Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
We rijden naar Halsteren en het Landgoed De Hertgang.
Eerst hebben we een verfijnde lunch. Daarna gidst de eigenaar ons door het domein van 5,5 ha. Gedeeltelijk ligt het op de steilrand (12m) van de Brabantse Wal. Het meest opvallend in het landschap van de Brabantse Wal is de steilrand, een abrupte overgang van de hoger gelegen zandgronden naar de lager gelegen zeekleipolders. Deze hoger gelegen strook slingert van Ossendrecht langs Hoogerheide, Woensdrecht, Heimolen, Bergen op Zoom en Halsteren. De gemiddelde hoogte is 20m; het hoogste punt 39m.
FOTO’S
1. Een vijver met meermin trekt de aandacht
2. Moerascypres (Taxodium disticum)
3. De moerascypres torent er bovenuit
4. Zuurboom (Oxydendrum arboreum)
5. Gezelschap (Vooraan de eigenaar)
6. Vruchten van de Anna Palownaboom (Palownia tomentosa ‘Hulsdonk’
We overnachten in het Fletcher hotel, prachtig gelegen op de Wageningsche Berg met aansluitend het Belmonte Arboretum; in de vijftigerjaren aangelegd door de universiteit. Het beheer is sinds 2012 overgegaan in een Stichting.
Op weg naar het restaurant doorkruisen we met een gids het arboretum. Meteen vernemen we wat over de geschiedenis. Deze hoogte (43m) bleef tot het einde van de oorlog op 5 mei 1945 in Duitse handen.
De zondagmorgen bezoeken we het arboretum een tweede maal.
Vervolgens staat het ‘ Arboretum De Dreijen’ op het programma, prachtig aangelegd en verzorgd, een top-esthetische belevenis
Een Catalpa
Nog een streekbier
Er was geen tijd meer voor de beeldententoonstelling
In de namiddag hield dr UGW Sass-Klaassen van het Dendrochronologisch Laboratorium voor ons een bijzondere cursus.
Zij is gespecialiseerd in het onderzoek van de jaarringen.
Er zijn nog levende bomen van 5000 jaar oud. De reuze sequoias kunnen ongeveer 3000 jaar worden.
Er gebeurt zeer veel onderzoek. Er blijkt veel samenwerking te zijn met o.a. de universiteit van Gent. Zij toonde ons ook labo’s met gespecialiseerde instrumenten.
Klimaatverandering. Zullen de beukenbossen verdwijnen? Beuken lijden onder hitte en droogte. Mijn beuken zagen vorig jaar af (verbrande bladeren). Beuken uit Bulgarije zouden weerstandiger zijn.
Tot slot gaan we gezamelijk de merkwaardige binnentuin bekijken.
De Koninklijke Vlaamse Dendrologische Vereniging werd al gesticht in 1937 in het Rivierenhof (Deurne) en is aldus de oudste bomenkundige vereniging.
Met 2 busjes rijden we naar Nederland. Het is weer een warm, zonnig weekend.
De eerste stopplaats is de kwekerij Dependens van Jan Huiberts te Bennekom, op een boogscheut van Wageningen.
Het bedrijf is Nederlandse Planten Collectiehouder van Buddleja (vlinderstruik) en Iris sibirica. Van de Buddleja heeft de kwekerij 100 soorten in het assortiment, van de Iris siberica 85. Jaarlijks levert het bedrijf 10.000 Buddleja's en 80.000 vaste planten. Op 0,75 hectare staan bijzondere heesters en bomen, waaronder fruit- en vijgenbomen, die vooral bestemd zijn voor hoveniersbedrijven. We werden door Jan Huiberts enthousiast begroet. Het bijzondere is dat jan biologisch teelt en enkel werkt met sociaal tewerkgestelden. Ook het onkruid tiert er welig en voor sommigen onder ons is dat vreemd. In de toekomst zal hij trachten meer onkruidzaadvrije compost te gebruiken. Zijn kennis en enthoesiasme helpen over dit heuvel heen.
