Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
Eind mei ontdekte ik in de kelder een emmertje vergeten pootaardappelen van het ras Zweedse rode.
Nog nooit zo’n lange scheuten gezien: +/- 30 cm
De aardappelen voorzichtig uitgeplant, wat vrij gemakkelijk lukte.
De volgende dagen zag ik dat de scheuten niet verdroogden, ondanks het zonnige en droge weer.
Intussen heeft zich aan de uiteinden een bos bladeren ontwikkeld.
De foto’s zijn van 16/06, plus minus 20 dagen na het planten.
Liggende plant
Opgericht met meetstok
Een tweede plant
Opgericht
Enkele planten bij de vorige
Overzicht
Idem . De planten erachter zijn Sarpo Mira’s. In de 3 jaar die ik ze heb nog geen sporen van aardappelziekte gezien. De andere rassen waren vorig jaar al vlug aangetast.
Wilde bij helpt Hagelandse fruittelers met bestuiving 16.06.2015
Honingbijen zijn de bestuivers bij uitstek van fruitboomgaarden. Door de bijensterfte stijgen de kosten voor het huren van kolonies bij een imker en treden wilde bijen op de voorgrond. Vooral metselbijen kunnen een alternatief zijn of honingbijen ondersteunen. Zo’n 500 metselbij-vrouwtjes kunnen een hectare fruit even goed bestuiven als twee tot vier sterke honingbijkolonies van elk meer dan 25.000 bijen. Reden genoeg voor een tweejarig onderzoek in het Hageland, waarbij het Proefcentrum Fruitteelt samen met de Regionale Landschappen nestblokken plaatste in boomgaarden. Vraag is of het aantrekken van wilde bijen kan leiden tot een betere bestuiving en vruchtzetting.
In de meeste fruitteeltgewassen is insectenbestuiving noodzakelijk. Een goede appelproductie is bijvoorbeeld volledig afhankelijk van insecten voor kruisbestuiving. Via de ecosysteemdienst bestuiving vertegenwoordigen insecten dan ook een niet te onderschatten economische waarde. Traditioneel doen fruittelers een beroep op imkers die in het voorjaar honingbijkolonies in de boomgaarden komen plaatsen. Bijensterfte en de daarmee gepaard gaande stijgende kosten voor de bestuivingsdiensten van honingbijen brengen wilde bijen als alternatief of aanvulling in beeld.
“Vooral metselbijen”, preciseert het Proefcentrum Fruitteelt (pcfruit), “omdat ze tot wel 80 keer zo efficiënt zouden bestuiven. In vergelijking met honingbijen vliegen metselbijen gemakkelijker van boom tot boom en zijn ze minder rij-georiënteerd. De gehoornde metselbij vliegt ook al uit bij minder gunstige omstandigheden en maakt meer contact met de stempel van appelbloemen dan de honingbij. Daarnaast zijn er voor een gunstige bestuiving (veel) minder wilde bijen nodig.”
Recent nog, vond men ook steevast een hogere vruchtzetting in gewassen waar honingbijen ondersteund werden door het bezoek van wilde insecten. De metselbijen die in onze streken actief zijn tijdens de bloeiperiode van appel en peer én waarvan geweten is dat ze die gewassen ook kunnen bestuiven, zijn vooral de rosse metselbij en de gehoornde metselbij. Het Proefcentrum Fruitteelt nam de proef op de som, in samenwerking met de Regionale Landschappen Noord- en Zuid-Hageland en met financiële ondersteuning van de provincie Vlaams-Brabant. Bij vier fruittelers in het Hageland werden nestblokken opgehangen. Dat zijn houten blokken, opgevuld met bamboestengels en beschermd met een ijzeren gaas, die bedoeld zijn als nest voor wilde bijen.
Gedurende drie bezoeken aan acht proefpercelen werden er in totaal zo’n 2.000 bijen geteld. Hiervan maken honingbijen (61%) de meerderheid uit, gevolgd door hommels (19%) en metselbijen (13%). Maar liefst 25 verschillende soorten bijen werden waargenomen. Tussen 0,17 en 6,56 procent van de bamboestengels was in het eerste jaar van plaatsing van de nestblokken dicht gemetseld. “Dat is met uitzondering van één bedrijf waarmen al sinds enkele jaren metselbijen uitzet: daar bedroeg de bezettingsgraad maar liefst 89,67 procent. Toch een bewijs dat de bijen deze nestblokken weten te appreciëren en ruim kunnen bezetten als de populatie groot genoeg is”, klinkt het.
