waar
Limburg zuidwaarts
zachtgolvend
glooit
en zijn
akkers en gaarden
naar
deinders ontplooit
waar de
Melsterbeek hel
door
weilanden vloeit
en in t
voorjaar welig
de
bloesempracht bloeit
waar
menige knaap
zich naar
Trudo heet
die hier
eeuwen terug
zijn
godsvrucht beleed
waar
fruit overvloedig
op
laagstam gedijt
en de
liefde zich lustig
doorheen
t landschap snijdt
daar
wandel ik gaarne
van
winning naar kasteel
door
diepholle paden
langs t
bronsgroen struweel
|