Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
10-07-2015
Groombridge Place en Royal Tunbridge Wells
Groombridge Place en Royal Tunbridge Wells
In de namiddag stond ofwel Groombridge Place of Tunbridge Wells op het programma. Doch er kwam een programmawisseling. Het werd en en.
Groombridge Place heeft een formele tuin. De Manor, herenhuis is privaat en niet te bezoeken. Op een uurtje tijd heb je het meeste gezien. Er is een doolhof (maze).Op de gracht (moat) op de scheiding van het domein kan je zelfs een boottochtje maken en dan terugwandelen. Je passeert een vrij grote wijngaard, doch die wordt zo goed als niet meer onderhouden. We hadden geen tijd om te wachten op de roofvogelshow. Men heeft er een roofvogelcentrum dat vooral fungeert voor de kweek en blijkbaar een succes is.
Het was maar een klein eind rijden naar Royal Tunbridge Wells, een Spaoord. De Pantiles, een veel bezochte, historische winkelwandelstraat was een bezoek meer dan waard. In de nabijheid is er een coachpark, een busparkeerplaats. We hadden maar een klein eind te stappen.
FOTO’S
Groombridge Place
Mammoetbomen (Sequoiadendron giganteum)
Idem
Witte tuin
Idem
Oude taxus
We gaan bootje varen
Royal Tunbridge Wells, Pantiles, pub The Duke of York. In Engeland drinkt men normaal uit grote halveliterglazen : pint = 568 ml, iets meer dan een halve liter. Ik dronk er een pint fijne, droge cider van de kraan, kwestie de vochtvoorziening op peil te houden.
Toen ik hier in 1962 kwam trof ik er 2 bomen regionale pruimen (landrassen) aan, blauwe, goed smakende pruimen op eigen wortel. Dat jaar had ik al een formidabele oogst. Ze stonden ook naast de zeer goed bemeste moestuin. Maar zoals het bij pruimen gebeurt: als vroegbloeiers zijn ze het slachtoffer van lentevorst. Mijn strafste herinnering: op 15 april 1966 vroor het -7°, met een hard bevroren bodem. Doch ook dit jaar was wat vorst voldoende voor zo goed als geen pruimen.
Deze pruimen halen minstens de maat van Opal en smaken vrij goed. Destijds heb ik tientallen, wellicht honderdtallen worteluitlopers uitgedeeld.
Zelf heb ik ondervonden dat een uitgeplant pruimenbosje het niet deed.
Dertig jaar geleden begon het verval van ook solitaire bomen: afstervende takken en sterk gereduceerde oogst, tot niets meer.
Nog iets vroeger waren hier de krieken ten dode opgeschreven wegens takmonilia. Van armoede heb ik toen de 5 rassen die ik had staan gerooid. Wellicht ligt de oorzaak aan de hoge grondwaterstand. In de winter is hier alles verzopen. Geen zuurstof meer in de Kempense bodem.
Het was voor mij een cultuurschok toen ik die rassen in het Pajottenland nog relatief gezond zag!
Ik heb hier ook sleepruim, Prunus spinosa staan uit het Zoerselbos. Het worden relatief behoorlijk hoge bomen. In de Ardennen ken ik de sleepruim enkel als struikgewas. Soms geven mijn bomen vruchten voor de vogels, maar ook uitlopers. Ik heb ze nog niet gebruikt als onderstam, alhoewel ik al vele jaren weet heb van de proeven in Wageningen.
Nu verneem ik dat ze daar succesrijk zijn. Ze testten er immers een 50 tal uit diverse oorden, met wellicht verschillende, erfelijke eigenschappen.
De S766 is een selectie uit sleedoorns die werden geselecteerd door PPO-fruit in Wageningen. Sinds dit voorjaar wordt door een consortium van boomkwekers en PPO-fruit de S766 op de markt gebracht. Pruimenbomen op S766 groeien iets sterker dan op VVA-1 (waarover ik toch veel klachten hoorde), maar aanzienlijk zwakker dan op Sint-Julien A. Op 10 demopercelen verspreid over Nederland werden zowel Opal als Queen Victoria op S766 geplant. Resultaten volgen.
