God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Goede God, zo graag wil ik zelf de grond van mijn bestaan zijn, niemand iets schuldig zijn, mijn eigen baas zijn. Maak me eenvoudig en oprecht genoeg om te erkennen dat ik U en uw mensen alles schuldig blijf: liefde, genegenheid, verzoening, het leven zelf.
‘Vrede laat Ik jullie na, mijn eigen vrede geef Ik jullie, een andere dan de wereld te bieden heeft. Je moet je dus niet zo laten verontrusten en de moed niet verliezen.’
Heer, ik kom tot U en in de stilte van de ontluikende, nieuwe dag, zoek ik Uw aanwezigheid. Ik sluit mijn ogen, vouw mijn handen en verlang ernaar even met U alleen te zijn. U bent mijn Heer en het is mijn diepst verlangen dat U mij op al mijn wegen leidt. Ik heb geen woorden om te spreken, Heer; ‘k wil slechts alleen even met U samen zijn.
In de stilte van deze nieuwe dag, in Uw aanwezigheid, kom ik tot rust en ontvang nieuwe kracht. Uw Geest doorstroomt mijn wezen als ik U, hier in de stilte ontmoet. In mijn hart ontspringt een lied van lof en dank; ik zing voor Hem, heel zacht. Niets mag dit stille samen-zijn verstoren; hier ligt mijn sterkte als ik de nieuwe dag begroet.
Dit prachtige gedicht kwam ik tegen tijdens het opruimen van wat spulletjes uit vervlogen tijden..............
DE ROZENKRANS....
Als het vroeger weer oktober was de herfst had zich gemeld werd er bij potkachel en pijp een sterk verhaal verteld........ De lamp die bleef nog even uit petroleum was duur als enig licht.... het schijnsel van hout of kolenvuur In DIE tijd waren ouders thuis geëerd en heel wat mans men bad tezamen in geloof devoot de Rozenkrans
Voorwaar.....de tijd die stond niet stil nog minder de techniek Wie niet modern denkt elke dag noemt men al gauw ....antiek.... Men heeft het voor gebed of God nu immers veel te druk.... er moet zo nodig geld verdiend Daarvoor ...koopt....men ...GELUK? Ons hele leven is gericht op de miljoenendans De mens van NU heeft echt geen tijd meer voor de Rozenkrans
Maar.....razen rampen plotseling over ons leven heen en zoekt de mens naar hulp en steun voelt hij zich ..bang....alleen??? Is hij teneinde raad ziet hij geen toekomst meer? drijft hij ontredderd, zonder hoop en stuurloos heen en weer? Is hij de koers in het leven kwijt Geeft niemand hem nog kans? Dan grijpt die ZELFDE mens ineens die...OUDE ROZENKRANS !!!!!
Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande. Bevrijd mij en doe mij recht, hoor mij, haast u mij te helpen, wees voor mij een rots, een toevlucht, een vesting die mij redding biedt.
Er wordt wel eens geklaagd dat God in Nederland uit het openbare leven wordt verbannen "In Nederland lijkt op God een actief uitzettingsbeleid van toepassing te zijn. God is op het vliegtuig gezet naar het eiland van de privé-sfeer. Het is ieder voor zich en God voor ons allen. Maar bouw je daarmee een menselijke samenleving op?”
Waar God wordt doodgezwegen, komt het leven van de mens in gevaar. Ook in het evangelie wordt regelmatig onderstreept dat we God een plaats moeten geven in ons leven én de medemens. Geloof in God moet altijd gekoppeld zijn aan respect en zorg voor de medemens. Anders is ons gelovig zijn een leugen.
Eigenlijk geloof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U. Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft, dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam, en dat, in dezelfde wanhoop, Gij mij zoekt zoals ik U.
Zelf echter trok hij een dagreis ver de woestijn in, ging zitten onder een bremstruik en begeerde te mogen sterven, en zeide: Het is genoeg! Neem nu Here, mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn vaderen. 5Daarop legde hij zich neer en sliep in onder een bremstruik. Doch zie, daar raakte een engel hem aan en zeide tot hem: Sta op, eet. 6Toen hij rondzag, was daar, aan zijn hoofdeinde, een koek op gloeiende stenen gebakken en een kruik water. Hij at en dronk en legde zich weer neer. 7Doch wederom, ten tweeden male, raakte de engel des Heren hem aan, en zeide: Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn. 8Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods, Horeb.
NU Iemand die ‘in zak en as’ zit, is verslagen, terneergeslagen, soms ook in financieel opzicht.
BIJBEL Verwijst naar een oude gewoonte bij de Israëlieten, die een zakvormig rouwkleed van ruwe stof aantrokken en as over hun hun hoofd strooiden als teken van verdriet, bijvoorbeeld bij iemands overlijden. In Daniël 9 2:3 staat: In zijn eerste regeringsjaar viel bij het lezen van de boeken mijn aandacht op het getal van zeventig jaren, de tijd dat, volgens het woord van de Heer aan de profeet Jeremia, Jeruzalem in puin zou liggen.
