Op zaterdag 5 februari 2011 woonde Dirk een concert bij ten voordele van Zimbabwekdis en de minderbedeelden in Geraardsbergen in het Arjaantheater. Hij werd geboeid en ontroerd door de innemende en aangename muziek van allerhande genres: klassiek, jazz, salondansen, tapdansen, en schreef een gedicht.
Eva De Cooman wint de Geraardsbergse gedichtendagprijs 2011 - jeugd
Eva De Cooman
wint de Geraardsbergse gedichtendagprijs 2011 - jeugd
Het gedicht Nacht van de 12-jarige Eva De Cooman werd verkozen als beste gedicht tijdens de poëziewedstrijd Geraardsbergse gedichtendag 2011.
Nacht
Rug tegen gesloten deur. Verlangen naar licht, gordijnen dicht. Buiten is het koud, straks wordt de nacht oud. Blik op donkere stadsmuur, alleen zal ik vergaan. Buiten ritselen kleine steentjes over de grond. Ik kijk naar buiten naar de maan helemaal rond. Deuren toe, ramen gesloten. Ik heb de sleutel, de deuren de sloten. Alleen of niet? Ik weet het niet! Niemand om me heen. Helemaal alleen
Eva De Cooman
De eerste regel van het winnende gedichtRug tegen gesloten deur is meteen raak en maakt de lezer uitermate nieuwsgierig.
De jury is van oordeel dat het spontaan en doorvoeld werd geschreven door iemand met gevoel voor fijnzinnigheid en oog voor detail. Ook het ritme is mooi en de eindrijm ongedwongen. Vermoedelijk, zonder het zelf te beseffen, schreef de winnares een gedicht dat een sterke sfeer uitstraalt en een boodschap draagt, nl. alleen op de kamer, alleen met zichzelf en alleen met nachtelijke geluiden zonder suggestief te willen zijn. Daardoor wordt de lezer het comfort geboden na te denken en het gedicht verder in te vullen. Eva gebruikt mooie beeldspraak waardoor het gedicht volwassen aanvoelt en de leeftijd van de jonge auteur moeilijk kan worden ingeschat. Ik geef een voorbeeld met de regel: Ik heb de sleutels, de deuren de sloten wat voor de jury duidt op ik kan alle kanten op of ik heb mijn toekomst in handen, wat doe ik er mee. Ook de manier waarop ze het gedicht voordroeg verbaasde de menigte: rustig met blik donkere stadsmuur (zie gedicht). Eva is een opkomend talent.
Tijdens de uitreiking van de Bronzen Urbanus aan Luc Ooghe voor zijn terechte muzikale verdienstelijkheden werd ik officiëel aangesteld als dorpsdichter Galmaarden 2011. Hiermee treed ik in de voetsporen van mijn grote broers Roland Bourguignon, Albert Schrever, Jan Heyvaert en Rik Wouters. De avond was tot in de puntjes verzorgd. Galmaarden weet van wanten!
De Galmaardse beek
De Mark
Gewiekst soms wulps soms wispelturig
slingert de markiezin in de greep van
haar oevers. Heerlijk hoe de lage zon
haar beloop verzilvert en goudlagen
legt in de kruinen. Een knotwilg kruist
de knokige takken voor de nesteling.
Luister, het land galmt waar water
stoeit zoals het stoeien moet met
de spiegeling van een wolkenstoet.
De aarzeling de razernij nabij klotst
en kringelt de ruigte tot lispelen.
En als een pianist bespeelt regen haar
golvende dijen. Welke slagvaardige waagt
de dans? De watermolen -van malen
moe- walst het troebele tot bruidsbruis.
Alles goed en wel, maar geradbraakt
blaast een vis een laatste bel. Rietkragen
buigen door de deining aangeslagen.
Tot wie dit leest:
water is drachtig van komen en gaan.
En wij, wij zijn of worden weer kinderen
starend naar later, naar waar het maanlicht
glinstert in haar nachtelijk geklater, naar
waar alle sterren op haar zijn gericht.
Marleen De Smet
Rik Wouters geeft het dorpsdichterschap door.
Alle Galmaardse dorpsdichters op een rij (van links naar rechts: Albert Schrever, Roland Bourgoignie, ikzelf, Rik Wouters en Jan Heyvaert).
Luc Luc Ooghe neemt de Bronzen Urbanus in ontvangst.