Tuingroep Antwerpen Landelijke Gilde voor de vierde maal naar Engeland
Tuingroep Antwerpen Landelijke Gilde voor de vierde maal naar Engeland
Chartwell
Bij de verkaveling van het oorspronkelijke domein in 1921 kocht Winston Churchill het huis met 32 Ha grond. Vooral de glooiende omgeving is mooi. Bezoek aan het huis staat niet op het programma. Tussen het huis en de tuin staat de studio, een bijgebouw, enkel open in de namiddag.Het hangt er vol met schilderijen van Winston, die niet onaardig schilderde. De kitchen garden is de moeite. Ook de gestekelde Himalaya braam heeft er een plaats en ook de Thornless Evergreen met het peterselieblad, de eerste, stekelloze braam. Die stekelloosheid betreft enkel de opperhuid. Als je niet oplet en de wortels kwetst komen er gestekelde ranken naar boven en dat was hier ook het geval.
De merkwaardigste boom op het domein, een Cryptomeria japonica, Japanse ceder werd er in 1852 gezaaid. Nu is het een machtig exemplaar. Na de oorlog kochten vrienden van Churchill Chartwell en droegen het over aan de National Trust op voorwaarde dat Churchill er levenslang mocht blijven wonen. Hij stierf in 1965 op 90 jarige leeftijd. In 1966 opende de National Trust Chartwell voor het publiek.
Het verdronken Land van Saeftinghe werd voor mij een openbaring. Gidse Carla wist ons (29) allemaal te boeien. Eerst een algemene uitleg, nog eens de voorwaarden herhaald, o.a. een goede fysiek, botten, droge kleren voor daarna en een wandelstok. Ik kon voor de eerste maal echt gebruik maken van het geschenk aan de pater familias door COZOEGO Kameroen.
We vertrekken voor een wandeling van 3 uur om 11u uur, dat is 1uur voor laag water die dag. Dan is er meer reservetijd tegen dat de vloed opkomt. Bij springtij betekent dat een watermuur van 4,5 m. Enkel de hoogste plaatsen blijven droog.
Je mag enkel op stap met een ervaren gids die het terrein en zijn voortdurende veranderingen goed kent. Al bij de eerste ploeterschreden in de modder wijst Carla de bruin-blauwe verkleuringen aan van diatomeeën, eencelligen. Ze brengen zuurstof in de lucht.
Het water is brak, met een zoutgehalte tussen 1 en 10 gr per liter
Rechtzetting zoutgehalte zeewater
Het zoutgehalte wordt uitgedrukt in gram per liter. Dus geen % maar ‰ (duizendste).
Zeewater bevat een goede 30 gr per liter.
.
Er wordt gewezen op lamsoor. We proeven zeekraal, zeeaster en Lepelblad. Dit laatste werd ook gekweekt bij Kaap de Goede Hoop en gedroogd meegenomen tegen scheurbuik op de zeilschepen die soms heel lang onderweg waren.
We moeten opletten voor smalle geulen. Er zijn al beenbreuken gebeurd bij personen die er in vielen. Nu en dan moeten we een slenk oversteken. Zaak is niet te talmen, want je kan nog dieper wegzakken. Je botten zuigenletterlijk in het slijk. De korte botten van een paar meisjes volstaan niet. Je hebt ook goed aansluitende botten nodig, want anders schiet je been eruit. Mijn soepele, hoge, goed aansluitende ‘Aigles’ kwamen goed van pas. Een paar keer kwam de modder tot tegen de boord, maar geen water erin. Er waren meerdere hilarische momenten.
We zien nog de knolletjes van de zeebies die door de ganzen worden gegeten. Op een plek wijst Carla op kleine gaatjes in de bodem door een soort zeer kleine garnaaltjes. We zien de koeltorens van Doel eens naast ons en dan weer achter ons. En dan weer vanuit een andere hoek. We lopen blijkbaar een erg kronkelende pas.
De terugweg loopt over een brede, zandige geul met hier en daar een plas, goed om de modder van de laarzen te spoelen. Op het zand heb je vaste voet. Een eind verder zien we een boot in de vaargeul naar Antwerpen. We komen een brok uitgespoeld veen of turf tegen en wonder boven wonder er is nog een stuk berkenschors te herkennen na wellicht duizenden jaren begraven te zijn geweest. Als we dichter bij de hoge ringdijk komen volgen we de vluchtdam met sporen van de koeien die een kraal hebben dicht tegen de ringdijk. We passeren de boer die op zoek is naar een in de schorre verdwenen koe. Er staat zelfs een ladder om te beklimmen voor een beter overzicht. Dan is het nog een stuk wandelen op de ringdijk tot aan het Bezoekerscentrum. We zijn een goede 4u op pad geweest.
