Door een toeval kan men soms voor eenvoudige dingen interesse krijgen. Mijn dochter woont in Mechelen. In mei zag ik boven in de nok van het dak van haar woning een vogeltje aan de muur hangen.Dat vogeltje hing daar na uren nog steeds op dezelfde plaats. Ik nam een verrekijker en stelde vast dat het een zwaluw was die zich met zijn pootjes aan een steen vasthield. Maar het bleek géén gewone zwaluw te zijn. In Mechelen-stad zijn er natuurlijk geen boerenzwaluwen. Wel vliegen er in steden, veelal op grote hoogten, gierzwaluwen rond. Maar ik wist bijna niets over gierzwaluwen. Dus begon ik me over deze soort zwaluw te informeren. Het verbaasde me dan ook dat de gierzwaluw zelfs niet tot de zwaluwsoort behoort en dus geen echte zwaluw is... Ter informatie: tot de zwaluwen behoren de boerenzwaluw, de huiszwaluw en de oeverzwaluw.
Boerenzwaluwen zijn aan de bovenzijde blauw en het voorhoofd en de keel zijn bruinrood en onderaan zijn ze wit. Ze overwinteren in westelijk Afrika en na een reis van circa 8.000 km zijn ze vanaf april bij ons. Ze metselen o.m. met modder een nestje ( tegen een balk) binnen in stallen en schuren van boerderijen.
Huiszwaluwen hebben een donkerblauwzwarte bovenzijde en een wit onderlijfje tot aan de bek. Ze overwinteren in Zuid-Afrika en komen enkele weken later bij ons toe dan de boerenzwaluwen. Ze nestelen aan de buitenkant van woningen ( bv. onder dakuitsteek) en bruggen.
Oeverzwaluwen zijn bovenaan donkerbruin. Ze graven soms gangen van 80 cm in rivieroevers of afgravingen ( bv. van zavelbergen). Ze vertrekken in augustus naar tropisch Afrika.
In juli vond Guus, mijn kleinzoontje, in de living van mijn dochter, Lies ,een jong gierzwaluwtje.Na er foto's van genomen te hebben besloot ik het op het dak te zetten in de hoop dat de ouders het verder zouden voeden.Na een tijd was het verdwenen. Een week later zat er terug in de living een jong gierzwaluwtje. Hoe konden we dit beestje helpen? Ik kon het met een wattenstaafje drinken geven, maar eten kreeg ik niet in zijn bekje. Ik had er nochtans een zak beo-voeding voor gaan kopen omdat daar insecten in verwerkt zijn. Ik verwachtte dat het na een paar dagen zou gestorven zijn, maar het bleef gezond. Toen ik op iternet het geluid gevonden had van gierzwaluwen ging het vogeltje fel te keer en maakte zelf ook het geluid van een jonge gierzwaluw. Ik had het al eens buiten op mijn hand gezet in de hoop dat het zou wegvliegen, maar het geraakte maar een paar meters ver. Ten einde raad telefoneerde ik naar Luc De Meersman, een jeugdvriend en befaamde ornitholoog . Luc vermoedde dat er weinig te doen viel en gaf me de raad het een kans te geven door het omhoog in de lucht te werpen. Ik deed wat hij me aanraadde en inderdaad het vloog; Het vloog tot ik het achter een bos niet meer kon zien en ik hoop dat het is blijven vliegen en dat het nog steeds vliegt, want dat vliegen is nu juist het mysterieuze aan een gierzwaluw.
Gierzwaluwen, die dus niet tot de zwaluwsoort behoren, zijn rare eigenaardige vogeltjes.Ze leven bij ons vanaf mei- na een tocht van circa 7.000 km -en vertrekken al terug na ongeveer 100 dagen naar Afrika. Ze komen nooit op de grond en om weg te vliegen laten ze zich eerst vallen. Buiten het broeden brengen ze hun hele leven dag en nacht al vliegend door. Eten, drinken, slapen en paren gebeurd allemaal in de lucht. Ze kunnen tot 120 km per uur vliegen. ' s Avonds verzamelen ze en stijgen dan tot drie a vijf km hoog in de lucht voor een soort halfslaap. Broeden kunnen ze natuurlijk niet in de lucht , maar ze zoeken een nest in onvolkomenheden van gebouwen ( muurspleten, dakholten). De jongen worden gevoed met balletjes die wel 500 insecten bevatten en zo voeren ze er een veertigtal per dag aan. Samen met hun eigen voedsel vangen ze alzo een 20.000 insecten per dag. Als er te weinig insecten zijn gaan ze soms tot 100 km verwijderd van hun nest insecten zoeken. De jongen blijven vergeleken met andere jonge vogels veel langer in het nest ( tot 40 dagen) .Voor de jongen is het geen probleem om enkele dagen zonder voedsel te blijven en voor ze uitvliegen eten ze niet meer. Ze oefenen hun vleugels in het nest, want eens ze het nest verlaten ( half juli) moeten ze direct kunnen vliegen zonder onderbreking tot ze na 3 a 4 jaar zelf nestelen.
Door het toeval tweemaal een jonge gierzwaluw te moeten helpen leerde ik meer over deze mysterieuze vliegers.Natuurlijk bleven ze dagen gezond zonder eten, natuurlijk konden ze niet wegvliegen. Toen wist ik het nog niet, maar ik deed wat goed voor hen was: op het dak zetten of omhoog werpen zodat ze konden starten voor hun jarenlange ononderbroken vliegen.
Ook eenvoudige dingen kunnen een wereldwonder zijn.