Bij zijn ontvangst-uiteenzetting heeft hij het o.a. oner de ‘hotpijp’ bij het enten van noten. Hij teelt een 15 tal rassen. De handeling hotpijp kende ik nog niet. Die bestaat er in de 2-3 cm waar de enting gebeurt te verwarmen om de enting beter te laten slagen. Hoe hij dit elektisch doet blijkt een keukengeheim.
Bij de wandeling zie ik op een vlinderstruik een dagpauwoog, mijn tweede waarneming dit jaar van een vroeger algemene vlinder.
Achteraf zal menigeen een Argus velvet buddleja aanschaffen.
Hij leidde ons naar een perceel met zijn lievelingsaanplanting. Daar zag ik o.a. de Kaki, oorspronkelijk in Italië aangeschaft, die het hier naar zijn zin heeft. Dat moet ik doorgeven aan dochter Veerle in Vancouver, die destijds verzot was op Kaki. Die zal het daar, in het milde klimaat van de westkust van Canada, ook goed doen.
FOTO’S
Jan Huiberts van de bio-kwekerij Dependens.
Eddy bij ?
Butterbal sierappel
De 2 Jannen, rechts Jan Awouters, de voorzitter van KVDV.
Gert Dessoy, de vorige voorzitter; tuinaanleg ’De open Ruimte’ en recent imkerij ‘De Wandeling’
Kaki
Idem
In een kweekserre met als eerste man Chris Colman, secretariaat
Rechts Rob Van Bauwel, de organisator van deze reis. Is nu de verantwoorlijke voor het Plantencentrum van het Arboretum Kalmthout.
Laatst ontving ik de resultaten van een bodemonderzoek van mijn tuin:
Een PH van 6,5
Koolstof C 5,5 Bij een veel vroeger onderzoek was het reeds 3,5. En zeggen dat veel landbouwgronden met enkel kunstmest nog onder de minimumnorm van 1 vallen.
Alle voedingsstoffen en kalk , ook kalium in mijn zandgrond met enkel compost: hoog tot zeer hoog
Men waarschuwt voor vergeling door eventueel mangaangebrek. Hiervan nog niets bemerkt.
Vandaag staat een kanjer-bloemkool van 3,5 kilo op het menu.
Op 29/7 was er de blog ‘Gele bladeren’. Korte tijd nadien zijn die praktisch allemaal afgevallen.
De Mutsu is er wel het ergst aan toe. Volgende winter wordt die afgezaagd en kan de eronder staande okkernoot – wellicht door een eekhoorn gezaaid – verder uitgroeien.
Doch ook een Schone van Boskoop staat bladerloos. Dit jaar is er een sterke zetting. Dit ras is sterk beurtjaargevoelig op mijn zandgrond. Volgend jaar verwacht ik zo goed als geen vruchten.
Een Jonagold staat bladerloos en hangt afgeladen vol. Volgend jaar: beurtjaar.
Ik heb ook een zaailing Reinette Hernaut staan: afgeladen vol en tevens een prachtige bladzetting. De beste reinette die je kan planten. Het ras maakt deel uit van de Certifruitrassen, aanbevolen door de landbouwfaculteit van Gembloux.
Een ras dat dit jaar niet draagt is mijn Jacques Lebel. Nog een ras dat het dit jaar vertikt: Rode Superman. Nog nooit zo weinig vruchten gezien! In het vorstjaar 2017 bv was er een behoorlijke zetting.
Ecolette (de laatste foto) doet het -als steeds- weer schitterend. Dit ras verdient het als eerste te worden geplant. Stamt voor de helft af van Elstar, het in Nederland meest geteelde ras. Ecolette is tot nog toe resistent tegen schurft. Het is een lekkere, rode appel die houdbaar is tot januari.
Het ras is voldoende zelfbestuivend voor iemand die slechts plaats heeft voor één boompje.
Op de voorgrond bij mijn Ecolette, op de sterkere MM 111 onderstam, zie je de nieuwe fruithaag, tweejarige bomen op 1m van elkaar, op onderstam m26.
Originele viering: op een boot, met een gans bovendek voor familie, vrienden en kennissen. Een vaart van 3 uur op de Schelde. Mij trof het hoe sterk de havenintrastructuur aanwezig is aan beide kanten. Terug aangemeerd aan het ponton van de linkeroever, volgde nog een smakelijk diner. Op die plaats kan je ook op en af van de Waterbus.