We verlaten de brede arm en gaan naar de rijksdam. Men heeft er stenen voor gebruikt,want eerst overwoog men inpolderen.
We komen aan de ringdijk
Kaart: We dwarsten o.a. de Rotte Geul en kwamen terug over een uitloper van de Ijskelder om dan via de Rijksdam (Aangeduid met stippellijn) naar de hoge ringdijk te gaan.
Professor Theo de Kok van Universiteit Maastricht presenteerde zijn onderzoek naar de gezondheidseffecten van blauwe bes. Er is nu wetenschappelijk bewijs dat blauwe bessen een positieve invloed hebben op het voorkomen van ziekten als kanker, hart- en vaatziekten en diabetes. Met zijn collega’s van Wageningen University ontdekte De Kok onder andere dat de bioactieve stoffen in blauwe bes een bescherming vormen tegen DNA-schade, en daarmee het kankerrisico beperken. “Hoewel het nog te vroeg is voor een gezondheidsclaim, is deze wetenschappelijke onderbouwing een goede basis voor verdere promotie van de blauwe bes”, aldus De Kok.
Zitten er minder Voedingsstoffen in Groenten en Fruit dan vroeger?
Zitten er minder Voedingsstoffen in Groenten en Fruit dan vroeger?
De Standaard 22 juni 2015
‘Daar lijkt het wel op’, zegt de Britse landbouwexpert Anne-Marie Mayer. ‘En ik denk dat dat komt door rassenveredeling en uitputting van de grond’. Mayer schreef in 1997 een rapport dat veel stof deed opwaaien. Ze vergeleek de concentraties mineralen in 20 veelgegeten groenten en 20 soorten fruit met gegevens uit de jaren 30.
Het meest opzienbarend was de afnama van de hoeveelheid koper in groenten, gemiddeld met tachtig procent. Verder stelde Mayer een significante vermindering vast van calcium, magnesium en natrium in groenten en van koper, ijzer, magnesium en kalium in fruit.
Helaas kleven er veel onzekerheden aan het onderzoek. Zo is onduidelijk hoe de oude date werden verzameld. Welk stukje van het fruit of van de groente bemonsterden de onderzoekers? En in welke periode vond de meting plaats? Dat maakt een groot verschil in de uiteindelijke meetresultaten. En de meetapperatuur was in de jaren dertig minder accuraat dan vijftig jaar later.
Gijs Du Laing, landbouw – en mineralenexpert aan de universiteit Gent, denkt dat er geen reden is tot grote bezorgdheid.’ Vooral bij koper zien we een serieuze afname. Koper werd vroeger veel in pesticiden gebruikt. Het lijkt daarom logisch dat de koperconcentraties in gewassen vroeger een stuk hoger lagen. Maar problematisch is de verlaging niet, want mensen komen toch aan hun dagelijks aanbevolen hoeveelheid koper.’ Du Laing is wel bezorgd over de daling van hat zeldzame en voor onze gezondheid belangrijk spoorelement selenium door bodemuitputting. Selenium is een aparte stof. Veel planten nemen de stof wel op als ze voorradig is , maar voor hun overleving is ze essentieel. Landbouwers zien daarom geen reden om het mineraal toe te dienen via meststoffen.
(Mijn bedenking: in de bioteelt werden steeds zeealgenkalk (Frankrijk), wieren (Ierland) en gesteentemelen als basalt en lava (Duitsland) aanbevolen, dit omwillevan de spoorelementen.).
Vitamine C Bart Nicolai van de KU Leuven en het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten denkt ook niet dat er een drastische afname heeft platsgevonden van mineralen in onze gewassen, selenium buiten beschouwing gelaten. ‘Bemesting dient om de noden om de noden van de plant te vervullen.’ Zegt hij. ‘Voeding met te weinig mineralen zou lijden tot teeltproblemen, lagere opbrengst en dikwijls ook problemen na de oogst’. Hij wijst wel op een sterke daling van het vitamine C-gehalte in appelen. Dat is gebleken uit onderzoek van Waalse collega’s in Gembloux. Ze vergeleken oude rassen met moderne appelen. De appelen die onze overgrootouders aten bevatten wel drie- tot zevenmaal meer vitamine C dan de appelen die je nu in de supermarkt vindt. Dat betekent niet dat we vroeger meer vitaminen binnenkregen. We eten appelen nu het hele jaar rond.
