Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
22-10-2015
VOETEN 3
VOETEN 3
Nu met Art Fan Zoersel 10/10
We werden gegidst door de jonge kunsthistorica Melissa.
In vergelijking met vorig jaar is de opstelling te Herentals wat gewijzigd en dat geeft iets boeiends. Ik miste bij het binnenkomen wel het tingelgeluid van een van de kunstwerken dat de vorige keer zorgde voor een onbestemde sfeer.
Ook een derde keer blijft het genieten.
FOTO’S
Rond een werk van de tijdelijke tentoonstelling van Tramaine de Senna
Dinora, Charles en gidse Melissa
Bij de werken van de Bulgaarse kunstenaar Svetlin Roussev °1933.
Al een paar jaar terug zag ik dit toestel aangeraden in een Duits Fruittijdschrift. Daar ik - in tegenstelling met vorig jaar- een overweldigende oogst heb, heb ik dit toestel aangeschaft: €75, doch in Beervelde vroeg men slechts €60. Voor een gelijkaardig toestel voor noten vroeg men er €70.
Het oprapen verloopt prima en vlug, zelfs in iets langer gras. Ik ledig het toestel in een emmer met water om de aarde weg te wassen. Nu het weer iets warmer is is het water niet te koud om er de handen in te steken.
Vorige week was het wel erg koud, met o.a. de koudste oktoberdag sinds 1901. Toen schepte ik de appelen er uit met een schuimspaan; met een schopje gaat het ook!
In de volksmond vaak 'Paarse besjesplant' genoemd, is een struik uit het geslacht Callicarpa en behoort bijgevolg tot de ijzerhardfamilie.
Callicarpa bodinieri var. giralii subsp. 'Profusion' is een cultivarsoort uit Nederland. Het is een bladverliezende struikmet ovaal tegenoverstaande groene bladeren die tot diep in het najaar aan de takken van deze heester blijven. Voordat het blad afvalt kleurt het fraai geel en heeft de heester in bijna iedere oksel van de takken trosjes met grijze besachtige steenvruchten, die vanaf december een violette kleur krijgen.[1] De vruchten worden niet door vogels gegeten omdat ze erg bitter zijn en blijven daarom tot diep in de winter aan de takken. De plant plant zich voort door middel van kruisbestuiving. De struik wordt gemiddeld 1½ meter hoog en heeft nood aan een goed gedraineerde vochtige standplaats in de halfschaduw.[2]
Ook deze struik te Geel leren kennen.
De mastodonten erachter zijn waterbuffels. Ooprspronkelijk waren ze zwart geschilderd. Later kregen ze de kleur van de bessen ervoor.
De blauwe vruchtpeulen leren kennen in de grote beeldentuin van Hugo Voeten te Geel, aangelegd door tuinarchitect Wirtz. Deze behoren tot het fruit. De open peul met vele zaden in de gelatineuze inhoud lijkt niet uitnodigend om te proeven.
Net zoals bij alle soorten uit de familie van de akebia-achtigen zijn ook de vruchten van de augurkenstruik eetbaar. Wanneer je de peulen overlangs in 2 scheurt komen 2 rijen zwarte zaden tevoorschijn gehuld in een lichtgroen sappig vruchtvlees met delicate perensmaak. Opgelet! Net zoals bij verse vijgen produceert ook deze soort een melksap dat wat irriteert als het aan de lippen komt , zorg er dus voor dat je het melksap (dat trouwens enkel in de omhullende peul aanwezig is) zorgvuldig verwijdert alvorens de pulp te eten.
Laat u niet weerhouden door de hoogte van 3 meter. Die bereikt de struik pas na vele, vele jaren. De architecturale waarde komt vooral tot uiting bij solitaire planten.
De augurkenstruik, een typische struik met dikke en kale, weinig vertakte grijs/bruine stammetjes bloeit in april - mei met opvallende, klokvormige bloemen in lange pluimen. De pluimen staan omhoog gericht. De individuele bloemen zijn matgeel. Vanuit de basis lopen metallic blauwe zwemen over de bloem. Een augurkenstruik bloeit heel rijk met sierlijke bloemen, die ongeveer twee centimeter lang zijn. Ze blijven lang aan de struik.