Na 24 jaar, sinds mijn pensionering, zag ik een paar collega’s terug.
Zijn zussen en broers hadden voor een plezant lied, met nogal wat strofen, gezorgd. De rijming op pastorij vond ik wat ondeugend, gezien de eerste roeping van Ludo, die niet doorging.
Een oud-collega zorgde voor een samenzang met guitaarbegeleiding.
Verder nog enkele oud-bekenden teruggezien.
FOTO’S
1. Aan de overkant het moderne Havenhuis
2. Ludo aan de Schelde
3. De boot Verdi mert vooraan oud-collega’s Karin en Marleen
4. Overkant met het Museum Aan de Stroom en antieke kranen
5. Eventjes een luchtje scheppen met Boudewijn Vlegels als figurant. Net op tijd, want daarna begon het te regenen.
6. De reusachtige containerschepen
7. Aan de Loskaai
8. Ludo en zijn partner Yvonne worden gehuldigd
9. Zangers en het refrein, voor iemand die achteraf nog wil telefoneren
Marc, die we leerden kennen op de vorige uitstap naar de Eifel was weer chauffeur en Willem Verhoeven van de Stille Kempen gids. Marc zal de bus door menige nauwe plaatsen loodsen.
Ontbijtkoek en 1 koffie op De Ster te Beveren. Daar we te vroeg waren kregen we eerst een extra ritje door het Zoete Waasland. Willem vertelde over het Sigmaplan om de Schelde te bedwingen. Met de zware Noorderstorm met dijkbreuken van 1 februari 1953 liep de streek onder water. In 1570 was er al de Allerheiligenvloed geweest.
Daarna naar West-Vlaanderen en een korte wandeling in Damme. Zie de foto’s. Even tot in de haven van Zeebrugge. Nevel verhinderde het zicht op Blankenberge. Middagmaal te Lissewege. Naast de kerk staat het standbeeld van Willem van Saeftinghe, lekenbroeder van de toenmalige abdij Ter Doest. Die Willem vocht in de Gulden Sporenslag van 1302, sloeg met zijn goedendag de franse aanvoerder, Robert II van Artesië van zijn paard en doodde hem met zijn zwaard. Verder naar Ter Doest met als enig resterend gebouw van de vroegere cisterciënzerabdij (stichting 1106), de enorme Tiendenschuur: 50,5 m lang, 23,75m breed en 30,75 m hoog. Het hout van het gebinte werd gekapt tussen 1370 en 1385. Op het grasveld buiten staan een aantal kunstwerken van de Beeldenroute van Lissewege; enkele jaren geleden al bezocht met Art Fan van de Zoerselse kunstenaar Charles Pauwels, in januari overleden. Hij wordt herdacht in het laatste Zoerselmagazine. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om een aantal beelden van Irénée Duriez, dorpsgenoot van Ichtegem, mijn geboortegemeente, terug te zien.
Willem had gezorgd dat wij met de bus mochten uitstappen achter de Hallen met het Belfort. Gewone bussen mogen Brugge niet binnen. Willem gidste de moedigen, die de 32° trotseerden naar de Burcht met het stadhuis, de vismarkt en naar de O.L.Vrouwe kerk, gedeeltelijk toegankelijk. Voor het andere gedeelte met o.a. het praalgraf van Maria van Bourgondië en de madonna met kind van Michelangelo, het enige beeld van hem buiten Italië, dien je te betalen. Het beeld werd gekocht door de brugse koopman Jan van Moeskroen en in 1514 aan de kerk geschonken. Met zijn vieren gingen we nog een eindje verder een kijkje nemen in het Begijnhof. We passeerden de brouwerij ‘De halve Maan’ wier Straffe Hendrik ik zeer kon waarderen.
Op de terugweg nog een koffietafel in ‘De Schuur’ te Bazel.
FOTO’S
1. Stadhuis van Damme
2. Jacob van Maerlant, ca 1235 – ca 1300. Vestigde zich in Damme. Was onze voornaamste Middeleeuwse dichter en schrijver in de volkstaal, het Middelnederlands. “Ende omdat ik Vlaminc ben”.