Nadat Albert Schrever tot dorpsdichter Galmaarden 2008 werd verkozen, werd de tekst van zijn winnend gedicht door zijn vriend Albert Godfroid, kalligraaf van de stad Geraardsbergen spontaan omgezet in een fraai lettertype (humanistisch cursief).
Volledigheidshalve wil Albert eraan toevoegen dat hij de werkwoordsvorm "ik denk" (begin laatste strofe) verving door "voel" wat veel juister is
Lees meer over de werken van Albert Schrever via een klik op zijn naam onder categorieën in de linkermarge van deze blog.
Dat we elkaar vaker moeten zien, Heb jij dat ook, Dat gevoel dat we missen misschien, Heb jij dat ook, Een beetje warmte op zn tijd, Heb jij dat ook, En knuffel als ontbijt, Heb jij dat ook, Dat we samen moeten blijven, Heb jij dat ook, Als we elkaar niet zien dat we moeten schrijven, Heb jij dat ook, Het missen van een goed gesprek, Heb jij dat ook, Dat gebrek,
In oktober 2010 kon de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek in Den Haag een uniek ingekleurd exemplaar verwerven van het stedenboek van Frederick de Wit ofwel Perfecte aftekeningen der steden van de XVII Nederlandsche provincien in platte gronden. Amsterdam, ca. 1698. Het werk is een zogenaamd stedenboek, een genre dat populair was in de zestiende en zeventiende eeuw. In deze boeken zijn plattegronden opgenomen van belangrijke steden uit die tijd. Dergelijke boeken werden uitgegeven door de grote atlas-uitgevers van die dagen, in Nederland o.a. door Joan Blaeu en Johannes Janssonius. De Nederlandse graveur Frederik de Wit (Gouda 1630 - Amsterdam 1706) was de laatste die het genre uitgaf. Hiervoor gebruikte hij zowel platen van Blaeu als van Janssonius die hij na het opheffen van beide bedrijven gekocht had op veilingen in respectievelijk 1674 en 1694.
Frederick de Wit gaf het werk tweemaal uit. Een eerste keer rond 1698, vier jaar nadat hij de platen van Janssonius had aangeschaft. De tweede editie volgde enige tijd later. Van de eerste uitgave waren tot nu toe wereldwijd slechts vier exemplaren bekend. En geen van deze vier is zo fantastisch ingekleurd als het exemplaar dat nu door de Nederlandse KB verworven is. Niet alleen de uitvoering, ook de samenstelling van een dergelijk stedenboek kon door de koper enigszins aan zijn eigen smaak aangepast worden. Daardoor komt het dat geen enkel exemplaar helemaal hetzelfde is als een ander. In dit exemplaar zijn op 112 bladen met plattegronden en 11 bladen met gravures in totaal 151 steden uit de Lage Landen afgebeeld. Daaronder ook Aalst en Geraardsbergen.
De Wit gebruikte de door hem aangekochte platen niet klakkeloos, maar verbeterde ze: hij zette er de naam van de stad en een schaal op en vulde bepaalde onderdelen aan. Dat gebeurde alleszins voor (bepaalde) Noord-Nederlandse steden. Of dat ook het geval is voor Aalst en/of Geraardsbergen kan stof zijn voor verder historisch onderzoek. Een schaal komt alvast niet voor bij de Dendersteden.
Het Stedenboek was tot 1 november 2010 'in het echt' te zien in De Verdieping van Nederland, de permanente tentoonstelling van topstukken van de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief in Den Haag (zeven dagen per week geopend, toegang gratis). Nu is het stedenboek in zijn geheel gedigitaliseerd en als bladerboek te bekijken op de website van de KBhttp://www.kb.nl/bladerboek/stedenboek/index.html. Hieronder de details voor Aalst en Geraardsbergen. De volledige plattegronden vind je op de website van de Nederlandse KB, waar je alles ook kan downloaden in een voor onderzoek meer dan behoorlijke resolutie.
Een kortstondig eerherstel aan Guido Gezelle (door Albert Schrever)
Een kortstondig eerherstel aan Guido Gezelle
door Albert Schrever
Met dank aan Johan Janssens voor de prachtige foto van het gedicht Het zevengesternte.
