"Bezit je niet wat je op prijs stelt,
stel dan op prijs wat je bezit."
18-01-2019
Limerick 0538.
.
Luchtballon.
Zet mij met jou in een luchtballon laat ons zweven over gans 't kanton zodat ieder 't ziet maar zo iets doe je niet want 't stond niet vermeld op de bestelbon.
Er was eens een vrome non uit Deerlijk zoals het past was zij heel eerlijk en na haar gelofte was 't klooster dat bofte want al wist ze 't niet ze was ook steenrijk.
Ben net uit mijn hangmat gevallen het kan heel mijn dag niet vergallen ik doe 't er niet voor doch mij er niet aan stoor maar gelukkig ‘t was niet op mijn zaadballen.
Een dame liep verloren in 't stad voor haar heel speciaal met haar proefblad ze wist zich geen blijf naar 't uitgeversbedrijf voor haar boek met titel 't verkeerde pad.
Er kwam iets uit een lila doosje voor 't er uit was duurde een poosje al was het niet zwaar het was wel kostbaar en op 't kaartje daar er stond ik koos je.
Een slagers meid woonde in Drachten die zocht haar een man die kon slachten maar deze niet vond want haar hart had een wond daarom kon zij dat niet meer verpachten.
Wat liep ik me daar toch een blauwtje het ergst vond ik het voor dat vrouwtje ik was niet alleen want ik was met Marleen en daar maakte ik een dus een tijds foutje.
Daar is Marietje uit Steenokkerzeel van alles doet zij het leeuwendeel dat zegt ze altijd wil het aan ieder kwijt maar vertoefd meestal in een luchtkasteel.
Mijn buurvrouw toont al haar talenten van alles enkele fragmenten dat doet ze met zwier en dat is geen klein bier volgens mij vist ze naar complementen.
'k Heb mijn billen in de zon verbrand werd gewekt door een lieve passant eerst vond ik het leuk maar het gaf zoveel jeuk en dat vond ik een tikkeltje gênant.
'k Heb net een biertje uitgeschonken wel eerst het glaasje opgeblonken niet dat het echt moet want 't smaakt even goed maar kan nu met een mooi kraagje pronken.
De zomer is nu echt in het land gezeten dicht bij de waterkant mijn hoofd blijft er koel 't is dat wat ik bedoel maar de boer die vind het wel ambetant.
Wat sloeg ik mij daar toch een flater ik dronk wijn net of het was water het liep zacht binnen 't verzette mijn zinnen maar nadien zat ik wel met een kater.
Mijn man ging ook eens boodschappen doen ik vroeg om fruit maar niet om pompoen zijn hoofd is een zeef het hem ook maar vergeef in boodschappen doen is ‘t geen kampioen.
Wat ik zie als ik gedronken heb zie ik net als met een paarden klep geen rechts of geen links maar loop ik als een sfinx geheel omwonden in een spinnenweb.