En ik, Daniël, richtte mij tot de Heer God om door bidden en smeken en door vasten in zak en as van Hem inzicht te verkrijgen.
BIJBEL In Matteüs 23:23-24 waarschuwt Jezus: Wee u, schriftgeleerden en farizeeën, schijnheiligen; u draagt een tiende af van munt, anijs en komijn, maar wat het zwaarst weegt in de wet verwaarloost u: recht, barmhartigheid en trouw! Het ene moet u doen, maar het andere niet laten.
Blinde leiders, die de mug uitzeven en de kameel doorslikken!
NU Een plezier om naar te kijken, van grote schoonheid.
BIJBEL Dit gaat terug op de tuin van Eden (Genesis 3:6): De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit,
ze waren een lust voor het oog,
en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.
NU Goede buren kunnen sneller hulp bieden dan familieleden of vrienden die veraf wonen.
BIJBEL Gebaseerd op een passage uit het boek Spreuken (27:10): Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek en ga het huis van je broer niet binnen op de dag dat je door rampspoed wordt getroffen.
NU Onverwacht, onopgemerkt, heimelijk - eerder met een negatieve bijklank. Hij verdween als een dief in de nacht.
BIJBEL Op vijf plaatsen in het Nieuwe Testament komt de uitdrukking geheel of gedeeltelijk voor. De dag van de Heer zal komen als een dief, luidt het in de Tweede Brief van Petrus (2 Petrus 3:10). In de Eerste brief aan de Tessalonicenzen (1 Tes 5:2) luidt het:
U weet zelf heel goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht.
•Kardinaal is een titel voor de hoogste waardigheidsbekleders, die het voornaamste college voor het bestuur van de katholieke Kerk vormen. •Zij vertegenwoordigen de wereldkerk of leiden de belangrijkste congregaties en raden in Rome •Zij kiezen na het overlijden van de paus in een conclaaf een opvolger. •Bij hun aanstelling krijgen ze een roodzijden toga, een rode kalot en een bonnet.
Maria gaat nog steeds niet de straat op. Maar ze is er wel. Ook bij jou. Als je haar om raad vraagt, dan hoort ze ook jou. Als je bedroefd bent, wil ze ook jou troosten. Wanneer je blij bent, dan is Maria ook blij. Maar je moet Maria wel gaan zoeken. Ze loopt niet over de straat. Ze trekt je niet aan je jasje. Je kunt ook langs haar doorlopen. Je hoeft haar niet te zien. Ze wacht op je. Ze laat jou de kans om haar op te zoeken. Of heb jij geen goede moeder nodig? Hoef jij geen moeder die voor jou zorgt in de hemel? Natuurlijk wel. Daarom mag je ook blij en dankbaar zijn, dat Jezus ook jou moeder Maria heeft gegeven. Denk er elke dag even aan. Je kent toch het ,Wees Gegroet'? Je kunt dat vaker bidden. En je mag ook alles tegen Maria zeggen.
Moeder Maria, wij vinden het fijn dat u onze moeder bent. Wij willen vaak aan u denken. Help ons elke dag. Laat ons goede vrienden van Jezus zijn. Leer ons elke dag beter begrijpen, wat Jezus van ons vraagt. Help ons, elke dag te doen wat Jezus en u blij maakt. Wilt u ons ook beschermen tegen gevaren. Laat er geen oorlog meer zijn in de wereld. Help, dat alle mensen gelukkig kunnen zijn. Amen.
Ik laat het werk even wachten om op adem te komen, Heer, bij U. U bent het licht in mijn ogen, de adem die mij draagt, de warmte van mijn hart, de kracht van mijn voet. Ik dank U Heer, voor wie ik ben, voor wat ik kan. U bent mijn stille vreugde, de bron waaruit ik leef.
Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer. Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden. --
Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan. En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, hij weet alles.
Goede God, Gij legt Uw droom om uw Licht door te geven in onze handen. Sluiten wij onze hand, willen wij die droom alleen voor onszelf, dan ontglipt hij ons als korrels zand in een gebalde vuist. Maar op een open hand, gereed om door te geven, wordt die droom tastbare vreugde, echte vrijheid en diep geluk voor elke mens. Bedankt God, voor die droom in onze handen; bedankt God, voor deze dag!
Wat wij bidden noemen, beperkt zich vaak tot vragen en smeken. Wij laten God dan weten hoe Hij het best voor ons zorgt! Maar God weet beter. Hij vervult niet altijd onze wensen, maar Hij blijft wel trouw aan zijn belofte ons te geven wat wij nodig hebben.
Heer God, leer mij bidden om wat ik echt nodig heb: de gezindheid van uw Zoon, Jezus van Nazareth. Laat mijn leven in zijn spoor er toe bijdragen dat uw wil mag geschieden, onder uw mensen en in onze wereld.