Een aanzienlijk aantal Geraardsbergenaars heeft dezer dagen de ellende van de watersnood aan den lijve ondervonden terwijl de media diezelfde ramp aan de lezers en via radio en tv bekend maakten. Geraardsbergen en zijn even erg geteisterde randgemeenten aan de Dender zullen de waterellende tijdens de trieste novemberdagen 2010 niet gauw vergeten.
Indien Guido Gezelle (1830-1899) nog zou leven dat zou hij beslist meevoelen met het leed van de Oudenbergstad. Terzelfdertijd echter zou hij -eindelijk- ook een beetje geluk en kortstondige waardering voelen: zijn gedicht "Het Zevengesternte" dat sinds mei 2007 nagenoeg onzichtbaar tegen de Denderbrug beneden de Brugstraat hangt en enkel te lezen valt als de brug is opgehaald, kan dezer dagen makkelijk worden gelezen omdat die brug sinds vorige vrijdag wegens de hoge waterstand zonder onderbreking opgehaald blijft.
Dat Guido Gezelle ooit de Oudenbergstad bezocht valt niet te bewijzen. Toch schreef hij een gedicht waarin hij de naam van onze stad vereeuwigde. Zijn "Zevengesternte", dat destijds door Gezellekenners (Aloïs Walgrave, Bernard Van Vlierden, Albert Westerlinck...) als "poésie pure" werd bestempeld, verscheen in 1862 als raadseldicht in zijn bundel "Kleengedichten" (II, 19). In de titel zit het antwoord op de raadselvraag: het gaat over de Pleiade, een sterrengroep die ook Zevengesternte heet.
Het Zevengesternte
Van Gent naar Geraardsbergen,
daar liggen zeven scherven,
zeven scherven, al even blank,
langs den wijden watergang:
niemand die ze geraken kan,
niemand die ze genaken kan:
raad, wat zijn me die scherven dan?
In mei 2007 nam de stad de Steegjesroute in gebruik, een wandeling door de nauwe straatjes met aan de muren of op sokkels 33 gedichten van bekende en minder bekende poëten. Eén gedicht, het 34ste, maakt daarop een uitzondering: het hangt niet aan een of andere muur waar het dag en nacht door iedereen kan worden gelezen. In tegendeel: het kreeg een plaatsje tegen de zijkant van de Denderbrug en het is enkel zichtbaar wanneer de brug benden de Brugstraat wordt opgehaald. In betere tijden toen het vrachtvervoer op de Dender heel druk was ging de brug dagelijks meermaals naar omhoog. Ten huidigen dage gebeurt dat eerder zelden, meestal in de zomer voor riviertoeristen.
Gezelle: verbannen naar de diepte
Niemand begrijpt waarom precies het gedicht van Gezelle, nog steeds een prins van onze Vlaamse dichters, destijds verbannen werd naar de duisternis.
Toch denkt niet iedereen daar zo over. Zo schreef Xavier Roelens in juni 2007 in "Letterland" over de "hoogtepunten" in de Geraardsbergse Steegjesroute: "Een ander hoogtepunt is het gedicht Het Zevengesternte van Gezelle, niet zozeer vanwege zijn tekst maar wel door de locatie. Het gedicht is alleen leesbaar wanneer de brug over de Dender de hoogte ingaat. Een aangename verrassing voor wie in de auto staat te wachten."
Blijkbaar waart Benno Barnard hier rond...
Zou de man dat niet liever een "laagtepunt" hebben genoemd?
We vermoeden dat geen enkele dichter zich kandidaat zou stellen om zijn gedicht te laten ophangen aan de zijwand van een brug waar het hooguit enkele uren in één jaar tijds zichtbaar is.
En we geloven evenmin dat eigenaars hun kunstwerken zouden ophangen in een donkere kelder of in een of ander verlaten hoekje in hun woonst.
Voor zover we weten hangt het Lam Gods nog steeds in de Sint-Baafskathedraal in Gent.
Voor vele gezinnen in Geraardsbergen zal de dagenlange watersnood van november 2010 een moeilijk te helen wonde blijven, ondanks de moedige inzet van o.m. de politie, de brandweer, het Rood Kruis, de civiele bescherming en zovele anderen
Door de grillige tussenkomst van de weergoden zullen diezelfde novemberdagen voor Guido Gezelle een kortstondige verlossing zijn uit zijn ondergrondse kille kerker en een verdiende, weliswaar beperkte, waardering betekenen voor een buitengemeen mooi gedicht.
