https://www.facebook.com/atlasverhalenbundel?ref=ts&fref=ts
ATLAS
PETER MOTTE
Op 2 november werd tijdens het Sciencefictioncafé Gent een nieuwe bundel voorgesteld die is uitgegeven in... Geraardsbergen.
Al een hele tijd verschenen er overal op internet geruchten over een nieuwe bundel.
De titel werd geheim gehouden, en werd nu pas bekendgemaakt: Atlas.
De bundel verzamelt verschillende genres, maar de klemtoon ligt op fantasy.
Dat werd wat aangekruid met sciencefiction, horror en magisch-realisme.
Volgens sommigen is dat een vat vol tegenstrijdigheden, maar het geheel blijkt goed te werken.
Het boek opent met een verhaaltje van Eddy C. Bertin, een Gentenaar met een behoorlijk indrukwekkende bibliografie.
Het verhaal is typisch voor de hele bundel: het begint gewoontjes, maar eindigt onverwachts, en opent een venster op een werkelijkheid achter het direct waarneembare.
Mieke Sonck gaat met "Reis naar het wit" verder op die weg, maar ze kiest voor een lyrischer inslag. Niet omdat ze een poëtische stijl kiest, maar omdat haar thematiek de zachtere kant opgaat.
Net als het eerste verhaal is ook het tweede van een Gentenaar: Frank Roger, een man die al honderden verhalen in binnen- en buitenland heeft gepubliceerd, in Nederlands, Engels, Duits, Frans, Esperanto, Bretoens en talen waarvan wij niet eens wisten dat ze bestonden (schande, zulke talen zouden ze moeten verbieden Very Happy ).
Met "De man die op wraak zon" schrijft hij een veel minder wraakzuchtig verhaal dan de titel doet vermoeden. Het is dus al vanaf de eerste woorden dat hij ons op het verkeerde been zet. Maar nog merkwaardiger is waar het hoofdpersonage zijn grote teen steekt.
Ter informatie: het is het enige verhaal van Frank Roger dat zich in Gent afspeelt. En hij heeft de stad er direct een extra mysterieus sfeertje door gegeven. Fantasy, zeker, maar niet van het typische epische genre.
Killian McNeil is een minder bekende Nederlander die een wat bekender sciencefictionthema aansnijdt, nl. het meergeneratieschip. En dat doet hij vanuit een zeer menselijke invalshoek. Of hoe ook op monsterachtig grote ruimteschapen de kleine dingen van het leven het ritme van de werkelijkheid bepalen.
Rik Raven is op diverse schrijf- en leesfora actief, maar bescheiden als hij is, doet hij dat altijd met een pseudoniem. Er zouden hier op het forum dus wel eens meer mensen kunnen zijn die hem kennen, dan ze beseffen. Dat geldt trouwens voor veel auteurs in de bundel.
"Verloren dame" is een bijzonder verhaal.
We openen met een faits-divers: een van de personages is een zekere Prem, die sommigen onder ons bekend zal zijn. En wie doorgeeft wie de bedoelde Prem is, zal direct gniffelen als hij dienst typische woordenschat en zinnetjes leest. Het is Rik Raven dus gelukt om iemand te karakteriseren, zonder echt expliciet te zeggen wie het is. Overigens is het natuurlijk niet de echte Prem, maar het is wel amusant om het te denken.
Een tweede kwestie is dat het verhaal fantasy is, zonder fantasy te zijn.
Het had ook in een bundel realistische verhalen kunnen staan, of in impressionistische verhalen. Het is een beschrijving van een zwierige bewustzijnstoestand, waar niet iedereen mee overweg zou kunnen.
Het kan echt alle kanten op.
Het volgende verhaal is door een reus uit het fandom geschreven: Jos Lexmond. Hij is niet erg bekend als schrijver, maar wel doordat hij een overmoeibare bibliograaf van de fantasy, sciencefiction en horror is geworden die in het Nederlands is verschenen. Hij stelde het beruchte SF-Lexicon samen, wat later uitmondde in Fandata.
Maar Jos kan blijkbaar ook schrijven. Dat bewijst hij met "Een plaats als hemel", een sf-verhaal dat steunt op een romantische natuurverering, maar dat niemand ruimtevaart naar voren brengt.