In het aanvangsjaar kon pcfruit de verschillen in vruchtzetting en bestuivingsgraad niet toeschrijven aan de aan- of afwezigheid van nestblokken voor metselbijen. Dit is een complexe onderzoeksvraag omdat percelen onderling sterk kunnen verschillen (omgeving, teeltwijze, plagen, enz.). “Het gaat zelfs zo ver dat bepaalde populaties honingbijen genetisch een grotere voorkeur hebben voor appel dan andere. Het zal dus vooral interessant worden om dezelfde cijfers te vergelijken in een volgend jaar en te zien of de percelen met nestblokken meer vooruitgang boeken dan die zonder nestblokken”, aldus het proefcentrum.
Metselbijen komen van nature voor in diverse biotopen als ze voldoende nestmateriaal, stuifmeel en nectar vinden. Dus eenmaal ze de boomgaard gevonden hebben, is het de kunst om ze daar te houden. Nestblokken in de boomgaard plaatsen is een eerste stap. Pcfruit geeft telers de tip om voldoende nestgelegenheid te voorzien voor tenminste 500 nestelende vrouwtjes per hectare. “Niet te ver uiteen want metselbijen vliegen maximum 500 meter ver. Hang ze hoog genoeg waar de zon er op kan schijnen. Plaats de nestkasten in de richting van de bomenrij zodat de dichtgemaakte nesten bij bespuitingen niet uitgespoeld worden. Zorg voor een bloemenaanbod nog voor de bloei van de fruitbomen om te voorkomen dat de vrouwtjes wegtrekken op zoek naar voedsel. Boter- en paardenbloemen zijn bijvoorbeeld erg geliefd bij deze bijen. In Italië had men in perenboomgaarden reeds succes door het planten van een sleedoornhaag of een strook van kool, soorten die al vroeger in bloei staan dan peer.”
Tot slot wijst de afdeling Zoölogie van het Proefcentrum Fruitteelt er nog op dat ook zandbijen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de bestuiving van appels: “In natuurlijke populaties van wilde bijen maken zij eigenlijk de hoofdmoot uit. Kleine verticale aarden structuren zoals dijkjes of zandhopen kunnen zandbijen aanmoedigen zich te vestigen in de buurt van de boomgaard, maar dat is dan weer een ander verhaal.”
In 2000, toen VELT voor de eerste maal met de verdeling van enkel biologisch zaad begon, schafte ik mij dit zaad aan.
Als resultaat veel vruchten, ingepakt in een vlies. Met nieuwjaar kan ja er nog van snoepen. Tien jaar ging het uitstekend want de bessen zaaien zichzelf uit. Op mijn vorige blog heb ik het er meerdere keren over gehad.
In het Engels noemen ze ook Cape Goosberry, Kaapse bes. Nadat men ontdekt had dat de bessen omwille van hun vitamine C-gehalte een remedie waren tegen scheurbeuik nam men ze mee met de zeilschepen. Ze werden o.a. gekweekt rond Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika.
Oorspronkelijk groeien ze in het wild in de in de noorderlijke staten van de Verenigde Staten.
Maar een vijftal jaar terug gingen de planten ten onder aan een soort schimmelziekte.
Nu werden er blijkbaar wat oude zaden bovengeploegd. Momentaal zien de plantjes er goed uit. Worden ook zij nog getroffen?
Het Museum Insel Hombroich is een speciaal museum in openlucht met als motto „kunst parallel aan de natuur". Het museum bestaat uit meerdere delen. Op de eerste plaats een parkachtig landschap met hier en daar beelden en speciaal ontworpen, knappe tentoonstellingsgebouwen waar moderne en hedendaagse kunst en kunst uit China en India wordt tentoongesteld. Je volgt slingerende paadjes tussen het hoge gras, struiken en bomen. Het bezoekersplan dat je krijgt bij de receptie is een absolute noodzaak om de weggetjes te vinden. Enkele gebouwen is men aan het verbouwen en waren niet toegankelijk. De gebouwen hebben wel een eigen schoonheid en zijn ook wel speciaal ingericht als bv het vierkante labyrint met meerdere geledingen met telkens ruimtes vol kunst. De verbindingen met de diverse lokalen zijn nogal wisselend. Ik genoot minstens evenzeer van landschap en flora. In het park ontmoet je ook enkele reuzenbomen: eiken, platanen, populieren, knotwilgen en moerascipressen,Taxodium distichum met het alternerend blad. Zie blog Rivierenhof. (Tussen haakjes de grootste moerascipres van Europa groeit in het kasteel van Harveng, deelgemeente van Mons en meet 8,60m omtrek op 1,50m hoogte.) Er is een dreef met okkernoten en een met tamme kastanjes. Tegen de private bewoning staan enkele fruitbomen. Een paar keer de jubelende zangstrofen van de zanglijster gehoord. Boven de vijvers miste ik toch de vroegere scheervluchten van zwaluwen.
