" Ieder mens is een onmogelijkheid tot hij geboren wordt" ( R.W. Emerson).
Alles is toeval . Hoe kon ik geboren worden ? Hier volgt een waar gebeurd verhaaltje.
Jan Dekeyser ( ° 02.11.1908 ) woonde in Kessel-Lo ( Leuven) en zou, na zijn studies in het Sint-Pieterscollege te Leuven en na zijn legerdienst, pater worden. Emma Vandermaelen ( ° 25.03.1904 ) woonde in Kampenhout. Ze had een goede vriendin, Maria Becquet, in Mechelen. Deze vriendin was de nicht van eerstgenoemde Jan Dekeyser. Een zondag, de dag voor Jan in de abdij van Tongerlo zou intreden , ging hij afscheid nemen bij zijn familie in Mechelen en Emma was daar toevallig ook bij haar vriendin Maria, nicht van Jan. Maria fluisterde Emma in dat Jan de dag nadien zou intreden bij de Norbertijnen in Tongerlo en dat zij hem misschien van gedacht kon doen veranderen. Die avond moest Jan vanuit Mechelen met de trein terug naar Leuven en Emma met dezelfde trein tot Haacht om daar de tram richting Kampenhout te nemen. Beiden zouden in Haacht zijn afgestapt... Jan en Emma zijn gehuwd in 1930, brachten zeven kinderen op de wereld, waarvan ik de zevende ben..
Dit verhaal hebben mijn ouders me nooit verteld. Ik kwam het onlangs te weten van Tinneke Swinnen ( beeldhouwster), dochter van voornoemde Maria Becquet.Zo een achternichtjes ontmoet men wel eens op uitvaartdiensten van familieleden.
Ook mevrouw Elli uit Kessel-Lo had me al eerder ( bij een toevallige kennismaking bij de familie Van der Kuylen in Mechelen), verteld dat ze op mijn vader verliefd geweest was.Maar de pastoor van Kessel-Lo ( parochie Blauwput) had haar afgeraden dit te laten blijken daar Jan zou pater worden.
Indien mijn vader, Jan, pater zou geworden zijn , zou de stam Dekeyser ( in feite De Keyser : bij het huwelijk heeft de gemeente Kampenhout Dekeyser genoteerd) zijn uitgestorven .Zijn twee zusters hadden géén kinderen . Toen mijn moeder, Emma, in 2004 stierf - ze was 100 jaar en 6 maanden- had ze al een nageslacht van 86 kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Vader, Jan, stierf reeds op 65 jarige leeftijd.
Vader is niettegenstaande zijn huwelijk wel derde-ordeling geworden bij de paters Norbertijnen in Tongerlo.De Derde -Orde is een geestelijke vereniging van personen die leven naar de geest en een verzachte regel van een kloosterorde zonder in het klooster te treden.
Zo werd o.m. iedere avond thuis met het hele gezin de rozenkrans gebeden.Ik weet niet dat ik nadacht op wat ik meeprevelde. Ik weet wel dat iedere storing van het gebed werd bestraft. Vader werkte in Leuven in de bank van de Belgische Boerenbond ( Centrale Kas voor Landbouwkrediet, nadien werd dat de Middenkredietkas en na een faling Centrale Raiffeisenkas en nadien Cera . cfr. boek " Ieder voor Allen", BB 1890-1990- Leen Van Molle, Universitaire Pers Leuven). Vader vertrok iedere werkdag ( toen was de zaterdag ook nog een werkdag) om 6 uur 's morgens naar Leuven om eerst om 7 uur bij de Jezuieten in de Minderbroedersstraat naar de mis te gaan en nadien aan de overkant in de Boerenbond zijn werkdag aan te vatten. Ik hoorde mijn moeder in haar oude dag eens lachend zeggen: " I.p.v. naar de mis te gaan , had hij beter 's morgens de zeven kinderen helpen aankleden ". Ik dacht toen aan een Joods spreekwoord: " God kan niet overal zijn en daarom heeft hij moeders geschapen".
Dit verhaal zal misschien alleen mijn naaste familie interesseren, maar ik schreef het toch maar op , omdat mijn Blog over toeval ( fatum) gaat .