Naar verluidt zal de Denderbrug beneden de Brugstraat wegens defect nog een tijdje buiten werking zijn tot meerdere ere en glorie van Guido Gezelle...
Gefeliciteerd Peter Motte, één van de winnaars kortverhalenwedstrijd Route 42
Kortverhalenwedstrijd Route 42
Peter Motte
HERZELE/GERAARDSBERGEN/SINT-LIEVENS-HOUTEM - Filip Van Den Steen uit Zottegem won met 'De Laatste Kamer' de kortverhaalwedstrijd van Route 42. De winnaar kreeg in Herzele zijn prijs uit handen van auteur Tom Lanoye. Andere winnaars waren Peter Motte uit Geraardsbergen, Dirk Bernaerts uit Herzele en Shauni De Gussem uit Sint-Lievens-Houtem. Zij wonnen elk een boekenbon van 50 euro.
Het gedicht zuivering werd door Fred Schywek naar het Duits vertaald en opgenomen in de verzamelbundel Die Liebe in Holland und Flandern. De voorstelling gebeurde tijdens het Klein festival van de Europese dichtkunst te Antwerpen.
Twee Geraardsbergse vrouwen sloegen de handen in elkaar voor het Klein festival van de Europese dichtkunst te Antwerpen
Marleen De Smet
werd muzikaal begeleid door Sofie Vander Heyden KLEIN FESTIVAL VAN DE EUROPESE DICHTKUNST
met dichters uit Duitsland, Nederland, Bretagne & Vlaanderen.
Deze voorstelling kaderde in een internationaal vertaalproject van Fred Schywek i.s.m. Cultuurhoofstad Europa, Ruhrgebiet 2010 (Duitsland).
Auditorium Permeke Bibliotheek, De Coninckplein 25, 2060 Antwerpen.
Dichters
Wilfried Bienek, Catharina Boer, Olivier Cousin, Marleen de Crée, Job Degenaar, Marleen De Smet, Frank De Vos, Paul Gellings, Peter Holvoet-Hanssen, Charles Kléber, Roger Nupie, Willem Persoon, Hilde Pinnoo, Annie Reniers, Tony Rombouts, Annmarie Sauer, Fred Schywek, Lucienne Stassaert, Bart Stouten, Rose Vandewalle & Lief Vleugels.
m.m.v. Patricia Van Nunen (zang), Jean Demey (muzikale omlijsting) & Lynn Peeterson (dans) en Sofie Vander Heyden (zang).
Thierry Deleu, Mark Meekers, Roger Nupie, Theo van der Wacht, Ina Stabergh, Joris Iven, Marleen De Smet, Johan Van Cauwenberge, Job Degenaar, Rik Wouters, Hannie Rouweler, Guy van Hoof, Maria Sesselle, Erik Verstraete, Paul Gellings, Hilde Pinnoo, Tjarda Eskes, Lisette Waterschoot, Boudewijn Knevels, Tine Hertmans, Michiel van Kempen, Francis De Preter, Lupo Barca, Lief Vleugels, Frank Despriet, Patty Scholten en Bert Deben.
ISBN 978-1-4461-6487-7
Copyright all poets / alle dichters (Standard Copyright License)
Jules De Bodt was en is een Geraardsbergse volksdichter
Jules De Bodt
Jules De Bodt (1896-1978) schreef volkse gedichten, hilarische mopjes en fijne liederen. De familie plant een cd om het artistieke legaat van de volksdichter weer tot leven wekken.
Jules De Bodt was een geboren optimist.
'Pa had niet veel nodig om gelukkig te zijn. Het was een zeer aangenaam man die urenlang kon vertellen, zingen en moppen tappen', herinnert dochter Christiane zich.
Haar vader Jules had een heel levendige verbeelding en schreef zijn eerste verzen toen hij pas dertien was. Het was het eerste van meer dan duizend gedichten, liedjes en mopjes die Jules de daaropvolgende decennia bij elkaar fantaseerde.
De man schreef zelfs zijn eigen grafschrift. 4
'En hij wilde 108 jaar oud worden, dat is natuurlijk niet gelukt.'
Jules werd al snel heel populair in eigen stad. In zijn café 'De Jazzband' droeg hij zijn gedichten voor en zong hij zijn liedjes. Jules speelde ook piano. 'Zelf geleerd want hij kon geen noten lezen.'