Na de bloei vormen zich ongeveer tien centimeter lange, augurkvormige vruchten (worstvormige peulen). Ook deze hebben een metallic blauwgrijze kleur. Hoewel Decaisnea volkomen winterhard is, is de struik gevoelig voor late (nacht)vorst. De struik heeft de neiging vroeg in het voorjaar uit te lopen. De jonge scheuten zijn dan extra kwetsbaar. Late vorst kan ertoe leiden, dat jonge scheuten aan de top beschadigd raken. Knip beschadigde delen pas aan het begin van de zomer weg. Snoei de beschadigde scheut af boven een gezond oog aan de stengel. Zwak gegroeide scheuten kunnen ook beter in de loop van de zomer worden verwijderd. Ze houden van warmte. Groeien op goed doorlatende grond in zon en halfschaduw.
Zaai de zaden, nadat je ze hebt uitgewassen, ter plaats zo gauw als je ze geoogst hebt. Ze kiemen het volgende voorjaar.
Duits Blaugurke, Blauschote, naar de helder blauwe vruchten worden ze soms dead man's fingers genoemd.
Toen ik gisterenavond rond 20u30 even buiten kwam hoorde ik achteraan in de tuin de welluidende roep van de bosuil en even daarop het krijsende geluid van de steenuil. Beiden al een hele tijd niet meer gehoord.
Van Valentijn, van de Uilenwerkgroep van Natuurpunt, in de voorzomer gehoord dat de steenuil in de geburen na twee onsuccesvolle jaren weer jongen had. Hoe het verder afgelopen is weet ik niet.
Aan de westkant van het Zoerselbos zouden de steenuilen te lijden hebben van de bosuilen. Was dit gisterenavond misschien zo’n confrontatie?
In het vernieuwde Van Gogh Museum te Amsterdam loopt tot 17 januari 2016 deze superieure tentoonstelling.
In 1955 zag ik een eerste maal Van Gogh in de stadsfeestzaal te Antwerpen; jaren later het Van Gogh museum in Amsterdam; de Van Gogh tentoonstelling in Londen en recent het Kröller-Müller museum. Het Munch museum in Oslo heb ik ook bezocht.
De nieuwe tentoonstelling heeft mij als nooit tevoren geraakt. Je bezoekt 2 tentoonstellingen. Best dat ik eerst de uitgebreide vaste collectie zag met audiofoon. Daarna kon ik dus te meer genieten van de tijdelijke tentoonstelling Munch – Van Gogh. Werken met een gelijkaardige thematiek van de beide kunstenaars worden naast elkaar getoond. Een onderdompeling in kleuren en emoties.
Na 4 uur onderdompeling snak je wel naar de openlucht. Peter had de Miro-tuin naast het Rijksmuseum aangehaald als een mogelijkheid. Je kon er echt genieten van de warme herfstdag.
FOTO”S
In de museumzalen zelf mag men niet fotograferen
Een glimp op het vernieuwde Van Gogh museum
Zijn zonnebloemen
Bloesemtakken
Tijdelijke tentoonstelling Munch – Van Gogh
De Miro tuin met het Rijksmuseum. Let op de fontein van de Deense kunstenaar Jeppe Hein. Afwisselend valt het water uit aan een van de kanten. Men kan dan in het droge midden wippen om even later helemaal omringd te worden door spuitend water.
Miro-beeld
Uitleg
Beeldhouwwerk
Zelfportret Gunnar Album. De jonge Noorse kunstenaar was in 1987 een jaar bij ons. Hij was eerst student aan de Academie van Antwerpen en dan in Turnhout. Een week voor hij vertrok bezochten we het Van Gogh museum en daaropvolgend onstond dit zelfportret. Het was zijn afscheidscadeau voor ons. Daarna werd hij voorzitter van Natuur en Jeugd in Noorwegen en liet zich bv. in een protestbeweging tegen de Russische atoomduikboten vastketenen in Moermansk of Vladivostok.
