"Bezit je niet wat je op prijs stelt,
stel dan op prijs wat je bezit."
03-05-2018
Limerick 0088.
Leuven.
In Leuven woont een zekere Tobback hij rijd in een gamel autowrak en reed hij eens plat werd 't betaald door de stad en dat geld stak hij in zijn binnenzak.
Morgenvroeg krijg jij ontbijt op 't bed. we houden het allemaal heel net op 't blad ligt er kant niets zal ons storen want op de deur hangt een kaartje met belet.
Ik kreeg met Valentijn drie brieven doordrenkt met de geur van madelieven gericht naar mijn hart daardoor wel verward maar bewaar ze niet in mijn archieven.
Een vier vijf acht zeven negen tien die volgen niet het zelfde stramien wat gebeurd er hier dat is geen klein bier zo 'n wanorde heb ik nog nooit gezien.
Wie moet er de tafel afruimen na 't eten van fruit vooral pruimen vlug op naar 't toilet misschien nog niet bezet en daarvoor kan ik alleen maar duimen.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, acht, negen de zeven die ben ik vergeten waar is ze nu heen wel dat is geen probleem want die zeven kom 'k straks nog wel tegen.
Laat ons nu maar vredig gaan slapen want slaap mag je echt niet wegkapen want als je dat doet gaat het slapen niet goed en dan tel je maar verder je schapen.
Wat een regen en grillige wind is veel erger dan ik in de sprint snel als een windhoos voel mij klein en zo broos maar dat komt haast niet voor hier in Lint.
En wie zal er dat gaan betalen die schade gemaakt door vandalen hoe groot die ook was het was meer dan een kras en juist dat moet de rechtbank bepalen.
Een toerist met autopech in Diest de stad die hij als mooiste verkiest hij moest aan de kant want hij rook precies brand geen erg want hij had die wagen geleased.
Een broek hou je op met bretellen maar waar kan je die nog bestellen de riem komt nu op maar dat is als een strop maar daarmee kan je het soms herstellen.
Wat geef ik met Valentijnsdag iets van waarde maar zonder bedrag iets groot of iets klein het moest wel mooi zijn wat het word zeg ik niet in dit verslag.
Camiel stapt in ‘t huwelijksbootje dat doet hij toch niet in zijn blootje neen dat moet in stijl op een verheven peil wees maar zeker dat word echt geen zootje.
Verdorie maar waar is nu dat licht waarvoor is dat nu toch weer gezwicht het was toch zo vlug en 't is nog niet terug want het vloog hier voorbij als een schicht.
Als 's avonds de lichten weer uitgaan de torenklok twaalf keer gaat slaan lig ik als verdooft met 't deksel over ’t hoofd want dan komen de Trollen aan mijn raam.
Er was eens en prachtig kapsalon met schoon schilderwerk aan het plafond maar door 't vele vocht dat daar een uitweg zocht was het toen dat d' ellende herbegon.