xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Muur mag niet meer meedoen
Theo Maes (90), ere-leraar in het Geraardsbergs Koninklijk
Atheneum, schreef volgend veelzeggend gedicht:
Groeningeveld,
Waar zijn de dagen
?
Guido Gezelle
Muur gestolen
Grondeloze ontgoocheling in een
rondeloze stad
Giezbaarg, o Giezbaarg,
waar zijn de dagen
toen op de kasseien
van die moordende Muur
onder luide kreten
van ontzag en blije,
haast sacrale admiratie,
wij wielergoden zagen,
getekend vaak door
zware alteratie,
krampachtig trek-
kend aan hun stuur,
doorheen regenvlagen,
tegenwind, fel en guur,
of, op hemelsblauwe dagen,
onder zalige zonneschijn.
O kleurrijke bende,
schijnbaar immuun voor pijn,
o jonge explosie van kracht,
gij wordt in Giezbaarg
niet langer verwacht.
Begrijp me niet verkeerd
onz armen, en meer nog ons hart,
staan voor u immer open!
Maar door een smerige streek
kunnen of durven we
niet meer op een weerzien
hopen. Of toch? Misschien?
Theo
Maes
Het verdriet van België
Goede vrienden,
Recht uit het hart schreef ik
onderstaande bedenkingen.
Het Verdriet van
Geraardsbergen en van de -ooit zo- edele
Wielersport
Hoewel ik nooit veel belangstelling
voor welke sport ook heb gehad, meen ik me te herinneren dat de Ronde van
Vlaanderen jaarlijks voorbijreed aan de voordeur van mijn geboortehuis dat ik
al 65 jaar bewoon in het stadscentrum van Geraardsbergen.
Zowat tien jaar geleden leek de
tv-reportage van de Ronde mijn echtgenote zodanig te fascineren en op te jagen
dat ik mijn boeken neergooide om me van de ware toestand ter plekke te gaan
vergewissen. Opgehitst door een massa enthousiaste wielerfans in de Grote- en
de Brugstraat trok ik over de Markt en de Paardenmarkt naar de Vesten, de
bloedige aanloop naar de Muur, de onverbiddelijke scherprechter. Nooit vergeet
ik de laaiend enthousiaste menigte toen de eerste renners zichtbaar werden boven
de Brugstraat en razendsnel de Paardenmarkt achter zich lieten en over de
Vesten heen vlogen, richting Bosberg-Galmaarden en Meerbeke-Ninove.
Sinds die dag heb ik de Ronde door
die "Hölle von Flandern" nooit meer gemist. En de fascinerende
beelden van de joelende massa en de hijgende wielerhelden zijn me steeds
bijgebleven.
Toen ik enkele jaren geleden hoorde
dat ook de wielertoeristen de dag voor de wielerhoogdag het al dan niet
ingekorte parcours van de Ronde konden afleggen besliste ik ook die bedevaart
op wielen in mijn agenda op te nemen. Tussen de Kloosterstraat en de Kapelmuur
heb ik sindsdien ieder jaar heroïsche uren van massa's pseudo-Flandriens mee
beleefd. Iedere overwinning van de Muur, een profaan heiligdom en een
gereputeerde kuitenbijter, riep ontroering op niet alleen bij de helden maar
ook bij de haast dolle toeschouwers...
Arm Vlaanderen, verarmde
wielersport, verweesde wielerliefhebbers
Dat de hoofdverantwoordelijken voor
dit uniek sportgebeuren de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg van Galmaarden
uit het parcours van de Ronde van Vlaanderen gewetenloos amputeren vind ik
beschamend, wraakroepend, hemeltergend en allesbehalve sportief.
Het Verdriet van Geraardsbergen roept
bij mij dan ook afschuw op.
Maar eigenlijk heb ik ook medelijden
met de huidige verantwoordelijken voor de edele Wielersport van weleer.
Blijkbaar hebben ze nu meer
belangstelling voor de opbrengst dan voor de Sport: Money makes the
world go round!
Arm Vlaanderen, verarmde wielersport,
verweesde sportliefhebbers!
Groeten uit het verweesde
Geraardsbergen.
Albert Schrever
|