We hadden geluk met het weer daar. Zelfs de zon brak even door. De eerste druppels begonnen pas tegen 16u, het einde van ons bezoek te vallen. Op de thuisbasis vernam ik dat het de ganse dag maar een miezerig weer was geweest.
FOTO’S
Cafetariagebouw waar men een bij het bezoek inbegrepen zelfbedieningslunch kan gebruiken. Er is koffie en thee of water. Doch niets anders. Als ik in Duitsland kom geniet ik graag van van een grote pint weisse Hefe, hun natuur tarwe bier.
Ronde ruimte. Toen ik er een eerste maal kwam waren twee mannen een gregorgiaanse zang aan het oefenen.
Weer een gezellige uitstap met de populaire Willem, gids-chauffeur van ‘De Stille Kempen’. Mooi weer.
Toen we aankwamen bij de kaasboerderij te Zandvoorde, bij Oostende vertelde voorzitter Herman dat zijn vader hier geboren was en hij hier in zijn jeugd meermalen logeerde. Niet iedereen geloofde hem. Boerin Linda verwelkoomde hem als familie.
Zij vertelde hoe zij het bedrijf in 1990 overnamen, 40 Ha. Na 2000 werd de varkensteelt met zeugen vervangen door de kaasmakerij. De afzet gebeurt op het bedrijf zelf. We zagen boerin Linda in een goedgemaakte, instructieve film aan het werk bij de verschillende fazen van het kaasmaken. Zij maakt o.a. kruidenkazen, een toch smaakvolle dieetkaas met afgeroomde melk. De andere kazen zijn van volle melk. In onze oren klonk het dat ze bij de ‘Ostending’ trappist van Westmalle gebruikt!
Na de lunch met diverse kazen rijden we naar Brugge. Willem heeft toelating gevraagd om ons in hartje Brugge bij de O.L.Vrouw kerk zelf te mogen afzetten. Die gaan we eerst bezoeken. De kerk is in restauratie en gedeeltelijk afgesloten. Voor het gedeelte met de madonna van Michel Angelo dienen senioren €2 te betalen.
Daarna hebben we onze boottocht op de reien. Wandeling tot aan St. Salvator aan de Steenstraat, de drukst bezochte straat van Brugge. Willem wijst waar we straks zullen dineren. Iedereen snakt naar een terrasje. Vervolgens is er vrije tijd of kan men met Willem een wandeling maken tot op de Burcht met het mooie stadhuis en de Bloedkapel.
FOTO’S
Aankomst
Linda
Idem
Kazen
‘Ostending’ met trappist van Westmalle
Kaasschotel
Winkel
Dikbil. Naast het melkvee, waarvan de meeste melk naar de melkerij gaat is er vleesvee. Verder graan en eigen voederteelt.
De madonna van Michel Angelo, het enige werk dat Italië verliet tijdens zijn leven, gekocht door een Bruggeling.
Prachtige preekstoel
Een van de 4 ruiters van de apocalyps door Rik Poot achter de kerk en Gruuthuyze, na een bruggetje over een van de reien, waaronder we straks zullen doorvaren.
Ik ben blij nog eens meegedaan te hebben aan de Oepentuinendagen.
Met plezier heb ik gezien dat zoveel jonge gezinnen met soms nog heel jonge kinderen kwamen kijken.
Voor het tellen van de bezoekers had ik telkaartjes op zak.
Op zaterdag deelde ik er 64 uit en op zondag 117, samen 181. De kleine kinderen telde ik niet mee. Er waren mensen die maar even binnensprongen en die ik niet heb gezien. Sommigen gaan vlug eens op hun eentje kijken, andere geraken dan weer niet bij de groep als ik ver in een uithoek wandel met de groep.