Hij trouwde in het hoge Noorden van Noorwegen. Aleide ging er naartoe met Veerle en Rene, eerst met de wagen naar Oslo en dan het vliegtuig, want ze moesten nogeens zover.
Gunnar overleed vorig jaar, met weinig tijd verschil, net als Aleide aan kanker.
Wandeling met de Koninklijke Vlaamse Dendrologische Vereniging 20/9
De ‘zotte’ baron Van de Werve stierf in 1924 zonder directe erfgenamen. De vele gronden gingen naar een immobiliën maatschappij. De gemeente kocht het kasteel en het rondom gelegen domein (42 Ha). In 1954 verkocht de gemeente het kasteel voor 400.000BF ter afbraak.
De Orangerie stond te verkommeren. Schilder Leon Lommaert wist begin de jaren 1970 enkele mensen warm te maken om het dak te herstellen en zo te behoeden voor verder verval. Jeugdige natuurliefhebbers poogden in de vroegere tuin een tuintje aan te leggen op een door Japanse knoop overwoekerde plaats; onbegonnen werk.
Nadat de ‘Vrienden van de Biologische Land - en Tuinbouw Voorkempen’ in 1973 gesticht was, rijpte bij de heer Leon Lommaert en voorzitter Jos Ratinckx de idee voor de Dodoenstuin. Vele vrijwilligers hielpen de vroegere kasteeltuin, die haast een bos was geworden, opslagvrij te maken. De worsteling tegen de Japanse knoop zou nog jaren doorgaan. Het jaar daarop kon de ‘Vereniging Ecologische Land en Tuinbouw vzw Antwerpen-Voorkempen’ de Dodoenstuin inhuldigen met een monument voor Rembert Dodoens van de hand van kunstenaar Antoon Luyckx °1922.
De rest van het domein is nu natuur-wandelgebied. Bij de aanleg van de Antwerpse Waterwerken werd een gedeelte langs het Schijn opgehoogd met het uitgegraven zand. De kleine Plevier kwam er einde der 60 tigerjaren op het zand broeden. De eieren werden gewoon in een kuiltje in het zand gelegd, zo goed als geen nestmateriaal. In die jaren gebruikte de gemeente een andere plaats als stortplaats.
Voor het onderhoud van het domein gebruikte men eerst ezels, doch die verstoorden de vogels. Ook Gallowaykoeien zijn in het voorjaar niet bruikbaar omdat ze in het riet de nesten van de kleine karrekiet vertrappelen. New Forest Ponny’s zijn nu het alternatief.
Er was nog een andere groep op pad onder leiding van Karl Hellemans. Ze stonden net bij een drietal jonge, geschubde inkzwammen. Ik kon mijn ervaring vertellen. Na het consumeren van jonge inktzwammen dronken we de volgende dag een gewone pils.
Ik voelde mijn hart hervig kloppen, en ik moest Aleide bijstaan want zij verloor even het bewustzijn. Onze gids waagde zich niet in het natste gedeelte van De Pont.
Na de wandeling gingen we nog een kijkje nemen in de huidige Dodoenstuin. De voornaamste aanwinst dit jaar is de aanleg van de Longman. De idee komt uit de Kew Gardens van Londen. Medicinale kruiden en planten worden geplant op de plaats waar ze in het lichaam werkzaam zijn. Nu is alles hoog opgeschoten en zijn enkel gedeelten te herkennen (foto’s).
Ik verwijs naar de blog ‘Een healing Giant’ van 3/6/2015 Bekijk vooral de video’s. Klik op de link
We rijden Antwerpen binnen via een stukje haven en passeren het nieuwe Havenhuis Antwerpen in aanbouw. Boven de geklasseerde oude brandweerkazerne bouwt men een indrukwekkende, van ver zichtbare constructie die veel weg heeft van een boot. Het wordt het visitekaartje van de havendiensten en Antwerpen haven.