Yorgos Dalman schreef met "Nocturne" een van de magisch-realistische verhalen van de bundel, al zullen sommigen het horror noemen, en anderen fantasy. Misschien is het gewoon city fantasy. Maakt niet uit. Het is verwonderlijk hoe Yorgos Dalman met een eenvoudig uitgangspunt de lezer 15 bladzijden ver krijgt. Het vertrektpunt is de nachtelijke ritten van een taxichauffeur, ritten die de lezer tot het einde wil meemaken.
Pen Stewart is een van de minder bekende namen in de bundel, al blijkt ze toch al wat ereplaatsen in wedstrijden te hebben verzameld. Het is tegenwoordig moeilijk om nog echt bekend te worden in de genres, en voor iemand als haar is een bundel zoals Atlas welgekomen.
"Daar waar alles mogelijk is" is een van die verhalen in de bundel die bewijzen dat de genres niet mogen worden verengd tot enkele slagwoorden. Ze bieden duidelijk meer dan clichés, zoals sommigen ons willen doen geloven.
Hans Kilian hield het kort: één pagina. Dat moest bijna wel, met zo'n titel:
"De man zonder hoofd". Net als Yorgos Dalman is hij een van de auteurs die al een behoorlijke bibliografie hebben opgebouwd, maar die bij het grote publiek onbekend zijn. Dalman en Kilian leunen stilistisch dicht bij elkaar aan, omdat ze geen thrillers proberen te schrijvern, geen "spannende verhalen" in de klassieke zin van het woord. Maar het vreemde karakter ervan is er niet minder om.
Ludo Noens is vooral in België bekend door zijn tijdschrift Portulaan, en door diverse zelf uitgegeven magisch-realistische en gelijksoortige novellen. "Hubris" is geen typische Noens, maar zal de pret niet derven.
Karlien van Houtte werd met "De sterrenjongen" geïnspireerd door thema's die we in de Nederlandse literatuur niet erg gewoon zijn: een demon die via een Arabische gemeenschap de macht op aarde probeert te grijpen.
Cynthia Helena van der Hoogte is voor velen een totaal onbekende, en toch is ze helemaal niet ongelezen. Ze heeft jarenlang bij Kana de afwerking van manga's verzorgd: Inu-Yasha, Psyren... fantasy en sciencefiction, romantiek en actie... het is allemaal door haar pen gegaan. Met "Achtervolgers" toont ze dat ze daar ook diepgang in kan leggen, en dat ze niet bang is van controversiële thema's.
K. C. Berlin wordt ervan verdacht een pseudoniem van Eddy C. Bertin te zijn.
Bertin heeft immers heel wat pseudoniemen gehad, maar "De vreemde verhalen van Frank Driebergen" lijkt niet te bevestigen dat we met Bertin of een clone van Bertin te maken hebben. Stilistisch zou ik gemakkelijker geloven dat het een pseudoniem van Frank Roger is, maar Roger schrijft nooit onder pseudoniem ("Frank Roger" zijn gewoon zijn eerste twee voornamen van zijn officiële naam Frank Roger Florimond de Cuyper).
"De vreemde verhalen van Frank Driebergen" is een van die magisch-realistisch of gewoon "fantastische verhalen" die we in deze bundel aantreffen, die niet voor één gat te vangen zijn, en daardoor tegenwoordig moeilijk gepubliceerd worden. Er is geen plank in een normale boekhandel waar zulke teksten passen. En dat zou wel eens een probleem kunnen worden om de hele bundel Atlas verkocht te krijgen. Maar laat dat jullie niet afschrikken.
"Atrissima" van M. H. Bartels is een verhaal van een klassieker dark fantasy-type. Dat mocht wel eens, want erg veel duidelijke duisternis bevatte de bundel tot nu toe niet, al mag de verdoken duisternis in verhalen als "Piep, is al wat het zei" (Bertin) en "Achtervolgers" (Cynthia van der
Hoogte) niet worden veronachtzaamd.
Voor zover de gekozen genres van de bundel tot het avonturenverhaal behoren, past "Artissima" daar ook wel het meest in.
Paul van Leeuwenkamp heeft met zijn "Ruurd" een aardige variant bedacht op dinges. Ja, als ik het zeg, wordt dat een vette spoiler. Dus liever niet.