Hoe is de daling in vitaminen per appel te verklaren? Vitamine C maakt deel uit van het natuurlijke defenciemechanisme van appelen. Bij het veredelen werd nauwelijks omgekeken naar de resistentie van de bomen tegen ziektes. Met de komst van de pesticiden was dat niet meer zo belangrijk meer. Het vitaminegehalte is daardoor geleidelijk ingezakt.’Maar de interesse voor rassen die resistent zijn tegen ziektes neemt weer toe’ zegt Nikolai. Ik verwacht dat het vitaminegehalte in appelen weer zal stijgen.
Aanvulling. Gembloux (prof C. Populer) leverde vanaf de jaren 70 pionierswerk door het verzamelen van oude rassen en enkele daarvan te propageren bij aangesloten boomkwekers om deze te telen voor de liefhebbers. Kwamen in 1985 voor ’t eerst op de markt. Prof Marc Lateur zet zijn werk verder, uitsluitend volgens gecertifieerde biologische teelt.
Bij mijn weten was er toch een uitzondering. Het Opzoekingsstation van Pillnitz-Dresden - ten tijde van Oost-Duitsland - deed wel onderzoek naar resistente rassen. Pesticiden waren er te duur en wellicht waren er belemmeringen om die aan te kopen in het westen? We kennen er enkele rassen van: Relinda, Remo, Rewena, Reanda enz.
Eerst bezochten we het Douanemuseum in het gebouw Financiën in de Ellermansstraat. We kregen er een boeeiende rondleiding. Toen ik mijn dienstplicht vervulde in 1959 in Ieper was de derde miliciën een gast uit Gent. Hij was bij de eerste nozembende die veroordeeld werd. Zijn moto: ‘niet werken’. Of zijn plannen om met de grote middelen boter te gaan smokkelen uit Nederland uitgekomen zijn, weet ik niet. Na 1960 was de ‘goede tijd’ voorbij.
Het Red Star museum weet u onmiddellijk te boeien met een reeks migratie- verhalen uit de loop der geschiedenis. De oude structuur van vroeger is knap gebruikt. Met het Davidsfonds Halle-Kempen, dat spijtig ophoudt te bestaan, hebben we het oude gebouw in 2009 bezocht. Zie de foto’s. Hopen duivenstront en duivenskeletten. Vergeet niet de nieuwe structuur op het dak niet! In de verte bemerk je de nog niet afgewerkte dakstructuur - in de vorm van een schip en met de textuur van een diamant - boven de oude, geklasseerde brandweerkazerne, die het nieuwe Havenhuis van Antwerpen als wereldhaven wordt.
FOTO’S
Douane
Douane
Gebouw
Met het Davidsfonds voor het gebouw op 21 juni 2009
Papavers achter de met insectennet – wat gemakkelijk in vergelijking met vogelnet! –afgedekte aardbeien.
Idem
Idem
Look, vingerhoedskruid, labbonen
Bloei tuin-/ labboon. Dit jaar geen enkele zwarte bonenluis. Deze is bij mij nog nooit een probleem geweest. De kleine aantasting wordt telkens opgeruimd door mijn natuurlijke helpers.
Vingerhoedskruid/Digitalis.
Leuk: Papavers en Vingerhoedskruid hebben zichzelf uitgezaaid!
Eind mei ontdekte ik in de kelder een emmertje vergeten pootaardappelen van het ras Zweedse rode.
Nog nooit zo’n lange scheuten gezien: +/- 30 cm
De aardappelen voorzichtig uitgeplant, wat vrij gemakkelijk lukte.
De volgende dagen zag ik dat de scheuten niet verdroogden, ondanks het zonnige en droge weer.
Intussen heeft zich aan de uiteinden een bos bladeren ontwikkeld.
De foto’s zijn van 16/06, plus minus 20 dagen na het planten.
Liggende plant
Opgericht met meetstok
Een tweede plant
Opgericht
Enkele planten bij de vorige
Overzicht
Idem . De planten erachter zijn Sarpo Mira’s. In de 3 jaar die ik ze heb nog geen sporen van aardappelziekte gezien. De andere rassen waren vorig jaar al vlug aangetast.