Een dagje aan zee in Hurghada Egypte
Aangezien we reeds voor de zevende maal naar het prachtige Egypte gaan, wens ik eens niet te schrijven over de piramiden, tempels of musea waar het land o zo rijk aan is, en waar al zoveel verhalen over te lezen zijn, maar gewoon een luie dag aan het strand.
Het infobord van het hotel geeft aan: temperatuur in de schaduw 39°; zeewater 28°, terwijl ze het thuis moeten stellen met amper 19° en regen. Het betekent morgen terug vroeg opstaan, want hier leef je op het ritme van de zon, vroeg gaan slapen om dan s morgens om 5u45 de eerste zonnestralen je halfnaakte lichaam te laten aaien.
Terwijl ik op dat vroege uur naar de zonsopgang sta te staren, zie ik reeds de eerste hotelgasten voorbijdraven gewapend met hun groen-wit-gestreepte handdoeken, om toch maar de beste plaatsjes op het strand te kunnen reserveren. Mijn vrouw volgt al vlug hun voorbeeld, en na de dagelijkse vraag: waar zou je het liefst liggen vertrekt ook zij om ons geliefkoosd plekje op het strand in te nemen.
Na onze dagelijkse wasbeurt staan we reeds klaar om als eersten het ontbijt te gaan nuttigen. We laten het ons royaal smaken, want het is een all-inn formule en het eten is er schitterend.
Na het eten de zwemkleding aangetrokken en ons begeven naar het reeds voorbehouden plaatsje op het strand. Al gauw blijkt dat mijn echtgenote een prachtig plaatsje uitgekozen heeft, weliswaar op de tweede rij, maar met een prachtig uitzicht op de helblauwe (Rode) zee.
Hier op dit heerlijke witte zandstrand zijn de piramides vervangen door een honderdtal parasols in metaal, overtrokken met riet die het een exotische aanblik geven. Onder de parasols 2 ligzetels met matrasjes en een tafeltje. Overal asbakken om de sigarettenpeuken op het strand te vermijden. Rond de zetels staan windbeschermers in riet.
Dan begint het strategische ritueel: de windbeschermers verplaatsen, zodat er zoveel mogelijk plaats toegeëigend wordt, de ligzetels worden geplaatst in de richting van de zon, terwijl manlief zich een veilig plekje in de schaduw terugtrekt. De beschermende zonnecreme wordt bovengehaald, en iedereen wordt bedekt onder een laagje.
Dan kan het grote werk beginnen, plat in de zetel, onder de zon, want alleman wil met een bruin kleurtje terugkeren. Om 9u30 gaan we reeds zwemmen (als ëen van de weinigen), want de eerste bewegingen op het strand gebeuren pas om 10u. dan gaat de strandbar open, en ziet men iedereen zeulen met ijskoude flessen plat water, en wat later met bier, coctails en andere frisdranken, voor velen is dit de meest slopende inspanning van de dag. De strandbar is dan ook de meest geliefkoosde plek, mooie Egyptische jongens bedienen iedereen met de mooiste glimlach die ze in huis hebben, mijn vrouw blijft niet achterwege, en onder het gemopper dat de strandbar wel vroeger mocht opengaan, komt zij ook met onze verfrissende flesjes water. Wat later begeven zich meer en meer badgasten in het water, velen om te zwemmen, anderen ziet men juist tot hun middel in het water gaan, waarschijnlijk om een plasje te doen (en dan maar klagen dat het water zo zout is)!
Op het strand hoort men alle talen, alhoewel het Duits en Russisch toch wel overheerst.
Hier heb ik ook bijgeleerd dat niet alleen de Duitsers dik geschapen zijn, maar dat de Russen dit overtreffen. Hier zou Jef Hoebrechts zijn vetafzuigmachine te volle renderen.
Aangezien hier een moslim-land betreft, is monokini hier verboden. Daardoor trachten de meeste vrouwen zich te beperken tot het kleinste stukje textiel.
Terwijl ik dit schrijf zit ik te turen naar die kleurenpracht van die azuurblauwe zee, voor ons vertrekken de helwitte boten, die de snorkelaars en de duikers naar de prachtigste koraalriffen leiden. Naast onze ligplaats is de surfschool-center. Surfleraars broebelen tegen elkaar in een voor ons onverstaanbaar Arabisch, begeleid door veel hand en armgezwaai. Degene die het meest gangbare talen beheert schuimt het strand af naar kandidaat-surfers. alles klaar, wie geets, where are you from free surf for 15 minits. Geïnteresserden volgen hem en krijgen de eerste kort les op het droge. Een eenzame leerling-surfer zien we in zee vechten tegen de altijd heersende wind, terwijl hij van op het strand instructies wordt toegeschreeuwd. Plots wordt hij voorbijgesneld door een ervaren instructeur, die zowat over het water zweeft, af en toe klapperend met zijn zeil, meestal om de aandacht van het vrouwelijk publiek op te eisen.
Als je hen bezig ziet zou je denken kan het kleinste kind dit niet? En geloof het of niet, op dit eigenste moment zie ik een kind van 5 jaar loodrecht op zijn surfplank staan, het kleine zeil fier in de hand, en in die grote zeemassa de juiste koers varend. Zijn mama zat achterop, als een mooie zeemeermin, achteraan op de plank, af en toe wat bijsturend. Het leek het verhaal wel uit een boek van de kleine Remy, later bleek dit echt ook het kleine surfertje zijn naam te zijn.