Eén van de verrassingen in de bundel is "Dokter Kegelkops Gratis Operatiefuif" van Raf de Bie. Iemand noemde het manga. Dat kan natuurlijk niet, want manga is per definitie een stripverhaal. Maar het klopt wel dat het verhaal manga-achtig aandoet door de merkwaardige psychologie van het hoofdpersonage, en door de aankleding van de omgeving.
Terrence Lauerhohn is een nog onbekende auteur, maar dat geldt voor veel schrijvers opgenomen in Atlas. Hij heeft niettemin al twee boeken gepubliceerde en meerdere verhalen. "Een betreurenswaardige vondst" is een van de weinige horrorverhalen in de bundel. Overigens moet gezegd dat de gekozen horror van een verfijnder soort is: hier geen rondzwaaiende kettingzagen die het bloed van afgerukte ledematen doen rondspetteren. Alle griezel in Atlas is van subtielere aard.
Ook Remco Meisner leverde een bijdrage. Meisner is bekend van de Stichting Fantastische Vertellingen, waarmee hij al jaren in de Nederlanden de fantastische literatuur bekender probeert te maken. Hij deed dat al met zijn tijdschrift Fantastische Vertellingen, bracht e-books uit, en houdt auteurs in leven die onverdiend in de vergetelheid dreigen te verzinken.
Deze keer schreef hij het emotionele verhaal "Daniëlle", dat als een thriller begint, even horror lijkt te worden, maar uiteindelijk een vredige afloop kent.
Juliette van Nes is nog een onbekende, maar de dromerige inslag van "Een zwarte lakkist" bewijst dat als dit haar enige gepubliceerde verhaal wordt, het absoluut gepubliceerd moest worden.
Haar verhaal wordt onmiddellijk gevolgd door "Het perfecte ritme" van Tom Schoonbaert. We weten niet of de redactie die twee verhalen opzettelijk na elkaar afdrukte, maar vormen in elk geval een aardig tweeluik. Ook deze twee verhalen bewijzen dat de brede opzet van de bundel er precies voor heeft gezorgd dat hij ons voortdurend blijft verrassen.
Annemarie Enters koos in "Ivan de Verschrikkelijke" een eenvoudige stijl, die door veel redacteuren zou worden afgewezen, maar die precies door de eenvoud snel en raak is.
De naam Karel Smolders zal niet iedereen bekend in de oren klinken, maar toch heeft deze auteur al heel wat Vlaamse Filmpjes en jeugdboeken gepubliceerd. Met "Het eerste slachtoffer" schrijft hij het enige megatech-verhaal van deze bundel.
Megatech is ook een term uit de manga. Het wordt meestal gebruikt voor verhalen met gigantische gevechtsrobots die door een inzittende worden bestuurd Denk aan films als Pacific Rim of manga's zoals Neon Genesis Evangelion. Maar Smolders trekt de zaak door. Of liever: hij trekt Google Glass door, de bril die Google ons op de neus wil zetten, waardoor we de wereld zouden zien zoals Google wilt dat we die zien. Een beter protestverhaal tegen Google Glass en het verhaal van eenzijdige informatiebronnen dan "Het eerste slachtoffer" is moeilijk te bedenken.
Met "De laatste reis" van Lodewijk Verbeek sluit de bundel af met een vleug romantiek. Ook zijn naam zal weinig belletjes doen rinkelen, maar ook hij bewijst dat er veel onbekende goede schrijvers zijn.
De bundel heeft een prachtige kleurenvoorpagina naar een schilderij van Petra de Vries, en zwart-wit-illustraties binnenin van Cynthia van der Hoogte, Eline Krus, Ingrid Paenen en Peter Scheefhals (echte naam van Terrence Lauerhohn).
Waar verkrijgbaar?
Atlas mag zijn 19,90 euro wel kosten. Hij is verkrijgbaar bij de schrijvers en tekenaars.
Vanzelfsprekend is het boek verkrijgbaar bij de uitgever Peter Motte in België, met een mail naar peter.motte@skynet.be.
Atlas is in België ook via de Standaard Boekhandel verkrijgbaar, op voorwaarde dat je er weet bij te vertellen dat de vestiging van de Standaard Boekhandel in Geraardsbergen exemplaren ter beschikking heeft.
01-08-2013 om 00:00
geschreven door Marleen De Smet
Categorie:Motte Peter
Tags:Atlas, Peter Motte, bundel, Geraardsbergen
|