Het Hylper station
Het was een mooie nazomerdag. Na het middageten stapte ik, om de tijd te doden, zonder een bepaalt doel op de fiets. Via het fietspad langs Aesterdijk ging de route, nog steeds zonder bepaalt doel, richting het Station. Daar werd ik aangesproken door iemand die ik niet kende. Hij vroeg of ik ter plaatse bekend was. Nu als geboren en getogen Hylper kon ik natuurlijk niet anders dan daar bevestigend op antwoorden. Mijn eerste gedachte was, zoals wel vaker voorkomt, dat deze vreemdeling mij de weg wou vragen naar Hindeloopen. Maar nee, zo bleek al snel, dat was niet het geval. Deze voor mij onbekende persoon haalde een (oude) ansichtkaart van het oude station uit zijn binnenzak. Hij vertelde dat hij deze ansicht bij toeval had gevonden tussen de papieren van wijlen zijn vader. Zijn vader, zo was hem gebleken uit achterop de kaart geschreven woorden, had als kind vaak gelogeerd in Hindeloopen. De vraag van de vreemdeling aan mij was stond dat station op dezelfde plaats als dit huidige glazen hokje? En zonder mijn antwoord af te wachten vroeg hij weet u toevallig meer over dat station want ik zelf ben verzamelaar van alles wat met het spoor te maken heeft?
Overrompeld op deze aanslag op mijn geheugen reageerde ik in eerste instantie niet op deze vragen. De onbekende, mogelijk bang dat hij geen antwoord zou krijgen, reageerde op dit zwijgen van mij met de opmerking: Ik wil u niet tot last zijn maar als u iets zou kunnen vertellen over het station uit de tijd van deze foto zou ik daar zeer mee ingenomen zijn.
Inmiddels begonnen bij mij de oude beelden uit het verleden naar voren te komen. Gezien dit meerdere beelden waren, en ik me realiseerde dat dit niet kon worden afgedaan met een simpel ja of nee, stelde ik voor er bij te gaan zitten op de stationsbank op het perron. En daar in de zon van die mooie nazomerdag begon ik te vertellen wat ik wist van het station.Ik begin hier bij wat ik weet uit overlevering en boeken.
Rond 1862 kwam de spoorlijn Leeuwarden-Harlingen klaar. Daarna kwam al snel een discussie op gang om ook de spoorlijn Leeuwarden-Stavoren aan te leggen. Maar dit ging net als altijd bij dergelijk projecten niet zonder slag of stoot. Het duurde ongeveer dertig jaar voor deze lijn ook daadwerkelijk zou worden aangelegd. Het uiteindelijke doel van deze lijn was om in combinatie met een boot een spoorverbinding te realiseren tussen Friesland (Leeuwarden) en Amsterdam.Toen rond 1862 de discussie over de lijn Leeuwarden-Stavoren op gang kwam installeerde de Nederlandse regering een comité om de plannen uit te werken. Zij kwamen met voorstellen om deze lijn via Sneek-Workum-Hindeloopen naar Stavoren aan te leggen.Maar zoals zo vaak gebeurt werd er ook een tegen comité gevormd. Zij kwamen met voorstellen om de lijn via Sneek-Bolsward naar Hindeloopen aan te leggen. Na vele jaren van discussie besloot de Tweede kamer om de lijn via Sneek-Bolsward naar Hindeloopen aan te leggen. De Eerste kamer draaide dit besluit echter terug. Uiteindelijk werd door de Hollands IJzeren Spoorweg Maatschappij de spoorlijn aangelegd via Sneek-Workum-Hindeloopen met Stavoren als eindpunt aangelegd. De lijn werd 8 november 1885 geopend.
Het station van Hindeloopen was identiek aan de gebouwen van Bozum, IJlst en Oudega. Type Loppersum: Parallelstaand middendeel met aan beide zijden een verschillend eindgebouw haaks op het spoor. Het werd in 1884 tesamen met de stations Workum en Oudega voor een totaalsom van 349.768, gebouwd door de aannemers Kloots en Arend uit 's-Gravenhage. Een soortgelijk station als in Hindeloopen, type Lopersum, staat nog altijd in Lopersum (lijn Groningen - Delftzijl) Rond 1940 werd het station verbouwd. Uit oude fotos maak ik op dat toen de 3de klas wachtkamer verdween en die verbouwd werd tot fietsenstalling. Ook werd het sierlijke lijstwerk vervangen door eenvoudiger lijsten. Het gehele gebouw werd toen ook wit gepleisterd. In 1973 werd het geheel gesloopt. Ter vervanging van het station werd in 1970 reeds het huidige glazen wachthokje gebouwd.
