Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
de hort op
30-08-2020
aan de vooravond
Hoihoihoi, het mag dan wel volop Corona-tijd zijn, morgen wagen we de grote sprong naar de bergen van Zuid-Tirol. Misschien is het niet nodig, maar toch overnachten we eerst nog op een tussenstop langs de Rijn, in Dessenheim. Wie zou denken dat dat in Frankrijk ligt ? Ik niet, maar toch is het zo. En de eigenaar van het appartement spreekt Frans, want hij heeft ons bezworen om 'pas de soucis' te hebben en 'bienvenus' en 'si vous voulez vous pouvez rester une ou deux nuits en plus'. Heel gastvrij dus, de toeristische sector heeft wat te lijden gehad de afgelopen maanden, dat is duidelijk. Maar, blijven kunnen we niet, ook niet een paar nachtjes, de volgende dag worden we verwacht door Helga in Latsch, dat is een dorpje in de Italiaanse Alpen, niet zo ver van Merano. Ook hier weer, het is Italië, maar de naam klinkt heel Duits en Helga schrijft ook in het Duits. 'Sehr geehrte frau Dierckx', kom maar af en zeg het ook aan al je vrienden. Blij dat het Duits is en geen Italiaans, wat zouden we daar van terecht brengen? Dat ene uurtje Duits in de humaniora geeft bagage om lange duitsklinkende zinnen te fabriceren die nergens op slaan, maar met een beetje goede wil en wat gebarentaal toch zullen verstaan worden. Nederlands met haar op dus. Aan elk woord een -usch of een -asch, een -ir of -ich of -itsch hangen en we voelen ons een duits talentalent. Ja wirklich sicherleich.
Onze ploeg is afgeslankt met 25%. Dat betekent dat we niet met vier zijn dit jaar, maar met drie. Johan haakt af, met spijt in het hart. En wij vertrekken zonder hem, ook met spijt in het hart. Vier is toch een mooier getal, vind je ook niet ? Trouwens, hoe moeten we nu wiezen ? En, erger nog, wie gaat het technisch vernuft zijn ? Wie gaat lekke bandjes van andere kunnen onderscheiden ? En wie gaat er ons aller bewondering opwekken door te stampen en te duwen en te wringen en te zweten en ons de indruk te geven dat hij gaat begeven om dan toch met zijn kop boven water (boven het bergtopje eigenlijk) te komen ? We weten het ook niet hoor. Maar we troosten ons met de gedachte dat hij er volgend jaar weer zal bij zijn, beresterk, staalhard getraind.
Vorig jaar nog met drie coureurs boven op de col de la Madeleine (foto), dit jaar zullen het er twee zijn, boven op de Stelvio, die lange, hoge, gemelijke pas met zijn 48 haarspeldbochten en zijn vriezige temperaturen daarboven. Zot zijn ze. En ik ook. Met mijn elektrisch ros ga ik met ze mee, het is te zeggen, ik rijd ze ver vooruit zolang de batterij het uitzingt. Valt ze plat, dan ik ook. Maar geen nood, terug is altijd naar beneden, afdalen zonder batterij is 'sans soucis', 'ohne Meuzenisse'. Michel denkt daar anders over, ijskoud angstzweet krijgt hij bij de gedachte aan die haarspeldbochten in afdalende richting en liefst zou hij per kabelbaan terug naar beneden komen. Maar die is er niet, zo lachen wij een beetje in ons vuistje. Wie laatst lacht, best lacht, waarschuwt een stem uit mijn jeugd. We zullen zien, het komt eraan en we moeten er door !