Met de auto achteruit rijden is niet mijn sterkste kant. Daarstraks nog was ik een brief in de brievenbus gaan steken, die de postbode verkeerd bij ons in de bus gedaan had. Het was hetzelfde huisnummer, maar in een andere straat. Bij het terugkeren op de parking voor het huis reed ik achteruit en ineens...... boenk. Ik zat tegen het muurtje dat de parking afboordt. Wonderlijk een korte diepe schram op de koffer, bij nadere inspectie zelfs een gaatje in het koetswerk. Het muurtje was intact en geen schade aan derden.
Ik ben niet handig maar in al mijn onnozelheid dacht ik: "ik plak er een sticker over". Een sticker, vroeger was zowat elke achterkant van elke auto volgeplakt met stickers. Van alles en nog wat : radio 2, VTM en alle mogelijke reklame van oliën tot toeristische plaatsen alom. Maar ik had geen sticker en ik vond ook nergens een sticker. Toen ik alle voorbijrijdende auto's controleerde, geen enkele sticker. Hoe was dat mogelijk, en het was mij zelfs nooit opgevallen dat het fenomeen Stickers verdwenen was. Als je nog een auto ziet met een sticker op is die twintig jaar oud.
Laat de stickers terugkomen ! Als iemand er nog een heeft, geef een seintje en ik plak hem op mijn auto of op iets anders.
Een bluts zie je zo niet meer !
Zo verdwijnen er ongemerkt allerlei zaken buiten de stickers. Ik denk aan telefooncellen, telefoonboeken, de gouden gids, kruidenierswinkels, cafés, gezelligheid.
Nieuw in het straatbeeld zijn vooral joggers. Tot voor enkele jaren zou geen enkele vrouw op de openbare zijn gaan joggen. Nu zijn ze niet meer te tellen. Zelfde met de wielertoeristen, de schaarse gekken die zich er vroeger aan waagden waren zeker geen vrouwen! De vrouw heeft evenveel recht als de man om zich belachelijk te maken.
|