Ik heb veel interesse gezien. Sommigen zullen terugkomen om fruit te plukken of voor appelsap.
blijkbaar heb je in een ver verleden ook nog je roets evrdiend in de Dodoenstuin te schilde
intussen onderhouden wij met een groep vrijwilligers een openbare Dodoens kruidentuin in Schilde sinds een 3 tal jaar, nadat we hem compleet verwaarloosd en onder het onkruid overgeërfd hadden
De Dodoens kruidentuin in park Schildehof heeft er sinds het Pinksterweekend , naast de openbare kruiden Tuin, een nieuwe attractie bij: een healing giant. Dat is een reus afgebeeld op de grond op meer dan 80 vierkante meter. In de reus zijn een tachtigtal kruidensoorten geplant op de plaats waar ze werkzaam zijn. Zo staat er in het hoofd bijvoorbeeld pepermunt tegen hoofdpijn en Sint-Janskruid als antidepressivum, of vinden we ter hoogte van de buik het spijsverteringbevorderende venkel of maagversterkende salie. Over de hele lengte van het lichaam, meer dan 75 lopende meter, staan nog kruiden geplant die goed zijn voor de huid.
Als voorzitster‘ kreeg ik het idee toen ik in Engeland de Kew-garden bezocht, waar ze al zo’n reus hadden liggen’. Weliswaar gemaakt met duurdere materialen, maar de inhoudelijke kruiden waren veel beperkter als in onze reus. We zijn hier in Schilde een 4 tal weken bezig geweest om de reus, opgebouwd uit compostbakken, klaar te krijgen. We zijn wel van plan elk jaar wat kruiden te vervangen door nieuwe soorten om het interessant te houden voor de vaste bezoekers. Er zijn immers veel meer geneeskrachtige planten dan we in onze reus krijgen.’
Deze reus werd volledig opgebouwd door vrijwilligers en daarmee zijn wij wel een uniek gegeven in europa, het is trouwens ook een openbare kruidentuin die volledig gratis te bezoeken is.
We zouden dit educatief project ook graag willen voorstellen aan een breed publiek en daarom was onze vraag of er jij via seniorennet deze mooie, gratis toegankelijke tuin aan een heel breed publiek wil voorstellen
Ingesloten enkele foto’s en een You tube filmpje dat gemaakt werd tijdens de opbouw, intussen is de reus volledig klaar en ook volledig ingepland cfr foto op de facebookpagina Herboristenforum vind U nog meer foto’s van de opbouw
“De planten waar je van houdt, komen vanzelf naar je toe”
“De planten waar je van houdt, komen vanzelf naar je toe”
(Artikel in De Gazet van Antwerpen naar aanleiding van de VELT-OPENTUINDAGEN op zat. 6 en zo 7/6. )
HALLE-ZOERSEL Daniel stond mee aan wieg van Velt
In een boerderij aan de Lage Weg in Halle-Zoersel, vlakbij het Zoerselbos, stond in 1974 de wieg van Velt. Daniel Willaeys en zijn vrouw Aleide Lagrou waren mede-oprichters.
Aleide overleed vorig jaar aan kanker. Een hard lot voor iemand die altijd zo gezond geleefd en gegegeten heeft, want ze was een van de grote pleitbezorgers van de bio-ecologie. “De dood hoort bij het leven”, zegt Daniel (80). “Genetische aanleg mag je niet onderschatten. Aleides moeder overleed al op haar 49ste aan kanker”, vertelt hij in de hoeve waar twee grote portretten van zijn echtgenote de muur sieren. De 80-jarige Daniel bleef niet bij de pakken zitten. Hij gaat geregeld op uitstap, bezoekt tuinen en musea in binnen- en buitenland. Voor de rest legt hij nog altijd met even grote overgave zijn ziel in zijn tuin. “Fruitamateur”, staat op zijn visitekaartje, wat veel te bescheiden is, want Daniel is eigenlijk een fruitencyclopedie. Bij elke struik en boom hoort een verhaal. Hoe hij ze meebracht uit Polen of Londen. “Het is een droog voorjaar. Ik ben content, want dat betekent weinig schurft. Vorig jaar was een catastrofaal fruitjaar. Normaal pers ik 3.000 kilo appelen voor sap, maar vorig jaar bijna niets. Kwam het door de vorst? De bloesemknopkevers? 