Het Museum Aan de Stroom is onze bestemming.
Chauffeur Willem van ‘De Stille Kempen’ neemt ons op sleeptouw. Eerst gaan we in een nevenbouw het grondplan van de haven bekijken, interessant om ons te oriënteren. Intussen is er wat motregen. Als we naar de panorama esplanade van het MAS stijgen klaart de hemel op.
Nog eens genoten van het uitzicht vanop 64m hoogte.
Dan volgt de rit naar Opdorp voor het middagmaal in het eetcafé De Drytoren. Vandaar is het maar een korte rit naar Brouwerij Bosteels. 3 B’s: Bosteels, Brouwerij, Buggenhout. Trouwens in Buggenhout is er nog een andere brouwerij met de Malheur bieren. Als ik het goed voorheb is hun Malheur 12 onlangs tot ‘Het beste Bier’ verkozen.
We staan voor de familiewoning van de Bosteels en vernemen dat het zevende geslacht nu de leiding in handen heeft. Onder het afdak staat een hele verzameling rijtuigen en een camion uit de jaren 1950. Van het bezoek aan de brouwerij herinner ik mij vooral de talloze leidingen, 80 km in ’t totaal. Ze brouwen met hun eigen water.
Dan volgt de proeverij in de gelagzaal. Eerst de Kwak in een houten stellage. Een dergelijk glas kon men vroeger op de koets naast de voerman vastpinnen. Men heeft de keuze tussen een grote of een kleine pint. Kwak is niet precies mijn ding, te egaal van smaak. Dan volgt hun fameuze Triple Karmeliet, een kruidig bier dat internationaal bekroond werd en naar alle windstreken uitgevoerd wordt. Weer is er de keuze tussen een degoestatie glaasje of een normaal glas. Wie nog zin heeft wordt nog een tweede glas aangeboden! Spijtig dat Colruyt dit bier niet in zijn assortiment heeft.
Op de terugweg rijden we over de brug van Temse en stoppen voor het avondmaal te Weert. Blijkbaar zijn we in een streekmuseum en werpen nog een vlugge blik binnen.
FOTO’S
Men is volop bezig met de machtige bovenbouw van het Havenhuis
Al een paar dagen is het droog, zonnig weer en 17 °. Er staat een goed voelbare oostenwind die fris aanvoelt. ’s Morgens is het nog vrij koud. Dit weer kan nog een tijdje aanhouden. Thuis in West-Vlaanderen spraken we dan over ‘St. Michieltjes zomer’. De zondag na St. Michiel (29/9), patroonheilige van de kerk was het de grote Kermis te Ichtegem.
Vanmiddag zag ik een citroenvlinder. Het is bij ons de langst levende vlinder (1 jaar). Toen ik terugkwam met het fotoapparaat was hij verdwenen. Op de bloeiende klimop gonsde het van de insecten. Het geurt er naar honing.
Een paar druiven gefotografeerd: de witte Bianca, een lekkere druif. Ook een wijndruif. Ze zijn een maand later rijp dan vorig jaar. Toen ik dan op 19 augustus terugkwam was een leger wespen de trossen aan het verslinden. Ze hadden een grondnest iets verder in de tuin. Zoiets had ik nog nooit gezien.
Over de blauwe Georg ben ik minder tevreden; rijpt moeilijk af en matige smaak.
De Issai kiwibessen zijn bijna rijp.
Er staan 2 paddenstoelen. Een Amaniet, te zien aan de voet en de ringband. Een Amanita citrina?
In de Boomgaard van Louis Hoegaerts te Weerde 15/9
Louis Hoegaerts was voor zijn pensioen een van de sterkhouders van het Vrijbroekpark te Mechelen.
Jaren geleden heb heb ik zijn plantage ook al eens bezochtt. De boomgaard ligt tegen de Zenne, blijkbaar vruchtbare aanslibbingsgrond.
