Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
23-09-2016
Musée de la Poire Tapée.
Net als in 2003 bezoeken we te Rivarennes het Musée de la Poire Tapée.
De enige merkbare verandering is dat de peren nu in een elektrische oven gedroogd worden en niet meer in de tijdrovende, grote, antieke oven.
FOTO’S
Musée de la Poire Tapée
Idem
Ontvangst
La poire Tapée de Rivarennes
Zaakvoerder
De oude oven ligt er verlaten bij. Veel gemakkelijker is het drogen in elektrische ovens.
Toen ik in Zoersel, meer dan 50 jaar geleden kwam, kocht ik mijn halfstam appelbomen bij Mampay in Viersel. Hij kweekte zijn bomen op M7, “De beste onderstam voor appelbomen in de Kempische zandgrond” zei hij.
Met mijn ladder van 7,5m geraak ik niet in de top van de meeste bomen.
Ik krijg de plantactie van de NBS aan en wat lees ik daar:
2-4m voor struikvorm op M9, M7 (zandgrond), M26, MM106
2-6m voor halfstam of struik op MM106.
Tussen haakjes: ik ben blij dat de NBS de vergeten M7 onderstam terug opvist, maar men weet blijkbaar nog niet dat de M7 nog een stuk forser groeit dan de MM106, die bij mij ook een stuk hoger torent dan de vermelde 6m.
‘Iedere volkstuinder weet hoe moeilijk productie is zonder chemicaliën’
(De Standaard 22 sept. P 32 Louise o. Fresco)
Moeilijk voor een volkstuinder vind ik een dooddoener.
Ik tuinier al 54 jaar op een natuurlijke manier en zonder met wat men onder ‘chemicaliën‘ verstaat en dat was al die tijd niet moeilijk.
Een van de eersten die kwam kijken was een directeur-landbouwingenieur die dacht dat natuurlijk telen niet meer mogelijk was en zijn idee daarover wijzigde door wat hij zag.
Je mag dan al prof. dr. ir. Landbouw en voedserldeskundige zijn en voorzitter van de Raad van Bestuur van de Universiteit Wageningen, doch nog geen tijd gehad hebben om naar een natuurlijke tuin te kijken.
Vanmorgen staat Chateau de Talcy op het programma.
Talcy ligt niet zo ver van Blois, middenin een landbouwgebied met uitgestrekte graanvelden. Het kasteel van Talcy beheerde meerdere boerderijen en vele gronden.
Heden is het domein een historisch monument in eigendom van de Franse staat.
Op weg naar Talcy rijden we aan de kant van het Loiredal. In de kalksteenwand zijn leefruimten en bergplaatsen uitgehakt. Ik zag ook ergens grotten aangekondigd.
We worden ontvangen door de hoofdtuinier, ambtenaar van de Franse staat die nog 2 andere domeinen onder zijn beheer heeft. Op een onderhoudende manier leidt hij ons rond.
We staan op de binnenkoer. De mooie vormgeving van alles valt op. Hij wijst op de vroegere woning van de tuinier en neemt ons mee naar het gebouw met de monumentale, houten pers voor de wijnbereiding. We zijn onder de indruk.
Aan de andere kant staat de imponerende duiventoren met 900 nestplaatsen. Als je weet dat duiven per paar leven kom je wellicht aan 2000 duiven en meer. Enkel de bezittende klasse mocht duiven houden. Deze gingen wel fourageren op de velden van de boeren die met de schade zaten en toch hun tienden aan de kasteelheer moesten leveren. Ik moest denken aan de vele houtduiven nu waartegen meerdere moestuingewassen moeten afgeschermd worden en die al vroeg van de nog onrijpe bessen beginnen te snoepen. Bij mij zijn ze bv een pest voor de zwarte bessen die niet beschermd buiten de fruitkooi staan, maar ook in de kooi dringen ze soms binnen en veroorzaken grote gaten. Ze snoepten ook alle rijpe vlierbessen weg op de hoek van het huis. Ze leren bij want ook de onrijpe, pitloze druivenbessen Lakemont die ernaast staan werden gesavoureerd! De eerste maal dat dit gebeurt.
Een pad afgezoomd door een mooie bloemenborder voert naar de fruittuin. Men kweekt leifruit in horizontale en schuine palmetten.
De zetting laat echter te wensen over. Zonde van al de tijd die dit vergt. Ik zou het houden bij de haagvorm, gepropageerd door door de rasboomkweker Willy Mahieu van Jabbeke die zijn systeem propageerde in het boek ‘Appels en Peren voor de Liefhebber’, werk dat al een hele tijd uitgeput is.
De gids wijst nog op een lege put, een ‘vivier’. Hierin bewaarde men tijdelijk de vis voor de keuken die in andere vijvers gevangen was.
Het domein wordt afgesloten door een randbos.
Dit bezoek was voor mij een bezonder fijne belevenis.
