een gevolg van de zware dracht in 2013. Ik liet toen 3000kg appelen persen. Vorig jaar was dit maar 150 kg en ook maar van één ras: Ontario, zoals de naam zegt een Canadese een winterappel die tot maart bewaart. Ontario is een sterk beurtjaar gevoelig ras en toch had die ook in 2013 gedragen.
Het zou kunnen dat vorst ook een verklaring was voor de praktische nuldracht. Zeker waren er heel veel rupjes van de kleine wintervlinder en konden de meesjes die niet de baas. Anderzijds waren er eveneens zeer veel bloesemknopkevers. In een knop wordt één eitje gelegd. Het larfje eet de bloemknop uit. De bloemknop opent zich niet en je ziet de bruine kappertjes. Bij het openen tref je nog de larve of al de verpopping aan.
De beer niet verkopen voor die geschoten is, doch hier zijn er geen beren meer.
Vanmorgen, even voor 8u was de koekoek volop aan het roepen in Zoersel. We beleven de eerste warme lentedagen: voor vandaag (10/4) voorspelt weerman Debosere 22°, gisteren 20°. Overdag dartelden af en toe citroenvlinders voorbij. Die zijn er trouwens al een tijdje.
Daarstraks werd mijn aandacht getrokken door een witte plek op de grond: allemaal pluimen en pluimjes van een geslachte houtduif. Er was nog een tweede plek met minder, maar vooral enkele grotere pluimen. Ik merkte er iets geel op. ‘k Dacht een knikker, doch het was een eierdooier van de duif. Noot: door de dichtbij-opname lijkt de eierdooier groter.Verder geen resten aangetroffen. Toch een beetje vreemd?
Was de duif het slachtoffer van een havik? Een sperwer? Of ?
Zat die nog te slapen in de met klimop begroeide boom er dichtbij? Soms stoot ik een paar duiven op als ik ’s avonds laat in de buurt kom.
Ik was mijn braambozen aan ‘t verzorgen en kwam tot een onaangename ontdekking. De Obsidian is verloren. Een bos korte, dicht bijeen opschietende takjes. De enkele lange ranken tonen misvormde bladeren. De oorzaak van deze ziekte is een mycoplasma dat door twee soorten cicaden (spuwbeestjes) Macropsis facula enTyphocyba species verspreid wordt. De eitjes van de cycaden overwinteren onder de schoers. Naast bramen en braambozen worden ook frambozen aangetast. Bij frambozen heb ik het maar een keer gezien. Aangetaste planten verbranden.
Deze zomer konden we nog volop genieten van de grote, lekkere vruchten. Tidens de drie daarop voorafgaande, serieuze winters bevroren telkens de ranken. Een goede -10° wordt hen fataal.
In de rij ernaast en op dezelfde hoogte viel vorig jaar de Kotata uit wegens heksenbezemziekte. Het was de eerste maal dat Kotata, eveneens een braamboos (half braam, half framboos) in de loop van 25 jaar aangetast werd.
Deze ziekte komt gelukkig niet veel voor. Ik heb ze leren kennen bij dij de braam Thornles Evergreen, het ras met de peterselie bladeren. Dit is intussen 30 jaar geleden. Toen zag ik ook op een ander aangetaste planten.