In het kader van de discussies over de splitsing van België en/of de onafhankelijkheid van Vlaanderen – ook onder Vlaamsnationalisten - wordt het stilaan tijd dat we ons gaan wennen aan de gedachte dat we Brussel best opgeven. In dat hoofdstedelijk gewest spelen we nog een bijrol die er voornamelijk in bestaat e.e.a. te financieren, waar we zelf niets aan hebben en waarvoor we meestal stank voor dank krijgen. Dat wil daarom niet zeggen dat we Brussel helemaal moeten loslaten, wel dat we met het stadsgewest een relatie moeten aangaan zoals met elk ander buurland en dan specifiek eisen dat het Nederlands in Brussel evenwaardig moet blijven aan het Frans, het Engels en welke andere taal ook. M.a.w. dat het daar geen tweede rangstaal wordt. Frans mag er momenteel nog de lingua franca zijn, in meer dan de helft van de Brusselse gezinnen wordt er de dag van vandaag thuis een andere taal gesproken, meestal Turks of Arabisch. Het Nederlandstalig onderwijs en cultuurleven in Brussel kunnen dan nog vanuit Vlaanderen ondersteund worden, net zoals we ook nu initiatieven in het buitenland financieren. Bij sommige van deze laatsten kan trouwens gerust een groot vraagteken gezet worden.
Zo loopt er bv momenteel in New-York een expo van Marcel Broodhaers in het Museum of Modern Art (MOMA). Daar is ondermeer de fameuze mosselpot te zien waarvoor destijds Bertje Anciaux een pak geld op tafel heeft gelegd. Die Broodhaers is een Franstalige Brusselaar, een vroegere boekhandelaar, die snel gezien had dat hij met absurde surrealistische werken, die men tegenwoordig kunst noemt, veel meer te verdienen was. De vraag is waarom zo’n tentoonstelling moet gefinancierd worden door Vlaanderen, volgens de MOMA webstek ‘by the General Representation of the Government of Flanders’!
Nog zoiets doet zich voor i.v.m. de ondersteuning van zgz culturele initiatieven in Brussel. Daar krijgt de Federatie van Marokkaanse Verenigingen dit jaar een subsidie van 329.309 euro, de Unie der Turks Islamitische Culturele Verenigingen van België 340.039 euro, de Unie van Turkse Verenigingen 294.180 euro en de Federation of Anglofone Africans in Belgium 105.394 euro. Weet je hoeveel de organisatie van het Vlaams Nationaal Zangfeest (volgend jaar aan zijn 80ste editie) krijgt van Vlaanderen? 0,0 euro, je leest het goed: nul komma nul!
Dit is te gek voor woorden. De huidige verantwoordelijke voor dit Sinterklaasspel heet Sven Gatz (Open VLD), minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel in de Vlaamse regering, niet toevallig iemand die via enkele van Bert Anciaux’ hobby’s (Spirit & ID21) in de politiek is gerold. Het verhaal van de appel die niet ver van de boom valt. Toen Bert den bleiter later overstapte naar de socialisten, koos Gatz voor de Open VLD. Op een gegeven ogenblik was hij zelfs uit de politiek gestapt en werd hij in 2011 directeur van de Unie van Belgische Brouwers. In 2012 deed hij wel nog even mee aan de gemeenteverkiezingen in Jette, maar haalde er slechts 250 stemmen, niet genoeg om zijn mandaat als gemeenteraadslid daar te kunnen verlengen. Dat hij in 2014 plots minister werd in de Vlaamse regering dankt hij aan het feit dat Open VLD daarin eerder onverwachts toch mocht meespelen, men nog een Brusselaar tekort kwam en hij de enige van enig niveau was die zijn partij daarvoor beschikbaar had*. Dat Vlaanderen op zo iemand moet rekenen om zijn zaken in Brussel te klaren, zegt genoeg en is een reden te meer om zonder dat Brussel verder te doen.
* Gatz was toen feitelijk de tweede kandidaat van zijn nieuwe partij. De eerste was Noël Slangen, de voormalige spindokter van Verhofstadt. Hij bevond zich tijdens de vorming van de nieuwe Vlaamse regering in het buitenland en kwam hals over kop teruggevlogen, maar bleek de job niet te kunnen krijgen omdat hij niet in Brussel verbleef en een ultieme poging om daar nog iets aan te doen mislukte.
|