2015 ziet er in ieder geval een pak veelbelovender uit. De bomen en struiken dragen heel veel vruchten.” Wie tijdens de opentuindagen van Velt de tuin van Daniel bezoekt, zal versteld staan van de soortenrijkdom. Zo heeft hij braambozen staan, een kruising tussen braambessen en frambozen. En gele kornoelje, “niet meteen lekker om te eten maar wel om in te leggen.” Daniel wijst waar hij zijn zoete suikermaïs heeft gezaaid. “In september is dat heerlijk, gestoofd met wat boter, en dan een glas cava erbij!” Op seniorennet houdt Willaeys een veelgelezen fruit- en tuinblog bij. “Ik vertel over de bosuil in mijn schouw en mijn lievelingsbraamstruik die vlak naast het huis is opgeschoten, spontaan uitgezaaid. De planten waar je van houdt, komen vanzelf naar je toe.” Dank aan Europa Eén keer in zijn hele leven heeft hij “gespoten.” “Ik weet het nog goed, het was in het jaar 1962. Mijn vrouw las de bijsluiter op het ’pakske’ en steigerde. Het was de periode dat de eierschalen van de roofvogels zo dun waren geworden door onder andere het gebruik van DDT in de landbouw, dat die dieren bijna geen kuikens meer kregen uitgebroed. Een welgemeende dank aan Europa, voor alle milieuwetgeving op het gebruik van bestrijdingsmiddelen die er sindsdien gekomen is.” (kma)
Sinds een paar weken zie ik hier en daar spinselnesten. Veel zijn het er niet. De schade is echt verwaarloosbaar.Toen ik de eerste spinsels uitplukte, zaten de rupsjes er meestal nog in. Een week daarna waren die al leeg. Vandaag zag ik een paar spinsels op de Notarisappel en de rupsjes zaten er nog in.
Blijkbaar zijn er een achtal soorten stippelmotten die eerst verschijnen als spinselrupsen. Op appel en peer (doch op peer nog niet gezien) is de Yponomeuta matinelles. Ooit heb ik, ik meen meidoorn gezien die helemaal ingesponnen en kaalgevreten was.
Ik fotografeerde 2 nesten. Op het eerste zicht is er verschil tussen de rupsjes. Hangt het van de leeftijd af of is het toch een andere soort?
De kleine zilverwitte motvlinders met zwarte stippels en donkergrijze achtervleugels, die in juli en augustus op lamplicht afkomen, zijn de ouders van de rupsjes.
Vorige week sprong vogelfotograag Marcel Couwels (85) nog eens binnen. In het gazon bemerkte ik een mooie bloem. Vogelmelk wist hij. Ze groeit ook in zijn tuin te Oelegem. ’s Avonds vouwen de bloemblaadjes zich toe en ontvouwen zich terug in de voormiddag. Foto’s van 27 mei.
Deze blijkbaar zeldzame plant groeit hier uitstekend. Ik bracht die mee van Schildehof, toen we de plaats voor de Dodoenstuin klaar maakten in 1975. De blauwe bloemen hebben een eigen charme.
De jonge bladeren kunnen gegeten worden als spinazie
Goed weer, twee bussen. Stop voor koffie-taart op wegrestaurant Hendrik-ido-ambacht (Dordrecht). Over een hele infrastructuur van autowegen rijden we aan de westkant van de Rotterdamse haven. Ik herinner mij vooral de kms lange petroleumbedrijven, de ertsen terminal en de containers. De gids weet heel veel te vertellen.
Rotterdam heeft meer dan dubbel zoveel trafiek dan Antwerpen en blijft bij de grootste wereldhavens. In oppervlakte is de haven van Antwerpen wel nog iets groter dan Rotterdam, ook na de uitbreiding met 1 vijfde door de Maasvlakte 2.
We slaan links af naast het stadje Brielle, waarvan we enkel de massieve kerktoren zien uitsteken. Wellicht hebt u het gezegde “Op 1 april verloor Alva zijn bril” nog gehoord! In 1572 verloren de Spanjaarden hier de slag tegen de watergeuzen en ontstond meer en meer de scheiding tussen het zelfstandige, protestantse noorden en het door de Spanjaarden bezette, katholieke zuiden. Zeer veel ingezetenen van hier vluchtten toen naar het noorden. Tachtigjarige oorlog 1568 – 1648 (Vrede van Munster).
Te Oostvoorne gaan we het ‘Oldtimermuseum De Rijke’ bezoeken: 4 grote hallen, volgestouwd met glimmende, precies spiksplinternieuwe oldtimers, waarvan vele nog kunnen rijden. We worden verwelkomd met deuntjes van een Antwerps Decap orgel.
Na de broodlunch rijden we naar de ‘Maasvlakte 2’, een gebied van 2000 Ha, helemaal veroverd op de Noordzee en beveiligd door een 14 m hoge dam. We bezoeken eerst het infocentrum ‘Frutureland’ en daarna rijden we het gebied rond. Nu nog zeer grote vlaktes, het zou hier tegen 2035 volgebouwd zijn.