Naast het personen vervoer was ook het vervoer van goederen van belang.Voor het laden en lossen van deze goederen ( kolen, vee enz enz) werd een apart los en laad perron aangelegd.
Terwijl ik deze gegevens aan de onbekende man vertel draai ik de ansicht onbewust om en om. Plotseling realiseer ik me dat dit station op de foto - wit gepleisterd en eenvoudig lijstwerk - niet het eerste gebouw is, maar het rond 1940 verbouwde station. Dus vertel ik mijn onbekende gast dat er voor dit gebouw, wat hij op de foto heeft, er eerder een mijn inziens veel luxer uitgevoerde versie van het station heeft gestaan. Het oude en luxere station en het station op uw kaart stond iets naast het huidige glazen hokje. Het stond toen iets meer naar achteren dan waar we nu zitten op dit bankje. De huidige fietsenstalling staat feitelijk op de plaats waar toen het Station stond. Vervolgens vraagt de onbekende mij zegt de naam Houtsma u ook iets? Want die naam had mijn vader op de kaart geschreven. Ook hier kan ik bevestigend op antwoorden. Ik vertel hem dat dit weliswaar van voor mijn tijd is maar dat ik uit overlevering weet dat er vroeger een Houtsma op het station woonde en stationschef was. Schijnbaar wist de onbekende zo voldoende want er kwamen geen vragen meer. Vervolgens bedankt mijn onbekende gast me uitvoerig voor de informatie en zonder dat we elkaar nader bekend maken vertrok hij in de voor het station geparkeerde auto.
Ik zelf stap weer op de fiets en vertrek richting huis. Maar het gevoerde gesprek met deze onbekende laat mij niet los. Op de fiets, onderweg naar huis, fietsen in mijn gedachten diverse personen en situaties uit mijn kinderjaren (1950-1965) met me mee naar huis.
Thuis aangekomen zit de vrouw met de koffie te wachten. Onder het genot van de koffie vertel ik haar het verhaal over de onbekende man. De vrouw vraagt me hierop nu ik zou ook wel eens meer over het station van vroeger willen weten. Nu dit verzoek kan ik natuurlijk niet naast me neer leggen.
Dus steek ik deze dag voor de tweede keer van wal over het wel en wee van het spoorwegstation Hindeloopen. Er staat zo je weet nu slechts een klein glazen wachthokje (een abri). In mijn kinderjaren -1950 / 1965 - was het station echter een markant stenen gebouw. Waar nu het glazen wachthokje staat stond vroeger een ander klein gebouwtje. Voor zover ik me herinner moet dat een toilet gebouwtje zijn geweest. Maar daar ben ik niet zeker van. Als je het perron opkwam had je gelijk links om de hoek de fietsenstalling en een opslag voor goederen. Bij het eerste station was daar echter de 3de klas wachtkamer. In het midden gedeelte was een ingang naar het loket met daarnaast het kantoor van de stationschef. Ook was er nog een voordeur aan de straatkant die rechtstreeks naar het loket leidde. Maar die deur en gang naar het loket werd door eigen Hindeloopers weinig gebruikt. Die stapten doorgaans gelijk het kantoor in van stationchef. Wat ik me nog het beste herinner van dit kantoor was de telegraaf die af en toe voor mij niet te begrijpen piep geluiden produceerde. Maar de chef, die daarvoor gestudeerd had wist aan de hand van deze pieptonen precies wanneer de trein uit Molkwerum of Workum vertrok. En ook als de trein het station verliet verzond de chef met dit apparaat voor ons onverklaarbare codes. Naast dit kantoor was de wachtkamer(s). Voor mijn tijd verdeeld in twee klasses. In mijn herinnering ging het echter om één grote wachtkamer. Op het eind van deze wachtkamer stond de grote zwarte kolenkachel die in de wintermaanden snorrend het grote vertrek verwarmde en het wachten tot een aangename en gezellige gebeurtenis maakten. Want veelal kwam de reizigers te voet of op de fiets naar het een kilometer van Hindeloopen gelegen station. En dan was met name in de wintermaanden even opwarmen voor men op de trein stapte toch wel aangenaam. Naast de wachtkamer was het voor die tijd grote woonhuis van de stationschef Kees Pruis oftewel in Hindeloopen beter bekend als Kees en Bep. De andere stationchef (in vaste dienst) Wolbers woonde in Hindeloopen.Voor het kantoor van de chef stond het apparaat met vier grote hendels voor het omzetten van de seinen en om de wissels te bedienen. Voor het station lag namelijk toen een dubbelspoor. Ook daar voor het kantoor twee grote slingers aan een standaard voor de bediening van de 100 meter verder gelegen spoorbomen. Met name deze apparaten voor de bomen, wissels en seinen herinner ik me, en waarschijnlijk ook andere jongens, zich nog goed. Want niet zelden mochten we, als de trein naderde, de chef helpen de bomen dicht te draaien en/of de seinen op veilig te zetten. En dat was natuurlijk een gewichtig en verantwoordelijke klus.
