IK ZAG HAAR SPRINGEN, HUPPELEN, ZINGEN, TUSSEN SPRIETEN, BLOEMEN, EN HOORDE HAAR LACH.
IK ZAG HAAR SNEL BUKKEN,KLAPROZEN PLUKKEN, VERWONDERD KIJKEN, ZE WIST NIET WAT ZE ZAG.
DIE PRACHTIGE KLEUREN, HEERLIJKE GEUREN, STRALEND BEKEEK ZE HAAR PRACHTIG BOEKET
ZE KWAM AANGELOPEN MET STRALENDE OGEN,MIJN KLEINE PRINSESJE EN WAT HAD ZE PRET.
DIT KIND ZO BIJZONDER, VOOR MIJ EEN WONDER, DOOR GOD GESCHAPEN, STOND INEENS HEEL DICHTBIJ.
HAAR HAND UITGESTOKEN MET FLEURIGE ROZEN,ZEI MET HELDERE STEM,
DIE KRIJG JE VAN MIJ !
|