In de toegangsvaargeul (20m diep) voor de haven van Rotterdam zien we een groot containerschip vertrekken. Dergelijke boten kunnen tot 14 000 containers vervoeren en in de komende jaren komen er nog grotere vaartuigen. We rijden weer wat verder en hebben vanop de dijk een uitzicht over het langgerekte, smalle strand aan de voet van de dam. Zelfs een naaktstrand is voorzien. Aan de andere kant ligt in een dok van de nieuwe haven het grootste schip ter wereld voor verdere afwerking: de ‘Pioneering Spirit’: 382m lang en 123m breed.(dubbele breedte van de huidige, grootste containersschepen). Oppervlakte van het dek: vier voetbalvelden groot! De boot werd ontworpen om boorplatformen, die moeten ontmanteld worden, in hun geheel op te nemen met zijn hefkracht van 48.000ton en aan wal te brengen voor de verdere sloop.
Aan de Grevelingendam – na het doorrijden van de Polder van Goeree-Overflakkee met zijn vruchtbare akkerlanden met tarwe, aardappelen, ajuin, tulpenbollen...- is er nog een stop. We zien er de hangende vaten voor de mosselkweek.
In ‘Familyland’ te Hoogerheide hebben we nog een uitstekend 4 gangenmenu.
FOTO’S
Ingang Oldtimrtmuseum De Rijke
Een Decap-orgel van de Antwerpse firma
Ford van 1910? De oudste wagen van het museum dateert van 1904
Uitleg over de T-Ford, de eerste volkswagen, auto voor alleman.
Rolls- Royce
Een van de melkwagens waarmee de heer De rijke succesrijk zijn vervoersimperium startte.
Een Daf, de Nederlandse wagen. De Antwerpse Minerva heb ik er niet gezien
Eigen vrachtwagens. Let op de tanker die maar eventjes 1 656 817 km op de teller heeft staan
Een Rus van 1973, behoorde toe aan de Veiligheidsdienst
Werd in 1921 aangekocht door de Provincie en in 1923 opengesteld voor het publiek. Toen we in Deurne woonden in 1961 gingen we er wandelen met Peter, onze eerstgeborene.
Zaterdag (23/5) hadden we er een wandeling met de Koninklijle Vlaamse Dendrologische Vereniging met als gids Peter Verdyck, directeur van het Rivierenhof.
Op de tien jaar dat hij er het roer in handen heeft is er veel geëvolueeerd en er zal nog er veel veranderen. De sportinfrastructuur bv zal verhuizen naar een randlocatie.
In het park wordt vanaf dit jaar niet meer gespoten met chemische middelen. Wellicht zal dit een probleem zijn voor het behoud van sommige rozen. Anderzijds heeft men op passende plaatsen wilde rozen aangeplant die kunnen uitgroeien tot ganse bosjes.
De labeling van bomen en struiken zal extra aandacht krijgen zodat geïnteresseerde bezoekers zelf verdere info kunnen gaan opzoeken.
De Canadese ganzen, die een echte pest werden op de vroegere roeivijver zijn verwijderd.
Zeer onlangs werd de doolhof, in groene en rode beuk (7800 planten, goed voor 2 km) op draadwerk, ingehuldigd.
Het arboretum kreeg meer ademruimte.
Een dreef, haaks op de Turnhoutsebaan met 150 jaar oude beuken, waarvan er al veel uitvielen werd gekapt en er komen jonge bomen.
Vorig jaar werd de fijne tuin Albert De Raedt met Harde Gentse Azalea’s aangelegd. Het Rivierenhof herbergt aldus een bijzonder stuk levend, Vlaams erfgoed. De collectie, bijeengebracht door Albert De Raedt werd in 2014 aangekocht en overgebracht naar het Rivierenhof.
FOTO’S
Peter Verdyck, directeur van het Rivierenhof
Jonge moeraseik
Oud exemplaar
Oxyodon, een exoot begint met een rood blad
Pas uitgeplante wilde roos
Metasequoia, watercypres
Idem
Gert Dessoy wees op een geheugensteuntje voor het herkennen van deze bomen via hun bladeren:telkens letten op de tweede letter in de naam e= equal (gelijk of overstaand blad), de tweede letter in Metasequoia, watercypres. a = alternate (alternerende bladstand), de tweede letter in Taxodium, moerascypres, bekend van de luchtwortels.