We starten bij zijn druiven die beginnen te rijpen. Ze zijn goed efgeschermd met netten. We ptoeven Rolland,die heel veel wegheeft van Reliance. Louis heeft het voor de witte druif Sieger.
Hij had een zeer goed seizoen met zijn kersen. Hij kweekt ze op Colt met tussenstam Gisela 5. Met de vroege kersen tot 11 juli had hij geen last van insecten.
Vroeger had Louis zijn appelbomen nog in een drietal etages met telkens een ander ras. Die zijn blijkbaar gerooid en nu werkt Louis volgens het haagsysteem: telkens een boompje op nog geen meter van elkaar. De meestal 2 jaarse bomen dragen al vruchten. We zien een reuzenvrucht Spion: 3k’s: kilo’s, kleur en kwaliteit.
Louis heeft het voor de onderstam MM111: geen bacterievuur en stambasisrot MM106 lijdt wel aan dit laatste.
We zien een Cevaal: zoete Alkmene
Sininenco is een Russische Grany Skith
De Mutsu is hier extra groot
Een favorit bij zijn peren is de Sucré de Montlucon
Md. Baltet moet non verder rijpen
Delice de Huy is een lekkere peer
Br Bosque ziet er goed uit maar is nog niet rijp
De appel King Russet ziet er goerd uit
Idared met schurft
Louis heft een rode mutant van de Ijzerappel, Marie Joseph d’Otheé, ijzerappel. Alhoewel goed vertrouwd met de originele, herkende ik deze eerst niet.
Na enkele magere jaren heb ik weer noten aan alle bomen. De geënte noot Broadview die er steeds staat, heeft ook dit jaar de meeste vruchten. Na jaren verstek draagt ook het Nederlandse entras Coenen. Voor De Kempen heeft dit ras wel het nadeel dat het een vroege bloeier is. Over Buccanier ben ik niet tevreden: steeds weinig vruchten. Verder heb ik nog een oude zaaiboom. Ook de jonge zaailingen beginnen te dragen. Ik heb geselecteerd op late uitlopers.
Telkenjare heb ik met eekhoorns geduchte concurrenten. ’s Morgens moet ik er bij zijn om gevallen (waaronder afgebeten) noten te verzamelen vooraleer die worden weggesleept en ergens begraven. Een geliefkoosde plaats is de composthoop. Telkens als ik compost uitvoer kan ik enkele noten recuperen.
Vorige week de kweeperen geplukt. Vooral voor Vranja en Rhea’s Mammout was het hoogtij. Meerdere waren al gevallen en begonnen snel te rotten. Vruchten die volledig in de schaduw hangen vertonen veel zwarte vlekjes.
Deze rassen dienen vlug verwerkt te worden.
De appelvormige kwee’s Leskovac zijn duidelijk later, groeien gezonder en bewaren langer.
De kwee Champion, die nog altijd herstellende is van de verwoesting door lodgebroken koeien is ook een gezonder groeiend ras.
In verband met de zwarte vlekjes heb ik ‘Plantenziekten’ van A.Hallemans geconsulteerd.
Diverse schimmels w.o. Septoria, Phyllosticta en Diplocarpon (Fabraea stigmatea). De meest voorkomende schimmel is Diplocarpon (Fabraea) maculatum, die behalve kwee ook peer en mispel aantast. Op de bladeren ontstaan donkerbruine, ronde vlekjes, die samenvloeien tot grote, onregelmatige vlekken. Zieke bladeren vallen af en kan overvloedig zijn. Op de kweeperen zelf ontstaan menigvuldige, donkerte, kringvormige vlekken. De schimmel overwintert op afgevallen bladeren.
In een droog, zonnig voorjaar als dit jaar zijn de schimmelaantastingen duidelijk minder. Mijn appelen zien er dan opmerkelijk beter uit wegens veel minder aantasting door schurftschimmels. Toch vormde de voorbije regenperiode een begin van regenvlekkenziekte, donkere, min of meer afwrijfbare vlekken op sommige rassen; enkel een aesthetisch probleem, verder geen invloed op de eetkwaliteit.