FOTO’S
1. Bergplaatsen en leefruimten in de kalkrotswand van de Loirevallei.
2. Idem
3. Idem
4. Aankomst
5. Op de 1de binnenkoer.Jean-Pierre geeft nog wat toelichting
Vandaar rijden we naar het in tuinmiddens gerenommeerde Chateau Chaumont sur Loire
Voor het kasteel staan een prachtige ceders met takken op de grond. Het lijkt of ze er wortel geschoten hebben, maar dit is niet zo.
Met gidse bezoeken we het kasteel en daarna neemt een andere gidse ons mee op het terrein.
Chaumont sur Loire is al 25 jaar bekend voor zijn jaarlijkse wedstrijden onder landschapsarchitecten. Dit jaar is het thema “Jardins du siècle à venir”. We gingen enkele projecten bekijken. Mij charmeerde vooral de drijvende tuin door een Nederlander. Terwijl ik de groene kikker fotografeerde kwam een rinslangetje aanzwemmen. Helaas geen foto.
Het was vandaag weer 37° en een afdaling naar de mistvallei was heerlijk. Wel oppassen geblazen om niet uit te schuiven.
Er was nog veel te zien op dit domein. Slechts enkele moedigen gingen op stap.
Dimanche 25 septembre : journée portes ouvertes des activités du CRA-W pour la sauvegarde et la valorisation des anciennes variétés fruitières de nos régions : Depuis une quarantaine d’année, le CRA-W mène des travaux de recherches en vue de sauvegarder et valoriser le riche patrimoine fruitier de nos régions. Grâce à l’appui très motivé du public et des médias, les prospections dans les campagnes et les anciennes collections ont permis de rassembler l’une des plus riches collections de ressources génétiques soit près de 1000 variétés et sous-types de pommes, 800 de poires, 300 de prunes, 90 de cerises, 75 de raisins et une trentaine de pêches. Activités proposées : Visites commentées des collections et des vergers d’évaluation des anciennes variétés (basse-tige et hautes tiges, vergers pâturés), exposition pomologique de fruits de Wallonie et du Nord de la France, « Réseau des Vergers Conservatoires », pressage et dégustation de jus, informations sur la conservation et la transformation de ses fruits (chips de fruits, listes de transformateurs…), identification de vos variétés, aide au choix de variétés à planter, conduite et entretien des vergers, filière de qualité en pépinières, choix des pépiniéristes et revendeurs (RGF-Gblx, CERTIFRUIT), diversité des anciennes variétés de légumes (tomates,…). Présentation des projets de recherches en cultures fruitières et maraîchères biologiques, mesure de la qualité des fruits, création de variétés,… Horaire : de 10h à 18h. Deux visites commentées des vergers et collections prévues à 10h30 et 15h. Adresse : CRA-W, Bâtiment Emile Marchal, rue de Liroux, 4 - 5030 GEMBLOUX – 081/620 333 – p.dupont@cra.wallonie.be
Limelight is een appel van Hugh Ermen, die na zijn pensionering als onderezoeker op Brogdale, verder actief bleef met het ontwikkelen van nieuwe appelrassen.
Limelight werd samen met Red Devil in 2000 op de markt gebracht. Het is een kruising tussen Discovery en Greensleeves, met de smaak van de eerste en de gele kleur van de laatste, een lekkere appel die een paar maanden bewaart.
Mijn boompje kocht ik in Wisley en het stikte later van de kanker. IK heb het ras overgeënt op M26 op MM106? doch de kankergevoeligheid bleef. Na het oogsten werden nu meer dan 5 takken tot na de kanker teruggeknipt. Een tak vertoonde zelfs 3 kankerplekken. De hoofdtak vertoonde gelukkig maar een kleine aantasting en die werd uitgesneden.
In Brogdale zagen we hetzelfde ras, volgeladen en geen plekje kanker te bespeuren.
Vanmorgen zeggen we vaarwel aan hotel Kyriad Sud te Tours.
We rijden naar Veigné voor een ontmoeting met deafdeling Touraine van de Croqueurs de Pommes. Zij tellen 187 leden van de 8 000 leden van het geheel. Onze NBS telt er 2000. Zelf was ik een aantal jaren aangesloten bij de afdeling Nord Pas de Calais. Pierre De Meulenaere, die onlangs overleed was de vertegenwoordiger voor Vlaanderen. Het bestuur dat ons ontving was vrij bejaard.
Op grond van de gemeente Veigné hebben zij een verzamelboomgaard met oude rassen aangelegd en er is ook een bouwsel opgericht door de gemeente, Maison de la Nature. Ze hebben er accomodatie om (school)groepen te ontvangen. Telkens de eerste do van de maand is het open deur.
De boomgaard staat er tamelijk gezond bij met enkele rassen in beurtjaar, na de grote dracht van vorig jaar. Vandaag is het opnieuw 37°. In het hete 2003 bezochten we ook een meer zuidelijk gelegen boomgaard van de Croqueurs. Bodem en bomen waren toen totaal uitgedroogd.