Aan de zeerand zat een klein, mooi, lief meisje te spelen in het water en het zand. Naast het kind zat een man de surfers te filmen, en toen ik hem tegen het kleine meisje Vlaams hoorde spreken, klampte ik hem aan; hij bleek de vader van de kleine Remy en van het kleine meisje Sam te zijn. Hij volgde met het allesziende oog van zijn camera zijn vrouw Mitch. Alsof ik een echte kenner was sprak ik hem aan: Ze doet het goed hé. De man, Dirk, antwoordde Joa das mijn Mitch, tis oak heuren iesten kier. Die eerste kleine zinnetjes waren voldoende om er later echte vakantievrienden aan over te houden.
Ondertussen ben ik weer op mijn eigen 6 vierkante meter strand aangekomen. De blauwe lucht weerspiegelt nu nog meer zijn helblauwe kleur op de zee. Het strand is als een gouden rand die de zee omarmt. Een Hollandse dame heeft haar stoel verplaatst naar de rand van het water, om toch zoveel mogelijk zon op te vangen. Terwijl ik mijmerend naar dat gigantische lichaam kijk, kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat er een nieuwe soort kwal aangespoeld is.
Na een aperitief en een snack, terug op mijn geborgen plaatsje in de schaduw. Mijn vrouw doet haar middagsiesta, en nog maar pas ben ik in een rustige slaap verwikkeld, of daar komen sportieve kerels van het animatieteam je opschrikken Volleyball
Boccia
Belly dance
Aquagym
of uitgekookte verkopers die je komen vragen voor een bootreis, duikboot, catameran
Dan maar liever een fikse wandeling maken ( alhoewel we tot de zeldzame soort behoren die dit doen in deze temperaturen), om dan na een uurtje terug te gaan zwemmen.
Bij zonsondergang volgen we de vogels die op het water in massa landen, waarschijnlijk op zoek naar kleine krabbetjes, het schouwspel is dan ook een waardig afscheid van die mooie dag op het strand. Nu vlug gaan douchen, aperitiefje drinken, uitgebreid eten, vroeg slapen, want morgen komt er weer een slopende dag
Gil & Trees
Ons bezoek aan Luxor, Karnak
Tijdens ons verblijf in Hurghada hadden we een uitstap gepland naar de beroemde tempels.
s Morgens heel vroeg opgestaan en met de bus vertrokken. We zijn samengekomen aan een Check-point waar zon hondertal autobussen, vrachtwagens en personenwagens verzameld werden, om dan onder politiebegeleiding (open jeeps met daarin tot de tanden gewapende militairen, met de mitrailleurs in aanslag) vooraan en achteraan de colonne te vertrekken. Een eenzame tweevaks-weg (de enige) door de eentonige woestijn. Evenwijdig met de weg loopt een spoorlijn die, volgens de gids, nog niet in gebruik is. Af en toe staan er plots geblutste, afgedankte olievaten, geschilderd in rood en wit, op de weg. Dit blijken opnieuw check-points te zijn. Geïmproviseerde wachthokjes staan zijdelings de weg, in de bermen liggen zwaarbewapende mannen met het geweer in ons richting. Met sjaals rond hun hoofd, krijg je wel twijfels hoe je het verschil kunt zien tussen terroristen en militairen. Doch eens dat de buschauffeur zijn papieren getoond heeft, en hij tussen de olievaten doorgeslalomd is, weten we dat alles veilig is (of ons toch een veiligheidsgevoel geeft). Dan terug op naar het volgende check-point. Soms passeren we kleine nederzettingen, soms bewoond, andere zien er uit als kleine spookdorpjes. Soms zien we tentenkampen van rondtrekkende Bedouinen, waar de dromedarisen vrij rondlopen. Als we ongeveer de helft van de route gedaan hebben doen we een stop aan een paar kraampjes die opgesteld staan in de dorre woestijn. Tulbanden, tapijten, tafelkleden en prularia. Een kleine jongen biedt ons aan om een kamelenrit te maken. In plaats van dit alles wandelen we de woestijn wat dieper in en bekijken waar die mensen leven. Een slaapplaats inderhaast opgetrokken met kartonnen dozen is hun slaapplaats. Een ander heeft een luxe slaapplaats opgetrokken met het hout van paletten, en heeft zelfs een dak met golfplaten boven zijn hoofd. Een ezeltje bekijkt ons met zijn trieste ogen en we begrijpen zijn blik, en geven hem een sandwich die we meegesmokkeld hebben uit het hotel, in de hoop dat zijn uitgemergeld lichaam een beetje aankomt.
Soms wordt Luxor het grootste openluchtmuseum genoemd, en hier vindt je inderdaad de meeste, en de beter bewaarde monumenten ter wereld.
Luxor bestaat eigenlijk uit 3 delen: de stad Luxor zelf aan het noordelijke deel; Karnak, ten noorden van Luxor; en Thebe aan de westelijke kant van Luxor.
Het bevolkingsaantal in Luxor bedraagt ongeveer 150 000 inwoners. Door een uitstekende accommodatie van hotels en bezienswaardigheden mag je dit getal met 2 vermenigvuldigen tijdens de toeristische piekdagen.
De tempel van Luxor ligt midden in de huidige stad. Het is een van de best bewaarde tempelcomplexen uit de Egyptische oudheid. Hij werd gebouwd door AmenhotepIII en RamsesII en gewijd aan de Thebaanse drieëenheid Amon, Mout en Chons.
Een indrukwekkende laan van Sfinksen voert ons naar de toegangspoort. Vroeger verbond deze laan de tempel van Luxor deze met de tempel van Karnak. Bij de ingang houden 2 kollossale beelden van Ramses II de wacht. Dichtbij staat de roze granieten obelisk van Ramses II. Vroeger waren er twee stuks, doch in 1831 werd die door Mohammed Ali aan Frankrijk geschonken, waar hij de Place de la Concorde nabij de Champs Elysee siert.
|