Gembloux zo. 25/09
In 1979 is prof Populer begonnen met de aanplant.
Het was een hele tijd geleden dat ik Gembloux kon bezoeken en de mogelijkheid doet zich met jaren onderbreking voor.
Voor de geleide wandeling in de voormiddag waren er twee grote groepen
Onze groep had Marc Lateur zelf als gids.
Eerst bezochten we de agroforestrie weide met hoogstambomen op 20 m afstand van elkaar. Marc laat zoveel mogelijk natuurlijke vertakking toe. De afscherming tegen vee is zodanig dat de koeien onderaan nog het gras tot bijna tegen de stam kunnen eten.
Op een volgend perceel konden we de natuurlijke groei en vruchtbaarheid van de RGF rassen bekijken. Ik onthoud dat Marc de smaakkwaliteit van de Cwastresse appel onderlijnde. Hij maakte ons ook attent op een nieuwe schimmelaantasting:iets rozige vlekjes op de schil. Ze deden mij denken aan de stippen op de vruchten van de Limlight appelen in de blog van enkele dagen geleden. Een iets later stadium of waren het toch beschadigingen door wantsen? Om dit perceel te onderhouden lopen hier Engelse Shropshire schapen. Die knabbelen niet aan het hout, hoogstens eten ze wat bladeren weg.
Tussen haakjes in Gembloux houdt men het bij de natuurlijke teelt. Aldus kan men beter de kwaliteiten en de gevoeligheden van de diverse rassen beoordelen. Er wordt dus niet behandeld noch klassiek of zoals in de bioteelt.
Het perenperceel ligt dan weer dichter bij het hoofdgebouw. Poire Gros is een interessante bakpeer. Comtesse de Paris heeft wat schurft. Doyené de Comice is geen peer voor de natuurlijke teelt wegens de takschurft. Ook Beurré Hardy is er gevoelig voor. Bec d’Oie zou een interessante peer zijn.
We gingen ook even het perceel druiven bekijken. Dit jaar was minder dan vorig jaar. Ik zag één Amerikaans ras, echter zonder vruchten. Men zou het ras Reliance eens moeten testen, roze bessen, lekker, later wat Foxysmaak.
Op een ander perceel toonde Marc de Golden Delicious: zonder bladeren en vruchten. Een ander voorbeeld was de Rubinola: rode vruchten, echter zeer weinig bladeren: de vroegere schurftresistentie is er doorbroken. Gelukkig is dit nog niet het geval met mijn Rubinola.
In het gebouw was er een zeer fijne stand. Buiten was er een tent met eigen zaailingen ondere nummer, zeer attractief; haast allemaal appelen met een rode vruchtschil.
De enter van dienst was iemand van Virton. We leerden van hem een verbeterde chipbudding. Niet alleen onderaan maakt hij een kleine insnede maar ook bovenaan, zodat het oog daar ook beter vergroeit. De naam : geule de brochel: bek van een snoek.
Ook vernam ik nog dat de Malus silvestris uit de Vlaamse en Waalse bossen allemaal verzameld zijn en aangeplant te Graine (onder Virton).
FOTO’S
Marc Lateur
Hoogstam in de Weide
Idem
In de kinderwagen en al verlekkerd op een appel
Cwastresse Double
Nieuwe schimmelziekte op een Pépin d’or de Bovelingen
Idem
De pomme poire, een appelvormige peer.
Rubinola, haast bladerloos door de afgevallen schurftbladeren.Voordien was Rubinola een resistente vrucht. Aan de boom zijn nog enkele schurftbladeren te herkennen.
|