De Croqueurs de Pommes de Touraine hebben een eigen webstek:
Gids Op een bepaald moment deed hij een test:”Wie van jullie heeft er zakmes bij?”
Reinette du Mans, een zeer lang houdbaar ras. Lang geleden kreeg ik een ent van een fransman uit de streek bij Kassel. De enting slaagde, doch er kwam nauwelijks groei. Anderzijds bekwam ik ook een Baujade, een resistent ras met een van de ouders een Granny Schmith, mijn langste bewaarappel, soms tot juni, eerst een donkergroene appel met een matige smaak.
Op de middag worden we verwacht te Montlouis sur Loire op hetChateau de la bourdaisiérevoor de lunch en daarna voor het bezoek aan de tuin. Die herbergt le Conservatoire national de la tomate met 650 oude rassen. De gids vertelt hoe eerst warm voorgezaaid en gekweekt wordt in de serre. Daaena worden ze meestal per twee buiten uitgeplant er wordt bij problemen enkel ingegrepen met in de bioteelt toegelaten producten, vooral koper en bordelese pap. De tomaten staan geplant per kleurgroep. Het ras coeur-de-boeuf staat er met een heel aantal mutaties.
Verder in de tuin heeft men ook nog een uitgebreide collectie dalia’s. Tegen de muren staan vele druivelaars die in mijn ogen het kweken niet waard zijn: een zeldzame tros en dan nog van bedenkelijke kwaliteit.
Vooraleer naar het hotel te rijden bezoeken we de gothischekathedraal van Orleans(1278)
Kathedraal
Interieur
Koor
Orgel
Kathedraal
Idem
Idem
Idem
Idem
Het Ibishotel ligt schuin tegenover het Centraal station van Orleans. Voor het avondmaal gaan we door het station en dan nog trappen op naar een restaurant in een bovenbouw; We zitten op een zeer ruim terras in openlucht. Het blijft nog lekker warm. Op de middag was het weer 37° geweest.
In de avond wandelde ik tot de Place de Martoi, het centrum van de stad met het grote ruiterstandbeeld van Jeanne d’Arc. Op 8 mei 1429 werd de stad onder leiding van Jeanne d’Arc bevrijd van de Engelsen, het keerpunt in de honderdjarige oorlog.
Vandaag staat het koninklijke Chambord op het programma, gebouwd in opdracht van koning François I (1494-1547). Voor ons het prachtigste kasteel dat wij zagen, Unesco werelderfgoed. Overal zie je de gestilleerde salamander, eerder een draak, het symbool van François I. Zijn moto “nutrisco et extinguo” : Ik voed mij (met het goede vuur) en ik doof het slechte vuur.
Cetraal staat de indrukwekkende, dubbele wenteltrap. Per etage zijn er 2 identieke appartementen met telkens een grote ruimte en privévertrekken. Weer 7 m hoger naar het volgende verdiep.
Op 5 loop je tussen grootse torens en schouwen.
Jean-Pierre had gezorgd voor een fijne lunch in het kasteel zelf, een niet alledaags decor.
We hadden nog tijd om ook de botanische tuin van Orleans, daterend van 1834 te bezoeken.
FOTO’S
Bessen van de Gelderse roos Viburnum Opulus. Er waren nog enkele andere Viburnum soorten.
Speciaal gevormde naaldbomen, echter de naam niet gevonden.
Idem
Gingko Biloba, Japanse Notenboom, (hier150+) oorspronkelijk uit China. De enige overlevende soort uit het meozomycum, een levende fossiel. Een tweehuizige plant. Meestal gaat het om de mannelijke vorm, want de vruchten van de vrouwelijke kant verspreiden een onaangename geur!
Hoçningboom
Naamplaatje
Araucaria. In het arboretum van Tervuren staat er een groepje, die dateren van 1870. Ook voor andere bomen, meer dan het bezoeken waard.
Treurspar. De hangende takken, gesteund door palen trokken de aandacht van Monique en mij. Zeer esthetisch. Geen naamplaatje gezien.
Dezelfde boom aan de achterkant
Idem
Takje
Goudbes, Physalis pruinosa. Eronder lagen de rijpe bessen. Ik had die vroeger al gehad van Peter Bauwens. In 2000 had ik biologisch zaad van Terre de Semences. Dit werd later Kokopelli (Franse, biologische zadenfirma. Ze publiceerden ook een knoefel van een boek over moestuinzadenrassen!)
Deze variëteit zaaide ieder jaar zichzelf uit! Echter een 5 tal jaar geleden leden ze plots onder een schimmelziekte. Vorig jaar had ik weer een paar gezonde struikjes en ook dit jaar, ondanks de zondvloed staan er een paar. Nog geen rijpe bessen. In het warme jaar 2003 waren er al rijpe vruchtjes begin augustus.
Er was ook een tuintje met leifruit. Johan Baecke van Balen, medereiziger, specialist leifruit was erover te spreken.