3. De bekende molen van Damme
4. De Damse vaart richting Sluis.
5. Straffe Hendrik van de Brugse brouwerij ‘De Halve Maan’
6. We parkeren aan het restaurant naast het middeleeuws vaartje.
16. Begijnhof Brugge, een paasbloemenveld in het voorjaar
17. Begijnhofkerk Achteraan rechts zie je de kappen van de in een koorbank verzonken nonnetjes. Hun sereen- welluidende zang van de vespers klonk beklijvend.
18. Agnes kijkt naar het houten huisje naast de rei.
De Museumtuin is een tuin van topniveau, naar het voorbeeld van de kasteeltuinen uit de 18de en 19de eeuw; een sterk staaltje van levend, cultureel erfgoed met zowel (oude) groenten als een fenomenaal voorbeeld van leifruitvormen. De tuin is 2 hectare groot, met een schitterende ligging in het domein van Gaasbeek en een weidse blik op het Pajottenland en het Kasteel.
Marleen Vermassen, was onze gidse. Ze durfde het aan om onze groep te gidsen. Ze weet groenten te verwerken.
Eerst wandelen we door de groentetuin, waarin vooral oude rassen een plaats krijgen.
Dahlia's brengen fantastische kleuren in de tuin.
Ik had kritiek op een paar zaken: wat als suikermaïs moet doorgaan is een warboel van naast elkaar ‘gruisdik’ gezaaide gewone, sprietige maïs. Suikermïs kweek je voor de kolven aan voldoende van elkaar staande, forse planten. Binnen een paar weken zijn de kolven rijp; stomen, wat insmeren met boter en hierbij een sprankelende cava, (champagne mag ook).
Een sterk staaltje van leifruit is de constructie met de huwelijksgriffeling. De ‘waghen’ in de schilderij van Pieter Breugel de jongere vormde de inspiratie. Als je dan Johan Baecke er bij hebt, krijg je de beeldenste uitleg die maar kan! Je slaat eerst een nagel om de takken aan elkaar vast te spijkeren.
Het geheel is een indrukwekkend natuur-kunstwerk.
1. Kasteel
2. Tuin
3. Aardbeispinazie
4. Dahlia Spartacus
5. Idem
6. Burvenich
7. ‘Waghen’ , voorloper van het leifruit in het schilderij De Lente (1620-1630) vanPieter Breugel de Jongere.
8. Gidse Maeleen Vermassen, Eric De Bruyne en Ingolf Gjertsen
Met een select gezelschap fruitgeïnteresseerden (16/2019)
Een gedeelte van het 15 Ha grote domein wordt ingenomen door een fenomenale Rozentuin; een schoonheidsbeleving.
FOTO’S
1. Gracht
2. Het kasteel Hier vond in 1999 de derde editie van Europom plaats. Ik had toen het genoegen het echtpaar Howard en Elisabeth Stringer te begeleiden (Engelse pomologen van de Friends of Brogdale).
3. Kraanvogel bij de Japanse tuin.
4. In die tuin de Sweet Moon
5. Verblindend wit (Hatsukoi)
6. Oude beuken
7. Te oude beuk
8. Ontluikende roos (République de Genève)
9. Speciale stekels in tegenlicht (Rosa omeiensis pheracanta, een botanische roos).
In 1992 zag ik een annonce voor bramen in het Engels fruitteeltblad Fruit.
Derek Jennings, de grote onderzoeker van het Scottish Crop Research institute, nu herdoopt in het James Hutton Lmt, was na zijn pensionering verhuisd naar het dorpje Otham , deel uitmakend van Maidstone, de hoofdstad van Kent.