Daar staat hij dan. Een engel van de Heer. Zomaar in je kamer, ongevraagd, kondigt zich aan met: Wees gegroet. Niet: Ik groet je. Maar: Wees gegroet. Daar spreekt iets uit van onderdanigheid. Ze kan al weten dat een nog hogere macht haar goedgezind is. De engel herinnert daaraan door haar er op te wijzen: je bent al gegroet, je hele wezen, je hele zijn is al bekend bij God. En... hij noemt haar bij haar Naam: Miriam Maria.
Wees gegroet,Maria vol van genade Vol van wat eigenlijk? Genade. In ongenade vallen is gemakkelijker voor te stellen. In genade vallen: mensen zijn je goed gezind. Op voorhand is alles je vergeven. Maria is zelf vol genade. Bij haar is op voorhand alles vergeven, wordt niets je nog verweten. Een uitstraling van liefde, zachtheid, warmte... dienstbaarheid.
Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u God is met haar. Zij is niet iemand die met God loopt. God gaat met haar. Onopvallend klinkt het haast, zoals hij bij haar is. Daarom moet de engel het nog zeggen: God is met u.
Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u; gij zijt de gezegende onder de vrouwen Zij is de gezegende. Zij is uitverkoren door God die met haar is. Ik weet niet of ze er zo blij mee was geweest als ze alles overzien had. Maar dat wordt niet gevraagd aan haar. Zij is uitverkoren, gekozen uit alle vrouwen. Miss Universe op tedere gronden
Vandaag donderdag 6 oktober wordt de 100ste verjaardag herdacht van het overlijden van de nog altijd populaire Vlaamse Broeder Isidoor (1881-1916). Al kort na zijn overlijden kwamen gelovigen van heinde en verre bidden, maar de stroom bedevaarders voor de zalige Broeder Isidoor kwam pas echt na de Tweede Wereldoorlog op gang.
Isidoor De Loor, die later zou bekend worden als Broeder Isidoor, werd op 18 april 1881 in het gehucht Okkervoorde van de gemeente Vrasene (Sint Gillis-Waas) na een lange en moeilijke bevalling geboren. Isidoor trad op 15 april 1907 in bij de passionisten in Ere, bij Doornik en legde op 13 september 1908 zijn kloostergeloften af onder de naam broeder Isidoor van de heilige Jozef.
De volksheilige ging een groot deel van zijn leven gebukt onder kanker. Door de ziekte moest in 1911 een oog vervangen worden door een kunstoog. De laatste vier jaar van zijn leven bracht hij door in het klooster van de passionisten in Kortrijk. Door zijn taak als portier die hij daar kreeg toegewezen, had hij nauw contact met de bevolking, vooral ook met armen die aan de kloosterpoort kwamen aanbellen.
Ons geloof is gebaserd op vertrouwen en dienstbaaarheid.
Wij, de sterken, moeten de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen en niet ons eigen belang dienen. Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is.
Ook Christus zocht niet zijn eigen belang; integendeel.
Thuis is geen huis maar louter een gevoel. Thuis is geen dak maar een veilig weten. Thuis is geen muren maar leven in vrijheid. Thuis is geen woning maar je zelf kunnen zijn. Thuis is geen bodem maar een zeker bestaan. Thuis is Iemand die je neemt zoals je bent. Thuis is geen plek om te wonen. Thuis is geliefd zijn ondanks je gebreken. Thuis is met God zijn. Met God die is, die was en blijft altijd en overal de zelfde waar ik ook ben. Met Hem ben ik thuis. Thuis is waar God is.
Katholieken maken het kruisteken omdat het een korte belijdenis is van het christelijke geloof dat we ontvingen van de apostelen. “Door het kruisteken plaatsen we onszelf onder de bescherming van de drie-ene God.” (CKK 2157)
Iedere keer dat we het kruisteken maken in de naam van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest zeggen we dat we in God geloven, een Drie-eenheid van drie personen en de Verlossing van het Kruis. God aanroepen bij naam heiligt (zegent) de dingen die we doen. Het verkrijgt zegeningen voor ons en geeft ons kracht in moeilijkheden en verleidingen.
Sint Cyril van Jeruzalem onderwees het kruisteken als een sterke publieke getuigenis van geloof. Hij zei:
” Laten we niet beschaamd zijn om de Gekruisigde te belijden; laat ons vol vertrouwen ons voorhoofd bezegelen met onze vingeres, laat ons het kruisteken maken op alles, op het brood dat we eten en boven de beker die we drinken. Laat ons dit teken maken wanneer we komen en gaan, voordat we slapen, wanneer we gaan liggen en wanneer we verrijzen, wanneer we reizen en wanneer we rusten.” Wanneer we het kruisteken maken herinneren we onszelf aan het doel van het kruis, denkend aan de prijs die betaald is. Onze Heer noemt het in Matteus 24,30 “Het teken van de Mensenzoon.”