Gedichten van Rik Van Dammexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De beuk
Een eeuwenoude bonte beuk
nog door een witte abt geplant,
werd plots te groot.te schoon
en beet genadeloos in het zand.
Zijn bloedrode blaren op de grond
vormen het krakend bed
waarop zijn gekliefd skelet,
zonder gebed werd neergelegd.
De herfst kleurt het palet,
de klokken kleppen over dood,
een trein wordt op de sporen gezet
Stokrozen
Een lichte bries wiegt onze stokrozen
In het grijze niemandsland
tussen herfst en winter
Een mistgordijn weeft een wazig deken
over de klamme huid van gele blaren
en gedempte geluiden in het rond.
Een boomklevertje vlucht weg,
nu er te veel merels komen
De zon kijkt als bevroren
uit een zilveren bal,
lichtjaren ver geboren
uit de gouden snaren
van een fonkelend heelal.
Eksters
Twee eksters,duidelijk man en vrouw
dartelen behoedzaam onder de bomen;
om beurten rapen ze noten
,
vliegen er mee weg
.
Ik hou ze in het oog,
vol bewondering kijkend
naar dit heroïsch gevecht
voor een brok dagelijks brood
en ergens een veilig warm nest..
De kerselaars kleuren rood,
bladeren trillen, vallen
,
meten mijn tijd
,
zonder genade of enig respijt.
Rik Van Damme
|