Inmiddels heeft de vrouw opnieuw koffie ingeschonken. Maar helemaal opgaande in deze tijd van weleer had ik dat niet gemerkt, dus onderbreekt de vrouw me met de opmerking drink nu eerst maar je koffie even op, want die is al bijna koud. Terwijl ik aan dit gebod van de vrouw voldoe merkt zij op die stationschefs hadden, zo lijkt me, niet echt een drukke baan.
Nu, zo ga ik verder, ik denk dat het toch tegenviel. Er was naast het binnenloodsen van de trein nog veel meer te doen daar op en om het station. Ook de postbode was regelmatig te vinden op het station. De post werd in die tijd vervoerd met de trein. Tweemaal daags fietste de plaatselijke postbode (Veldstra) naar het station om de post voor Hindeloopen op te halen en te brengen. Ook het aan de posterijen gelinieerde van Gent en Loos vervoerde de stukgoederen per trein. Deze werden dan afgehaald door de plaatselijke vrachtvervoerder (Amsterdam). En ja, het is mogelijk niet meer voor te stellen maar toen was er ook nog een heus laad en los perron voor bulkgoederen. Daar kwamen de wagons met steenkolen aan. En uit overlevering is me bekend dat er eens per week, maar dit was voor mijn tijd, ook een veewagon kwam voor het vervoer van vee van en naar de veemarkt in Sneek. En ook dit alles werd begeleid door de chef door het uitschrijven en uitgeven van vervoers brieven e.d. Ook was het regelmatig oliën van de seinen en alle raderwerken van de spoorbomen en seinen een taak van de chef. Nee, zo antwoordde ik de vrouw op haar opmerking het was mogelijk geen baan om stres van te krijgen maar al met al denk ik dat zon chef toch wel behoorlijk veel had te doen. En, zo sluit ik mijn verhaal over de stresgevoeligheid van de baan stationschef af, je moet niet vergeten dat een werkweek toen uit 45 uur bestond, en een werkdag van s ochtends zes tot half elf s avonds in twee (wissel) diensten werd uitgevoerd.
Na deze lezing mijnerzijds over de arbeidsomstandigheden van de stationschef anno 1960 komt de dochter binnen en onderbreek mijn verhaal. Zei merkt bij binnenkomst op wat is het hier stil, normaal hebben jullie altijd wel de radio of de televisie aan. Nu de vrouw verteld dat ik al een hele tijd aan het vertellen ben over de glorietijd van de spoorwegen in Hindeloopen. Tenminste, zo komt er achteraan, die indruk krijg ik uit het verhaal. In kort bestek verteld zij vervolgens aan onze dochter wat ik haar net verteld heb. De dochter inmiddels ook geïnteresseerd vraagt was dat nog in de tijd van de stoomtrein?
Deze vraag zet mij opnieuw aan het denken. Na enig stil rekenwerk mijnerzijds reageer ik met Ja en nee. Het vertelde speelt feitelijk tijdens de overschakeling van de stoomtrein naar de trein met dieselmotor. Ik kan me de grote zwarte stoomloc nog goed herinneren. Met zijn grote stoompluim en zijn tjuke tjuke geluid raasde die dan door de landerijen. Met de woorden een matig mooi gezicht sluit ik dit gedeelte van het verhaal af.
Maar gelijk na het uitspreken van deze woorden realiseer ik me dat de woorden een matig mooi gezicht in feite gestoeld is op nostalgisch overwegingen. In feite werd die mooie stoomlocomotief in die tijd helemaal niet als zo bijzonder mooi ervaren. Het was meer een feit dat die reed en werd, met name door ons als kinderen, als normaal ervaren. In feite was die stoomlocomotief, zo realiseer ik me, in vergelijking met huidige diesel- en elektrische treinen maar een vuile machine. Algemeen werd de overschakeling naar de dieseltrein dan ook als een stap voorwaarts ervaren.
Na dit ophalen van herinneringen is het tijd voor een paar sneetjes brood. Inmiddels staat ook de TV aan voor het laatste nieuws van het journaal. Als het brood naar binnen is gewerkt en het journaal is afgelopen gaat de vrouw naar de keuken voor de afwas. Ik zelf blijf voor de TV zitten om te zien wat men te vertellen heeft in de actualiteiten rubriek Twee vandaag. En daarmee verdwijnen mijn dagdromen voor deze dag.
Voor foto's van het oude station kunt u op de foto boven klikken.
|