Tegelijk kleermaker
De man had nog een andere roeping want hij was een getalenteerd kleermaker.
'Een beroep dat hij enorm graag uitoefende. Hij werkte meer dan honderd uur per week en was in het atelier actief tot hij 75 werd.'
Tussen het versnijden van de stoffen door borrelde de inspiratie voor weer een nieuw gedicht steevast bij Jules op.
'Zijn gedichten gingen over heel gewone dingen. Hij zong ook graag, als hij in het atelier aan het werk was floot hij een deuntje of weerklonk er een lied.' Jules was overigens een opvallende verschijning met zijn lange wapperende haren en de onafscheidelijke pijp in de mondhoek. De Geraardsbergenaars droegen de volksdichter op handen.
Ook buiten de eigen stad kwam Jules aan de bak. Hij was vaak te gast op radio en televisie en charmeerde de luisteraars en kijkers met zijn wonderlijke verhalen, moppen en gedichten. En Jules publiceerde enkele bundels. Vooral zijn derde boekje met de teksten van 150 liedjes en gedichten wordt nog door heel wat stadsgenoten gekoesterd.
De familie van Jules De Bodt plant nu ook enkele cd's om de verzen, moppen, verhalen en liedjes van de volksdichter vanonder het stof te halen. Jules sprak die in op geluidsbanden en die worden nu door Yves De Bodt gedigitaliseerd en op cd gezet. Een titanenwerk want Jules had naast de eigen creaties een repertoire van zowat zesduizend nummers.
De cd's worden voor de generatie die Jules nog heeft gekend een herontdekking, voor de jongere Geraardsbergenaars wordt het een aangename kennismaking met het veelzijdige artistieke talent van de gevierde volksdichter.
Marleen beseft ten volle dat poëzie nooit af is en dat de poëzielezer verondersteld is het gedicht mee te maken, in de dubbele betekenis die dit werkwoord in het Nederlands heeft. Aldus ontstaat een creatieve intimiteit tussen de dichter en de poëzieminnaar. De bundel Tussen schaduw en schittering getuigt van een uitzonderlijke fijngevoeligheid.
~~~
Fragment van Thierry Deleu (uit het nawoord)
Marleen De Smet slaagt erin om het heel persoonlijke toch inuniversele gedichten te verwerken. Door middel van taal schept zij een eigen universum, waarin je (bijna moeiteloos) kunt doordringen tot onbekende gebieden, die verrassen. Woorden zijn de handvatten die toegang geven tot een niet-eindigend leven. Haar poëzie is zo rijk aan beelden, vergelijkingen dat je spontaan bij de gedachte komt dat de dichter een picturale geest heeft. Schrijven is eigenlijk het lezen van beelden, die voortdurend om je heen veranderen. Van deze overweging zijn de gedichten in Tussen schaduw en schittering een bijzonder geslaagd voorbeeld.
De afbeelding op de cover is een ontwerp van Rudy Baeten.
Zicht op Geraardsbergen (site van Steven De Schuiteneer & Chris De Nooze)
Site van Geraardsbergen
Klik op onderstaande foto voor een bezoek aan de interessante blog van André Vander Kelen met foto's van Désiré Declercq.
Klik op onderstaande foto voor een bezoek aan de interessante blog van André Vander Kelen met stereoscopische kaarten uit de collectie van Désiré Declercq, gevolgd door nog wat documentjes ivm Geraardsbergen.
Jan Lion blogt met Het Nieuwsblad over het reilen en zeilen van Geraardsbergen.
Mannekens Pis van Geraardsbergen, het enige echte en oudste Manneken van België.
De Geraardsbergse mattentaart.
Sofie Vander Heyden mezzosopraam
Muziektalent van Geraardsbergse bodem
William Souffreau
Jim Cole got soul.
… en Dean natuurlijk…
Isthar - divine love songs (Soetkin Baptist)
Breng een gezoekje aan de blog van Roland Bourgoignie, Galmaardse dorpsdichter 2007 (klik op onderstaande foto).
Chauffeurkes cursiefjes als mens achter de gewone mens
Geschied- en heemkundige kring Gerardimontium
Alles over Geraardsbergen via Geraardsbergen.2link.be. Voor meer info, klik op onderstaande foto.