We passeerden er toen als we, zoals telkenjare, de zaden gingen halen bij Chase Organics in Groot Londen. We stopten er op de heenrit en werden er hartelijk ontvangen. Hij nam ons mee naar de farm waar hij zijn experimenten verder zette. Ik herinner mij vooral het enige productieveld met Taybes dat ik ooit zag. De nieuwe ranken waren samengebonden om die wanneer er serieuze vorst dreigde te laten zakken naar de bodem en te bedekken met stro. Want vanaf -10° C bevriezen de ranken en zijn er dat jaar geen vruchten. Het wortelgestel blijft wel intact. In vroegere jaren is de Taeybes bij mij meermalen bevroren. Ook mijn gestekelde bramen ondergingen hetzelfde lot. De Amerikaanse stekelloze rassen kunnen beduidend meer vorst verdragen. Zo herinner ik mij dat de Thornless Evergreen, de braam met het peterselievormig, ingesneden blad, slechts eenmaal bevroor in het jaar 1986. Toen was het -20°C geweest.
Naast Loch Ness, de thans commercieel de meest geproduceerde braam, door hem ontwikkeld, kocht ik, naast ook Waldo –die wel lekker is, doch met slechts enkele bessen, en zeker niet de moeite loont – ook zijn purperen framboos Glen Coe. Sinds een paar jaar, na afdekking van de belendende strook met worteldoek om de netels te onderdrukken en de nieuwe Kornoeljebessen (Cornus mas) van Zoetewei te kunnen planten, kwam de Glen Coe aan de rand weer tot volle wasdom. Voordien had die een zeer kommervol bestaan geleid en had ik die jarenlang niet geproefd. Tot een maand terug waren er weer veel, zij het kleinere, paarse frambozen. De stengels zijn intussen afgestorven en bruin verkleurd. De nieuwe zijn forse, lange ranken, gedeeltelijk rechtopstaand.
Voor een paar dagen zag ik opeens grote, paarse bessen aan een nieuwe tak, tussen de vele andere, die zoals de zomerframbozen pas volgend jaar zullen dragen.
Hier heeft zich een mutatie voorgedaan. Het is een primocaine geworden of herfstframboos. Herfstframbozen bloeien en geven vruchten hetzelfde jaar dat ze groeien. Als je het gedeelte dat gedragen heeft afknipt, komen aan dezelfde tak hetvolgend jaar weer zomerframbozen, waarna de tak afsterft.
De laatste jaren zijn vooral doordragende rassen ontwikkeld en die vervangen nu reeds dikwijls de zomerframbozen.
Die ene tak maakt deel uit van het kluster takken. Glen Coe groeit in een cluster vanuit een cetraal punt net als bramen of braambozen, niet verspreid als de wortels van frambozen die op uitlopers staan.
Mijn fruitvriend Louis Eelen, de man die ent met de bijtel, kwam op bezoek en proefde de vrucht: een uitstekende, intense smaak.
Ik veronderstel dat die mutatie-tak stekbaar is?
Ik denk ook aan afleggen van de top? Bij Taybes is mij de vermeerdering al gelukt door het inleggen van de top van een nieuwe scheut. Maar hoe zit het in dit geval?
Het topgedeelte dat gedragen heeft wordt afgeknipt.
Wellicht zijn ook stekken te nemen van het resterende gedeelte? Taybes kan je vermenigvuldigen door stekken. Ik heb ooit iemand wel stekken laten nemen. Wellicht kan dit ook van de resterende rank? Een dergelijke stek zal wellicht op een speciale manier moeten behandeld worden? Ik zie mijzelf dat niet direct doen.
Kan ik beroep doen op specialisten terzake?
Op het eerste zicht denk ik dat het een waardevolle mutatie is.
In 2007 werd door de tuin door Fluxys een aardgasleiding gelegd.
Na het ploegen in het voorjaar dit jaar, had ik op die plaats nog sporen gezien van het gele zand, en dat na 12 jaar en het telkenjare aanbrengen van supplementaire compost.
Op 21-4-2009 schreef ik een blog Zandtuin (de eerste blog Fruit) met foto’s. Dat er na 12 jaar hier nog sporen van te merken zouden zijn – ondanks de bijkomende verzorging - is nauwelijks te geloven.
Dat ook de groeikracht op die plaats nog duidelijk verminderd is had ik evenmin verwacht! De foto’s maken dit duidelijk.
FOITO'S
Op de laatste foto is dit ook te bemerken in de wei van mijn buur.