Welzoxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het fladderblad dat kerend draait
in nukken van wind.
Zoals het rotelen in het hoofd
dat nimmer stopt, desondanks.
Misschien moet ik leren
je tot streelwind te zijn,
een tweede huid zoals
in een kinderpamper, warm.
*
Pilaargedicht
Al opgekruld de dagen
gespikkeld met mazzelen
in het wanhopig licht.
Mijn kastanjes verworden tot voer.
Maar straks zing ik jou vooruit
in het zweeflicht dat
ik als donsaaideken zacht
over jouw wilde winter wil draperen.
Gaby Desmyter, Dorpsdichter Lierde 2011
|